BUITENLAND LAATSTE BERICHTEN. Isrttpiiizen m Tarwe en Meel. Een consortium heeft den bekenden Poli chinellenkelder van de Brusselsche tentoon stelling aangekocht Het plan bestaat daarmede een tournée door ons land te maken en frag menten uit opera's te doen opvoeren. (Fad.) Te Zaandam vond men op straat een afgekapte vinger, afkomstig van een persoon, die vrijgesteld wilde worden van den dienst plicht en zich daarom deze amputatie had doen ondergaan. Te Babiioniënbroek wist een achtjarig meisje bij afwezigheid der huisgenooten een ilesch jenever te krijgen, waarvan het zooveel dronk, dat de moeder, thuis komende, bet kind voor dood opnam. De kleine kreeg later het bewustzijn wel terug, maar is toch nog niet buiten gevaar. De juffrouw, die Donderdagmiddag te Dieren door een wagen van den locaaltrein over den rechterarm werd gereden, heeft men, in het St. Elisabetsgasthuis te Arnhem, dat lichaamsdeel beneden de schouder moeten af zetten. De gemeente-veldwachter te Swalmen, die bij een twist als scheidsrechter optrad, is van een slechte reis gekomen. Hij kreeg nl. van een der vechtenden drie steken, waarvan een tus- schen de ribben tot ia de nabijheid van het hart doordrong. De verdachte is in arrest genomen. Op schildwacht. Jong recruut (op post)Wie daar Antwoord. Goed vriend. Jong recruut: Avanceer, beste vriend, en laat me een klein pruimpje van je pakken. Men schrijft ons uit Ostende Naar verhouding van haar grootte en zielen tal is er misschien geen stad waar binnen een betrekkelijk korte spanne tijds zooveel be langrijke werken moeten worden uitgevoerd als te Ostende. Daar toch zal in den loop van 1898 een aanvang gemaakt worden met het bouwen van 2 ruime kerken, een schouw burg, een overdekte markt, een kantongerecht en 3 nieuwe scholen, waaronder een atheneum met internaat. Verder zullen er worden opge richt een nieuw postkantoor, een militair hospitaal, een havenstation, en een gebouw waarin do verschillende bureaux voor 't zee- wezen zullen geïnstalleerd worden, terwijl ook de werken tot uitbreiding der haven (reeds aanbesteed voor ruim 14 millioen franks) znllen begonnen worden. Het aandeel der stad in de kosten van verschillende dier werken bedraagt meer dan 13 millioen. In verband hiermede Zal de gemeente eene leening van 25.172.500 frs sluiten. Ondanks dien schuldenlast zal, naar door het gemeentebestuur verzekerd wordt, geen lioogere belasting op de schouders der inwoners worden gelegd. Ostende toch be schikt over rijke bronnen van inkomsten. De kurzaal alleen bijv. brengt jaarlijks voor de gemeente één millioen francs op, terwijl de baden en de haveninrichtingen, welke zich in een steeds toenemenden bloei mogen verheugen, (in 1897 kwamen aldaar 224 zeeschepen meer binnen dan in 1896), eveneens aanzienlijke rente afwerpen. De werkstaking der mijnwerkers in de buurt van Charleroi neemt sterk af. Daaren tegen is er nu weer gisting in een mijn bij Atrecht (Pas-de-Calais). Zekere G. P. te Gent wilde zich van zijn moeder ontdoen, en trachtte daarom een hem hekend man over te halen de oude vrouw te vermoorden. G. P. zou hem 2000 frcs. geven. Bi) het vallen van den avond zou hij zich bevinden Voor de woning der moeder; G. P. zou hem stil binnenlaten in den nacht kon hij zijn slag slaan. De aspirant-moordenaar vond het echter beter de politie in te lichten, en deze nam daarop haar maatregelen. Men legde zich in hinderlaag en alles gebeurde zooals aan de politie verteld was. Toen hij aan het huis der moeder belde, deed G. P. de deur open en liet hem heimelijk naar den zolder gaan, waar hij moest blijven tot het oogenblik daar was om de misdaad te plegen. De politie hield thans G. P. aan, die reeds vooraf voor een alibi gezorgd had: hij zou den nacht gaan doorbrengen bij zijne minnares, in eene kroeg op de St.-Jansvest. Hij is opgesloten en ter beschikking van het par ket gesteld, onder beschuldiging van rechtstreeks sneltrein uit Hamburg kan niet voorbij zijn. Natuurlijk rijdt de post hem te langzaam maar dat hij daaraan gedacht, daarvoor gezorgd heeft Er overviel haar een gevoel van angst en beklemdheid Zij kreeg een soort van weerzin voor dien onbekenden man. Hij was immers ten slotte degeen die haar zou verdrijven uit dit geliefd tehuis. Hij, de zwerveling, de voort vluchtige, de avonturier, die niets afwirt van de kalme gehechtheid aan een dierbaar plekje grond, van een huiselijken haard. Hij kwam haar bijzonder verfocielijk voor, zonder hart of gevoel. En dat draaiende, zwierende, zwaaiende, ongezellige, rustelooze, ongevoelige rijwiel was precies het voertuig, dat bij hem pastte, bij den ongedurigen door trots gedreven zwerver. Met verbazende snel heid kwam hij al nader en nader. Wat kwam hij hier zoeken Waarom zei zijn voorgevoel hem niet, dat hij toch te laat kwam. Het was zijn verdiende loonWaarom had hij zijn vader acht jaar lang getrotseerd, zonder zich in het minst om zijn vergiffenis te bekommeren. Met een beklemd gemoed volgde zij zijn vaart langs de eindelooze rijen van bloeiende boomen. Nu werd hij aan haar blikken ont trokken, daar hij de stad in gereden was. Zij verliet de veranda en liep den tuin doornaar het buitenhek om den vreemdeling daar op te wachten en te vertellen hoe de zaken stonde». Met een kloppend hart stond zij aangezet te hebben tot het plegen eener mis daad, welke met de doodstraf strafbaar is. Een goed begin. De Parijsche tentoon stelling van 1900 geeft nu reeds aanleiding tot banquetten. Zaterdag waren G50 werklieden de gasten van het uitvoerend comité. Hu feest werd besloten met een cinématographische voorstelling van Faure's reis naar Rusland. Een Parijsch inspecteur van politie heci't op zeer bijzondere wijze een gevaarlijken mis dadiger, Lambinet, gevangen doen nemen. Hij zag Lambinet in een koffiehuis, maar hij wist, dat de man gewapend was en op den eersten, die hem wilde arresteeren, zou schieten. Hij bedacht er iets anders op. Hij nam niet Lambinet gevangen, maar liet zich door dezen gevangen nemen. Bij het ver laten van het koffiehuis, haalde hij hem name lijk zijn portemonnaie uit den zak. De ver ontwaardigde Lambinet greep den „zakken roller" hij den kraag en bracht hem naar het naburige politiebureau. Daar speelde de inspecteur ongemerkt den beambte een vooraf door hem geschreven briefje in handen, waarin hij de zaak uiteen zette, en nu had men spoedig den niets kwaads vermoedenden misdadiger in verzekerde be waring genomen. Dr Evans, de beroemde Parijsche tand arts, o. a. van Napoleon III, liet een fortuin van 25 miljoen frcs na, dat hij vermaakte aau zijn geboortestad Philadelphia. Daarvoor mout zij een „museum-Evans" oprichten, waarin al zijne medailles, decoraties, diploma's en andere papieren moeten^worden tentoongesteld, terwijl verder een standbeeld voor hem moet worden opgericht. Geen enkele liefdadigheidsinstelling krijgt iets, zelfs niet het door hem te Parijs opge richte Home voor Amerikaansche jongelingen, die in de Frausche hoofdstad hunne studies komen voltooien. Een groote ramp heeft Zaterdag te Straatsburg plaats gehad. Een groot, bijna geheel voltooid huis is gedeeltelijk ingestort, terwijl uog vele werklieden daarin waren. In het geheel werden zes hunner gedood en 4 gekwetst. Eindelijk zijn de beide Duitschers, die voor eenige maanden te Arlon uit de gevan genis braken eu den hoofdbewaarder doodden, gevangen genomen en wel in de buurt van Coblentz. Ook zij zullen niet kunnen worden uitgeleverd, maar moeten in hun vaderland terechtstaan. Niet Alma Tadema maar diens zoon Laurence is als Engelschman genaturaliseerd. Te Londen is een telegram van 't eiland Wight ontvangen met 't bericht dat de stoom boot Knights of St. George door signalen ge meld heeft, dat zij bij zware mist met de Hu) 1- schc stoomboot Lepanto in botsing gekomen was. De Lepanto is gezonken, maar alle opva renden zijn gered. De vermoedelijke moordenaar van een te Londen wonenden Franschen schoenmaker, die, naar men aannam, om het leven werd gebracht wegens verraad ten opzichte van zijn anarchis tische vrienden, is in Italië aangehouden Daar hij Italiaansch onderdaan is, zal hij in zijn vaderland worden gevonnisö. De laatste weken onderscheiden zich iu Engeland door een toenemend aantal brand rampen. Te Glasgow ontstond Vrijdagochtend brand in een pakhuis van chemicaliën. Reeds scheen de brand gebluscht, en waren de biand- wachts in het gebouw doorgedrongen, toen een hevige ontploffing eerst het dak en toen hei geheele huis deed instorten. Vier brandwachts, allen huisvaders, werden onder het puin be dolven en moesten daar blijven, wijl de brand met nieuwe hevigheid uitbrak. Bovendien wer den twee andere brandwachts gekwetst. Dc schade werd op 20.000 p. s. begroot. Vandaag wordt de verjaardag van don sultan gevierd eu dat terwijl Z. M. in Septem ber geboren is. Het geheim zit daarin, dat men dezen dag naar maanjaren rekent, en niet naar zonjaren. Aldus de Petit Bleu. Waarom dan de troonsbestijging (31 Aug.) wel naar zonnejaren wordt gerekend, vinden wij niet gemeld. Te San Francisco is een student opge hangen, die niet minder dan viermaal ter dood was veroordeeld, en wel wegens moord op twee jonge meisjes, wier lijken hij in een kerk verborg. In Amerika zijn proeven genomen met tegen de heg geleund, naast het lage hekje, en wachtte op zijn komst. Zij zocht haar onbehagelijke onrust te bedwingen. Was zij dan zeker dat hij het geweest was en niet een andere, gewone wielrijder Wat voor bericht was er dan van hem gekomen Een telegram uit. Engelandop dien dag te Hamburg. Gisteren wel te verstaan. Dat was alles. Als de boot een paar uur te laat iu Hamburg aankwam, miste hij den nachttrein; en kan men de aankomst eener zeeboot zoo precies bepalen De boot kon ook verongelukt zijn, door een aanvaring, met man en muis natuur lijk vergaan zijn Lise schrikte van zich zelf in haar hart wenschte zij zoo'n vreeselijk ongelukWenschte zij dan dat honderden onschuldigen zouden omkomen, alleen omdat zij éen persoon, die haar onaangenaam was, niet wilde zien Zij schaamde zich op recht, maar haar angst nam toe. Nu kon zij immers dien man, dien zij zoo laaghartig naar het leven gestaan had, niet meer vrij onder de oogen zien Eensklaps stond hij voor haar, vlak bij het tuinhek, waar hij overheen keek. Haar zag hij nog niet. Zijn oog rustte als betooverd op den tuin met al dien pracht van bloesems en groen. Hij stond op zijn rijwiel geleund, nog hijgend van de laatste vrij steile hoogte. Zij zag in al die trekken zijn gezicht duidelijk weer en er ontsnapte haar een luide kreet een kreet van verrassing, die den man uit zij een onderzeesche boot, bestemd om onder een vijandelijke vloot torpedo's te leggen. Het vaartuig bleef door een telegraafkabel van 12000 voet lengte met den vasten wal verbon den, om instructies te krijgen. Het is dwaas iemand te gelasten, niet te redeneeren maar te gelooven. Gij zoudteveu goed kunnen bevelen niet te waken, maar voortdurend te slapen. Byron. Vèrkoopingen enz. Bij de besteding van het bouwen van een bouten fabrieksgebouw te V 1 a k e, door den architect A. Ie Clercq namens zijne principalen, werd ingeschreven door de heerenL. D. van der Linde te Hansweert voor f 2575; P. Dronkers te Kapelle voor f 2589; J.P. Panny Krabbendijke voor f 2875A. A. de Wilde te Kattendijke voor f 2676W. van der Linde aldaar voor f 2680; A. Laban te Iersekevoor f 2874Jan Lindenberg te Wemeldinge voor f 2890A. C. Karelse te Kruiningen voor 2923 A. Goodemondt te Hansweert voor f 2940J. M. Lammeree aldaar voor f 2973A. Jacobs te Goes voor f 3055H. Smit te Hulst voor f 3088M. Noiet te Ierseke voor f 3300; D. Bijl tc Vlissingen voor f 3430; Joh. Warren te Vlissingen voor f 3445 en II. Koster te Wemeldinge voor 3497. Den laagsten inschrijver is het werk gegund. Parijs. Daar het onderzoek van den krijgs raad geen voldoende licht kon verspreiden over de zaak-Esterhazy, is deze naar de rechtbank verwezen, wijl wegens de.houding der openbare meening contradictoire debatten noodig wor den geacht. Maandag 2 Januari. Rotterdam. Telegram van den make laar H. van Randwijk). De markt van heden was stil. Mais en meel waren flauw. Zaterdag 8 Januari. Antwerpen. Tarwe prijshoudend. Auie- rikaansch fr. 217». P e s t h. Tarwe 5 kr. hoogerZaterdag 12.08 fl Vrijdag' 11.98 fl. P a r ij s. Tarwe gedruktloop. md. fr. 28.65. Berlijn. Onder den invloed van de vrij sterke rijzing in Noord-Amerika was de handel hier iets levendiger, waarbij de prijzen van tarwe en rogge eene matige rijzing ondervonden. New-York dis. 98%vorigenfdag 99, Chicago 91%; p 92. Vergaderingen, Concerten enz. Middelburg. Dinsdag 11 Jan. Voorstelling - TinoU-gezel- schap. Schouwburg 7'/j u. W o e n s d. 12 Jan. Biljart concours. Soc. De Vergenoeging 7'/s u. Don der d. 13 Jan. Verg. betreffende de in huldigingsfeesten. Schut tershof 8 u. Vrijdag 14 Jan. Bijeenkomst stemgerecht. deelhebb. Ned. Handelmij. Raadhuis 3% u. HERIJK. Deze herijk is bepaald als volgt, voor: Middelburg b. voor de gewichten, bestemd tot fijnere weging en alzoo voor die in gebruik bij apo thekers, goud- en zilversmeden enz., den 11,12, 13 en 14 Januari; c. voor de maten en gewichten, gebruikten fabrieken, (brood-, melk-, boter- meel-, ijzer-, gasfabrieken), werven, gestichten van liefda digheid, (wees-, arm- en gasthuizen), in open bare rijks-, provinciale- en gemeente-instellingen, (belastingen, posterijen, militaire kazerne, hos pitaal, cantine, slachterij, atadssebunr, vleesch- hal, beëedigde graanmeters, militiematen); in dienst van openbare vervoermiddelen, (stoom boot-, spoorweg-, Van Gend en Loos-, tram-, Nederlandsche handelmaatschappij) den 18,19, 20 en 21 Januari. stomme beschouwing wekte. Nu eerst ont waarde hij het mooie meisje, dat sterk blozende een paar schreden achteruit deed, en hem als een onverklaarbaar wonder met vragende oogen aanzag. Ook hij raakte een weinig van zijn stuk door haar zeldzame houding, waarvoor hij geen ver klaring vond, terwijl hij getroffen was door hare liefelijke verschijning. Hij zag haar als in een lijst, tusschen twee bloeiende appelboomen, die hunne kronen naar elkaar toebogen; en haar welig blond haar stak als goud af tegen den donkeren achtergrond van dennengroen. Zij stond daar als de godin der lente, in al haar schitterende pracht. Hij bleef zwijgen en zoo droegen hunne ver baasde blikken steeds dieper in elkaar. Hij wilde niet spreken en zij kon niet. Eindelijk schudde zij de betoovering af en haar verle genheid deed haar de volgende woorden spreken: „Vergeef deze wonderlijke ontvangst Ik wist dat gij heden komen moest, maar niet zoo ik meen in deze gestalte ik had mij u anders voorgesteld, vergeef mij,ik sprak wartaal ik wilde zeggen dat gij ontzettend veel gelijkt op iemand, die ovevleden is, dien ik gekend^heb maar mijn God ja, gij hebt hem ook gekend nog veel beter zelfs, hij ging u veel meer aan, uw oom Richard het was niet zoo lang na uw uw vertrek toen hij stierf. Een verbazende gelijkenis: het was voor mij alsof de doode weer opge- De Middellurgsche courant wordt 's avonds te zeven uur in Vlissingen uitgegeven. Dagelijks worden, tegen twee gulden per kwartaal, abonnementen aangenomen door de agent C. N. J. DE VEY MEST- DAGH aldaar. Algemeen Overzicht. De eerste indruk is de beste, zegt een be kend spreekwoord. En dat is zeker van toe passing op hetgeen wij Zaterdag opmerkten naar aanleiding van de jongste publicaties inzake Dreyfuss. Onze opvatting dat de Fransche regeering de hand had in de openbaarmaking van de acte van beschuldiging wordt gedeeld door de Times, welk blad eveneens de aandacht vestigt op de groote beteekenis van de aanwijzing dat Drey fuss „entree libre" in den Elzas had. Wij meenen hierop te moeten wijzen, omdat de meeste bladen in binnen- en buitenland de openbaar making in de Siècle voorstellen als een onwet tige daad, en zich zelfs verrast toonen overdo opvatting van de Times. Dat men in deze openbaarmaking niet de hand der regeering ziet, is een natuurlijk ge volg van den inhoud van de acte van beschul diging. Want een aandachtige lezing van dat stuk bevestigt den eersten indruk, dat het geen bewijskracht heeft. Dat wordt erkend door alle onafhankelijke bladen in Frankrijk en in den vreemde. Het eenige materieele bewijs, het beruchte bordereau, valt weg, en de moreele bewijzen kunnen slechts dienen tot bevestiging van een deugdelijk bewijs. Dat is de grondtoon in de Fransche en buitenlandsehe bladen. Onze beperkte ruimte laat niet toe een bloem lezing te geven. Maar toch verdienen enkele typische uitdrukkingen vermelding Gerault-Richard (Petite Rêpublique) kent niets dat zoo kinderachtig is als deze acte van be schuldiging. De Matin zegt, dat de acte niets bewijst en is verbaasd over de naïveteiten, welke daarin voorkomen, Dr Goldmann (Frankfurter Zeitung) stelt de geheele acte van beschuldiging in een bespot telijk daglicht, en haalt als toppunt van dwaasheid aan, dat de rapporteur zegt: deze man is ontwijfelbaar schuldig; hij is rijk be gaafd en is met de zaken bekend. Maar wat vooral van belang isde geheele acte van beschuldiging bevat geen enkel woord, dat de geheimhouding rechtvaardigt. De eenige kritieke zinsnede die over de verhouding van Dreyfuss tot de Duitsche autoriteiten in het Rijksland, een o. i. hoogst belangrijk punt heeft eerst beteekenis ge kregen na de stellige tegenspraak van de Duit sche officieele organen. Maar geen enkel woord in het niets bedui dende, niets bewijzende stuk rechtvaardigt de geheimhouding in 1894. Er komen, gelijk wij Zaterdag reeds mede deelden, vele zinsneden in voor, welke voor het groote publiek, dat oppervlakkig leest, een ongunstigen indruk van Dreyfuss geven. Maar het merkwaardige is, dat, waar men aanmerkingen maakt op zijn zedelijk gedrag, zelfs de rapporteur erkent, dat zijn liefjes rijke, of zeer rijk gehuwde vrouwen waren. En nu is er niet veel noodig om aan te toonen, dat een liaison met een getrouwde, rijke vrouw, geen reden is om een zeer vermogend man als Dreyfuss te verdenken van oneerlijke practijken. Het toppunt van dwaasheid ia wel dit, dat men van een van de liefjes van Dreyfuss zegt, dat zij gewend was haar vrienden te betalen Zeer zonderling is dat de rapporteur zelfs geen namen noemt, en steeds de onderstellende wijze gebruikt, „kapitein Dreyfuss zou" enz. Nog erger maakt deze rapporteur het waar hij zegt, dat Dreyfuss sociëteiten bezocht waar gespeeld werd. Heeft Dreyfuss daar gespeeld? De rapporteur heeft dat maar niet onder zocht, want de personen, die dergelijke socië teiten bezoeken, zijn z. i. te onbetrouwbaar om als getuigen te worden gehoord Deze enkele staaltjes zijn dunkt ons vol doende om den geest aan te geven van de acte van besehuldiging, en tevens om te be wijzen hoe groote dwaasheid het is de rechts- staan was. Daarom stond ik zoo versteend". Een weemoedig lachje overtoog zijn manne lijk, ernstig, gebruind gelaat. Hij opende het hek, trad binnen en zette zijn rijwiel tegen de heg, terwijl hij op ontroerden toon sprak „Daar wist ik niets van, maar ik kan mij be grijpen dat gij gelijk hebt, dat ik op hem ben gaan gelijken, nu ik zijn leeftijd nader en daarom is deze ontvangst mij slechts des te aangenamer. Mijn goede oom als hij langer geleefd had zou veel misschien anders gewor den zijnMaar zeg mij nu eerstLeeft mijn vader nog JaGoddankUwe oogen zeggen het. En hij moet in het leven blijvenHet zou te vreeselijk zijn Kan ik hem spreken „Hij leeft nog," zei zij zacht. „En gij zult hem zien. Op het oogenblik slaapt hij. De dokter zegt dat die slaap eenige uren zal duren. Als hij ontwaakt zal hij u misschien herkennen het is mogelijk maar niet waar schijnlijk „Hoe dat Is het dan zoo erg met hem Maar groote GodHij moet mij herkennen." „Laten wij het hopen hij heeft in de laatste dagen somtijds heel heldere oogenbliklcen gehad. Mij herkent bij echter niet meer. Hij leeft heelemaal in het verledene. De laatste jaren schijnen geheel nit zijn geheugen ge- wischt te zijn. Hjj spreekt steeds alsof hij die jaren nog niet beleefd heeft en nog veel jonger is." (Wordt vervolgd). pleging over militairen aan militairen op te dragen. Dat de heer d'Ormeschéville zulk jammer lijk knoeiwerk leverde, is hem niet kwalijk te nemen. Als men den procureur-generaal bij dentlïoogen Raad belastte met het opperbevel in de stelling Amsterdam, zou deze het er waar schijnlijk niet beter afbrengen, dan deze offi cier, die door een verouderd begrip werd ver plicht ais procureur-generaal op te treden. Wat nu bet proces Esterhay betreft, valt in de eerste plaats te constateeren, dat de publieke meening gestemd is voor volledige open baarheid. Zelfs bladen als Tcmps en Figaro eischen openbaarheid. En daar de Temps zich niet de weelde veroorlooft er een eigen meening op na te houden, daar de Figaro ruiterlijk heeft erkend niet tegen de openbare meening te willen oproeien, is het bewijs ge leverd, dat de openbare meening openbaar heid wil. In het proces, dat heden aanvangt, kan slechts een zeer klein deel van het schandaal aan de orde komen. Het belangrijkste zou moeteu zijn, de vraag wat in 1896 is geschied. Toen heeft overste Picquart een onderzoek ingesteld naar de ver dwijning van stukken uit het archief, een misdrijf, gepleegd, lang nadat Dreyfuss ver bannen was. Dat onderzoek leidde hem er toe Esterhazy te verdenken, maar tevens tot de ontdekking, dat het schrift van het bordereau meer geleek op dat van Esterhazy dan op dat van Dreyfuss. En daar overste Picquart het geheele proces- Dreyfuss had bijgewoond, als vertegenwoordiger van den minister van oorlog, kreeg het een zeer bijzondere beteekenis, dat hij tot de over tuiging kwam, dat niet Dreyfuss maar Ester hazy de schuldige was geweest. Opvallend is, dat generaal Gonse, die niet zoo op de hoogte was, eerst Picquart aanmoedigde zijn onderzoek voort te zetten en later eensklaps staking eischte. Een bevel dat gevolgd werd door de overplaatsing van Picquart uit de afdeeling, waar z. i. de bewijzen voor de onschuld van Dreyfuss te vinden waren. Dit punt heeft een eigenaardig belang. De militaire rechtspleging bepaalt dat nie mand voor zijn mindere kan terechtstaan, een bepaling welke voldoende bewijst, dat men een mindere niet onafhankelijk acht tegenover zijn superieuren. Maar hoe moeten nu de twee kolonels, de twee oversten en de twee majoors handelen tegenover hun meerdere generaal Gonse? Moeten zij den generaal rekenschap en ver antwoording" vragen van zijn houding in (leze zaak Moeten zij hem vragen of hij handelde op last van den minister van oorlog, van den chef van den generalen staf, of van den opper bevelhebber van het leger 's Is dwaas dat aan te nemen, en daarmede is alweder bewezen, dat een rechtspleging door militairen in strijd is met de eerste eischen der discipline. Het hoofdpunt ligt echter in het volgende Esterhazy wordt vervolgd op grond van de aanklacht van Mathieu Dreyfuss dat hij de schrijver is van het bordereau het eenige materieele bewijsstuk tegen den veroordeelden kapitein. De gehoorde deskundigen verklaren, na vergelijking van het bordereau met brieven van Esterhazy, dat het beruchte stuk niet van de hand van Esterhazy is. Maar Trarieux, de wakkere senator, merkt dienaangaande op, dat Esterhazy zelf de overeenstemming van beide handschriften heeft erkend. Ja Esterhazy acht de overeenstem ming zoo groot, dat hij beweert dat het bor dereau naar zijn schrift gecalqueerd is! Trarieux waagt daarom de onderstelling dat aan de deskundigen niet de goede handschriften ter vergelijking zijn overgelegd. Hier nu wordt een punt aangeroerd, dat door schriftkundigen te veel verwaarloosd wordt: het feit dat de handschriften van éen persoon niet steeds gelijk zijn, dikwerf groote afwij kingen vertoonen. Het positieve bewijs (gelijk heid van schrift) heeft daarom veel grootec waarde dan het negatieve (ongelijkheid). Dat is een punt waarover de typografen (vooral die van dagbladen) meer licht kunnen versprei den dan allo hooggeleerde deskundigen. Nog mag niet onvermeld blijven, dat ver schillende bladen nitvoerige mededeelingen bevatten over het zoogenaamde dossier B, de verzameling stukken welke de schuld van Dreyfuss onwederlegbaar kan aantoonen, maar in het belang van het land eerst na de slui ting van het onderzoek, in raadkamer aan de leden van den krijgsraad is overgelegd. Tot dat dossier zouden behooren de reeds vroeger in de Intransigeant vermelde zeven brieven van graaf Munster (den Duitsche am bassadeur) en éen van keizer Wilhelm. Dat dergelijke stukken bestaan is gemakke lijk aan te nemendat de toenmalige minis ter van oorlog karakter loos genoeg was ze buiten rechten aan de krijgsraad te doen toekomen, kan waar zijndat de leden van den krijgsraad niet durfden protesteeren tegen deze wetschennis van hun chef is natuurlijk. Ons dunkt zelfs dat zoo iets moet bestaan. Want het is niet aan te nemen, dat rechters zelfs al zijn het niet-desknndige officieren iemand zulien veroordeelen wegens het over leveren van geheime stukken aan een vreemde Mogendheid, als het O. M. in de akte van be schuldiging zegt dat het niet mag zeggen afin wie die stukken zijn uitgegeven. Maar een der Fransche bladen vraagt: ia het dossier B. echt? Beknopte Mededeelingen. Generaal Zurlinden, oud-minister vftn oorlog, wordt genoemd als opvolger van gene raal Saussier als bevelhebber te Parijs. De Londensche correspondent van de Temps meldt, dat bij de wederbijeenkomst van het parlement eenige leden van de beide zijden een wetsvoorstel zullen indienen, dat een einde

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1898 | | pagina 2