MIDDELRURGSCHE COURANT.
nr. 2
141" Jaargang.
1898.
Dinsdag
4 Januari.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 3 Jan. 8 u. vm. 38 gr. 12 u. 44 gr.,
av. 4 u. 43 gr. F. Verw. zw. Z. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau 1
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel,
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te VlissingenC. N. J. de Yet Mjsstdagh te
Goes: A. C. Bolluyt, firma Wed. de Jonge.
De beste waterweg roor Dordrecht,
vooral met 't oog ook op andere
i.
Bij Koninklijk besluit van 4 April 1896
werd een Staatscommissie ingesteld om een
onderzoek in te stellen ter beantwoording
o. avan de volgende vragen
1°. welke eischen zijn in het belang van
de zeevaart te Dordrecht redelijkerwijze te
stellen aan den waterweg, langs welken
Dordrecht toegang heeft tot de zee?
2°. door welken vaarweg kan aan die
eischen worden voldaan en welke werken
zij» noodig om dien weg in bovenstaanden
zin in bruikbaren toestand te brengen en
te honden?
Onder dagteekening van 6 Maart 1897
bracht de Staatscommissie baar rapport uit.
De Commissie somt eerst die eischen op
en gaat dan achtereenvolgens van zes ver
schillende waterwegen na of ze daaraan vol
doen; wat het voor, wat het tegen van eiken
weg is. Zij geeft als hare meening te ken
nen, dat door 3 van de 6 vaarwegen aan die
eischen kan worden voldaan, te weten door
den Roompot, door het Brouwershavensche
zeegat (via Krammer en Hellegat) en langs
Hoek van Holland via Onde Maas. De voor
het doel gevorderde kosten worden door de
Staatscommissie geraamd voor den waterweg:
Roompot 1.805.000 f 100.000
Brouwershavensche gat 1.720 000 98.000
Hoek—Oude Maas 2.400.000 75.000
Uit deze cijfers vloeit voort, dat de weg
langs Brouwershaven de minst kostbare is;
wel is het onderhoud 23.000 duurder,
doch de kosten van aanleg zijn 680.000
lagermen bespaart aan rente van dat kapi
taal evenveel als men aan onderhond meer
uitgeeft, doch geeft in 't eene geval het
kapitaal uit, in 't andere geval niet.
Doch er is een „maar": bij het volgen
van den weg Roompot of Brouwershavensche
gat zal, volgens de Staatscommissie, voor aan
leg en bewapening van een verdedigingswerk
aan het verbeterde Hellegat en voor verder
in 'b lands defensie noodige maatregelen, een
bedrag van f 2.715.000 noodig zijn. Daar
tegenover staat1°. de jaarlijksche onder
houdskosten van die nieuwe werken zullen
ongeveer 10.000 minder bedragen, dan
het onderhond der bestaande werken vor
dert; 2°. met het bouwen van het nieuwe
werk gaat gepaard het verlaten der stelling
van Willemstad, waardoor een groot deel
van de bezetting en van het materiëel, thans
voor die stelling bestemd, vrij valt3° dat
door het nieuwe werk de verdediging van
het Hollandscbe Diep tegen een van de
zijde van het Haringvliet naderenden vijand
krachtiger zal zijn, en dat in de toekomst
niet meer als tot dusver vrees be
hoeft te bestaan in 't belang altijd van
'a lands defensie dat het Heliegat, zonder
toedoen van den mensch, door de natuur dieper
wordt, daar dit dieper worden door de natuur
even goed als de verbetering door 's menschen
hand zon moeten leiden tot versterking der
verdedigingsmiddelen van de bestaande
stelling.
Aangenomen nn, dat inderdaad een nienw
verdedigings werk moet worden gebonwd
iets wat m. i. voor betwisting alleszins vat
baar is bij de groote onzekerheid waarin
wj) veTkeeren ten opzichte van ons vesting
stelsel, nn het nog lang niet vaststaat of
wi) op den daar de Hollandsche linie in
staat van verdediging zullen willen en kun
nen honden dan rijst de vraag of de
voordeelen minder onderhoudskosten, min
der bezetting, vrijvallend materiëel en vrij
komende vestinggronden niet ongeveer
zullen opwegen tegenover de uitgaaf; mocht
de balans nog een nadeelig saldo aangeven,
dan zal dit toch verdwijnen, indien men in
aanmerking neemt dat het nieuwe werk
beter zal zijn dan het oude, terwijl men
bovendien moet bedenken, dat de kans be
staat dat de natuur ons dwingt het werk
tóch te maken.
Het bezwaar, ontleend aan het vraagstuk
van de verdediging, behoort daarom m.
)üet te wegen. Er is ernctige twjjfel of de
Hollandsche linie in wezen zal blijven
onzekerheid voorts, of de verdediging van
het verbeterde Hellegat niet beter aan de
Marine kan worden toevertrouwdmoge
lijkheid eindelijk, dat het verbeterde vaar
water versperd en tijdelijk onbruikbaar
gemaakt wordt door veel minder kostbare
middelen, b. v. het doen zinken van oude
scheepjes in de vaargeulen.
Blijkens de verklaring van den Minister
van Waterstaat, Handel en Nijverheid is hij
met zijn ambtgenoot van oorlog in overleg
getreden omtrent de quaestie van het ver
dedigingswerk. In afwachting van de resul
taten van dat overleg, worde thans het
vraagstuk van den waterweg bekeken, afge
scheiden van de defensiequaestie.
Boven werd reeds aangetoond, dat de
weg door het Brouwershavensche gat en het
Hellegat de minst kostbare is, indien men
let op de kosten, zoo van aanleg, als van
onderhoud.
Welke voordeelen biedt dan de weg Hoek-
Oude Maas Volgens de Staatscommissie
ze
lo. Verwacht kan worden dat de zich
meer en meer uitbreidende zeevaart op
Keulen van dezen weg zal gebruik maken,
waardoor bet voordeel wordt verkregen, dat
die vaart de nauwe en zoo druk door bin
nenschepen bevaren Noord niet meer zal
volgen.
Voor de Keulsche meevaart behoeft Neder
land waarlijk zich niet iu te spannendie
te bevorderen, ligt waarlijk niet op onzen weg.
Da verdieping van de Oude Maas
zal aan de landsverdediging in zoover ten
goede komen, dat zij ook voor onze meest
diepgaande gepantserde schepen de gemeen
schap binnendoor schept tusschen den Nienwen
Hoilandschen waterweg en de Dordsche Kil
en Merwede.
Wat doen onze meest diepgaande gepant
serde schepen daar ter plaatse? Is voor
verdediging van zoo ver binnen land
gelegen vaartwegen niet een ander deel van
onze vloot aangewezen En wordt niet
onze defensie ten minste evenzeer gebaat,
indien voor onze kleinere oorlogschepen de
toegang binnendoor tot de Zeeuwsche stroomen
wordt verbeterd
3o. De waterweg van Brouwerhavensche
gat is 75 K.M., die langs Hoek Ouden Maas
51 K.M. lang.
Dit schijnbaar meest gewichtig bezwaar is
door de Staatscommissie zelve reeds afdoende
wederlegt. Zij schrijft op pag. 51 en 52
van haar Rapport woordelijk het volgende:
„Vaart een binnengevallen vaartuig ruim éen
uur vóór het tijdstip van hoogwater van de reede
op, waartoe door de groote diepte in het
Brouwershavensche gat en in de Grevelingen
gelegenheid bestaat, dan heeft het schip het
hoogwater te Dordrecht 31/* uur later inval
lende dan te Repard (bij het boveneinde van
het zeegat) ruim 1 -f- 3l/< 4'/< uur tijd, om
den afstand van het boveneinde van het zeegat
tot Dordrecht, zijnde 79 K.M., te doorloopen,
waartoe dus gevorderd wordt een gemiddelde
snelheid van omstreeks 18.3 K.M. in het uur
of van ongeveer 14.5 K.M. ten opzichte van
den vloedstroom."
Met dit citaat schijnt tevens de brochure van
Joh. de Jonge, oud cargadoor-expediteur te
Dordrecht, De Dordtsche Waterweg naar
see en het Havenplan voldoende wederlegd
deze was blijkens zijn brochure, reeds voor
dat de staatscommissie rapport had uitge
bracht, van oordeel, dat de waterweg door
de Oude Maas moet loopen. De door hem
bijgebrachte argumenten (te groote afstand
om in de meeste gevallen in éen tij afge
varen te worden en niet-betrouwbaar vaar
water bg heiige lucht en des nachts) zijn
in het meermalen genoemd rapport door
cijfers en feiten wederlegd.
4o. Ten aanzien van de standvastigheid
van den waterweg staat de weg langs
Brouwershaven, met bet oog op de vrije
vorming der vaaTgeul in het Krammer en
het Volkerak, achter bij die door de Oude
Maas, die met eenig baggerwerk in den
zelfden toestand zal zijn te honden, terwijl
gemat mag worden aangenomen, dat het
gedeelte, samenvallende met den Nieuwen
Rotterdamscben waterweg met bet oog
op zijne gewichtige bestemming wel steeds
in den gewenschten toestand zal worden
gehouden.
De staatscommissie volgt hier ten behoeve
van den Rotterdamschen waterweg dezelfde
redeneering, welke ik ook toegepast wensch
te zien op het scheepvaartverkeer tueschen
Zeeland en het Noordwestelijk deel van
Noord-Brabant eenerzyds en het overig deel
van Nederland anderzijds.
De verbetering 1het Bellegat zal niet
alleen aan de zeevaart op Dordrechtmaar ook
aan de scheepvaart in het algemeen ten goede
komen, door de groot ere diepte en de uitbrei
ding der verlichtingterwijl door het leggen
van den dam in de nabijheid van Ooltgens-
plaateene in vele gevallen veilige reede sal
worden gevormd.
Deze woorden, welke bet geheele vraag
stuk, naar myne meening, beheeischen en
beslissen, zijn ontleend aan hetzelfde rapport
der StaatscommissieWelnu, past men
deze redeneering toe op het vermeld bezwaar
van meer of minder standvastigheid van den
waterweg, dan komt men met mij tot de
slotsom dat, zoo de vaargeul in Krammer
en Volkerak zich belangrijk mocht wijzigen,
met het oog op de gewichtige bestemming
van dat vaarwater, deze of een andere vaar
geul wel steeds in den gewenschten toestand
zal worden gebracht.
27 Dec. '97. mr E. F.
Middelburg 5 Januari.
troonsbestijging, de regeering kan aanvaarden
over een volk, dat met het ontmannende, ver
nederende en ontzenuwende stelsel van afkoop
van dienstplicht gebroken heeft.
Redenen waarom zij UEdelmogenden eerbie
dig verzoeken, in tiet belang van het ons allen
dierbaar Vaderland, te willen medewerken om
bedoeld wetsontwerp tot wet te verheffen.
'tWelk doende,"
Het adres is onderteekend door de heeren
C. van Lennep, Cl. Bakker, J. A. Beker, N. J.
Beversen, D. Beijeriuck, H. M. de Boer, J. R.
de Bruïne, jhr It. J. Bóddaert, W. de Ciercq,
A. K. F. H. E. Douglas, H. K. F. Douglas, K.
van Eek, K. de Gelder, O. H. Gobée, jhr J.
Burmania Humalda van Eijsinga, H. L. Juda,
D. Keus, J. K. Knottenbelt, W. J. de Koek
van Leeuwen, jhr H. A. van Lawick, L. Maks,
H. J. Mfttthes, H. Menalda van Schouwenburg,
J. W. J, Nering Bögel, M. J. Offers, F. J. C.
van Prehn Wiese, D. F. W. Prins, jhr R. F.
van Raders,D. A. Rinkes, W'. E. de Ruiter,
A. Q. F. Schinoutziguër, J. Schuit, F. J
Struben, F. E. Thiaöge, H. Tromp van Holst,
Th. de Veer Jr., M. P. van Weel en M. E.
Wolvekamp.
De aandacht der jongelingschap hierop ves
tigende, sporen wij haar, voor zooveel noodig,
aan tot het teekenen erop, evenals wij hen op
roepen die misschien zich niet meer aan studie
wijden, maar toch, krachtens hun' leeftijd,
tot de onderteekenaars moesten behooren,
hunne duidelijk geschreven namen en adressen,
't zij per briefkaart óf met een eenvoudig
naamkaartje, te zenden aan den heer C. van
Lennep te Wageningen.
Persoonlijke dienstplicht.
Aan de meeste inrichtingen van hooger-, mid
delbaar- en meer uitgebreid lager onderwijs is
een aan de Tweede kamer te richten adres
gezonden, met verzoek handteekeningen te
verzamelen van een zoo groot mogelijk aantal
jongelui in ons vaderland, ten einde, wanneer
het wetsontwerp op den persoonlijken dienst
plicht in de Statea-Gcneraal behandeld zal
worden, vooraf aan de Tweede kamer een
roepstem van honderden in den lande te doen
hooren.
Het adres luidt
„Geven met verschuldigden eerbied te kennen,
ondergeteekenden, behoorende tot Neêrlands
jongelingschap, die aan de loting voor de
nationale militie reeds hebben deelgenomen of
eerlang daaraan zullen deelnemen;
dat zij met de meeste ingenomenheid de toe-
gging hebben vernomen van een wetsontwerp
tot afschaffing der dienstvervanging
dat zij het stelsel van afkoop van dienstplicht
verderfelijk achten voor de belangen van den
aat en het individu;
dat bedoelde afkoop, die zelfzucht stelt boven
het staatsbelang, strijdt met de eer- en het
plichtgevoel, dat de jongelingschap moet be
zitten en bezielen
dat zij het hoogst onrechtvaardig achten dat
de verdediging van den vaderlandschen grond
op de schouders wordt gelegd van de armen,
die de middelen tot afkoop missen, die bij'het
behoud van den geboortegrond het minst be
lang hebben en die den strijd van 't leven op
de moeielijkste wijze moeten voeren:
dat zij gevoelen verplicht te zijn een goed
voorbeeld te geven, door hun plaats in de ge
lederen in te nemen naast de minder bevoor
rechten en minder ontwikkelden, om waar
noodig de rechten en de eer van 't vaderland,
troon, altaar en hulsgezin te handhaven en te
verdedigen tegen vreemd geweld
dat zij overtuigd zijn dat de dienst in de
gelederen weldadig zal werken op de vorming
van het karakter, op de kracht van den wil, op
het gevoel van eigenwaarde, op de frischheid en
kracht van lichaam en geest;
dat zij diep beseffen hoezeer het dienen in
de gelederen van het leger door de zonen der
invloedrijke en meer bevoorrechte ingezetenen
de belangstelling in alles wat het leger betreft
zal doen stijgen en zoodoende daaraan een
relief geven, dat algemeen wordt gewenscht
dat de afkoop van dienstplicht de kloof in
stand houdt, die er bestaat tusschen zonen van
hetzelfde Vaderland de belangstelling in het
leger van de zijde der regeerende klassen onder
mijnt, en zoodoende bet zedelijk bewustzijn van
het beste deel der natie schaadt
dat met allen, die het leger door eigen erva
ring kennen, zeer zeker ook de ruim 400 vrij
willigers, die het reservekader nu reeds telt,
kunnen getuigen hoe doeltreffend in het legér
tucht, ordezin, geest- en lichaamskracht wor
den ontwikkeld;
dat de bezwaren, tegen het persoonlijk ver
vullen van den dienstplicht aangevoerd, veelal
mogen worden beschouwd als voorwendsels tot
plichtverzaking
dat zij geheel overeenkomstig het gevoelen
van wijlen professor Buys het in volkomen
overeenstemming met onze waardigheid achten,
wanneer Hare Majesteit de Koningin, by de
PROSELIETENMAKERIJ.
Dat bekeeren van heidenen, Mohammedanen,
Chineezen, Israëlieten enz door Christenen is
toch een eigenaardig werk.
Hoe vriendelijk en lief gaat men daarbij
tegenover elkaar te werk; het is verheffend
om te zien
Een fraai staaltje daarvan bevat de Januari
aflevering van het Orgaan der Nederlandsche
Zendingsvereeniging, die berichten bevat over
de Maleische gemeenten van Broeder Albers te
Meester-Cornelis. Br. Albers klaagt voor het
grootste deel over de oneenigheid onder de
inlanders en andere sléchte gevolgen van het
werken van zendelingen van verschillend ge
loof onder eenzelfde bevolking. Het geldt hier
het optreden van de Roomsche zending in den
laatsten tijd.
„Het droevigste", schrijft hij, „in het indringen
van Rome is, dat daardoor een toestand in het
leven geroepen wordt, die een uiterst demora
liseerenden invloed op de Christen-Inlanders
moet uitoefenen. Door het werken der Room-
scben in het openbaar, maar vooral door hun
werken in het particuliere, begint de Christen-
Inlander te begrijpen, dat hij geld waard is.
Daardoor wordt niet alleen de tucht onder
mijnd, maar, wat erger is, het karakter van het
Christendom aangetast; het wordt iets laags,
iets verachtelijks; de grootste huichelarij doet
het meeste opgeld. De Roomschen hebben de
heerlijkheid weggenomen en een onbetrouwbaar
volk nog onbetrouwbaarder gemaakt.
Een voorbeeld. Een jongen, met name
Jacobus, roept de hulp van Br. Albers in om
een dienst te krijgen, liefst als huisjongen. Hij
kwam eenige dagen bij de familie Albers, om
de beginselen van het werk te leer en. De
jongen bleek nog al onvatbaar te zijn, maar
kreeg een goéden dienst by een heer, die bij
de familie Geissler inwoont. Voor het lichte
huiswerk, dat hij by dien heer te doen had,
ontving hij' f 10 's maands. Op zeker óogen-
blik vertelt die jongen niet langer te willen
blijven, zelfs niet tot de maand uit is; hij wil
weg en zal weg. Wat men ook zeide om hem
terug te houden, niets baatte: hij ging heen.
En wat vernam men nu een paar dagen later
De jongen had werk ia het klooster: daar
had men f 12 geboden".
Behalve in de gemeente van Kampoeng-
Sawah is er in die van Pasir Kaliki botsing
tusschen de ProteBtantsche en Roomsche zen
delingen. In de overige Maleische gemeenten
van Br. Albers schijnt het rustig te zijn.
Het dry ven van zendelingen in China doet
gevaar ontstaan door een ernstigen oorlogen
in Indië beeft het al heel wat geharrewar te
weeg gebracht.
Zou het niet beter zyn als men al die men
schen met rust liet en eerst begon met de
Christenen te bekeeren tot wat meer onderlinge
liefde en verdraagzaamheid
Er is onder hen nog genoeg te bearbeiden
Daarbij doen zij in Indië afbreuk aan een
au fond goede zaak. De Inlanders toch moeten,
door al dat geharrewar al een vry slecht idee
krijgen van de christeiyke leer.
ONVOLDOENDE
noemt Het Vadde verantwoording van den
heer Van Gyu over zyn stem by de Marine-
begrooting,
Wij voor ons zullen, zegt het blad, de leer
niet verkondigen, dat de heer Van Gijn, op
grond van hetgeen bij de verkiezingen ge
schied is, zedelijk verplicht zou zijn het kabi
net in alle opzichten te Bteunen.
Had de heer Van Gijn eenvoudig gezegd
als ik tegen een schip ben, dan stem ik tegen
dat Bcbip, dan zonden wij dat standpunt
eerbiedigen. Zelfs willen wij dan niet vragen
of hij met zijn vriend Goekoop niet zoo had kun
nen manoeuvrceren, dat er geen minister om
had behoeven te vallen. Politiek stuurmans
talent te hebben is ieders zaak niet, zelfs niet
al is men marinespecialiteit.
Niet dat de heer Van Gijn zijn overtuiging
volgde, kan hem tot grief worden gerekend.
Maar wel, dat hij het bewuste schip afstemde
op den onjuisten grond, dat met dit schip we
derom van koers werd veranderd. De heer
Van Gijn beroept zich op bet stelsel-Van der
Wijck, waaraan hij wilde vasthouden. Welnu,
als hy de Memorie van Toelichting bij de be
grooting van 1897 opslaat, dan kan hij zien,
dat de plannen van den heer Van der Wijck
voor 1898 omvatten een pantserschip IV, het
zelfde dat de heer Jansen op stapel wilde zet
ten. In de richting van het schema-Van der
Wijck werd dus voorloopig doorgewerkt.
In boeverre nu overigens de heer Jansen een
anderen koers uit wilde, dient nog wel eens
nader te worden toegelicht. Zeker in enkele
onderdeelen ten aanzien van de bestemming
van 't materieel bestond verschil, maar de vraag
is of het van dien aard was, dat men van den
heer Jansen schade voor 's lands weerbaarheid
en 's Rijks schatkist moest vreezen. De heer
Van Gijn meent dit, maar zal dit moeilijk waar
kunnen maken.
Doch hoe dit overigens zij, het plan-Van
der Wijck was door de Kamer, niet aanvaard
en om een mogelijke toekomstige afwijking
daarvan behoefde men waarlyk den heer Jansen
zijn vertrouwen niet op te zeggen.
En zoo de heer Van Gijn den heer Goekoop
als zijn admiraal erkent, wat deze wilde, is
niet het plan-Van der Wijck.
Volks-sanatoria voor dorstlijders.
In een uitvoerige circulaire, onderteekend
door dr J. J. Homoet en anderen, wordt het
denkbeeld ontvouwd, in Nederland volks-sana
toria voor borstlijders te stichten.
Dit comité heeft zich gewend tot het Wert-
heim-comité te Amsterdam om dit in overweging
te geven voor de stichting, die het tot aandenken
aan den grooten philanthroop in het leven wil
roepen, de keus te vestigen op bovenbedoeld
plan en aan bet eerste sanatorium den naam
van A. C. Wertheim te verbinden.
BEMOEMIXOEUr ENZ.
Bij kon. besluit:
is aan B. J. Beek, gewezen directeur der
Rijkswerkinrichting voor vrouwen te Leiden,
een pensioen verleend van f 1079 'sjaars;
is aan den tweede-luit. bij het korps mari
niers J. A. Barrau vergunning verleend tot het
waarnemen van eene betrekking buiten het
zeewezen voor deü tijd van éen jaar, onder
stilstand van traktement en zonder opklimming
in de ranglijst;
is benoemd tot eersten klerk bij de Topogra-
phische inrichting de tweede klerk bij die
inrichting B. C. van Raamd
zijn benoemd tot klerk bij het Kon. Ned.
Meteorologisch instituut voor den tijd van éen
jaar C. van Dorssen en tot tydelyken klerk
J. M. Breedveld.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Naar men ons meldt, heeft zich te M i d-
d e 1 b u r g bereid verklaard het correspon
dentschap der Onderlinge Vrouwenbescherming
waarover in ons nommer van Vrijdag 31 Dec.
geschreven is door mevrouw J. M. H. vau
LoonVan den Berge, te Rotterdam, op zich
te nemen mevrouw BrevetBerdenis van Ber-
lekom, Singelstraat, by wie alle mogelijke in
lichtingen benevens brochures der vereeniging
te verkrijgen zijn.
De heer J. Broeder, surnumerair bij de
directe belastingen enz, is geplaatst bij de di
rectie van dien tak van dienst alhier.
De Oudejaarsavond en Nieuwjaarsdag
zijn alhier vrij kalm verloopen. Er was
beide dagen en vooral den laatsten na
tuurlijk heel wat volk op de been, er waren
er wel die wat diep in 't glas hadden gekeken
en van vechtlust blyk gaven, maar ernstige
ongeregeldheden kwamen niet voor.
Een oogenblik had Zaterdag voor een win
keltje op de Bierkaai nog een volksoploopje
plaats, naar aanleiding van een minder gepaste
handeling van een ondergeschikt militair ten
opzichte van een meerdere. De delinquent had,
meende men, een schuilplaats gezocht en ge
vonden in een winkelhuis aldaar, waar hy ech
ter by onderzoek niet werd gevonden,