FEUILLETON. Verschillende Berichten. OUDE VRIJSTERS. KERKNIEUWS. Volgens het jaarboekje voor 1898 der gereformeerde kerken in ons land be draagt het aantal predikanten bij die kerken 490; eenige zijn emeriti-predikanten. Het aan tal geref. gemeenten bedraagt 625; vacante gemeenten 210. Aan de vrye universiteit te Amsterdam waren met den cursus 1897/98 ingeschreven 117 stu denten, nl. voor de faculteit der godgeleerd heid 87, rechtsgeleerdheid 16 en letteren 14. Aan de theol. school te Kampen waren inge schreven 63 studenten, terwijl het gymnasium, aan die school verbonden, met den cursus 1897/98 geopend werd met 70 leerlingon. Wekelijksche opgaaf betreffende de Ncd. Hem. kerk. Beroepen naarEngelum c. a. A. H. Scholte, cand.; Muiden en Nieawerkerk aan den iJsel (toéz.) F. W. C. L. Schulte te Cothen (Utr.); Standdaardbuiten J. Jansen te Gasselte; Mid- delle P. R. A. van Meurs Az., cand.; Streef kerk E. J. W. Posthumus Meijjes te Hein»n- oord; Herkingen G. A. Slagmolen, cand.; Blok zijl E. G. J. Bal te NijeveenSuemeer J. Oosterhuis te Suawoude c. a.; Weiwerd K. E. van Griethuysen te Kethel; en naar Staphorst A. van der Sluis te Monster. Aangenomen naarOene (Geld.) door dr H. J. Bisperink te WaspikWognum (N.-H.) door J. Busch Keizer te DwingelooBrussel door G. A. v. d. Brugghen te BeetsterzwaagNie- kerk door J. J. Talens, cand.; en naar Getse- laar door D. van Lonkhuyzen, cand. Bedankt voorNieuw-Amsterdam door C. R. van Lely veld te GoesMoerdijk door J. de Visser te HerwijnenHarderwijk en Burum door J. Hoekstra te Heteren bij Benkum; Loon-op- Zand door J. A. van Boven te Oud-Beierland Krimpen aan de Lek door A. ten Haven te Polsbroek (Utrecht); Werkhoven (toez.) door L. J. van Rhijn te SoesterbergWoudsend door J. Vermeer Az. te Zwolle; Lellens door C. J. Mulder te LoppersumUitwijk door J. B. Morrees, caad.; en voor Hoogebeitum door A. H. Seholte, cand. Qereform. kerken. Bedankt voor: Berlikum door P. Warmen- hovea te Alblasserdam. In strengen eenvoud werd Donderdag op de begraafplaats Oud Eik-en-Duinen te 's Hage ter aarde besteld het lijk van mr C. W. E. Vaillant, oud-president van het gerechtshof te Amsterdam. Op de Ijsbanen en andere in ons land is met Kerstdagen natuurlijk druk schaatsen gereden. Onze koningin vermaakte zich met op de Ijsbaan rond het Huis ten Bosch. De Zuidorzee, vóór de haven van Edam, is dezer dagen by stil weder, vastgevroren; zoover het oog reikt is alles ys. Ook de Gouw zee is, zoover het oog reikt, geheel met ijs bedekt. Blijft de vorst nu aanhouden, dan zal het bepaald een prachtige baan van Monni kendam naar Marken worden. De scheep vaart van Kampen naar Zwolle, door Masten broek met zijkanalen naar Hasselt en Gene- mniden, is door de ingevallen vorst gestremd. De Koninklijke Nationale Zangschool te 's Gravenhago vierde Donderdagavond baar 40jarig bestaan. De beide koninginnen en prinses Elisabeth van Waldeck, woonden de feestviering by. Er werd een cantate uitge voerd, woorden van dr P. H. Ritter, muziek van den directeur der sehool B. van der Velde. De president, de heer Smiet, vertolkte de gevoelens der school en van hare leden, allen handwerkslieden, voor hare majesteit de Konin gin-regentes, beschermvrouw der school, voor de beminde Koningin en foor het vaderland. Op een daarvoor passend oogenblik tydens de uitvoering brachten de aanwezigen aan do Koninginnen hulde, waarvoor H.H. M.M. dank betuigden. De Koninginnen lieten zich het bestuur en dr Ritter voorstellen. Laatstge noemde werd het eerelidmaatschap der school aangeboden. De directeur ontving een lauwerkrans. Te Dordrecht is men druk bezig met het ontruimen van het krankzinnigengesticht. Met 1 Januari a. 8. zal nog slechts éen geneesheer, gedurende drie maanden, aan die inrichting verbonden blijven. De groote onkosten, die de gemeente voor deze inrichting zich moest getroosten, noopten haar die op te heffen. Biyken3 eene mededeeling van mr A. Kerdijk in het Sociaal Weekblad is ten behoeve van de door de directie der Haagsche brood- en meelfabriek ontslagen gezellen de band ge slagen aan het vestigen te 's-Gravenhage van eene nieuwe broodfabriek, op den grondslag van copartnership, in welke fabriek geen nacht arbeid zal worden verricht. Het jongste nommer van de Wereldkro niek bevat weder verschillende portretten, en wel van den oud-minister van marine J. C. Jansen, wyien den gep. kapt. ter zee G. H. van Steyn, wijlen prof. dr J. J. Doedese. a. m. Ook komt daarin voor een portret van den heer Erfman, als Zwerver en als dring oir e, de beide rollen, onlangs hier ter stede door hem vervuld. Een gezelschap van verscheidene boeren zoons uit Friesland en Groningen maakt zich gereed om in Februari naar de nieuwe kolonie „Nederland" in Z.-O. Texas te vertrekken. Het 15-jarige meisje dat op het laatst van October uit een tweede verdieping van een huis in de Van der Takstraat te Rotterdam op een achterplaats viel, is thans aan de ge volgen van dien val overleden. In de War- moestraat te Amsterdamss een zeer brutale dief stal gepleegd in een door een weduwe gehou den sigarenwinkel. Toen deze Vrijdagochtend opstond, bemerkte zij, dat een blikken trommel, inhoudende ongeveer 3000 gulden, welke zij in haar slaapkamer onder een canapé had ge plaatst, weg was. Bij onderzoek bleek, dat de ledige trommel in den winkel lag en de waarde verdwenen was, terwyi van de huisdeur, welke zij zelf gesloten had, nadat de laatste der drie inwonende heeren ten twee uur na middernacht was thuis gekomen, do knippen waren afge schoven. Vermoedelijk is de dief in huis ge- sloopen, terwijl de weduwe een boodschap deed en den winkel aan de zorgen van een loop jongen had toevertrouwd. De bestolene sliep nog wel met haar dochter op dezelfde kamer achter den winkel. Door de Arnhemsche politie zijn twee zeventienjarige jongens aangehouden, die zich, met behulp van valsche sleutels, tijdens de afwezigheid der bewoners, toegang tot een vijftal huizen wisten te verschaffen en daar diefstal pleegden. Het gestolene is in beslag genomen, en de daders zijn ter beschikking der justitie gesteld. Zaterdagmorgen is een felle brand uitge broken in eene stoomhoutskoolbrikettenfabriek e Alfen aan de Rijn. Dank zij het stille weer tn den gunstigen wind, die juist van de vele boerenwoningen in den omtrek af was, bleef de brand tot een gedeelte der fabriek beperkt. De spuit der fabriek scheen bevroren en moest met heete asch ontdooid worden. Alles was verzekerd. Te Enschedé heeft een felle brand de stoombroodbakkerij Ceres verwoest. De gebou wen brandden geheel uit. Het verbrandde is geassureerd. Omtrent den brand in de stoomwatten- fabriek van de firma Ten Bruggecate te Almelo wordt nader gemeld dat volgens gerucht de brand zou ontstaan zijn door onvoorzichtigheid van een der werklieden bij het aansteken dei- lampen. Het achterste gedeelte der fabriek brandde geheel uithet midden en voorste ge deelte leed zeer veel, ook door waterschade, doch is, wat het gebouw van buiten betreft, behouden gebleven. De fabriek was tegen brand schade verzekerd. Het daaraan grenzend gedeelte, thanB nog tot kapokfabriek ingericht, bleef ge heel behouden. Ook nu weer bleek bij het blus- 8chingswerk het groote nut der waterleiding. Te Meeuwen hadden een paar kleine jongens wat kruit zien te krijgen, deden het in een fleschje, staken er, om te weten of het ook zou ontploffen, een brandenden lucifer in. Het fleschje barstte natuuriyk uit elkaar en beide jongens werden deerlijk aan 't gelaat en aan de handen verwond. Te Kaamsdonk is uit de Spoorsloot het lijk opgehaald van een 79-jarige schoenmakers knecht, die te Waspik woonachtig was en sedert eenige dagen werd vermist. De maréchanssées te Zevenbergen hebben te Emmerik een troep Zigeuners, die met zes wagens onze grenzen wilden overtrekken, de komst in ons land belet. NOVELLE Uit het Framch, van EDOUARD ROD. III. „Het spijt mij wel dat de heeren niet boven gekomen zijn," zei Olympia; zij vond dit ver zuim niet zooals het behoorde en dacht dat haar vader, die zoo aan vormen hechtte, er door gekrenkt zou geweest zijn. Verder dacht zij dat er geen reden was om Trapon te ver onachtzamen, omdat hij alleen gekomen was. „Wat mag ik u aanbieden, mijnheer Tra pon, rooden of witten wijn? vroeg zij, naar de tafel gaande. „Witten wijn, juffrouw als ik zoo vrij mag zyn." „Een broodje? Een beschuit?" „Dank u, ik zal niets meer gebruiken." Met zijn glas in de hand tastte bij in het duister naar een stoel. Virginie kwam hem te hulp door de lamp op te steken en Trapon, die op den eereten besten stoel neergestreken was, begon zijn glas leeg to drinken. De zes dames vestigden haar betraande oogen op hem. Hy had eenige medelydende woorden willen spre ken, doch toen hy die niet vond, wachtte hy tot zy begonnen. - „Mijnheer Trapon", zei Olympia, nadat zij hem een tweede glas wyn had aangeboden, „wy weten waarlijk niet hoe wij u zullen dan ken voor alles wat gij voor ons gedaan hebt. Gy hebt ons vele beslommeringen ontnomen; gij hebt u veel moeite voor ons gegeven Wij zullen u altijd zeer dankbaar zijn". „O, ja altiji 1voegde Rachel er bij. Trapon mompelde verlegen„Och, mejuffrouw. Ik heb niets meer gedaan dan ik moest doen, niets meer. De heer Lebaillif was zoo goed voor mij. Als ik zijn dochters niet iets kon terug doen voor al wat hij voor mij gedaan heeft, zou ik zeer ongelukkig zijn ja, zeer ongelukkig." Het aandenken van den overledene, aldus op geroepen, deed tranen vloeien. „O, mejuffrouw, als mijn dierbare meester u zag, zou bij niet de eerste zijn om u tot kalmte en berusting aan te sporen Olympia onderdrukte het eerst haar tranen en zei„'t Is waar, onze arme vader wilde nooit dat wij toegaven aan onze droef heid Maar bedenk toch wat hij voor ons geweest is en hoe verlaten wij thans zijnl" „Gy hebt goede vrienden, dames, en uit stekende bloedverwanten. Iedereen zal de achting, die mijnheer Lebailliff inboezemde, op u overbrengen. Het zou u zeker goed gedaan hebben, indien gij zooeven by ons waart ge ureest. In lang heeft men te Neucbfitel niet Het artikel kerstboomen is dit jaar bij zonder duur. De groote aanvraag om groen voor de inhuldigingsfeesten doet de handelaars in kerstboomen deze op prijs houden. Daar komt je man aanLaten wy hem verrassen. Mijn vrouw en ik zullen ons achter dit gordyn verstoppen en dan moet je hem zeggen dat de gasten niet gekomen zyn. En dan komen wij eensklaps voor den dag, hè? De heer des huizes komt binnen. Mevrouw: Wel Henri, de gasten, die verwachtten, hebben ons teleurgesteld zijn niet gekomen. Mijnheer uit den grond zijns harten„God dank De heer Stoffel bulten „De Witte". Even weinig sueces als met zijn bakkersbe weging, had de heer Kerdijk met zijn candi- daat voor De Witte, den heer Stoffelzoo zegt de schrijver van brieven uit de residentie in de Zwolschc Ct. Toch dwalen zij, diemee- nen dat de val van den voorgestelde vooral aan den voorsteller te wijten is. Het ligt toch voor de hand dat een man, van wien bekend is dat hij den vryen eigendom van grond wil ondermijnen, en die gewoon is zich in minder vleiende termen over den officiersstand uit te laten, niet met open armen ontvangen zal wor den in een gezelschap waar het wemelt van grondbezitters en officieren Qu'allait-il faire, dam cette galère Toch heeft het feit, dat een lid der Tweede Kamer, door een kollega voorgesteld en door twee andere volksvertegenwoordigers gesteund, door een club, die het beate deel der Haagsche burgerij tot haar leden telt, om zuiver princi- pieele redenen zulk een klap in 't aangezicht is gegeven, groot ongenoegen gewekt, en het lijdt geen twijfel dat er onder de ruim 600 vóorstemmers velen zullen zyn, die zich gaarne by een of andere betooging zouden aansluiten mits die ernstig genoeg ware om een instel ling als „De Witte" te intimideeren. Men weet echter maar al te goed dat het uittreden van een 150-tal leden de sociteit van bij de 3000 leden sterk, en wier drempel steeds door hun kerende candidaten bestormd wordt, ongedeerd laat. Alleen een kollectief ontslag van alle ministers en alle leden der Eerste en Tweede Kamer, waarbij zich een 500-tal gewone leden aansloten, zou aan „De Witte" een moreelen en financieelen schok geven, die haar ten ver- derve zou kunnen zijn. Zulk eeu demonstratie is in dit geval echter niet te verwachten. Al leen de heer Kerdijk nam zijn ontslag. Het blijve aan den heer Stoffel om in de Kamer revanche te nemen, waarbij hy op den steun van minstens drie zijner ambtgenooten kan rekenen. Een aanslag te Amsterdam. Zaterdag, Eersten Kerstdag, des morgens te zes uren, werd in de hoofdstad een vrouw van lichte zeden plotseling met een mes in den rechterschouder gestoken door een man, die eene beruchte woning verliet, welke tevens tapperij en hotel -is, waarin den geheelen nacht sterke drank wordt geschonken. Na zijn daad verwyderde de man zich snel. De vrouw, die zich vóór de woning op straat bevond, en een, die daarin baar verblyf heeft en den dader had uitgelaten, riepen om hulp, waarop aanstonds verschillende personen uit het huis in quaestie naar buiten snelden. Zij hielden zich allereerst bezig met de gekwetste en trachtten het mes uit de wond te halen, doch dit was er met zulk een kracht ingedreven, dat alle pogingen ydel waren. Yan den dader was geen spoor te vinden noch bij de pogingen, door de omwonenden ingesteld, noch bij die der politie, die inmid dels geroepen was. De gewonde werd per brancard naar het Binnen-Gasthuis vervoerd, alwaar eerst na een langdurige operatie het mes uit de wond ver wijderd kon worden. Haar toestand is, hoewel de wond ernstig is, niet levensgevaarlijk en naar omstandigheden goed te noemen. Volgens de verhalen zou eigenlijk niet de nu getroffen vrouw, maar de andere door den dader bedoeld zijn. De vrouw, die met den man den nacht had doorgebracht, staat zelfs in die buurt niet te best bekend, en het schijnt, dat zij met haar nachtelijken gast bij het scheiden twist heeft gehad over geldzaken. De man zou toen naar haar gestoken hebben, doch in de duisternis de andere, die aan de deur Btond, hebben getroffen. zulk een mooie begrafenis gezien. De heele voorstad was er. En hoe heeft men over hem gesproken, hoe betreurde men hem! Er waren ook vele arme lieden, want de heer Lebaillif was zeer goed voor de amen." - „Ja, hij was lid van alle liefdadigheids genootschappen," zei Olympia. „Hij was geen voorstander van aalmoe zen," verklaarde mevrouw Lebaillif. „Hy vond dat de liefdadigheid geregeld moet zijn, net zoo ingericht als indertijd, toen de ryken hun tienden aan de armen afstonden. „Door al die goede hoedanigheden is zijn dood zoo'n verlies voor allen", hernam Trapon. - „Zeker", stamelde Rachel, „maar wij, wij hebben alles verloren." - „En ik was hem zooveel verplicht, dien goeden oom!" viel Virginie in. Daar niemand hierop inging, begon zij weer te denken aan die andere begrafenis, die zij eenige jaren geleden had bijgewoond. De over ledenehaar vader was slechts een ambachts man, wien het leven niet beloond had voor zijn werken. Achter den bescheiden lijkwagen, die hem wegvoerde door de sneeuw, liepen een paar arme vrienden, aangevoerd door dienzelf den mijnheer Lebaillif. En er was niemand om hem te beweenen dan een arm bleek meisje, dat te nauwernood durfde schreien. Op dit oogenblik zag zij, zonder te weten waarom, weer dit heele tooneel voor zich, met al de pynlijke bijzonderheden. Zy verdiepte er zich Het signalement wordt aldus gegeventame- ïyk lang, blonde knevel, 28 jaar oud. Als bijna zeker valt aan te nemen, dat dit geval van verwonding met de vroegere sen- satiemakende gevallen in geenerlei verband staat. Men zie Laatste berichten. De Soclalistenbond ontbonden?] Met Kerstmis zijn weêr eenige congressen gehouden, o. a. van den Socialistetibond. Het is ons niet mogelijk, met het oog op onze ruimte, van hetgeen daarop is verhandeld, uitvoerig melding te maken. Wij moeten ons daarom bepalen tot enkele mededeelingen, wanneer ons ietB belangrijks voorkomt en zullen, zoo noodig, dit successievelijk aanvullen. Op het congres van den Nederlandschen Behangers en Stoffeerdersbond werd meegedeeld dat te Middelburg een poging wordt aan gewend om een afdeeling op te richten doch tot dusver zonder eenig resultaat. Op de vergadering van den Soclalistenbond, uitgaande van de revolütionnaire socialisten en gehouden te Rotterdam, bleek dat het aantal afdeelingen verminderde met twee en vermeer derde met drie. Besloten werd dat in 1898 de Centrale Raad te Amsterdam zal gevestigd zijn. Over de kwestie of men het volgend jaar een congres zal houden, staakten de stemmen. Het referendum zal nu daarover beslissen. Het telken jare houden van zulk een congres vinden sommigen nog al kostbaar. Als er in 1898 een gehouden wordt, zal dit te Heerenveen plaats hebben. Het ziet er anders maar treurig uit met den Bond. De heeren hebben lang en breed ge praat over de kwestie van taktiek, of men zich al of niet met verkiezingen zal inlaten en of het parlementairisme, waarvan de kiem inden Bond aanwezig is, al of niet gehuldigd zal worden. Er ontstond daarover eene schromelijke ver warring. Nadat met algemeene stemmen was uitge maakt dat het geld uit de Centrale kas niet voor verkiezingsdoeleinden mocht worden ge bezigd en met 45 tegen 9 stemmen, (3 buiten stemming) het deelnemen aan de verkiezingen aan de afdeelingen was verboden, werden met 32 tegen 20 stemmen (5 buiten stemming) de leden vrij verklaard om individueel zich met verkiezingen te bemoeien. Verworpen werd daarna een voorstel Haar lem om den Socialistenbond voortaan „Com- munistenbond" te noemen, terwijl aangenomen werd het voorstel Groningen om alle besluiten, op vorige congressen aangenomen, vervallen te verklaren. Ten slotte kwam aan de orde de benoemiug van een redacteur van Recht voor Allen. Van verschillende zijden werd Domela Nieu- wenhuis als candidaat geroepen. Deze wees er op, dat door de aanneming van het voorstel Groningen is uitgemaakt dat de bond niet meer antiparlementair is. Het was daarom onmogelyk voor hem de redactie van het blad te aanvaarden. Hij bedankte daarom, niet uit gemakzucht, maar uit principe. Men vroeg toen zoo lezen wij in het Hbld. andere candidaten. „Troelstra" werd ge roepen. Daarna Cornelissen en Bergmeijer. Cornelissen bedankte. Bergmeyer was niet aanwezig, doch de af deeling Dordt was van meening dat hij het niet zal aannemen, omdat hij zijn betrekking als onderwyzer niet kan opgeven. Van weerskanten werd thans weer het woord gevraagd om te betoogen dat men door het stemmen voor het voorstel Groningen niet ge meend had uit te spreken dat de Bond par lementair zon zijn. Domela Nieuwenhuis was van gevoelen dat men de consequentiön van zijn handelingen moest durven aanvaarden. Hierop begon men hem te verwyten dat het hem te doen was om de begrafenis van den Bond. Hy ontkende dit. Als men een vereeniging heeft opgericht en er een deel van zijn leven aan heeft gegeven, dan gaat men haar niet met genoegen te niet doenzeide hij. Het werd nn weer een Babylonische spraak verwarring, maar ten slotte gelukte het Cor nelissen het woord te nemen om zijn standpunt uiteen te zetten en de meening te verkondigen dat er een formule gevonden moest kunnen worden om den boel bij elkaar te honden en zoodanig in dat zij weer de rilling voelde van den schrik, toen de „oom uit Neuchatel" bij zijn terugkeer van het kerkhof tot haar zeido „Ga je koffer pakken, mijn kind, ik neem je mee", en dat op zulk een kouden, strengen, afgemeten toon, dat zij voelde hoe hij haar weldeed zonder haar lief te hebben Nooit had hij meer met haar over haar vader gesprokeH. Zij had haar smart verborgen, in stilte geschreid en zich eindelijk onderworpen. Waarom kwam nu de herinnering aan dien lang vergeten doode weer boven Dank zij de edelmoedigheid van haar oom, had zij, in plaats van gebrek, weelde gehad, en toch had zij in die vijftien jaren die zij onder zijn dak had doorgebracht, geen enkel oogenblik het gevoel van zaligheid gehad, dat de nachtkus van haar vader haar gaf Dus wist zij nu niet wien zij eigenlijk beweende, en hare gedachten dool den terug naar het kerkhof te Chaux-de-fonds, waar zij een graf liet onderhouden, dat zij nooit had teruggezien, omdat zij het niet durfde vragen Terwijl Virginie zich aan die sombere gedachten overgaf, zocht mevrouw Lebaillif naar een geschikt middel om, zonder hare nichten te kwetsen, eenige practische vragen te behandelen, die zij zeer dringend vond. Louise had al lang allerlei plannen in het hoofd, die misschien door den dood van haar oom tot uitvoering zouden kunnen ko men. Eugenie dacht aan niets. Olympia en Rachel herhaalden bij zich zelf alle droeve D. N. te handhaven als redacteur. Domela Nieuwenhuis ontkende het nut daarvan. Het volgende jaar zou men voor hetzelfde feit komen te staan. De haan van Cornelissen kraaide echter koning. Hij wist te verkrijgen dat een com missie werd benoemd om een bemiddelings voorstel te concepieeren, waarvoor een half uur pauze werd gehouden. Om vier uur trad de commissie weder binnen, die meedeelde dat eerst de volgende motie werd voorgesteld „Het congres handhaaft de anti-parlementaire tactiek, op vorige congressen omschreven handhaaft het besluit dat noch de Bond in zyn geheel, noch zijn afdeelingen in het bijzonder deelnemen aan de verkiezing voor de Tweede Kamer, Prov. Staten of gemeenteraad. „Het congres verwacht dat ook de leden van den S. D. bond individueel zich in het alge meen van deelneming zullen onthouden, at wil het congres ook op dat punt geen beslist ver bod uitspreken. „Personen, die het hiermede niet eens zyn, verzoekt het congres uit den bond te treden." Twee leden (Domela Nieuwenhuis en Lnytjes) van de commissie verklaarden zich daar echter tegen. Daarop werd het volgende voorgesteld „Het congres naar huis moetende, geeft voor dit jaar blanco krediet aan Domela Nieuwen huis. Misschien dat dit jaar door wrijving van gedachten klaarheid komt." Ook hiertegen waren Domela Nieuwenhuis en Luytjes, zoodat het niet gelukte tot overeen stemming te komen. De voorzitter meende dat thans het referen dum uitspraak moest doen. Dordt stelde echter voor de eerste, groote motie in stemming te brengen. Deze werd aangenomen met 23 tegen 17 stemmen en 6 onthoudingen (verschillende afgevaardig den waren vertrokken). Er zal geadverteerd worden voor een redacteur van R. v. A. Daarna sloot de voorzitter het congres met een rede, waarin hij constateerde, dat misschien R. v. A. spoedig zonder redacteur zal zijn en de Bond weldra tot het verledene behooren. Er zijn op het oogenblik in het Britsche Keizerrijk 26.000 Bands of Hope, vereenigingen van jeugdige teetotalers, met ruim 3.400.000 leden. Te Walthamstow (Essex) is een Israëlitische vrouw van 37 jaar, die vroeger te Rotterdam woonachtig was, overleden, tengevolge van ver gif dat zij had ingenomen. Zij was in Neder land in proces tot echtscheiding, en vertoefde eerst te Catford. Daar had hare zuster haar den 12en dezer kermende gevonden, nadat zy vergif had ingenomen naar zij aan een dokter verklaarde by vergissing. Zij kreeg tegengif, scheen te herstellen en is toen naar Walthamstow vervoerd. Daar kwam zij verleden Zaterdag bij eene tante, niet ziek meer. Doch Zondag was zij weer ongesteld en Dinsdag is zij gestorven. Te Hamburg is het benoodigd bedrag vau 500,000 mark bijeengebracht voor den aanbouw van een nieuwe wielrijders baan. Een onderofficier van het regiment 102 kreeg bij de onlusten te Praag van een officier bevel met zijn patrouille een oploop te ver strooien. De enderofficier antwoordde, dat de officier zijn bevel in 't Czechisch moest her halen hij verstond geen Duitsch. Thans is die onderofficier wegens insubordinatie tot tien jaar gevangenisstraf veroordeeld. Taylor, de neger, die tot de beste Ameri- kaansche wielryders behoort, komt naar Enropa. Te Jersey City is door het acetyleen een verschrikkelijke ontploffing veroorzaakt. Vijftien menschen werden gedood en velen gekwetst. Den 22sten November is op het bastion van het fort te Djokdjakarta een moordaan slag gepleegd op den adjudant-onderofficier Busch; de in het duister toegebrachte klewang- houw is door 's mans zwaren baard gelukkig eenigszins gebroken, zoodat de slagader inden hals niet geraakt werd. Op bet landgoed Tjipinang nabij Meester Cornelis is de eigenaar, tydens hij bij het on weer in gezelschap van zyn vrouw en kinderen in de achtergalerij van het landhuis in een luier stoel zat, door den bliksem aan 't hoofd ge troffen. Het geheele lichaam was verkoold. Zijn familieleden, die zich in de nabyheid be vonden, bleven gespaard. De getroffene, een geacht ingezetene van dingen, die zij elkaar sedert twee dagen ge zegd hadden. Trapon sloeg, voor zoover het flauwe lamplicht dit gedoogde, de gezichten gade en vervolgde zijne vry ingewikkelde overpeinzingen, die ongeveer hierop neer kwamen „Die arme meisjesHun vader en oom maakte haar tot slavinnen zijner zelf zucht. Zij sidderden voor hem hij nam haar toewijding aan, als iets wat hem toekwam, zonder ooit een woord van dank of liefde te uiten, zonder ooit te vragen wat zy wenschten, zonder de minste rekening te houden met hare smaken. Hij leefde alleen voor zich zelf en toch betreuren zy hem als de beste van alle vaders. Dat bewijst dat het tijd verspillen is, als men goed voor de vrouwen wil zijnZij zijn lijdelijke wezens, men moet haar niet an ders beschouwen. Wat zal er van dezen wor den, nu zy geen meester meer hebben Met een zeer natuurlijken overgang begon hij aan zich zelf te denken en vergat do dames Lebaillif. „Dus is de dood van den heer Lebaillif, die van niemand bield en van wien eigenlijk ook niemand hield, een ware ramp. Niet al leen voor haar, maar ook voor mijJa voor mij is hij twee jaar te vroeg gestorven. Op den voet, waarop wij stonden, terwijl zijne vermogens van lieverlede afnamen, zou hij mij weldra niet meer hebben kunnen missen. Ik zou zijn compagnon geworden zijn en danHet is waar, ik alleen ben op de hoogte van zijn zaken en men zal mij

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 2