LAATSTE BERICHTEN.
fabriek, door het uitschieten van een zuiger
stang, tegen een blok ijzer gevallen. Hij bleef
op de plaats dood. De man laat een weduwe
en drie kinderen achter. Op de rijks marine
werf te Amsterdam is bij het kantelen van een
zware ijzeren plaat een werkman daaronder ge
vallen. Zwaar verwond is de 50-jarige man
naar het gasthuis vervoerd.
Te Leiden zijn Maandag twee kinderen
van 8 en 11 jaar, die zich op het ijs waagden,
door de zwakke korst gezakt en verdronken.
De poging tot inbraak te Hillegom is niet
gepleegd door drie onbekende personen, zooals
de nachtwacht verklaarde, maar door dezen
zelf. Hij deed dit in de hoop op goede nieuw
jaarsfooien en plaatsing bij de politie. Die hoop
is natuurlijk geheel verijdeld.
Te Veenendaal is een negenjarig knaapje
onder een van een wagen vallende baal katoen
geraakt. Het kind werd zwaar gekwetst en
naar het ziekenhuis te Utrecht overgebracht.
Te Deventer wilde een metselaar zich
overtuigen of een beerput in een woning al
of niet gevuld was en stak daartoe een bran
dende lantaarn in den put. Een hevige ont
ploffing volgde en de metselaar bekwam zulke
hevige brandwonden, dat hij in een ziekenhuis
moest opgenomen worden.
Te Hattiun is een stoomoliemolen met
kantoor een prooi der vlammen geworden.
Dezer dagen stierf plotseling een koe van
een landbouwer te Groeningen (N.-B.) De
veearts constateerde na operatie miltvuur.
Een paar honden, die van het bloed van de
koe gedronken hadden, stierven bijna onmid
dellijk. Van een vrouw met een wondje aan
de hand, waarmee zij met het vleesch der koe
in aanraking was geweest, zwol die hand op.
De vrouw verkeert in levensgevaar.
Te Dinther (N. B.) is het hotel De
Gouden Appel door brand totaal vernield
van den inboedel is niets gered kunnen worden.
Te Franeker heeft een hevige brand een
bakkerij in de asch gelegd.
RIJKSPOSTSPAARBANK.
Gelijk men weet, is voor bovengenoemde in
stelling de eerste maand des jaars altijd eene
exceptioneel gunstige geweest.
Vermoedelijk was dit verschijnsel het gevolg
van de omstandigheid, dat gedurende die maand
aan een deel der burgerij (en juist aan dat deel,
ten behoeve waarvan ae Rijkspostspaarbank
hoofdzakelijk door den wetgever in het leven
werd geroepen) buitengewone voordeelen toe
vloeien.
In verband hiermede kan nog eens in her
innering gebracht worden, dat de totaal inleg
over de maand Januari beliepin 1882
ƒ195.552.05*;1883^283.446.01';1884: ƒ384,594.54;
1885: f 452.968.22; 1886: f 588.023.44s1887:
f755.849.74*;1888:/880.347.97;1889:/1.123.107.75;
1890: 1.211.206.48; 1891: ƒ1.282.485.19; 1892:
f 1.465.447.11'; 1893: f 1.688.104.73®; 1894:
f 1.982.814.72®1895f 2.210.704.26'1896
f 2.778.905.18®en in 1897 f 3.394.619.14'.
Ten einde den zoo gunstigen toestand op
dit punt ook in de toekomst zooveel mogelijk
te handhaven, wordt thans nog eens ter alge-
meene kennis gebracht, dat aan alle postkantoren
[hoofd- en bijkantoren], in den lande, benevens
aan alle, voor den dienst der rijkspostspaar
bank opengestelde, hulpkantoren der posterijen
kosteloos verkrijgbaar zijnexemplaren van een
eenvoudig populair gesteld geschriftje, getiteld:
Belangrijkste voorschriften, betrekkelijk den
dienst- der Rijkspostspaarbank.
Aan hen, die van dit geschrift grootere hoe
veelheden mochten wenschen te bekomen, dan
aan het postkantoor, in of nabij hunne woon
plaats, verkrijgbaar zijn, zal de directeur der
Rijkspostspaarbank die volgaarne direct uit
Amsterdam laten geworden, wanneer het ver
zoek daartoe door belanghebbenden tot hem
wordt gericht.
Alle postzendingenvan en aan dien direc
teur, zijn vrij van port.
Het plan om de hoven- en de beneden
stad van Brussel te verbinden door een lucht
brug, welke aan de eene zijde door lifts te
bereiken zou zijn, is bij de Belgische kamer
ingekomen.
De ontdekking van een tweede bende
valsche munters te Brussel was het gevolg van
de aanhouding te Maastricht van twee Belgen
Meines en Yereecken, en van de onderzoekingen,
door een Maastrichtsch inspecteur van politie
Bentz van den Berg in samenwerking met de
Brussei8che politie ingesteld. De werkplaats
was te Brusselde uitgifte van het geld had
te Maastricht plaats.
De andere valsche munter Gayraud, die bij
zijn arrestatie een rechercheur zoo zwaar
verwondde, blijkt een anarchist te zijn.
Het schijnt zeker, dat de spoorwegramp
in Frankrijk het gevolg was van een ernstig
verzuim. Het sein voor het gedeelte weg,
waar de eerste trein stilstond, wees op veilig,
iets dat niet had mogen plaats hebben vóór de
trein het blok verlaten had. Enkele biaden
beweren dat de schuldige, om het zich gemak
kelijk te maken, een valschen sleutel van het
contröletoestel van het sein had doen ver
vaardigen.
De Parijsche politie heeft Maandag 32
personen gevangen genomen, die bekend ston
den als „de bende van Neuilly" en die, voor
zoover men weet, wel 50 aanrandingen op haar
kerfstok moet hebben.
- Het aantal ongelukken, waarbij menschen-
levens te betreuren zijn, is de laatste dagen
bijzonder groot.
In Caumont bij Caën wilde de drogist Rodiguet
Uit zijn kelder petroleum halen. Door eene
nog niet bekende oorzaak had een hevige ont
ploffing plaats en onmiddellijk stonden kelder
en winkel in brand. Rodiguet kon zwaar ge
kwetst nog ontkomen. Toen op zijn hulpge
roep tal van personen toesnelden, had weder
een ontploffing plaats, waardoor 4 personen ge
dood en 14 zwaar gewond werden.
De verlaten vrouw van Folchi, den schil
der die met een dochter van Don Carlos op
den loop ging, heeft een eisch tot echtscheiding
ingediend.
Gedurende de drie Kerstdagen hadden er,
volgens een staatje in de Westminster Ggzette,
te Londen 7 branden met noodlottige» afloop
plaats, waarbij in het geheel 16 menschen het
leven verloren.
Te King Lynn (Norfolk) heeft een grootc
brand 13 pakhuizen vernield, waardoor een
schade van 700000 p. st- werd veroorzaakt.
Met de Duitsche spoorwegen blijft het
den ouden gang gaan. De Frankfurter Zeitung
had Maandag avond onder elkander drie nieuwe
ongelukken te vermelden een botsing bij Aken
(drie gekwetsten, veel materieele schade), een
ontsporing bij Neustadt en een botsing bij
Roppard aan den Rijn (veel materieele schade).
Er werd om een noodtrein geseind, maar deze
kwam in botsing met een goederentrein, welke
niet ver van de plaats des onheils stil stond.
Een Dnitsch medisch blad deelt mede dat
de hoogleeraar Gerold te Ilalle een middel
heeft uitgevonden om de schadelijke werking
van de nicotine weg te nemen. Men doope
daartoe de tabaksbladen vooraf in een aftreksel,
waarvan het hoofdbestanddeel is wilde mar-
j oliën, een bewerking, welke de tabak noch
van haar smaak, noch van haar geur berooft,
De „witte dame", de ongeluksbode van
het huis Habsburg, die steeds in het keizerlijk
paleis werd waargenomen als een ramp aan
staande was, is dezer dagen door een schild
wacht in het paleis te Schönbrunn gezien. De
man maakte alarm, maar de geheimzinnige
verschijning was verdwenen.
't Geval verdient vermelding, omdat dergelijke
dwaasheden in den regel eerst worden mede
gedeeld als een ramp gebeurd is.
Prins Montenuovo is op zeer eervolle
wijze ontslagen als grootmeester van het paleis
van aartshertog Otto van Oostenrijk. Deze prins
is de kleinzoon van generaal Neipperg en van
Maria Louise, de weduwe van Napoleon I, die-
na den dood van laatstgenoemde door een
huwelijk een einde maakten aan hun ongere
gelde verhouding.
Omtrent de van Lombok afkomstige
preciosa kan nog worden medegedeeld, datzij,
naar het oordeel van deskundigen, bijna zon
der onderscheid een vrij hooge kunstwaarde
hebben. Vervreemding daarvan ligt dan ook
geenszins in het voornemen der regeering. Zoo
als men weet, zullen worden verkocht die voor
werpen, welke, zooals de ongemonteerde steenen,
geen kunstwaarde hebben. Dan zal tevens wor
den verkocht de Bandjermassinsche diamant,
die op een aanzienlijke waarde is geschat en
die sedert vele jaren in bewaring is bij de
Nederlandsche bank.
Zooals gewoonlijk na den dood van een
man van beteekenis, geeft ook het overigden
van Daudet aanleiding om een aantal in omloop
zijnde anecdoten weer eens op te warmen, ol
andere, nog onbekende aan het licht te brengen.
Zoo zijn al dikwijls verhalen gedaan over
de boosheid van de bewoners van Tarascon,
over het bespottelijk licht, waarin Daudet deze
stad had gesteld, toen hij zijn Tartarin schreef.
Men zegt zelfs, dat hij niet erg op zijn gemak
was toen hij voor de eerste maal weder in de
door hem beroemd geworden stad kwam. Maai
voor zijne angst bestond geen grond. „Mijn
heer Daudet, ik heb veel aan u te danken" was
het eerste woord van den hotelhouder. Hoe
zoo „Sedert uw roman komen een massa
Engelschen bij mij en vragen me, of Tartarin
niet te zien is. Dan zeg ik hen dat hij op de
jacht is, maar over een dag of acht wel terug
zal komen. Zij blijven dan natuurlijk zoolang
bij mij, en ik maak uitstekende zaken."
Geneeskundige Raad voor Zeeland en
westelijk Noord-Brabant.
Vergadering van heden, Woensdag, middag
te 1 uur.
Voorzitter de heer dr A. van der Loeff, in
specteur van het geneeskundig staatstoezicht.
Tegenwoordig 12 leden.
De notulen van het verhandelde in de vorige
vergadering, gehouden den 4 Juni, worden ge
lezen en goedgekeurd.
De voorzitter wijst er vervolgens op, dat de
raad in het afgeloopen jaar door den dood als
lid heeft verloren den heer dr J. van der Beke
Callenfels te Vlissingen en door eervol ont
slag de heeren dr van Mierlo en mr Alpherts.
Aan al deze heeren brengt de voorzitter hnlde
voor hetgeen zij in het belang der volksge
zondheid hebben gedaan.
Daarna doet de voorzitter mededeeling van
eenige ingekomen stukken. Hieronder behoort
een overzicht, door den secretaris bewerkt, van
het voorkomen van kanker in westelijk Noord
brabant en Zeeland, loopende over de laatste
3 a 4 maanden, waaruit blijkt dat zich per
maand in heide provinciën een 40 gevallen
voordoen. Op uitnoodiging van den voorzitter
zal de secretaris de bewerking dier statistiek
voortzetten.
Naar aanleiding van de bespreking, in do
vorige vergadering gevoerd over de veront
reiniging van den spuiboezem nabij Veere voor
de verzameling van vuil van Middelburg,
is van het bestuur der laatstgenoemde ge
meente bericht ontvangen, dat, naar zijn oor
deel, de door den geneeskundigen raad .aan
gegeven verbetering geen doel zou treffen en
het dus niet bereid is het advies op te volgen.
De voorzitter deelt mede dat nit de door
hem ingeziene rapporten valt af te leiden dat
de toestand in den laatsten tijd door herhaalde
spuiing zou verbeterd zijn.
Hij heeft het voornemen later over die zaak
met den gemeente-bouwmeester van Middel
burg, die de rapporten heeft opgemaakt, te
confereeren en nog eens een onderzoek in loco
in te stellen.
In verband met de mededeeling dat Gedepu
teerde Staten in zake het verzoek van den
raad der gemeente Oostbnrg conform het
advies van den geneeskundigen raad hebben
beslist, deelt de heer dr. Bolle mede dat het
hem spijt dat,hij de vorige maal de bespreking
dezer zaak piet heeft bijgewoond, wijl hij van
oordeel is dat de geneeskundige raad toen niet
voldoende op de hoogte was van de zaak.
Hij stelt den toestand te Oostburg in het
breede in het licht, om aan te toonen dat de
kleine man in die streek niet in staat is de
kosten van dokter en apotheker, ieder afzon
derlijk, te betalen en hij verplicht is bijstand
en medicijnen uit óen hand te ontvangen.
De dokter, die thans te Ooatburg is geves
tigd, verdient een loon beneden zijn behoefte.
Men heeft zich gehouden aan de letter
van de wet en te veel rekening gehouden met
de broodwinning van den apotheker Plankeel.
Spreker heeft, nadat het besluit van den
geneeskundigen raad gevallen was, een onder
houd gehad met een lid van Gedeputeerde
Staten, volgens wiens verklaring dit college hot
advies van den raad diende te volgen.
Spreker wenscht daarom in overweging te
geVen terug te komen op het besluit der vorige
vergadering, een nieuw onderzoek in te stellen
en, als gevolg van dat onderzoek, een nader
rapport in te dienen.
De voorzitter zegt dat hij heel goed op de
hoogte van den toestand is en hij geheel en
al verschilt van gevoelen met dr Bolle.
Hg stelt ten slotte voor het voorstel van
den heer Bolle in stemming te brengen.
De heer Bruinsma stelt alvorens in het licht
dat Ged. Staten niet altijd het advies van de
geneeskundige raden volgenherhaaldelijk is
het tegendeel gebleken. Het gaat dus z. i. niet
aan dat Ged. Staten de verantwoordelijkheid
op den geneeskundigen raad werpen.
Deze spreker wijst er verder op dat in andere
streken lieden van dezelfde draagkracht als
door den heer Bolle worden bedoeld, wel in
staat blijken den bij stand van den medicus en
den pharmaceut afzonderlijk te betalen.
De heer Bolle wijst den heer Bruinsma op
zijn vroegere geschriften, waaruit hij afleidt
dat deze voorheen over de zaak, die 't hier
geldt, anders dacht dan tegenwoordig.
Spreker beweert dat er geen enkele platte
landsgemeente in Zeeland is die er een afzon
derlijken apotheker op na houdt, omdat de
landbouwers niet scheiden willen de medische
hulp en de levering van geneesmiddelen.
Hierop wordt het voorstel van den heer
Bolle om een commissie te benoemen teneinde
een nieuw onderzoek in te stellen naar den
toestand te Oostburg, in omvraag gebracht en
verworpen met algemeene stemmen op twee
na, die van de heeren Bolle en J. J. Berdenis
van Berlekom.
Vervolgens wordt aan den heer Wasch tb
Oosterland, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend als correspondent van den raad.
Daarna is aan de orde de mondelinge mede
deeling van den voorzitter omtrent de hande
lingen van het geneeskundig staatstoezicht.
Daaruit teekenen wij aan dat in Zeeland
voorkwamen: roodvonk in 8 gemeenten met
17 ziektegevallen en geen sterfgevallen; maze
len in 42 gemeenten met 1054 gevallen,
waarvan 15 met doodelijken afloop; typhus
in 25 gemeenten met 42 gevallen en 18 dooden
diphtheritis in21 gemeenten met 148 ziekte
gevallen, waarvan 27 met doodelijk gevolg (in
Ilontenisse is echte diphtheritis geconstateerd.)
In Westelijk Noord-Brabant kwam rood
vonk voor in 9 gemeenten met 45 gevallen en
1 doodemazelen in 26 gemeenten met
125 gevallen en 9 overlijdenstyphus in 26
gemeenten met 63 gevallen en 19 sterfgevallen
en diphtheritis in 16 gemeenten met 139
gevallen en 23 dooden.
In die provincie kwamen een paar gevallen
van febris puerperalis en pokken
voor.
In verband met de mededeelingen omtrent
diphtheritis wijst de heer J. J. Berdenis
van Berlekom op den duren prijs van het heil-
serum, waardoor de aanschaffing voor een niet
te welvarend gezin hoogst bezwaarlijk wordt,
vooral wanneer meer dan een kind aan de
ziekte lijdt.
Naar het spreker voorkomt, zou het op den weg
van den geneeskundigen raad liggen om daarin
verandering te brengen, 't zij dat de Staat zich
de vervaardiging ervan aantrok of een grooter
subsidie van rijkswege werd beschikbaar gesteld.
De voorzitter deelt mede dat het advies van
het Geneeskundig Staatstoezicht is gevraagd
omtrent het subsidie. Dat is gegeven in den
zin als nu bepaald is. Een rijks inrichting te
vestigen voor den aanmaak van serum is
vooreerst nog niet wenschelijk; terwijl, wat
de duurte betreft, de tegenwoordige vérvaar-
diger het serum zoo billijk mogelijk verkrijg
baar stelt.
Afgescheiden daarvan acht de voorzitter een
prijs vau 1.75 niet te veel.
De heer Van Berlekom gelooft gaarne dat
de prijs, waarvoor het serum wordt afgeleverd,
de kostende is, maar hij zou wenschen dat het
tot geringeren prijs kon verkregen worden.
De heer dr Bolle vraagt of de wet op de
besmettelijke ziekten hier geen hulp kan bieden.
Kan de burgemeester niet, evenals dat geschiedt
met lijken van aan besmettelijke ziekten over
ledenen, de noodige middelen verschaffen om
uitbreiding van de ziekte te voorkomen
De heer Bruinsma wijst er op dat, waar de
regeering nu reeds subsidieert, het eenvoudig
is een kwestie van iets meer te geven. Er is
een breede schare van menschen, die de kosten
van het heilserum niet dragen kan zou daarop
niet kunnen toegepast worden het middel, dat
bij hondsdolheid wordt aangegeven, nl. subsi-
dieering op uitgebreider schaal
De voorzitter herinnert eraan dat het sub
sidie nog slechts sedert korten tijd is verleend
en acht het wel wat voorbarig nu reeds meer
te vragen. Hij vraagt of het geen overweging
verdienen zou, dat vanwege de gemeenten eenige
fleschjes serum werden aangeschaft, waarvan
de medici desnoodig gebruik kunnen maken.
De heer J. J. Berdenis van Berlekom stelt
een motie voor, waarbij de raad als zijn gevoe
len uitspréekt, dat de prijs van het serum voor
een breede klasse van menschen nog te hoog
is en de wenschelijkheid uitspreekt om dit,
ten einde de toepassing ervan meer algemeen
te maken, veor minderen prijs beschikbaar te
stellen.
Met deze motie vereenigt de raad zich met
algemeene stemmen.
Alsuu komt ter tafel het rapport der com
missie in zake afvalwater van suiker
fabrieken te Zevenbergen.
De commissie, benoemd in de vergadering
van 4 Juni, bestond uit de heeren H. Beker,
J. C. van der Harst J.Jz. en A. J. Wijnne.
Zij heeft zich den 4 November naar Zeven
bergen begeven en daar, onder geleide van den
inspecteur, verschillende monsters afvalwater
van suikerfabrieken verzameld.
Uit het ingesteld scheikundig onderzoek meent
de commissie de volgende conclusie te kunnen
trekken.
lo. dat de absolute hoeveelheden der in de
verschillende afvalwateren aanwezige stoffen
gering kunnen worden genoemd immers niet
belangrijk afwijken van die in onze, bodem- en
oppervlaktewateren aanwezig, hetgeen dus wijst
op een voldoend klaringsproces.
2o. dat de wateren wel stoften bevatten,
die door ontleding aanleiding kunnen geven
tot het zwart worden van het havenwater,
evenwel ook deze stoften in geringe hoe
veelheden voorhanden zijn en dat, ofschoon
de quantiteiten water, dagelijks door de
fabrieken geloosd, zeer aanzienlijk zijn en het
totaal der in de haven komen bedoelde stoften,
dus toch nog een groot bedrag zal vormen,
niet mag worden voorbijgezien, dat andere
bronnen van verontreiniging van het haven
water (menschelijke afval door riolen en scheep
vaart) aanwezig zijn, die in nog ruimere mate
aanleiding kunnen geven tot de vorming van
zwavelwaterstof en daardoor van zwavelijzer.
Ten slotte wijst de commissie erop, dat de
zwarte kleur, eenige dagen voor het bezoek der
commissie in de haven waargenomen, in ver
band kan worden gebracht met het feit dat de
wekelijksche spuiïng een keer was nagelaten
zoodat zij dus met grond meent te mogen
vermoeden, dat eene geregelde, meermalige
verversching van het havenwater alle reden
tot klachten zal wegnemen.
Na velerlei besprekingen, waarop wij in ons
volgend nommer nader terugkomen, wordt, op
voorstel van den voorzitter, en met goedkeu
ring der commissie, goedgevonden de conclusies
weg te latenón wordt voor eeu nader onder
zoek van het water de commissie diligent ver
klaard.
De behandeling van de zaken der bibliotheek
wordt, met het oog op de andere werkzaamhe
den, aangehouden tot de voorjaarsvergadering.
Hierna komt ter tafel een brief van de
commissie voor maatschappelijke pharinaceuti-
sche belangen uit den geneeskundigen raad
voor Zuid-Holland, waarin, naar aanleiding van
een in dien geneeskundigen raad aangenomen
motie, gewezen wordt op de tot heden gevolgde
en naar de meening der commissie verkeerde
uitlegging der wet, regelende de uitoefening
der artsenij-bereidkunst.
De bedoelde motie luidde„De geneeskundige
raad voor Zuid-Holland, van meening, dat het
met zijn mandaat onvereenigbaar is de onbe
voegde uitoefening van genees- en artsenij-
bereidkunst zonder protest te laten voortwoe
keren en bereid de middelen te beramen om
daaraan een eind te maken, besluit van dit
oordeel aan de andere geneeskundige raden
kennis te geven en deze uit te noodigen dit
onderwerp tegen de aanstaande winter-verga-
dering in behandeling te nemen."
Na een uitvoerige toelichting wordt verzocht,
om met het oog op den pernicieusen toestand,
waarin de pharmacie, ook tengevolge van de
verkeerde wetsuitlegging, verkeert, de noodige
stappen te doen om rechtspraak in deze kwes
tie te verkrijgen.
De commissie meent dat de volgende bepa
lingen in de wet dienen te worden opgenomen.
lo. De apotheker mag geen vennootschap
tot het gezamentlijk drijven eener apotheek
aangaan met onbevoegden.
2o. De apotheker moet wonen in het huis,
waarin hij zijn bedrijf uitoefent.
Bij de toelichting zijn gevoegd de adviezen
van mr K. M. G. de Meijier en mr W. Thor-
becke.
Beide zijn in het voordeel van de door de
commissie aangegeven aanvulling der wet.
Na discussie, waarop wij ook nader terug
komen, wordt besloten den geneeskundigen
raad van Zuid-Holland in overweging te geven
in deze zaak eene rechterlijke beslissing nit
te lokken.
Gemeenteraad van Vlissingen.
Zitting van heden, Woensdag, middag
te 2 uren.
Voorzitter de heer jhr mr A. A. van Doorn
van Koudekerke, burgemeester.
Afwezig de heer Gewin met kennisgeving.
De notulen van het verhandelde in de vorige
zitting worden gelezen en goedgekeurd.
Hierna worden eenige mededeelingen gedaan.
Vervolgens wordt aan mej. M. C. Balk, op
haar verzoek, eervol ontslag verleend als tijde
lijke kweeltelinge bij het onderwijs in de nut
tige handwerken aan school D, terwijl burg.
en weth. gemachtigd worden de oproeping van
sollicitanten uit te stellen totdat de thans
aanhangige kwestie omtrent de kweekelingen
beslist is.
Verder wordt, op zijn verzoek, eervol en on
der dankbetuiging ontslagen als regent van het
burgerweeshuis de heer P. J. Siegers.
En eindelijk wordt aan den heer G. Hal-
bertsma, tengevolge zijner benoeming tot chef
administrateur der waterleiding te Almelo, op
zijn verzoek, met ingang van 1 Febr., eervol
ontslag verleend als gemeentebouwmeester, ter
wijl burg. en weth. worden gemachtigd voor
die betrekking sollicitanten op te roepen op
dezelfde voorwaarden als tot nu toe golden.
Achtereenvolgens worden benoemd: tot re
genten van het burgerweerhuis, ten eerste, in
de plaats vau den heer P. J. Siegers, aan wien
op zijn verzoek tegen 1 Januari eervol ontslag
is verleend, de heer P. 1. Mortier, met wien
de heer C. N. J. de Vey Mestdagh was aanbe
volen, en in plaats van den heer T. J. Blonk,
die aan de beurt van aftreding was deze zelf,
terwijl met hem op de aanbeveling stond de
heer C. Wattezals regent van het gasthuis
de heer T. J. Blonk, aan de beurt van aftre
ding, met wien de heer C. Wattez was aanbe
volen; als lid van het burgerlijk armbestuur,
in de plaats van den heer J. A. de Wolff, die
zich niet meer herkiesbaar stelt, de heer H. F.
Rekkers, met wien de heer J. van de Sande
was aanbevolen.
De heer Loois brengt hulde aan den heer
J. A. de Wolf, die gedurende vijftig jaren zijne
betrekking heeft vervuld. De leden betuigen
hiermede hunne instemming.
De benoeming van een lid der commissie van
beheer en toezicht op het fonds der Zee mans-
en Visschcrshears wordt aangehouden.
Herbenoemd worden als leden der gezond
heidscommissie de heeren A. J. van Ockenburg
en C. A. Duijvis, beiden aan de beurt van
aftreding.
Nog worden herbenoemd als leden der com
missie van toezicht op het lager onderwijs de
als zoodanig aan de beurt van aftreding zjjude
heeren kolonel J. C. de Ruyter de Wildt, C.
L. Voorhoeve en H. Brenkink.
Met de benoemden waren aanbevolen de
heeren mr G. J. Bisschop, Chr. Hunningher eu
A. Reijnvaan.
Alsnu komen aan de orde de voorstellen van
burg. en weth.
Goedgevonden wordt aan M. J. Ketting, q.q.
het bestuur der winkelvereeniging Eigen Hulp,
onder de hand te verkoopen een stuk gemeen
tegrond aan de Glacisstraat, ten einde daarop
eene broodbakkerij en woning te kunnen bouwen
en wel voor 720 -j- f 72 voor trottoir.
Van P. Tavenier, den tegenwoordigen aan
nemer van het straatwerk, is een verzoek in
gekomen hem dat straatwerk weder voor drie
jaren onder de hand te gunnen. Burg. en weth.
zoowel als de gemeente-bouwmeester zijn zeer
tevreden over het werk, terwijl de prijs van
f 0.12 hun niet te hoog voorkomt. Zij stellen
voor het verzoek in te willigen.
De commissie van fabricage en finantiën heb
ben daartegen geen bezwaar, evenmin als dit
bij den raad het geval blijkt te zijn.
Van de wed. J. de VroomReyne is een
verzoek ingekomen tot het uithangen van een
reclamebord aan perceel wijk N. no 58 aan het
Betje Wolfsplein. Bnrg. en weth. adviseeren
dit verzoek toetestaan, met welk advies de
raad zich vereenigt.
W. Stroo, huurder van een woning met tuin
aan den Zandweg nabij het badhuis, verzoekt
van die huur ontslagen te worden.
Daar de gemeente zeker een nieuwen huurder
voor dit perceel zal kunnen vinden en zich
daarvoor reeds liefhebbers hebben aangemeld,
,8tellen burg. en weth. voor dit verzoek in te
willigen.
De raad keurt dit goed en machtigt burg,
en weth. het bedoelde perceel publiek te
verhuren.
Aan het bestuur van den MiddelburgVlis-
Bingschenrijweg wordt, op zijn verzoek, mach
tiging verleend tot het doen rooien en verkoopen
van een 60tal hoornen, staande aan dien weg.
Van C. J. Geijsen c. s., broodbakkers te
Vlissingen, is een verzoek ingekomen om terug
gaaf van betaalde belasting voor den op 1
Januari e. k. aanwezigen voorraad meel enz.
Daar de billijkheid van dit verzoek zeer
zeker in het oog springt en ook in 1884 bij
de vermindering der belasting restitutie ver
leend is, hebben burg. en weth. gemeend den
raad te moeten voorstellen ook nu weder die
teruggaaf te doen plaats hebben.
In overleg met den controleur der plaatse
lijke belastingen zijn door burg. en weth.
maatregelen genomen om bedrog te voorkomen.
Conform dit voorstel wordt Desloten,
Hierna gaat de zitting over tin eene met
gesloten deuren.
Na heropening wordt door den heer mr Bak
ker gevraagd of er iets vernomen is omtrent
de concessie, die is verleend voor het bouwen
van villa's aan de badplaats, welke concessie
31 Dec. a. afloopt.
De burgemeester antwoordt op die vraag
ontkennend.
Nadat de voorzitter den leden een goed einde
van dit jaar heeft gewenscht, wordt de zitting
gesloten.
's-Cravenhage. Bij de heden alhier ge
houden aanbesteding van het onderhoud en
het herstel der landsgebouwen te 's-Gravenhage
gedurende 1898 werd het minst ingeschreven
door de firma J. M. van Ditmars en zoon te
Middelburg voor f 49.895.
Benoemd tot generaal-majoor, kommandant
der derde divisie kolonel W. G. F. Snijders.
Eerste kamer. Bij het heden vooitge-
zette debat over de Indische begrooting ver
klaarde de heer Schimmelpenninck van der
Oije den tinancieelen toestand van Indië zorg
wekkend te achten en in Atjeh krachtig te
willen optreden. Hij drong aan op samen
smelting van de officierscorpsen in Nederland en
in Indië.
De heer Muller beval aan den verkoop van
gouvernements-koffie te Batavia te stakende
heer Rengers bestreed de vestiging van een
rechtstroeksch bestuur op Nieuw-Guineade
heer Fransen van de Putte wees op de groote
uitgaven, die in de toekomst te wachten zijn,
en drong aan op uitstel der vestiging op Nieuw-
Guinea als niet urgent, en niet voldoende toe
gelicht.
Verder bestreed hij het bijslagstelsel e»