BUITENLAND. W urtemberg 0.03 pc.voor bet gansche rijk 0.11 pc. In 1887/88 bedroeg het procent nog 0.71 1895/% nog 0.15 pc. De Amstevdamsche correspondent der Frmkf. Zty. maakt bij deze cijfers de opmerking„De beteekenis dezer cijfers wordt eerst recht dui delijk, wanneer men ze vergelijkt met de lich tingen in het beschaafde buitenland. In Neder land konden nog in het jaar 1896 4.7 pc. der recrutea lezen noch schrijven." Sedert Maandag jl. heeft de 17jarigè zoon van den heer Ileinrieh Preese, fabrikant te Berlijn, het ouderlijk huis verlaten en is daar tot dusver niet teruggekeerd. Daar hij het plan scheen gemaakt te hebben naar het bui tenland te gaan, wellicht naar Nederland, ver zocht men de volgende herkenningsteekeneu openbaar te makenDe vermiste was nog schoolgaande (zoogenaamd Unter-Secundaner). Het jongemensch is 17 jaar oud, lichtblond en was gekleed in het zwart met zwarte paletot. De ongelukkige ouders hebben een belooning van 300 Mark uitgeloofd voor dengeen, die den vermiste opspoort. Een bloedig tooneel is voor eenige dagen in een kazerne te Keulen afgespeeld." De oudste soldaat in een der kamers, die daar als zoodanig met het toezicht was belast, had order gegeven het vertrek schoon te maken. Toen hieraan niet werd voldaan, deed hij er aangifte van. De manschappen besloten zich te wreken. Toen hun kameraad 's avonds in de kamer kwam, werd hij door een der man nen, die uit zijn bed sprong, aangevallen. De overigen sprongen mede toe, en daarop trok de aangevallene zijn sabel en stak den eersten aanvaller overhoop. De overigen wierpen zich nu op hem en toen de onderofficieren binnen stormden vonden zij hem met gebroken sche del en met wonden overladen liggen. Op den grond werd een bebloede schaar gevonden. In zeer bedenkelijken toestand werd de mis handelde naar het hospitaal vervoerd, terwijl de aanvallers in arrest werden genomen. De getroffene is sedert aan zijn wonden over leden, en Donderdag met groote militaire eer bewijzen, in het bijzijn van tal van officieren ter aarde besteld. In de buurt van Munster heeft het St. Nicolaasfecst, of liever het beletten van dit feest door de politie, tot ongeregeldheden geleid. In het bij Munster gelegen dorpje Ennigerloh wilde men een soort van maskarade vertoonen, waarbij de goede Sint natuurlijk een rol zou vervullen. Maar de politie verbood zulke ge ruchtmakende betoogingen. Dit verbod ver bitterde de bewoners en 't kwam tot heftige opstootjes. Eenige honderden burgers jouwden de versterkte politie uit en wierpen haar met steenen. Er moeten zelfs schoten zijn gelost. Een politiedienaar is vrij ernstig gewond. Vele personen zijn gevangen genomen. Keizer Frans Jozeph zond fl 1500 voor de bij de standjes te Praag gekwetste militairen. In den sneltrein tusschen Milaan en Turijn is een aanslag gepleegd op een rechter, die een ernstige snede aan den hals bekwam. De dader- had het op de goed gevulde beurs van den rechter voorzien, maar deze laatste had ondanks zijn verwonding nog kracht genoeg zijn aan rander uit den trein te werpen. Zoo vlug recht te doen zal den aangevallene wel iets nieuws zijn geweest. Nader wordt gemeld, dat de rechter 14 mes steken heeft bekomen. De dader, een arbeider van de spoorwegwerkplaatsen, is aangehouden. De aanvoerder van de Weensche socialisten Victor Adler is wegens beleediging van Badeni tot veertien dagen hechtenis veroordeeld. Een rijke Belg deed een behanger uit Parijs komen, om eene zaal te versieren. De man zag er schoon geschilderde panee- len, verbeeldende personen, omringd van over heerlijk geschilderde ornamenten. Ik ben dat beu, zeide de eigenaar. Wilt gij die paneelen koopen Wat moeten ze kos ten? 6000 fr. Aangenomen. De behanger neemt de paneelen mee naar Parijs en toont ze aan een kenner, die ze toe schrijft aan Watteau of een zijner beste leer lingen. Kort daarna spraken de behanger en de heer elkaar weer. Welnu, hoe is 't met mijne pa neelen Helaasverkocht. Voor hoe veel 25 000 f. En gij zegt helaas Wie zou dat nietHij die ze van mij gekocht heeft, maakte er 250.000 fr. van. Zou het waar zijn en voor den rechterzijn geweten. Jarenlang had hij de herinnering aan den verdwenen broeder van zich afgezet Karei Johau had het hem zoo gemakkelijk gemaakt. Ook de vijandschap zijner moeder had hij weten te dragen die ging immers niet van hem uit maar van haar daarmede had hij zijn geweten gepaaid doch nu was bij als door het bazuingeschal van het jongste gericht gewekt! Welk een krachtige geest, welk een trouw hart had hij met zijn koude zelfzucht gebro kenen waarvoor? Was hij gelukkig? Rijk dom brengt alleen geluk aan bij het verwer ven in het bezit is het een bijzaak, die als van zelf spreekt. Ja, rijkdom behoorde bij zijn huismaar was zijn huis gelukkig Schijn, ijdelheid, en lichtgekrenkte eerzucht, dat waren de heerschers in zijn huis, waarin zijn moeder nooit gepast had en dus was het maar beter geweest dat zij er niet kwam. En zijn koele aard had zich niet tegen die verhouding ver zet hij duldde niet dat zijn bloed naar het verleden liep, en als het er heen kroop somtijds plotseling, dan wist hij het terstond weer terug te dringen Waar had die stroom op den loer gelegen, die nu met zooveel geweld door zijn aderen bruiste? Zijn moeder en zijn broeder, uit zijne prilste jeugd, stonden weer levendig voor hem, en ook het laatste vertrek van zijn vader, het wachten van moeder, haar morren tegen God eD de menschen, en eindelijk hare verlossende Na het vele, dat reeds geschreven is over helderziendheid, zal het zeker veel opzien ba ren, dat de Semaine médicale deze week een relaas bevat van prof. Grasset, te Montpellier, over een geval van helderziendheid, dat hij heeft waargenomen onder omstandigheden, die elk bedrog uitsloten, en dat daarom op hem een grooten indruk heeft gemaakt. Een oud leerling van hem, een arts te Narboune, had hem verteld dat hij onder zijn patiënten iemand had, die de gave van helderziendheid in hooge mate bezat en hem had uitgenooctigd een proef te nemen. Prof. Grasset had toen op een velletje papier een tweeregelig vers geschreven, en daaronder drie woorden, in Russische, Duitsche en Grieksche karakters, en ten slotte zijn woonplaats en den datum. Dit had hij toegevouwen, met de letters naar binnen, ge pakt in een stuk stanniool, zooals dat om choca- laadtabletten zit, en daarna in een enveloppe gesloten. Door de sluiting had hij een speld gestoken, en de beide uitstekende punten met een groot zegel bedekt. Zoo was alles naar Narbonne verzonden. De arts daar had den brief thuis laten liggen en was bij zijn sujet aangeloopen om een uur voor de proef vast te stellen. Maar deze was onmiddellijk bereid op de plaats zelve tot de lezing over te gaan, en, terwijl de brief op 300 meter afstand op een bureau lag, las zij het was eene vrouw alles wat er in stond. Zij herkende het stanniool, las het vers, toe kende de vreemde letters na, of zei dat zij ze niet begreep, en noemde ten slotte het onder schrift. Prof. Grasset had den brief later geopend in de Academie van Wetenschappen te Mont pellier, en daar geconstateerd dat hij in alle opzichten ongeschonden was geweest. De Aca demie heeft daarop een commissie benoemd om de zaak nader te onderzoeken. Wilddieven in België. Den laatsten tijd zijn uit België herhaal delijk berichten gekomen over bloedige stroo- persdrama's. Dat er bloed vloeit is waarlijk geen wonder, als men iu de Ned. Sport het volgende leest over wilddieven op groote schaal. Het stroopersgilde heeft ook reeds geleerd het V Union fait la Force en vereenigt zich in grooten getale om de jachtvelden af te loopen en, onder het oog van de maehtelooze jachtop zieners, drijfjachten te houden, waarbij de uit- genoodigden alleen de voorzorg gebruiken van door een zwart masker hun gelaat onkenbaar te maken. De lauweren van den berucliten Cartouche schijnen deze boeven afgunstig gemaakt te heb ben en van alle kanten verneemt men voor vallen, welke het bewijs leveren, dat de eer bied voor den eigendom meer en meer verlo ren gaat. Een klein staaltje van wat dergelijke helden durven te ondernemen, is het volgende Ongeveer vijf en twintig stroopers hebben dezer dagen het kasteel van den heer De Paon te Andershoven St. Marie als 't ware belegerd. Gewapend met geweren en bijlen hebben deze stroopers groote verwoestingen aangericht in het park, dat bij het kasteel behoort, en ten slotte al de vensterruiten van het kasteel dooi- geweerschoten vernield. De te hulp geroepen gendarmen behielden eerst na feilen strijd de overhand en blijven voorloopig ter plaatse om herhaling van deze woeste tooneelen, welke daar niets nieuws zijn, te voorkomen. Een rechterlijke dwaling. Op het oogenblik, waarop gansch Frankrijk zich bezighoudt met de feilbaarheid der justitie en generaal Billot aan de militaire justitie feitelijk een brevet van onfeilbaarheid uitreikt, is in Frankrijk een revisie aan de orde, welke niet alleen de feilbaarheid van de beroeps- justitie aantoont, maar zelfs doet zien, dat alle voorzorgen, om alleen mannen van onbetwist- baren rechtvaardigheidszin bij de rechterlijke macht te plaatsen, niet steeds baten. Het geldt een rehabilitatie van in balling schap gestorven personen, die in 1852 ten on rechte wegens moord veroordeeld waren. Toen in 1856 de man verhoord zou worden, die de werkelijk schuldige was, schreef de rechter van instructie op last van den procureur-generaal aan den met het voorloopig onderzoek belasten kantourechter o. a. dat deze zich niet had bezig te houden met eenige verklaring welke op de onschuld van de vroegere veroordeelden zou wijzen. onderwerping en berusting. Een vurig verlan gen greep hem aan, dat zijn broeder hem nog eenmaal mocht omarmen en vergeven. En hij bad en smeekte om barmhartigheid, en weende. Het schip was op de Merwelér hoogte, op weg naar Finland. De kapitein riep zijne officieren bijeen, voor een beraadslaging, doch eigenlijk voor de mededeeling van zijn besluit om van koers te veranderen en naar zijn eiland te stevenendit bijzondere geval eischte bij zondere maatregelen met het oog op de ster venden en zieken. Hierna keerde hij onver wijld naar het bed zijns broeder terug en liet alles verder aan zijne stuurlieden over. De hoop om Karei Johan's leven te redden begaf hem echter meer en meer. Hij sliep nog altijd niet, stond met ongeloofelijke kracht, ondanks allen tegenstand, op, doch viel terstond weer op zijn bed terug. Tegen den avond van den derden dag werd hg rustiger en Leopold dacht een paar maal dat het bewustzijn terugkeerde want hij hield midden in zijn woordenvloed op, en zag -hem strak aan. Leopold hield zijn hand, die vermagerd en gloeiend was, vast in de zijne geklemd en nu klonk het op een vreemden toon van de lippen des lijders„Zijt gij daar Leopold Laat mij op het dek brengen Dat was spoedig geschiedin kussens en dekens gehuld legden zij hem op het achter dek. De zon ging onder en hare roode stralen verlichtten duidelijk de omtrekken der kust „Al wat uit het loopende onderzoek zou kun nen voortvloeien, is de medeplichtigheid van Gallemard, die de schuld der veroordeelden van 1852 geenszins te niet doet." Deze gewetenlooze Rechthaberei der justi tie was oorzaak, dat niet reeds toen de onschuld der veroordeelden aan het licht kwam. En eerst nu dus na 45 jaar zijn de betrekkingen der veroordeelden daarin geslaagd. De procureur-generaal bij het hof van cas satie heeft de houding der justitie in deze zaak scherp gelaakt. Den eisch der betrekkingen, die als civiele partij 100.000 francs vroegen, achtte de pro cureur-generaal alleszins rechtvaardig. Hij wilde daarover zelfs niet eens spreken. Alleen betreurde hij het dat de staat in deze moet betalen, en niet „de bedrijvers van de justitieele misdaad van 1856." Beknopte Mededeelingen. Majoor Ra vary, de regeeringscommissaris bij den Parijschen krijgsraad, die de zaak- Esterhazy onderzoekt, heeft Donderdag kolonel Picquart en, voor de tweede maal Matthias Dreyfuss gehooid. Grappig iets toch, zoo'n majoor die zijn superieur in verhoor neemt Vrijdag had generaal Billot over deze zaak een langdurig onderhoud met den nieuwen minister van justitie Milliard. Waarom dat? Als de regeering in den senaat waarheid heeft gesproken en er geen zaak-Dreyfuss bestaat, heeft de minister van justitie niets te maken met alles wat nu omgaat. De commissie uit de Fransche kamer, belast met het onderzoek van de voorstellen van leden tot wijziging van het kiesrecht, heeft zich verklaard tegen het voorstel om het man daat der afgevaardigden te verlengen, en dan telkens de helft der leden te doen aftre den, een voorstel dat o. a. beoogde de verkie- zingskosten der Kamerleden te verminderen, De Fransche regeerïng heeft, naar men zegt, besprekingen geopend met de regeering te Berlijn, teneinde te komen tot de vaststelling van lijsten van personen, die uit den Elzas herkomstig en in Duitschland dienstplichtig zijn. Langs dezen weg zullen de bekende moeilijkheden veel worden verminderd. De Petit Bleu deelt mede dat de Fransche ambassadeur te Londen Vrijdag middag een langdurig onderhoud had met Chamberlain. Het is volgens het blad een stuk zonder precident, dat een ambassadeur zich rechtstreeks tot den minister van koloniën wendt, en het blad ziet daarin het bewijs, dat de Niger-kwestie in een critiek stadium is gekomen. Volgens de Manchester Guardian besloot de Britsche regeering zoodra het verschil met Frankrijk was geregeld, het bevind der Niger Company door het Britsche gezag te vervangen, Het schijnt een niet langer te loochenen feit dat de groote expeditie tot tuchtiging der Afridé's mislukt is. De Engelsche troepen, onder leiding van den opperbevelhebber, trek ken zich terug, om in de Bara-vallei een groot, permanent kampte betrekken. Tot dit besluit is men gekomen niet na een groote nederlaag, welke door een sterkere troepenmacht te wreken zou zijn, maar de tegenspoed der Engelschen is te wijten aan een groot aantal kleine oor zaken, welke blijven bestaan, en niet zijn weg te nemen, zelfs al werd een tienmaal sterkere legermacht uitgezonden. Bovendien hebben de Engelschen, die er bij de groote gevechten over het algemeen goed afkwamen, in kleinere schermutselingen en onveihoedsche aanvallen meer manschappen en vooral meer officieren verloren, dan bij een nederlaag het geval zou zijn. En daartegenover staat niet eens de troost, dat de verliezen des vijands nog grooter zijnwant de Afridés, die zich steeds prachtig opstelden, leden betrek kelijk onbeduidende verliezen. Volgens Daily Neus hebben de Engelschen aan dooden en gekwetsten verloren resp. 32 en 68 officieren, 74 en 272 soldaten; de In- landsche troepen 232 en 633 officieren en sol daten. Bovendien weiden nog 30 dragers ge dood en 24 gewond. De Times beweert dat Duitschland Kiao Tschou loslaat om der wille van Rusland, dat, gelijk verleden jaar werd beweerd, in een van hun eiland, met den slanken vuurtoren en de boschrijke heuvels, achter de witte duinen. Tot ver in het Oosten was de onbewolkte hemel met gloeiend rood overdekt. De zee was spiegelglad, en ruischte in bonte kleuren pracht, plechtig om hen heen. De zieke lag met het gelaat naar de kust gekeerdmet zijne blauwe lippen dronk hij met volle teugen de frissclie koude lucht in, en een blijde lach verhelderde zijne schoone trek ken. Leopold zat zwijgend naast zijn broeder en durfde zijn hand niet weer vattendeze nam in stille verrukking het beeld van zijn geboorteland in zich op. Wat was er voorgevallen met die ziel, die met zooveel haat vervuld was geweest Had de koorts den hartstocht uitgedoofd, of gaf de naderende dood der liefde haar heerschappij over dit edele gemoed terug? Zonder hem aan te zien greep Karei Johan de hand van Leopold, deze zonk op zijne knieën, verborg zijn gelaat in het kussen en smeekte op doften toon „Broeder, broeder, vergeef mij Het antwoord klonk met een heldere stem: „Kijk, het bloed is gekropen waar het niet gaan kon Heb mijne trouwe moeder lief Ach heb haar zoo oneindig lief als ik Eens klaps keerde hij zijn gelaat naar Leopold toe, zijne groote oogen braken en hij mompelde nog slechts onverstaanbare woorden hij trachtte zich op te richten maar een die ster ker is dan alle wil, en alle kracht op aarde, geheim tractaat aanspraken op deze haven had erlangd. Het blad hitst Frankrijk op, omdat Samsah, waar de Duitschers een kolenstation zullen krijgen, vlak bij Foetschau ligt, waar Frankrijk groote belangen heeft. De Globe betoogt dat Duitschland het op Engeland heeft voorzien en legt keizer Wil helm zelfs een Delenda est britania in den mond. Het blad zegt dat de oprichting van een Duitsch station de zekerheid verstoort, welke Engeland had, en dat het nieuwe plan ongetwijfeld nadeelig werkt op de positie van Engeland in geval van oorlog. De Daily News toont, als andere Engelsche bladen, zijn boosheid over Duitschlands optreden in China, en uit die in den vorm van een hatelijk artikel over keizer Wilhelm. Het blad wil, in tegenstelling met den vermaarden „Zwijger", den keizer, die bij alle gelegenheden toosten en toespraken houdt en nu weer al zijn welsprekendheid aanwendt om uitbreiding van de vloot te verkrijgen, „Willem de Spraak zame" noemen. Verder drijft het blad den spot met „mijn eenigen broeder", wiens leven keizer Wilhelm bij de opening van den Rijksdag eenigszins pathetisch voorstelde als in de waagschaal ge steld, door het hem opgedragen commando in de Chineesche wateren. De Westminster Gazette houdt de Duitsche bladen voor de gek meteen bericht, dat prins Ileinrieh bij zijn afscheidsbezoek aan Bismarck verzocht de plaats op het voorhoofd van Bis marck te mogen aanraken, waarop zijn groot vader zoo dikwijls een kus had gedrukt. Het blad teekent Bismarcks voorhoofd af, met een kruis op het gewijde plekje, dat dooi den vinger van Prins Heinricli wordt beroerd. Op last des keizers zullen alle beschik bare schepen van de Dnitsche marine te Kiel worden vereenigd, om het naar China ver trekkende eskader uitgeleide te doen. De keizer zal met prinses Heinrich een eindweegs mede gaan. De Nordd Allgem. zegt dat het bericht over de vernietiging eener Duitsche expeditie in Kameroen niet waar kan zijn. De Hongaarsche kamer besloot met 185 tegen 37 stemmen tot verwerping van alle amendementen der oppositie en tot vevzendiug van het regeeringsontwerp naar' de financieele commissie. Vooraf hadden Kossuth en de andere leden der onafhankelijkheidspartij hun obstructio- nisme plotseling opgegeven, men zegt tenge volge van de bemiddeling van Szilagyi den Kamerpresident. Het is natuurlijk dat men aanneemt dat deze frontverandering het gevolg is van toezeggingen, welke aan de onafhankelijkheidspartij zijn ge daan. Maar over den aard dier toezeggingen verkeert men in liet duister. De bladen in Boedapesth hadden overigens de linkerzijde ernstig gewaarschuwd geene obstructie te beginnen tegen het Hongaarsche ministerie. De Magyaren moeten, al ware het alleen om de andere in hun eigen land op de loer liggende natiën, (vooral de Roemenen) het bewijs geven van volstrekte eensgezindheid. De Temps deelt mede dat Maandag twee Tscherkessische soldaten den sultan wilden dooden, op het oogenblik dat deze uit ging, ter ontvangst van prins Ernst van Saksen- Altenburg. Het paleis werd daarop omsingeld door de troepen; velen werden aangehouden enz. Maar de correspondent acht het ook mogelijk, dat alles comedie is van eenigen, die de gunst des sultans willen verwerven. Riza-bey, de aanstoker van den opstand der Albaneezen,ïs gevankelijk te Konstantino- pel binnengebracht. INGEZONDEN STUKKEN. Ingezonden stukken worden in geen geval teruggezonden. De Baidar op Noordland. Mijnheer üe Redacteur! In de Midd. Courant van 9 dezer komt het bericht voor dat de heer M. Bolle Lzn., correspon dent der Zuid-Hollandsche Maatschappij tot redding van drenkelingenin een schrijven aan de N. R. Ct. opkomt tegen het bericht uit Yeere omtrent de stranding van het stoomschip Baidar op Noordland. Daar dit verslag vrijwel overeenkomt met het door mg u gezonden relaas, acht ik mij verplicht u beleefd een de kalme, stille dood greep hem aan en strekte hem roerloos neer, Leopold hield nog altijd zijn hand vast en knielde naast hem neer met den blik op de naderende kust, waarover zich van lieverlede de schemering uitstrekte. Hij richtte zich pas op, toen de loods aan boord kwam en het dag werk al zijn aandacht vorderde. Het was middernacht toen Jetje uit haar slaap opschriktezij had haar man en Karei Johan gezien, arm in arm langzaam op het huisje toekomende. En terwijl zij luisterde, hoorde zij duidelijk kloppen tegen haar ven sterluik. Met een sprong was zij het bed uit en drukte de handen tegen het kloppende hart. Er werd nog eens geklopt, toen zij licht aan stak en nu werd er duidelijk geroepen„Moe der moederdoe open, daar ben ik". „Heer in den HemelDat is niet zijn stem en het is toch zijn roep! En toen zij de huisdeur ontsloot en bet licht schijnsel op het bleeke gelaat van Leopold viel, wierp zij de kaars neer en omsloot hem met beide armen, al roepende„Mijn zoon, mijn zoon, mijn verloren en weder gevonden zoon EINDE. plaatsje te verzoeken, teneinde deze zaak iets nader toe te lichten. Laat ik even mogen herinneren aan de volgende feiten Maandag morgen, den 29 Nov., bij hot aan breken van den dag, werd van het hoofd te Veere een schip opgemerkt, dat blijkbaar vast zat; er was zeer slecht zicht en nu en dan kou men niets zien, maar daar het vaartuig steeds op éen hoogte bleef, dacht men van hier dat het stoomschip op de Onrust zat. Later bleek het de Baidar te zijn, die op Noordland zat. Van uit Veere gezien, liggen beide banken in dezelfde richting, zoodat eene vergissing in deze zeer verschoonbaar is. Oogen- blikkelijk waren eenige schippers bereid om den in nood verkeerenden ter hulpe te snellen. Het vaartuig VE 5, schipper P. J. Huijbrecht, met den heer Van Beveren aan boord, was dan ook weldra de haven uit, maar 't bleek een wanhopige worsteling; en spoedig moest men het dan ook opgeven en in de haven terug- keereu. Des anderen daags was het weer veel be daarder en om zes uur des morgens zeilden dan ook V E 2, schipper J. F. de Rooy, en V E schipper P. J. Huijbrecht, bij wien o. m. de heer Van Beveren en zijne beide zoons aan boord waren, uit. Ongeveer half acht in den morgen kwam schipper J. F. de Rooij het eerst bij de Baidar. Toen hij aan boord kwam, werd hem direct door den kapitein gevraagd, waar het schip zich bevond en of het gevaar lijk zat. De schipper antwoordde dat er vol strekt geen gevaar bestond en beriep zich op den heer Van Beveren, die toen juist bij hen kwam. Verder verwijs ik naar het door mij geleverde verslag. Nu lees ik in het stuk van den heer Bolle dat de reddingboot van Burghsluis om acht uur reeds bij de Baidar aankwam. De Veersche schippers en ook de heer Van Beveren verklaren nu beslist, dat dit onwaar is; en zij willen tegenover ieder getuigen dat genoemde reddingboot eerst om tien uiu- iu den morgen op gezegde plaats is gekomen. De kapitein van de Baidar besloot, na de geruststellende verklaringen, hem door de Veerenaars verstrekt, aan boord te blijven zoo verklaren de Veerenaars. „Neen", zegt de heer M. Bolle, „de kapitein wenschte met de reddingboot aan wal te gaan", maar eilieve, M. de R., als de reddingboot en de Veersche vaartuigen gelijk bij het stoom schip waren, en de kapitein niet van plan was om aan boord te blijven, waarom zond hij dan een stuurman naar den wal met telegrammen en waarom telegrafeerde hij dan niet zelf? Dat is, dunkt mij, het duidelijkste bewijs dat de kapitein aan boord wenschte te blijven. Doch, nadat hij met den schipper der redding boot had gesproken, was hij van plan veranderd De kapitein had echter gerust aan boord kunnen blijven, want hij was daar op dat oogenblik veiliger, dan in de reddingboot. Ook de schipper der reddingboot heelt, toen hij met de manschappen aan den wal was, gezegd dat er volstrekt geen gevaar wasdit is gehoord door schipper De Rooy. En nu, vraag ik u, M. d. R., kan men dit nu een redding noemen Is het een redding van schipbreukelingen, wanneer men menschen van een schip haalt, dat wel hoog op een plaat zit, maar waar men omheen kan loopenop een plaat waar zelfs met springtij geen water komt, waar de zeevogels des zomers hunne eieren uitbroeden? Neen, M. de R., dat schip verkeerde niet in gevaar. Des Maandags misschien wel, maar Dinsdag had dat gevaar opgehouden, en was het schip veilig. Dus deze redding was geen redding, 'twas een gewone aan-den-wal-brengerij van een be manning van een stoomschip, welke, zonder dat daarvoor redenen bestonden, het vaartuig had verlaten. Aan de bemanning der reddingboot, die zich des Maandags zoo verdienstelijk en met ware doodsverachting heeft gedragen, komt zeker een woord van hulde toe. Doch Dinsdag was het gevaar voorbij. Omtrent het gezonden verslag betreffende de vischsloep Ostende 39, kan uw berichtgever alleen dit herhalen, dat de door hem in zijn verslag met name genoemde mannen blijven getuigen, dat die sloep werkelijk in nood ver keerde, en de equipage uitgeput was van ver moeienis en koude; dat de sloep noodsein op had en dat de reddingboot haar moet heb ben gezien. Nu de heer M. Bolle te gelijker tijd een zaak aanroert, waarvan hij heelemaal niets weet, nl. het gebeurde met het Engelsche vischkottertje (bij den heer Bolle is alles klein, Veersche scheepjes. Engelsche kottertjes) in 1896 op dezelfde bank, heb ik slechts dit te antwoorden. Er was toen beter zicht dan er nu was, en Noordland kan beter van den vuurtoren van Wester-Schouwen worden geob serveerd dan van Veere. De heer Bolle is omtrent de uit zee komende Veersche visschers slecht ingelicht. De door hem bedoelde Jan Minnebo heeft destijds, toen hij met zijn scheep(je) de mast ontdekte met twee menschen erin, direct onderzocht of dezen nog leefden en getracht ze aan boord van zijn vaartuig te nemen. Zij waren echter dood en stijfen daar Minnebo slechts aan boord was met twee broertjes en deze hem niet konden of durfden helpen, gaf hij de pogingen op en koerste naar Veerevan waar echter direct de heer Van Beveren wéér zee koos met nog twee andere visschersvaar- tuigen. En nu vraag ik: had men toen moe ten telegrafeeren naar Burghsluis, dat er op Noordland twee lijken waren Dan nog zou de reddingboot later geweest zijn dan de Veer sche visschers en waren even goed dezelfde inen- schenlevens te betreuren geweest. Hiermede M. d. R. eindig ik, en dank ik u zeer voor de mij afgestane plaatsruimte. Uw berichtgever, Veere, 10 Dec. 1897. Ph. P. V. StoomdrukkerijD. G. KrÖberJr.Middelburg.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 6