BUITENLAND.
W urtemberg 0.03 pc.voor bet gansche rijk
0.11 pc.
In 1887/88 bedroeg het procent nog 0.71
1895/% nog 0.15 pc.
De Amstevdamsche correspondent der Frmkf.
Zty. maakt bij deze cijfers de opmerking„De
beteekenis dezer cijfers wordt eerst recht dui
delijk, wanneer men ze vergelijkt met de lich
tingen in het beschaafde buitenland. In Neder
land konden nog in het jaar 1896 4.7 pc. der
recrutea lezen noch schrijven."
Sedert Maandag jl. heeft de 17jarigè zoon
van den heer Ileinrieh Preese, fabrikant te
Berlijn, het ouderlijk huis verlaten en is daar
tot dusver niet teruggekeerd. Daar hij het
plan scheen gemaakt te hebben naar het bui
tenland te gaan, wellicht naar Nederland, ver
zocht men de volgende herkenningsteekeneu
openbaar te makenDe vermiste was nog
schoolgaande (zoogenaamd Unter-Secundaner).
Het jongemensch is 17 jaar oud, lichtblond en
was gekleed in het zwart met zwarte paletot.
De ongelukkige ouders hebben een belooning
van 300 Mark uitgeloofd voor dengeen, die
den vermiste opspoort.
Een bloedig tooneel is voor eenige dagen
in een kazerne te Keulen afgespeeld." De
oudste soldaat in een der kamers, die daar als
zoodanig met het toezicht was belast, had
order gegeven het vertrek schoon te maken.
Toen hieraan niet werd voldaan, deed hij er
aangifte van. De manschappen besloten zich
te wreken. Toen hun kameraad 's avonds in
de kamer kwam, werd hij door een der man
nen, die uit zijn bed sprong, aangevallen. De
overigen sprongen mede toe, en daarop trok de
aangevallene zijn sabel en stak den eersten
aanvaller overhoop. De overigen wierpen zich
nu op hem en toen de onderofficieren binnen
stormden vonden zij hem met gebroken sche
del en met wonden overladen liggen. Op den
grond werd een bebloede schaar gevonden.
In zeer bedenkelijken toestand werd de mis
handelde naar het hospitaal vervoerd, terwijl
de aanvallers in arrest werden genomen.
De getroffene is sedert aan zijn wonden over
leden, en Donderdag met groote militaire eer
bewijzen, in het bijzijn van tal van officieren
ter aarde besteld.
In de buurt van Munster heeft het St.
Nicolaasfecst, of liever het beletten van dit
feest door de politie, tot ongeregeldheden geleid.
In het bij Munster gelegen dorpje Ennigerloh
wilde men een soort van maskarade vertoonen,
waarbij de goede Sint natuurlijk een rol zou
vervullen. Maar de politie verbood zulke ge
ruchtmakende betoogingen. Dit verbod ver
bitterde de bewoners en 't kwam tot heftige
opstootjes. Eenige honderden burgers jouwden
de versterkte politie uit en wierpen haar met
steenen. Er moeten zelfs schoten zijn gelost.
Een politiedienaar is vrij ernstig gewond. Vele
personen zijn gevangen genomen.
Keizer Frans Jozeph zond fl 1500 voor
de bij de standjes te Praag gekwetste militairen.
In den sneltrein tusschen Milaan en Turijn
is een aanslag gepleegd op een rechter, die een
ernstige snede aan den hals bekwam. De dader-
had het op de goed gevulde beurs van den
rechter voorzien, maar deze laatste had ondanks
zijn verwonding nog kracht genoeg zijn aan
rander uit den trein te werpen.
Zoo vlug recht te doen zal den aangevallene
wel iets nieuws zijn geweest.
Nader wordt gemeld, dat de rechter 14 mes
steken heeft bekomen. De dader, een arbeider
van de spoorwegwerkplaatsen, is aangehouden.
De aanvoerder van de Weensche socialisten
Victor Adler is wegens beleediging van Badeni
tot veertien dagen hechtenis veroordeeld.
Een rijke Belg deed een behanger uit
Parijs komen, om eene zaal te versieren.
De man zag er schoon geschilderde panee-
len, verbeeldende personen, omringd van over
heerlijk geschilderde ornamenten.
Ik ben dat beu, zeide de eigenaar. Wilt gij
die paneelen koopen Wat moeten ze kos
ten? 6000 fr. Aangenomen.
De behanger neemt de paneelen mee naar
Parijs en toont ze aan een kenner, die ze toe
schrijft aan Watteau of een zijner beste leer
lingen.
Kort daarna spraken de behanger en de heer
elkaar weer. Welnu, hoe is 't met mijne pa
neelen Helaasverkocht. Voor hoe
veel 25 000 f. En gij zegt helaas
Wie zou dat nietHij die ze van mij gekocht
heeft, maakte er 250.000 fr. van.
Zou het waar zijn
en voor den rechterzijn geweten.
Jarenlang had hij de herinnering aan den
verdwenen broeder van zich afgezet Karei
Johau had het hem zoo gemakkelijk gemaakt.
Ook de vijandschap zijner moeder had hij weten
te dragen die ging immers niet van hem
uit maar van haar daarmede had hij zijn
geweten gepaaid doch nu was bij als door het
bazuingeschal van het jongste gericht gewekt!
Welk een krachtige geest, welk een trouw
hart had hij met zijn koude zelfzucht gebro
kenen waarvoor? Was hij gelukkig? Rijk
dom brengt alleen geluk aan bij het verwer
ven in het bezit is het een bijzaak, die als
van zelf spreekt. Ja, rijkdom behoorde bij
zijn huismaar was zijn huis gelukkig Schijn,
ijdelheid, en lichtgekrenkte eerzucht, dat waren
de heerschers in zijn huis, waarin zijn moeder
nooit gepast had en dus was het maar beter
geweest dat zij er niet kwam. En zijn koele
aard had zich niet tegen die verhouding ver
zet hij duldde niet dat zijn bloed naar het
verleden liep, en als het er heen kroop
somtijds plotseling, dan wist hij het terstond
weer terug te dringen
Waar had die stroom op den loer gelegen,
die nu met zooveel geweld door zijn aderen
bruiste? Zijn moeder en zijn broeder, uit zijne
prilste jeugd, stonden weer levendig voor hem,
en ook het laatste vertrek van zijn vader, het
wachten van moeder, haar morren tegen God
eD de menschen, en eindelijk hare verlossende
Na het vele, dat reeds geschreven is over
helderziendheid, zal het zeker veel opzien ba
ren, dat de Semaine médicale deze week een
relaas bevat van prof. Grasset, te Montpellier,
over een geval van helderziendheid, dat hij
heeft waargenomen onder omstandigheden, die
elk bedrog uitsloten, en dat daarom op hem
een grooten indruk heeft gemaakt. Een oud
leerling van hem, een arts te Narboune, had
hem verteld dat hij onder zijn patiënten iemand
had, die de gave van helderziendheid in hooge
mate bezat en hem had uitgenooctigd een proef
te nemen. Prof. Grasset had toen op een
velletje papier een tweeregelig vers geschreven,
en daaronder drie woorden, in Russische,
Duitsche en Grieksche karakters, en ten slotte
zijn woonplaats en den datum. Dit had hij
toegevouwen, met de letters naar binnen, ge
pakt in een stuk stanniool, zooals dat om choca-
laadtabletten zit, en daarna in een enveloppe
gesloten. Door de sluiting had hij een speld
gestoken, en de beide uitstekende punten met
een groot zegel bedekt.
Zoo was alles naar Narbonne verzonden. De
arts daar had den brief thuis laten liggen en
was bij zijn sujet aangeloopen om een uur
voor de proef vast te stellen. Maar deze was
onmiddellijk bereid op de plaats zelve tot de
lezing over te gaan, en, terwijl de brief op 300
meter afstand op een bureau lag, las zij
het was eene vrouw alles wat er in stond.
Zij herkende het stanniool, las het vers, toe
kende de vreemde letters na, of zei dat zij ze
niet begreep, en noemde ten slotte het onder
schrift.
Prof. Grasset had den brief later geopend
in de Academie van Wetenschappen te Mont
pellier, en daar geconstateerd dat hij in alle
opzichten ongeschonden was geweest. De Aca
demie heeft daarop een commissie benoemd
om de zaak nader te onderzoeken.
Wilddieven in België.
Den laatsten tijd zijn uit België herhaal
delijk berichten gekomen over bloedige stroo-
persdrama's. Dat er bloed vloeit is waarlijk
geen wonder, als men iu de Ned. Sport het
volgende leest over wilddieven op groote schaal.
Het stroopersgilde heeft ook reeds geleerd het
V Union fait la Force en vereenigt zich in
grooten getale om de jachtvelden af te loopen
en, onder het oog van de maehtelooze jachtop
zieners, drijfjachten te houden, waarbij de uit-
genoodigden alleen de voorzorg gebruiken van
door een zwart masker hun gelaat onkenbaar
te maken.
De lauweren van den berucliten Cartouche
schijnen deze boeven afgunstig gemaakt te heb
ben en van alle kanten verneemt men voor
vallen, welke het bewijs leveren, dat de eer
bied voor den eigendom meer en meer verlo
ren gaat. Een klein staaltje van wat dergelijke
helden durven te ondernemen, is het volgende
Ongeveer vijf en twintig stroopers hebben
dezer dagen het kasteel van den heer De Paon
te Andershoven St. Marie als 't ware belegerd.
Gewapend met geweren en bijlen hebben deze
stroopers groote verwoestingen aangericht in
het park, dat bij het kasteel behoort, en ten
slotte al de vensterruiten van het kasteel dooi-
geweerschoten vernield.
De te hulp geroepen gendarmen behielden
eerst na feilen strijd de overhand en blijven
voorloopig ter plaatse om herhaling van deze
woeste tooneelen, welke daar niets nieuws zijn,
te voorkomen.
Een rechterlijke dwaling.
Op het oogenblik, waarop gansch Frankrijk
zich bezighoudt met de feilbaarheid der justitie
en generaal Billot aan de militaire justitie
feitelijk een brevet van onfeilbaarheid uitreikt,
is in Frankrijk een revisie aan de orde, welke
niet alleen de feilbaarheid van de beroeps-
justitie aantoont, maar zelfs doet zien, dat alle
voorzorgen, om alleen mannen van onbetwist-
baren rechtvaardigheidszin bij de rechterlijke
macht te plaatsen, niet steeds baten.
Het geldt een rehabilitatie van in balling
schap gestorven personen, die in 1852 ten on
rechte wegens moord veroordeeld waren.
Toen in 1856 de man verhoord zou worden, die
de werkelijk schuldige was, schreef de rechter
van instructie op last van den procureur-generaal
aan den met het voorloopig onderzoek belasten
kantourechter o. a. dat deze zich niet had
bezig te houden met eenige verklaring welke
op de onschuld van de vroegere veroordeelden
zou wijzen.
onderwerping en berusting. Een vurig verlan
gen greep hem aan, dat zijn broeder hem nog
eenmaal mocht omarmen en vergeven. En hij
bad en smeekte om barmhartigheid, en weende.
Het schip was op de Merwelér hoogte, op
weg naar Finland. De kapitein riep zijne
officieren bijeen, voor een beraadslaging, doch
eigenlijk voor de mededeeling van zijn besluit
om van koers te veranderen en naar zijn eiland
te stevenendit bijzondere geval eischte bij
zondere maatregelen met het oog op de ster
venden en zieken. Hierna keerde hij onver
wijld naar het bed zijns broeder terug en liet
alles verder aan zijne stuurlieden over.
De hoop om Karei Johan's leven te redden
begaf hem echter meer en meer. Hij sliep nog
altijd niet, stond met ongeloofelijke kracht,
ondanks allen tegenstand, op, doch viel terstond
weer op zijn bed terug. Tegen den avond van
den derden dag werd hg rustiger en Leopold dacht
een paar maal dat het bewustzijn terugkeerde
want hij hield midden in zijn woordenvloed
op, en zag -hem strak aan. Leopold hield zijn
hand, die vermagerd en gloeiend was, vast in
de zijne geklemd en nu klonk het op een
vreemden toon van de lippen des lijders„Zijt
gij daar Leopold Laat mij op het dek brengen
Dat was spoedig geschiedin kussens en
dekens gehuld legden zij hem op het achter
dek. De zon ging onder en hare roode stralen
verlichtten duidelijk de omtrekken der kust
„Al wat uit het loopende onderzoek zou kun
nen voortvloeien, is de medeplichtigheid van
Gallemard, die de schuld der veroordeelden
van 1852 geenszins te niet doet."
Deze gewetenlooze Rechthaberei der justi
tie was oorzaak, dat niet reeds toen de onschuld
der veroordeelden aan het licht kwam. En eerst
nu dus na 45 jaar zijn de betrekkingen
der veroordeelden daarin geslaagd.
De procureur-generaal bij het hof van cas
satie heeft de houding der justitie in deze zaak
scherp gelaakt.
Den eisch der betrekkingen, die als civiele
partij 100.000 francs vroegen, achtte de pro
cureur-generaal alleszins rechtvaardig. Hij
wilde daarover zelfs niet eens spreken. Alleen
betreurde hij het dat de staat in deze moet
betalen, en niet „de bedrijvers van de justitieele
misdaad van 1856."
Beknopte Mededeelingen.
Majoor Ra vary, de regeeringscommissaris
bij den Parijschen krijgsraad, die de zaak-
Esterhazy onderzoekt, heeft Donderdag kolonel
Picquart en, voor de tweede maal Matthias
Dreyfuss gehooid.
Grappig iets toch, zoo'n majoor die zijn
superieur in verhoor neemt
Vrijdag had generaal Billot over deze zaak
een langdurig onderhoud met den nieuwen
minister van justitie Milliard. Waarom dat?
Als de regeering in den senaat waarheid heeft
gesproken en er geen zaak-Dreyfuss bestaat,
heeft de minister van justitie niets te maken
met alles wat nu omgaat.
De commissie uit de Fransche kamer,
belast met het onderzoek van de voorstellen
van leden tot wijziging van het kiesrecht, heeft
zich verklaard tegen het voorstel om het man
daat der afgevaardigden te verlengen, en
dan telkens de helft der leden te doen aftre
den, een voorstel dat o. a. beoogde de verkie-
zingskosten der Kamerleden te verminderen,
De Fransche regeerïng heeft, naar men
zegt, besprekingen geopend met de regeering
te Berlijn, teneinde te komen tot de vaststelling
van lijsten van personen, die uit den Elzas
herkomstig en in Duitschland dienstplichtig
zijn. Langs dezen weg zullen de bekende
moeilijkheden veel worden verminderd.
De Petit Bleu deelt mede dat de Fransche
ambassadeur te Londen Vrijdag middag een
langdurig onderhoud had met Chamberlain. Het
is volgens het blad een stuk zonder precident,
dat een ambassadeur zich rechtstreeks tot den
minister van koloniën wendt, en het blad ziet
daarin het bewijs, dat de Niger-kwestie in een
critiek stadium is gekomen.
Volgens de Manchester Guardian besloot de
Britsche regeering zoodra het verschil met
Frankrijk was geregeld, het bevind der Niger
Company door het Britsche gezag te vervangen,
Het schijnt een niet langer te loochenen
feit dat de groote expeditie tot tuchtiging der
Afridé's mislukt is. De Engelsche troepen,
onder leiding van den opperbevelhebber, trek
ken zich terug, om in de Bara-vallei een groot,
permanent kampte betrekken. Tot dit besluit
is men gekomen niet na een groote nederlaag,
welke door een sterkere troepenmacht te wreken
zou zijn, maar de tegenspoed der Engelschen
is te wijten aan een groot aantal kleine oor
zaken, welke blijven bestaan, en niet zijn weg
te nemen, zelfs al werd een tienmaal sterkere
legermacht uitgezonden.
Bovendien hebben de Engelschen, die er bij
de groote gevechten over het algemeen goed
afkwamen, in kleinere schermutselingen en
onveihoedsche aanvallen meer manschappen en
vooral meer officieren verloren, dan bij een
nederlaag het geval zou zijn. En daartegenover
staat niet eens de troost, dat de verliezen des
vijands nog grooter zijnwant de Afridés, die
zich steeds prachtig opstelden, leden betrek
kelijk onbeduidende verliezen.
Volgens Daily Neus hebben de Engelschen
aan dooden en gekwetsten verloren resp. 32
en 68 officieren, 74 en 272 soldaten; de In-
landsche troepen 232 en 633 officieren en sol
daten. Bovendien weiden nog 30 dragers ge
dood en 24 gewond.
De Times beweert dat Duitschland Kiao
Tschou loslaat om der wille van Rusland, dat,
gelijk verleden jaar werd beweerd, in een
van hun eiland, met den slanken vuurtoren en
de boschrijke heuvels, achter de witte duinen.
Tot ver in het Oosten was de onbewolkte
hemel met gloeiend rood overdekt. De zee
was spiegelglad, en ruischte in bonte kleuren
pracht, plechtig om hen heen.
De zieke lag met het gelaat naar de kust
gekeerdmet zijne blauwe lippen dronk hij met
volle teugen de frissclie koude lucht in, en
een blijde lach verhelderde zijne schoone trek
ken. Leopold zat zwijgend naast zijn broeder
en durfde zijn hand niet weer vattendeze
nam in stille verrukking het beeld van zijn
geboorteland in zich op.
Wat was er voorgevallen met die ziel, die
met zooveel haat vervuld was geweest Had
de koorts den hartstocht uitgedoofd, of gaf de
naderende dood der liefde haar heerschappij over
dit edele gemoed terug? Zonder hem aan te
zien greep Karei Johan de hand van Leopold,
deze zonk op zijne knieën, verborg zijn gelaat
in het kussen en smeekte op doften toon
„Broeder, broeder, vergeef mij
Het antwoord klonk met een heldere stem:
„Kijk, het bloed is gekropen waar het niet
gaan kon Heb mijne trouwe moeder lief
Ach heb haar zoo oneindig lief als ik Eens
klaps keerde hij zijn gelaat naar Leopold toe,
zijne groote oogen braken en hij mompelde
nog slechts onverstaanbare woorden hij
trachtte zich op te richten maar een die ster
ker is dan alle wil, en alle kracht op aarde,
geheim tractaat aanspraken op deze haven had
erlangd.
Het blad hitst Frankrijk op, omdat Samsah,
waar de Duitschers een kolenstation zullen
krijgen, vlak bij Foetschau ligt, waar Frankrijk
groote belangen heeft.
De Globe betoogt dat Duitschland het op
Engeland heeft voorzien en legt keizer Wil
helm zelfs een Delenda est britania in den
mond. Het blad zegt dat de oprichting van
een Duitsch station de zekerheid verstoort,
welke Engeland had, en dat het nieuwe plan
ongetwijfeld nadeelig werkt op de positie van
Engeland in geval van oorlog.
De Daily News toont, als andere Engelsche
bladen, zijn boosheid over Duitschlands optreden
in China, en uit die in den vorm van een
hatelijk artikel over keizer Wilhelm. Het blad
wil, in tegenstelling met den vermaarden
„Zwijger", den keizer, die bij alle gelegenheden
toosten en toespraken houdt en nu weer al
zijn welsprekendheid aanwendt om uitbreiding
van de vloot te verkrijgen, „Willem de Spraak
zame" noemen.
Verder drijft het blad den spot met „mijn
eenigen broeder", wiens leven keizer Wilhelm
bij de opening van den Rijksdag eenigszins
pathetisch voorstelde als in de waagschaal ge
steld, door het hem opgedragen commando in
de Chineesche wateren.
De Westminster Gazette houdt de Duitsche
bladen voor de gek meteen bericht, dat prins
Ileinrieh bij zijn afscheidsbezoek aan Bismarck
verzocht de plaats op het voorhoofd van Bis
marck te mogen aanraken, waarop zijn groot
vader zoo dikwijls een kus had gedrukt.
Het blad teekent Bismarcks voorhoofd af,
met een kruis op het gewijde plekje, dat dooi
den vinger van Prins Heinricli wordt beroerd.
Op last des keizers zullen alle beschik
bare schepen van de Dnitsche marine te Kiel
worden vereenigd, om het naar China ver
trekkende eskader uitgeleide te doen. De keizer
zal met prinses Heinrich een eindweegs mede
gaan.
De Nordd Allgem. zegt dat het bericht
over de vernietiging eener Duitsche expeditie
in Kameroen niet waar kan zijn.
De Hongaarsche kamer besloot met 185
tegen 37 stemmen tot verwerping van alle
amendementen der oppositie en tot vevzendiug
van het regeeringsontwerp naar' de financieele
commissie.
Vooraf hadden Kossuth en de andere leden
der onafhankelijkheidspartij hun obstructio-
nisme plotseling opgegeven, men zegt tenge
volge van de bemiddeling van Szilagyi den
Kamerpresident.
Het is natuurlijk dat men aanneemt dat deze
frontverandering het gevolg is van toezeggingen,
welke aan de onafhankelijkheidspartij zijn ge
daan. Maar over den aard dier toezeggingen
verkeert men in liet duister.
De bladen in Boedapesth hadden overigens
de linkerzijde ernstig gewaarschuwd geene
obstructie te beginnen tegen het Hongaarsche
ministerie. De Magyaren moeten, al ware het
alleen om de andere in hun eigen land op de
loer liggende natiën, (vooral de Roemenen)
het bewijs geven van volstrekte eensgezindheid.
De Temps deelt mede dat Maandag
twee Tscherkessische soldaten den sultan
wilden dooden, op het oogenblik dat deze uit
ging, ter ontvangst van prins Ernst van Saksen-
Altenburg. Het paleis werd daarop omsingeld
door de troepen; velen werden aangehouden
enz. Maar de correspondent acht het ook
mogelijk, dat alles comedie is van eenigen, die
de gunst des sultans willen verwerven.
Riza-bey, de aanstoker van den opstand
der Albaneezen,ïs gevankelijk te Konstantino-
pel binnengebracht.
INGEZONDEN STUKKEN.
Ingezonden stukken worden in geen geval teruggezonden.
De Baidar op Noordland.
Mijnheer üe Redacteur!
In de Midd. Courant van 9 dezer komt het
bericht voor dat de heer M. Bolle Lzn., correspon
dent der Zuid-Hollandsche Maatschappij tot
redding van drenkelingenin een schrijven aan
de N. R. Ct. opkomt tegen het bericht uit
Yeere omtrent de stranding van het stoomschip
Baidar op Noordland. Daar dit verslag vrijwel
overeenkomt met het door mg u gezonden
relaas, acht ik mij verplicht u beleefd een
de kalme, stille dood greep hem aan en strekte
hem roerloos neer,
Leopold hield nog altijd zijn hand vast en
knielde naast hem neer met den blik op de
naderende kust, waarover zich van lieverlede
de schemering uitstrekte. Hij richtte zich pas
op, toen de loods aan boord kwam en het dag
werk al zijn aandacht vorderde.
Het was middernacht toen Jetje uit haar
slaap opschriktezij had haar man en Karei
Johan gezien, arm in arm langzaam op het
huisje toekomende. En terwijl zij luisterde,
hoorde zij duidelijk kloppen tegen haar ven
sterluik. Met een sprong was zij het bed uit
en drukte de handen tegen het kloppende hart.
Er werd nog eens geklopt, toen zij licht aan
stak en nu werd er duidelijk geroepen„Moe
der moederdoe open, daar ben ik".
„Heer in den HemelDat is niet zijn
stem en het is toch zijn roep!
En toen zij de huisdeur ontsloot en bet licht
schijnsel op het bleeke gelaat van Leopold viel,
wierp zij de kaars neer en omsloot hem met
beide armen, al roepende„Mijn zoon, mijn
zoon, mijn verloren en weder gevonden zoon
EINDE.
plaatsje te verzoeken, teneinde deze zaak iets
nader toe te lichten. Laat ik even mogen
herinneren aan de volgende feiten
Maandag morgen, den 29 Nov., bij hot aan
breken van den dag, werd van het hoofd te
Veere een schip opgemerkt, dat blijkbaar vast
zat; er was zeer slecht zicht en nu en dan
kou men niets zien, maar daar het vaartuig
steeds op éen hoogte bleef, dacht men van
hier dat het stoomschip op de Onrust zat.
Later bleek het de Baidar te zijn, die op
Noordland zat. Van uit Veere gezien, liggen
beide banken in dezelfde richting, zoodat eene
vergissing in deze zeer verschoonbaar is. Oogen-
blikkelijk waren eenige schippers bereid om
den in nood verkeerenden ter hulpe te snellen.
Het vaartuig VE 5, schipper P. J. Huijbrecht,
met den heer Van Beveren aan boord, was dan
ook weldra de haven uit, maar 't bleek een
wanhopige worsteling; en spoedig moest men
het dan ook opgeven en in de haven terug-
keereu.
Des anderen daags was het weer veel be
daarder en om zes uur des morgens zeilden
dan ook V E 2, schipper J. F. de Rooy, en
V E schipper P. J. Huijbrecht, bij wien o.
m. de heer Van Beveren en zijne beide zoons
aan boord waren, uit. Ongeveer half acht in
den morgen kwam schipper J. F. de Rooij het
eerst bij de Baidar. Toen hij aan boord kwam,
werd hem direct door den kapitein gevraagd,
waar het schip zich bevond en of het gevaar
lijk zat. De schipper antwoordde dat er vol
strekt geen gevaar bestond en beriep zich op
den heer Van Beveren, die toen juist bij hen
kwam. Verder verwijs ik naar het door mij
geleverde verslag.
Nu lees ik in het stuk van den heer Bolle
dat de reddingboot van Burghsluis om acht
uur reeds bij de Baidar aankwam.
De Veersche schippers en ook de heer Van
Beveren verklaren nu beslist, dat dit onwaar
is; en zij willen tegenover ieder getuigen dat
genoemde reddingboot eerst om tien uiu- iu
den morgen op gezegde plaats is gekomen.
De kapitein van de Baidar besloot, na
de geruststellende verklaringen, hem door de
Veerenaars verstrekt, aan boord te blijven zoo
verklaren de Veerenaars.
„Neen", zegt de heer M. Bolle, „de kapitein
wenschte met de reddingboot aan wal te gaan",
maar eilieve, M. de R., als de reddingboot en
de Veersche vaartuigen gelijk bij het stoom
schip waren, en de kapitein niet van plan was
om aan boord te blijven, waarom zond hij dan
een stuurman naar den wal met telegrammen
en waarom telegrafeerde hij dan niet zelf?
Dat is, dunkt mij, het duidelijkste bewijs
dat de kapitein aan boord wenschte te blijven.
Doch, nadat hij met den schipper der redding
boot had gesproken, was hij van plan veranderd
De kapitein had echter gerust aan boord
kunnen blijven, want hij was daar op dat
oogenblik veiliger, dan in de reddingboot. Ook
de schipper der reddingboot heelt, toen hij
met de manschappen aan den wal was, gezegd
dat er volstrekt geen gevaar wasdit is gehoord
door schipper De Rooy.
En nu, vraag ik u, M. d. R., kan men dit
nu een redding noemen Is het een redding
van schipbreukelingen, wanneer men menschen
van een schip haalt, dat wel hoog op een plaat
zit, maar waar men omheen kan loopenop
een plaat waar zelfs met springtij geen water
komt, waar de zeevogels des zomers hunne
eieren uitbroeden?
Neen, M. de R., dat schip verkeerde niet in
gevaar. Des Maandags misschien wel, maar
Dinsdag had dat gevaar opgehouden, en was
het schip veilig.
Dus deze redding was geen redding, 'twas
een gewone aan-den-wal-brengerij van een be
manning van een stoomschip, welke, zonder
dat daarvoor redenen bestonden, het vaartuig
had verlaten.
Aan de bemanning der reddingboot, die zich
des Maandags zoo verdienstelijk en met ware
doodsverachting heeft gedragen, komt zeker
een woord van hulde toe. Doch Dinsdag was
het gevaar voorbij.
Omtrent het gezonden verslag betreffende de
vischsloep Ostende 39, kan uw berichtgever
alleen dit herhalen, dat de door hem in zijn
verslag met name genoemde mannen blijven
getuigen, dat die sloep werkelijk in nood ver
keerde, en de equipage uitgeput was van ver
moeienis en koude; dat de sloep noodsein op
had en dat de reddingboot haar moet heb
ben gezien.
Nu de heer M. Bolle te gelijker tijd een
zaak aanroert, waarvan hij heelemaal niets
weet, nl. het gebeurde met het Engelsche
vischkottertje (bij den heer Bolle is alles
klein, Veersche scheepjes. Engelsche kottertjes)
in 1896 op dezelfde bank, heb ik slechts dit
te antwoorden. Er was toen beter zicht dan
er nu was, en Noordland kan beter van den
vuurtoren van Wester-Schouwen worden geob
serveerd dan van Veere. De heer Bolle is omtrent
de uit zee komende Veersche visschers slecht
ingelicht. De door hem bedoelde Jan Minnebo
heeft destijds, toen hij met zijn scheep(je) de
mast ontdekte met twee menschen erin, direct
onderzocht of dezen nog leefden en getracht
ze aan boord van zijn vaartuig te nemen. Zij
waren echter dood en stijfen daar Minnebo
slechts aan boord was met twee broertjes en
deze hem niet konden of durfden helpen, gaf
hij de pogingen op en koerste naar Veerevan
waar echter direct de heer Van Beveren wéér
zee koos met nog twee andere visschersvaar-
tuigen. En nu vraag ik: had men toen moe
ten telegrafeeren naar Burghsluis, dat er op
Noordland twee lijken waren Dan nog zou
de reddingboot later geweest zijn dan de Veer
sche visschers en waren even goed dezelfde inen-
schenlevens te betreuren geweest.
Hiermede M. d. R. eindig ik, en dank ik u
zeer voor de mij afgestane plaatsruimte.
Uw berichtgever,
Veere, 10 Dec. 1897. Ph. P. V.
StoomdrukkerijD. G. KrÖberJr.Middelburg.