MIDDELBURGSCHE COURANT.
N°. 299
1405 Jaargang.
1897.
Maandag
20 December.
Een geniale schepping.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 18 Dec. 8 u. vm. 41 gr. 12 u. 53 gr.,
av. 4 u. 48 gr. F. Verw. zw. Z. 0. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regelj
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te VlissingenC. N. J. de Vey Mestdagh te
Goes: A. C. Bollüyt, firma Wed. de Jonge.
Bij
i courant behoort
UIT STAD EN PROVINCIE.
Heden was en morgen, Zondag, is er nog
gelegenheid de tentoonstelling te bezichtigen
van eene portefeuille teekeningen van het
schilderkundig genootschap Pulckri Studio te
's Gravenhage, die door de vereeniging Uit
het volkVoor het volk in het tentoonstellings
gebouw in het Schuttershof alhier is inge
richt.
De verzameling telt 88 nommers, waaronder
van zeer bekende kunstenaars, en is een be
zoek overwaard.
Daar wij geen gelegenheid hadden die ten
toonstelling tête rêposêe te bezichtigen, moeten
wij ons bepalen tot de mededeeling dat zeer
goede meesters vertegenwoordigd zijn Mesdag,
Hoynck van Papendrecht, Gabriel, Henkes,
mevr. Mesdag en C. J. Maris.
Van onzen grooten Mesdag vinden wij een
fraai stuk werk, Voor het onweder getiteld, en
een eigenaardige aquarel, Souvenir van Noor
wegen.
Twee stukken van P. A. Schipperus
In het Bosch en Ondergaande Zon, vooral het
laatste is mooi, zullen zeker wel bekijks
vinden en niet minder een poldergezicht van
P. J. C. Gabriel, dat bij gezette beschouwing
een juweeltje mag genoemd wordeu.
Onze vroegere stadgenoot H. J. v. d. Weele
heeft in een Oud huis te Elspeet stof gevonden
om een, stille rust ademend landelijktafreeltje
te geven.
Van mej. A. Abrahams zijn mooie rozen, van
A. J. P. Boudewijnse een goed gedachte
schets uit het volksleven.
Ook onze stadgenoot Willem Schutz is ver
tegenwoordigd en wel met een duingezicht en
een zeestukje, Storm betiteld. Dat het laatste
ons meer beviel dan het eerste is mogelijk een
kwestie van smaak.
Ten slotte zij nog opgemerkt, dat leden en
begunstigers van de vereeniging vrijen toegang
hebben en ambachtslieden en dienstboden tegen
een entree van slechts vijf centen worden toe-
De Vrijdagavond in het Schuttershof a 1-
h i e r gegeven soiree was geheel aan de vroo-
lijkheid en grappigheid gewijd. Bescheiden was
ditmaal het program, maar de uitvoering in
haar geheel deed wêer den Vereenigden socië
teiten der schutterij en infanterie eer aan.
Het publiek van zijn kant was dankbaar ge
stemd; en toonde dit steeds door de vertooners
telkens terug te roepen.
Eene humoristische scène Een landelijk con-
certproef opende den avondhet bekende De
Geneesheer of dat heeft mijn commensaal gedaan,
oorspronkelijk blijspel in drie bedrijven, door
J. Hubertus Janssen, werd daarna opgevoerd
en een komische scène De artisten-revue bracht
ten slotte vooral heel wat pret teweeg.
De vertooners, onder wie drie dames zeker
een voorname plaats innamen, kweten zich
loffelijk van hun taak; en hadden blijkbaar
veel tijd en moeite zich getroost om het ge
heel te doen slagen.
Dit was onze algemeene indruk.
In bijzonderheden treden wij bij dergelijke
n niet gaarne. Zulke avonden dienen
tot onderling genoegen van vertooners en toe
schouwers daarom zij het oordeel in deze ook
algemeen van aard en bevorderlijk aan het
doen voortzetten van de aangename herinne
ringen, die zulke gezellige samenkomsten na
laten. En daaronder zal zeker wel een voor-
le plaats innemen het genoegen, gesmaakt
bij het laatste nommer van het programhet
bal, dat den avond zoo aangenaam sloot.
- Zeven ijveraara voor de goede zaak, om
een ronde tafel gezeten, vormden Vrijdagavond
de „algemeene vergadering" van de Vereeniging
tot wering van Schoolverzuim alhier. Trou
wens, het is een bekend verschijnselwij we
zen er meermalen op. Maar als dan tevens de
penningmeester by het voordragen zijner be
grooting, door de ondervinding geleerd, den
post voor contributie al weer lager moet ra
men, dan blijkt de belangstelling in deze zaak
al bijster gering te wezen.
Maar men staat voor het feitde contributies
nemen af, en daarmede daalt het overschot,
waarop men nu al zoovele jaren teert, tot een
angstig klein bedrag.
De zeven aanwezigen hebben deze weinig
bemoedigende begrooting maar goedgekeurd.
Er is als de contributies niet te erg dalen,
f 655 beschikbaar, waarvan f 380 voor den
rijtoer en het schoolfeest, f 200 voor prijzen
in geld en spaarboekjes, en f 75 voor den aan
koop van boekwerken, welke als prijzen worden
uitgedeeld. Maar van die f 655 komen er
slechts f 270 uit de zakken van stadgenooten,
die deze even nuttige als aardige vereeniging
met hun bijdrage steunen.
Veel is het niet.
Vrijdag middag viel zekere A. M., werk
man alhier, bij het laden van zakken graan
in de vrachtgoederen-stoomboot Zeeland, van
de loopplank in het ruim.
De man brak twee ribben en werd per rijtuig
naar zijn woning vervoerd, waar geneeskundige
hulp werd ingeroepen.
's Mans toestand is, hoewel pijnlijk, redelijk.
vijfhonderd aanwezigen,voor wie men een drama
zou opvoeren en eenige voordrachten houden.
Ter voorziening in de vacatures, ontstaan
door het overlijden van dhr. L. Lucasse, zijn
benoemd voor den Ouden-Kraaijert polder tot
dijkgraaf dhr.Jac. Meulenberg, thans gezworen,
en tot gezworen dhr. C. van Stee Nz.voor
den West-Kraaijert-polder tot dijkgraaf dhr. B.
A. Remijn, thans gezworen, en tot gezworen
dhr. P. Meeuwse Cz.tot afgevaardigde voor
het beheer der uitwatering in de Piet dhr. D.
en tot vertegenwoordiger in den
van het CalamiteuBe waterschap Elle-
woudsdijk en den calamiteusen polder Borsele
dhr. B. A. Remijn. (G. Crt.)
Te Colijnsplaat had Vrijdag het
lang verbeide St Nicolaasfeest voor de school
jeugd plaats. Des middags werden aan de leer
lingen, die in 't afgeloopen jaar van 1 Nov,
1896 tot 1 Maart 1897 geen of weinig verzuim
hadden gehad, prijzen uitgedeeld.
135 leerlingen hadden geen enkele maal ver
zuimd, 42 verzuimden eenmaal, 33 tweemaal
en 13 driemaal. Deze prijsuitdeeling heeft men
te danken gehad aan den steun der afdeeling
Noord-Beveland van Volksonderwijs. Door finan-
cieelé bijdragen der ingezetenen konden de
kinderen ruimschoots onthaald worden.
Des avonds werd de sciopticon vertoond,
waarvan het genot verhoogd werd door de
verklaring, die de heer Mouthaan erbij gaf.
Op de hem eigenaardige kinderlijke wijze wist
hij de jeugd en de vele toeschouwers aange
naam bezig te houden, terwijl ook hij de uit-
deeling der prijzen verrichtte.
Uit Goes schrijft men ons
Ten aanzien van het optreden alhier op
Vrijdagavond van mevrouw Klerck, vanwege
den Vrouwenbond, kan niets anders gemeld
worden, dan wat in het verslag in dit blad
omtrent de bijeenkomst te Middelburg is gezegd.
Als in het begin van dat verslag de naam van
den heer Poort vervangen wordt door dien
van den heer Lamers, en aan het slot die van
dr J. G. Weyland door dien van den heer
Lely veldt, dan is het verslag volkomen in orde
voor de bijeenkomst te Goes. Het zou ook
moeilijk anders kunnen.
Naar schatting waren 150 personen aan
wezig.
Bij eene gezellige samenkomst, die de
tooneelclub Onder ons, van de Werklieden ver
eeniging Eigen Hulp te Goes, Donderdag
avond zijn leden aanbood in de groote zaal
der sociëteit V. O. V., bij uitzondering daar
voor afgestaan, maakten eenige belhamels zoo'n
spectakel, dat de hulp der politie moest inge-
oepen en de zaal ontruimd worden. Enkele
personen liepen kwetsuren opeen muziek
instrument werd zeer beschadigd. Tegen de
rumoermakers is proces-verbaal opgemaakt.
Het was eene teleurstelling voor de vier k
Onder de merkwaardige toonkunstenaren uit
de beide laatste eeuwen neemt Johannes Brahms
eene eereplaats in. Mocht ingenomenheid tegen
zijn persoon, veroorzaakt door zijn onverbid
delijke waarheidsliefde, zijn afkeer van ijdel-
heid, zijn geringschatting van onbeduidendheid
en conventie, dikwerf tot een scheef oordeel ook
over zijn werken hebben geleid; deze zullen door
hunne innerlijke waarde steeds blijken bestand te
zijn tegen dergelijke aanvallen en Brahms in de
nagedachtenis doen voortleven als een geniaal
meester. Schumann begroette in hem den
Messias der toonkunst, die eens de verhevenste
uitdrukking van zijn tijd op ideale wijze zou
uitspreken.
Deze voorspelling werd twaalf jaren na den
dood van Schumann vervuld door de ver
schijning van Brahms' grootsche scheppingEin
Deutsches Requiem.
De dood zijner moeder, die hij innig ver
eerde, was de aanleiding tot de verheven
inspiratie, waarmede hij het toppunt van zijn
streven bereikte. Zij ontstond, toen hij nog in
de kracht van zijn leven was. Reeds op zeer
jeugdigen leeftijd vervaardigde hij werken, die
van geniale begaafdheid getuigden. Wel staan
deze tot opus 10 onder den invloed der klas
sieke meesters en der toenmaals heerschende
romantiek Brahms werd in 1833 geboren
doch zij dragen een oorspronkelijk karakter,
Ernstige studie, de gave van strenge kritiek
op zichzelven uit te oefenen paarden zich aan
die geniale begaafdheid en voerden tot eene
volmaaktheid, waarvan in de eerste plaats het
Requiem den stempel draagt.
Al dadelijk onderscheidt zich de keuze voor
den tekst door oorspronkelijkheid. Totnogtoe
werd voor elk requiem gekozen de latijnsche tekst
van het aloude kerklied: „Geef hun (de afge
storvenen) eeuwige rust." Deze bevatte in hoofd
zaak een smeekbede om rust voor de zielen der
afgestorvenen en schilderde de verschrikkingen
van het jongste gericht, waarop een bede om
genade volgt. Klagend, opbeurend, hartstoch
telijk, opbruisend en eindelijk troostrijk klin
ken de woorden van het Duitsche Requiem.
Zij zijn ontleend aan de Heilige Schrift. Wij
stippen er het volgende uit aan:
„Zalig zijn zij die leed dragen, want zij zullen
getroost worden. (De grondgedachte van het
De met Januari 1898 te Zierikzee
eervol ontslagen gemeente-bouwmeester C. H.
Bijl Is, zooals neg gemeld is in een deel der
oplaag van ons vorig nommer, geplaatst bij
de werkzaamheden der graadmeting te Delft.
- Aan de Iloogeschool te Utrecht is tot
arts bevorderd de heer W. Bal Jz. te Zie
rikzee.
- In een Vrijdag teBrusnissegehouden
raadszitting is besloten de verordening op de
heffing van opcenten op de personeele belas
ting te wijzigen volgens het daarvoor door
Gedeputeerde Staten gegeven model, en gunstig
beschikt op een verzoek van kerkvoogden der
Nederd. herv. kerk om toestemming tot hi-t
gebruik van het kerkhof ter gedeeltelijke ver
bouwing en vergrooting dier kerk.
Afwijzend werd beschikt op een verzoek van
het comité voor de feestviering op 31 Augus
tus 1898 te Zierikzee, om geldelijken steun van
wege de gemeente.
Ten nadeele van den landbouwer Tim
mermans te Ou d-V o s m e e r zijn, zooals
wij gemeld hebben, deze week des nachts
op zeer brutale wijze ontvreemd een paard
en rijtuig. De politie heeft het rijtuig terug
gevonden, maar het paard was op de markt
te Antwerpen reeds verkosht. De schuldigen
zijn aldaar in arrest genomen en zijn A. J.
R., landbouwerszoon, en W. v. A., landbouwers-
knecht, beiden te .Oud-Vosmeer. De eerste
werd een paar weken geleden veroordeeld tot
vier maanden gevangenisstraf wegens bedrei
ging der politie.
Maandagavond is onder Schuddebeurs,
„Al het vleeBch is als het gras, maar het
woord des Heeren blijft in eeuwigheid. Eeuwige
vreugde zal wezen boven het hoofd der ver
losten.
„Heer, leer mij toch dat mijn leven grenzen
heeft en ik scheiden moet. Mijne hoop is op
U: de zielen der rechtvaardigen zijn in Gods
hand.
„Hoe liefelijk zijn uwe woningen, Heer Ze-
bao<;h
„Gij hebt nu droefenis, maar ik wil u
troosten, zooals iemand door zijn moeder wordt
getroost.
„Ziet, ik openbaar u een geheim: wij zul
len niet allen ontslapen, wij zullen allen
veranderd worden, plotseling, in een oogenblik.
De bazuin zal klinken en de dooden zullen
opstaan, onvergankelijk. Dood, waar is uw
prikkel Hel, waar is uw overwinning
Des menschen lot en het hemelsch leven
worden in aangrijpende tegenstelling tot elkan
der gebracht. Dit nemen we ook waar in drie
andere vermaarde koorzangen van Brahms
Das Schicksalslied, Nilnie en Gesang der Parzen.
Tot het muzikale gedeelte van het werk
overgaande, merken wij voorat op, dat het in
ons klein bestek niet doenlijk is de diep door
dachte, aan verscheidenheid rijke en tevens
zoo fijne bewerking op den voet te volgen.
We moeten ons tot enkele opmerkingen be
palen.
Het geheel bestaat uit zeven deelen Sdtze
en is, met uitzondering van een bassolo in het
derde en zesde en een sopraansolo in het vijfde
deel, voor koor geschreven. Oorspronkelijk
zou het slechts uit drie nummers en wel 1, 2 en
7 bestaandoch de liefde voor het onderwerp
inspireerde den meester tot nog menige andere
gedachte, die hij in vier nieuwe deelen heeft
neergelegd. De soli daarin brengen een wel
kome afwisseling. De zeven deelen kunnen
tot twee groote groepen teruggebracht worden,
waarvan de eerste (No. 1-3) de klacht en de
tweede (4-7) den troost bevat.
Zooals wij zeiden, de drie eerste nummers
hebben een klagend karakter.
In bet eerste deel overstemt de klacht de
een gehucht der gemeente Hontenisse,
ongeveer zes uur, een 50jarige arbeider
uit Hulst, J. F. de S., onverhoeds aangevallen
door iemand, die van uit de slootkant op hem
toesprong en hem van zijn geldbeurs beroofde,
welke 62 gulden en eenige centen inhield. De
bestolene scheen steeds zijn kapitaaltje by zich
te dragen.
Tegen B F. van Schuddebeurs is proces
verbaal opgemaakt als verdachte. Even te
voren had deze aan S. gevraagd welken weg
hij zou gaan, en er is ook gebleken dat F.
kort nadien uit zijn huis is vertrokken. Deze
omstandigheden en de overeenkomst van
'8 mans schoenen met de gevonden voetsporen
in nabijliggend land hebben tot de verdenking
en het opmaken van 't proces-verbaal tegen F.
geleid.
Men schrijft ons:
De bedijkingswerken in het verdronken land
van Saeftingen zijn thans geheel afge
loopen de zeedijk had door de laatste stormen
geen noemenswaardige schade. Het is echter by
dien storm gebleken, dat de steenglooiing nog
een weinig uitbreiding vereischt, welk werk
gedurende den onderhoudstermijn nog als meer
werk door de aannemers zal worden uitgevoerd.
De zeedijk ligt er prachtig bijjammer dat
de aannemers, naar men ons mededeelde, nog
al eene belangrijke som verliezen.
De polder wordt kadastraal opgemeten en in
kaart gebracht, terwijl de verkaveling is afge
loopen.
Do haven wordt reeds sedert eenige weken
gebruikt en lag by ous bezoek grootendeels
vol vaartuigen. Zy is van af Nieuw Namen te
bereiken over een goeden keiweg, die veel te
gemoet komt in den grooten afstand, welke
schippers en voerlui hebben af te leggen.
De overige wegen, waarmede de nieuwe pol
der is doorsneden, zijn goede zandwegen.
De afwatering, die op den Van AZs<eiVt-polder
geschiedt, is uitstekend.
Naar men zegt, zou de verkoop der gronden,
voor zoover die behooren aan den Staat der
Nederlanden, in den a.s. voorzomer plaats heb
ben en zal dan wellicht het omwerken en be
zaaien van den grond nog in den nazomer van
1898 kunnen geschieden.
Sommigen beweren, dat het beter zou zijn,
dit laatste eerst in 1899 te doen en de gron
den nog een jaar met rust te laten. Maar dat
is natuurlijk de zaak van hen die de gronden
koopen.
Onder IJ z e n d ij k e, eiland, heeft men
Donderdagnacht bij Aug. Buijsse 17 paarden
de staarten ontnomen.
In de St. ct. is opgenomen de wet van
11 Dec. 1897, bepalende dat in het jaar 1898
in de provinciën Friesland, Overijsel, Zee
land en Limburg eene keuring zal plaats heb
ben van voor den krygsdienst geschikte paar
den.
INGEZONDEN STUKKEN.
Ingezonden stukken worden in geen geval teruggezonden.
WERKVERSCHAFFING.
Mynheer de redacteur!
Mag ik voor het volgende eene plaatsje ver
zoeken.
De inschryving van werkloozen op 15 en 16
dezer was ditmaal niet zoo groot als wel vorige
jarenhun aantal kwam het cijfer 200 niet te
boven. Dit behoeft evenwel geen aanleiding
te geven tot de meening dat de werkloosheid
minder is dan vorige jaren. Ambachtslieden
melden zich integendeel meer aan dan vroeger,
maar arbeiders en sjouwerlieden, die thans nog
eenige bezigheid hebben, komen na eenigen
tyd zich toch ter inschryving aanmelden. Thans
zijn ingeschreven 11 huis- en scheepstimmer
lieden, 10 metselaars en opperlieden, 17 schil
ders, 5 kleermakers, 4 schoenmakers, 4 meubel
makers en bekleeders, 4 smeden, 2 mandemakers,
2 zeilmakers, 2 koetsiers, 2 kraanzagers, 1
blikslager, 1 bakker, 1 hoedenmaker, 1 tabaks-
kerver, 63 sjouwerliedende overigen zijn veld-
arbeiders.
Niet allen zullen of kunnen geplaatst worden,
wat om verschillende redenen te betreuren is.
Zij, die wegens dronkenschap geverbaliseerd
zijn, blijven buiten aanmerking, evenals zij die
niet minstens twee jaar in de stad wonen en
zij die te jong en geen kostwinners zijn.
Het bestuur van de Chr. Volksbond wenscht
thans alle werkloozc ambachtslieden het eerst
en het langst aan het werk te houden en wil,
zoo ver de middelen het toelaten, ook trachten
andere werkloozen te helpen, doch dit zullen
nog niet velen kunnen zijn.
Daarom, ofschoon dankbaar voor de reeds
ingeschrevene bijdrage, beveelt ondergeteekende
deze zaak. voor milde gaven aan.
De wagen tot het ophalen van waardelooze
goederen zal de volgende week weder zijn
rondgang door de stad doen. Huismoeders,
wilt eens rondkijken wat daarvoor kan worden
afgezonderd. Zij, die geene goederen hebben
maar de Werkverschaffing met een gift willen
steunen, vinden daartoe gelegenheid in de bus
bij den wagenevenwel moet ondergeteekende
hier bijvoegen, dat de bus niet dan op verzoek
mag worden aangeboden.
De Directeur der Werkverschaffing
C. A. H. BILLERBECK.
Middelburg, 17 Dec. 1897.
BRIEFWISSELING.
Aan H. te V1 i s s i n g e n. Uwe beden
king wordt voldoende weerlegd in ons nom
mer van Vrijdag 1L
Vertrokken en aangekomen scliepen.
Vlissingen, 18 Deo. Binnengekomen,
Vrijdagavond, de Eng. stoomboot Forth, kapt.
Clarcke, komende van Middlesbro, met een
lading ijzerwerk voor de kon. Maatschappij De
Schelde.
Gepasseerd, heden nacht, naar Antwerpen
de Ned. stoomboot Afrikaan, kapt. Havinga,
van Rotterdam.
Hr. Ms. pantserdekschip Koningin Wilhel
mint der Nederlanden is 17 dezer te Suez aan
gekomen.
troostrijke bemoedigingen van het geloof, dat
spreekt uit de woorden „Zalig zijn zij, die leed
dragen, want zij zullen getroost worden", enz.
Het tweede deel is over het geheel het uit
voerigst bewerkt en vormt met het derde
het meest karakteristieke van hot Requiem.
Gelaten klinken de klaagtoonen in den aan
hef van het tweede deel, in overeenstemming
met den tekst„Want al het vleesch is als
het gras". Het thema heeft eenigszins het
karakter van een marsch en doet aan een na
derenden rouwstoet denken. In aansluiting aan
den tekst„Ziet, de landman Verwacht de koste
lijke vrucht", schildert dan de componist een
idylle met wonderschoone toespelingen op den
regen, door harp, fluiten, violen (pizzicato) voor
gedragen. Met steeds toenemende kracht komt
de tegenstelling tot do klacht uit, die de tekst
uitdrukt in de woorden„maar des Heeren
woord biyft in eeuwigheid" enz.
Heeft de ontboezeming over de vreugde
„eeuwige blijdschap zal boven hun hoofd wezen,"
haar toppunt bereikt, dan volgt een plotse
linge overgang tot een weldadige zalige rust
een echt kenmerk van Brahms' wijze van com-
poneeren en een middel waarvan lig zich dik
wijls, ook nog in het Requiem, bedient.
Rijk genuanceerd 13 de verdere bewerking.
„Vreugde, smart en zuchten" worden door eigen
aardige figuren geschilderd. Ten laatste barst
de vreugde weder op krachtige wijze los, om
daarna plotseling opnieuw tot stille rust over
te gaan en dan met de uitdrukking van kalm
vertrouwen te
Neerslachtig klinkt de bassolo der derde af
deeling. Het koor deelt die stemming en roept
eindeiyk wanhopig uit„Waarin zal ik troost
zoeken Bemoedigend antwoordt daarop het
breed uitgevoerde: „ik hoop op U."
Een fuga op de woorden„De zielen der
rechtvaardigen zijn in Gods hand en geen
kwelling deert hen," vormt het slot van het
derde deel. Deze fuga is in de geschiedenis
der muziekliteratuur beroemd geworden. In
de 36 dubbele maten van haren duur klinkt
in de bassen aanhoudend dezelfde toon, de
lage d. Deze staat daar als het symbool van
de rust en de bestendigheid van den godde-
lijken troon.
Zoo zgn we nu tot het troostende deel
genaderd. Daartoe vormt het vierde en
laatst gecomponeerde nummer den overgang.
We worden naar de woningen der verheerlijkte
rechtvaardigen gevoerd. Onbeschrijfelijkliefelijk,
roerend innig klinkt het geheel. Het klank
effect, voortgebracht door een stroom van edele
melodieën, werkt betooverend. Een hemelsclie
idylle wordt geschilderd.
Een troostrijke stem klinkt opbeurend
uit fden hooge in het vijfde deel„gij hebt
nu droefenis, maar ik zal u weerzien, en uw
hart zal zich verblijden en nwe vreugde zal
niemand u ontnemen" enz. Het koor, dat we
ons moeten voorstellen als in stille aandacht
noergeknield, spreekt eerbiedig de woorden
na: „Ik wil u troosten, zooals iemand zijne
moeder troost."
Het zesde deel Is, wat den bouw betreft, liet