MIDDELBURGSCHE COURANT.
N°. 292
140° Jaargang.
1897.
Zaterdag
11 December.
Het Tooneel.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Foestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 10 Dec. 8 u. vm. 38 gr. 12 u. 41 gr.,
av. 4 u. 39 gr. F. Verw. tam. kr. Z.W. w., regen.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te YlissingenC. N. J. de Vey Mestdagu te
Goes: A. C. Bolluyt, firma Wed. de Jonge.
Middelburg 10 December.
HUWELIJKSZAKEN.
op het standpunt van art. 449 door hem met
welwillendheid zal worden bejegend.
De bespreking van den Nieuw Malthusiaan-
sehen bond in de zitting der Tweede kamer
van Woensdag, en verder van de bekende
overtreding der wet door predikanten, bij het
inzegenen van een huwelijk, gaf den schrijver
van het kameroverzicht in het Handelsblad
de volgende opmerkingen in de pen
Voor den afgevaardigde voor Loosduinen,
den heer A. Brummelkamp Jr, zoon van den
bekenden „vader Brummelkamp", een der leiders
der afgescheidenen, is „het zoogenaamde Nieuw-
Malthusianisme een onderwerp dat op dezelfde
lijn staat als de prostitutie. Door den heer
Heldt, die in het streven dezer vereeniging
het eenige middel ziet om andere maatregelen
van sociale verbetering niet te doen falen, is
daartegen de eer der vereeniging, waarvan
hij voorzitter is, hoog gehouden.
Wat moet de regeering in deze doen? Wij
gelooven dat de minister een zeer verstandig
woord sprak, toen hij zeide dat de overheid
zich op het gebied der zeden dient te ont
houden, wanneer bij het volk een diepgaand
verschil wordt gevoeld omtrent de vraag wat
op een bepaald punt als zedelijk is aan te
merken. Het gaat niet aan, dat de overheid
zou beslissen dat de zedelijkheid van den heer
Brummelkamp, die zooveel mogelijk kinderen
wil doen geboren worden, in het vertrouwen
dat God er wel voor zal zorgen, beter is dan
de zedelijkheid van anderen, die zeggen dat
het een misdrijf is een kind geboren te doen
worden, „waarvoor geen plaats is bereid aan
den maaltijd des levens".
„Er is," zegt de heer Brummelkamp, „slechts
ééne zedelijkheid, die van de Tien Geboden;
die veranderen niet." Wij laten deze opvatting
natuurlijk in haar waarde, al kunnen wij in de
Tien Geboden moeilijk een richtsnoer vinden
omtrent hetgeen de regeering doen moet op het
stuk van het Aïcj^w-Malthusianiame. Maar wel
mogen wij zeggen, dat is aan het licht geko
men, hoe de strijd voor de vrijheid van geweten
door den nieuwen afgevaardigde uit Loosdui
nen op een zeer zouderlinge wijze wordt opge
vat. Niet alle richtingen zullen vrijheid mogen
hebben, maar alleen de richtingen die staan op
den bodem van de beginselen des heeren Brum
melkamp.
De rede van den beer Brummelkamp droeg
in hooge mate den stempel eener geestelijke
•bekrompenheid, zooals in ons parlement zelden
wordt vernomen. Wanneer men van ernstige,
-wetenschappelijke onderwerpen zóó weinig weet
:als deze afgevaardigde, dan zou het verstandi
ger zijn er niet met wat theologische wijsheid
in te gaan liefhebberen. Ons dunkt in de Kamer
.moest maar zoo weinig mogelijk over Malthas
■en het Nieuw-Malthusianisme worden gespro-
Iken. Den ernstigen, echt wetenschappelijken
Malthua worden allerlei dingen toegeschreven,
waaraan hij volkomen vreemd is. Het is zijn
onvergankelijke eer, dat het in het geheele
maatschappelijke leven zoo diep ingrijpende
vraagstuk der bevolking door hem op hecht
wetenschappelijke gronden is behandeld. Die
kunnen slechts begrepen worden in verband
met de geheele studie van de staathuishoud
kunde en het een en ander dat daar naast ligt
bovendien. Systemen tot beperking van de ver
meerdering der bevolking zijn van hem niet
atkomstig.
Van dezen minister is geen voorstel te
verwachten tot intrekking der strafbepaling
tegen den bedienaar van den godsdienst, die
een huwelijk inzegent zonder dat partyen hem
hebben doen blijkeD, dat bun huwelijk voor
den ambtenaar van den burg. stand is vol
trokken. De minister blijft steeds van gevoe
len dat deze bepaling noodig is om de kracht
van het burgerlijk huwelijk niet te verzwak
ken. Er mag geen gelegenheid worden ge
opend, dat er zich in ons land eene klasse
van menschen vestigt, die zoogenaamd alleen
kerkelijk zijn getrouwd en niet burgerlijk.
Bestaat dit gevaar niet, welnu dan is
paling van art. 449 strafr. niemand tot last;
bestaat het gevaar wel, dan is de bepaling
hoog noodig. In dit dilemma van den minister
Modderman ziet de tegenwoordige minister den
Btand der quaestie nog steeds met juistheid
geteekend.
Intusschen oordeelt de minister dat er
vallen kunnen zijn, dat ter wille van het ge
weten de geestelijke de bevoegdheid tot het
sluiten van het huwelijk noode kan missen,
Vooral wanneer in geval van levensgevaar
aan eene bestaande irreguliere verbintenis ter
elfder ure nog een geoorloofd karakter kan
TIVEB!»E HAKIER,
In de Donderdagmiddag gehouden zitting
vingen, zooals in een deel der oplaag van ons
vorig nommer nog is gemeld, de algemeene
beraadslagingen aan over hoofdstuk binnen-
landsche zaken der staatsbegrooting.
De heeren Van Asch van Wijck (Ede) en
Tydeman bespraken de concentratie van land
bouwbelangen in eene afdeeling, wat eerstge
noemde wilde beschouwen als voorlooper van
een afzonderlijk departement.
De heer Tydeman klaagde over de bekrompen
toepassing van het beginsel.
Eerstgenoemde en vooral de heer Troelstra
bespraken uitvoerig de practische werking der
kieswet, waaromtrent laatstgenoemde, op grond
van verschillende feiten, den democratischen
minister in mora stelde, om door wijziging in
de uitvoering der wet hare toepassing, naar
den geest en de letter, te verzekeren in demo
cratischen zin, zonder achterstelling of terug
zetting der arbeiders.
De heer Zijlma wilde herstel der bevoegd
heid voor de gemeenten tot heffing van bui
tengewone opcenten op bet grondbezit van
uitwonende eigenaren en achtte de organisatie
van de landbouwbelangen voorloopig voldoende.
De heer Kuyper wilde kamers van arbeid
voor het platteland onder de landbouwafdee-
iing gebracht zien en wenschte eene practische
herziening der wet op de geneesmiddelen.
Verder wenschte deze spreker werkverschaffing
niet onder onderstand te begrijpen en wijziging
der tabellen van loon en huur.
In de avondzitting van dien dag betuigde
de heer Hennequin zijne ingenomenheid met de
oprichting eener landbouwafdeeling, die hij als
overgangsmaatregel accepteerde.
Daarna de wet, regelende de financieele ver
houding der gemeenten, besprekende, drong hij
aan op het afschaffen der gelijkheid van be
zoldiging voor den burgemeester en secretaris
en op het besteden van de rijksuitkeering meer
ten bate van de gemeenten.
De heer Hesselinck van Suchtelen keurde de
betreurenswaardige feiten af, die in den avond
bij het bekend worden van den uitslag der
verkiezingen in Oldenzaal hebben plaatsgehad
en die zich speciaal richtten tegen Israëlieten,
waaruit blijkt dat er andere drijfveeren be
stonden dan ontevredenheid over den uitslag
der verkiezingen. Hij drong aan op maat
regelen om dergelijke handelingen te voor
komen.
De heer Rethaan Macaró wenschte een be
paalde verklaring van de regeering in hoeverre
de gemeenteraden bevoegd zijn verordeningen
te maken betreffende de politie op schonw-
publieke gebouwen en huizen van
ontucht, teneinde een einde te maken aan de
onzekerheid op dat gebied.
De heer Van Karnebeek kwam op tegen het
reageeren tegen de wet op de gemeentefinan-
ciën door den heer Zijlma.
De heer Pyttersen verklaarde, dat hij alleen
met eene herziening der kieswet kon medegaan
als de noodzakelijkheid daarvan blijkt, hetgeen
tot dusver z. i. niet is aangetoond. Omtrent
de verschillende punten spreekt de wet zeer
duidelijk.
De heer De Savornin Lohman gaf in over
weging evenveel bussen te plaatsen als er can-
didaten zijn en ieder kiezer gelegenheid te
geven daarin een balletje te werpen. Voorziening
in een andere wijze van stemming dan thans
geschiedt, is dringend noodig.
De heer Van der Zwaag verklaarde zich
minder ingenomen met de concentratie van
den landbouw, daar de huurboeren er niet door
zullen worden geholpen en het aantal ambte
naren er slechts door vermeerderd zal worden.
Zijns inziens is er meer behoefte aan een depar
tement voor werkloosheid dan aan een depar
tement voor landbouwbelangen. Hij gaf toe
dat velen door eigen schuld gebrek lijden, maar
drong er op aan dat iets gedaan worde voor
hen die zonder schuld zonder werk zijn.
De minister van binnenlandsche zaken zette
in de eerste plaats zijn standpunt uiteen bij
de toepassing van wetten in het algemeen. De
minister is verplicht de wet toe te passen, niet
naar eigen inzichten, maar naar de letter en den
geest der wet. Hij kent noch democratische,
noch autocratische, noch conservatieve uitleg
ging. Hij helderde dit nader op, bepaaldelijk
ten opzichte van het verwijt, dat hij politieke
tegenstanders in bescherming nam inzake het
venten van gedrukte stukken te Maastricht.
De grondwettigheid der desbetreffende veror
dening hield de minister vol.
Daarna beantwoordde de minister eenige
speciale opmerkingen. Tegen de wet op de
gemeente financiën zal hij niet reageeren, maar
een eerlijke proef nemen. Blijkt die wet
van meerdere opcenten op het ongebouwd kan
de minister niets toezeggen.
De minister beaamt, dat de wedden van
irgemeestera en secretarissen niet overal be
hoeven verhoogd te worden.
Voor het vervolg zullen maatregelen geno
men worden tegen ongeregeldheden als te
Oldenzaal voorvielen. Deze werden ovenwei
door de dagbladen oenigszins overdreven voor
gesteld.
Omtrent het verbod van bordeolen wenschte
de minister thans geen positief oordeel uit te
spreken.
Wanneer de Reg. iets kan doen tegen de
werkeloosheid zal zij dit niet nalaten.
Inzake ontginning van woeste gronden zal
zij do gemeentebesturen niet tegenwerken.
Omtrent de technische herziening van de
kieswet kan de minister thans geen mededee-
ling doen, de herziening zal echter zijn over
eenkomstig de politieke inzichten die de mi
nister steeds voorstond. Verschillende wenken
omtrent inrichting van formulieren enz. zullen
in overweging genomen worden. Weigering
van kiesrecht bij gemis vaneen loon- ofhuur-
briefje acht de minister onwettig. Volstaan
kan worden met de opgave van het wettelijk
vastgesteld minimum. Weigering van een kie
zer, omdat hij Zondags geen kost had bij den
patroon, acht de minister in strijd met de wet.
Bij verschil van loonopgave tusschen patroon
en werkman moet de burgemeester onderzoe
ken wie gelijk heeft. De dienstbetrekking
imoet onafgebroken 13 maanden bestaan. Waar
loon verdiend wordt, is geen werkverschaffing
in den zin der kieswet. Openbaarmaking van
(de namen der onderteekenaars van candidaten-
llijsten wordt positief door de wet gevorderd.
Op de vraag wat de positie zal zijn van den
IDirecteur-generaal der landbouwafdee
ling antwoordde de minister dat het in do
bedoeling ligt dien ambtenaar als commis-
aris der Regeering details van
onderwerpen te doen verdedigen
in de kamer.
Na verschillende rcpllökwfc zc-te do minister
zijn meening omtrent enkele punten nader
uiteen. Hij bleef van oordeel, dat voorloopig
een deel der domeinen onder financiën moet
blijven.
Of de Kamers van Arbeid in landbouwdis
tricten bij de landbouwafdeeling zullen komen
zal overwogen worden.
Hij erkende de urgentie van eene regeling
van het verzekeringswezen en zal, als hij den
tijd heeft, daaraan zijne beste krachten wijden.
Al vindt hij den tegenwoordigen stemtyd
niet geheel geschikt, zoo kan hij niet beloven
dien naar Februari te verleggen.
De min. protesteert, tegen de aanvallen op
den burgemeester van Maastricht, alsof deze
allerschandelijkste handelingen zou hebben ge
pleegd. Hij heeft als hulpofficier van justitie
nagegaan of er valsche handteekeningen voor
kwamen onder de onderteekeningen van de
candidatenlijst.
Na nog eene opmerking van den heer Troel
stra werd het algemeen debat gesloten.
Het debat is gevorderd tot art. 45.
bij het le regiment vesting-artillerie, tot eerste-
luitenant, de tweede-luitenant W. de Waal,
adjudant by het korps; bij het 4e regiment
vesting-artillerie, tot kapitein, de eerste-luite-
nant K. C. Ketner, van het 2e regiment ves
ting-artillerie en
is Henri Marina Elisa van den Brandeler te
Modjokerto, in Nederlandsch-Indië, met al zijne
wettige, zoo mannelijke als vrouwelijke, afstam
melingen in den Nederlandschen adel verheven
met de praedicaten van jonkheer en jonkvrouw.
worden gegeven. Welnu, de minister heeft groote moeieiykheden op te leveren, dan zal hij
toegezegd dat een goed geformuleerd voorstel I eene wijziging voorstellen. Omtrent de
BENOEMINGEN ENZ.
Bij kon. besluit:
is met ingang van 1 Januari 1898 aan de
vrouwelijke klerk ter directie van de rijkspost
spaarbank te Amsterdam, J. A. Geill, op haar
verzoek, als zoodanig eervol ontslag verleend
zijn benoemd tot notaris binnen het arron
dissement Zntphen, ter standplaats de gemeente
Apeldoorn, R. A. van de Poll, thans notaris
te Vaassen, en W. Visscher Gorter, candidaat-
notaris te Apeldoorn
zijn overgeplaatst: in zijnen rang, bij het
wapen der infanterie van het leger in Neder
landsch-Indië, de tweede-luitenant L. A. Bedet,
van het 3de regiment infanterie, en in rang en
ouderdom van rang, by het wapen der infan
terie van het leger hier te lande, de tweede
luitenant der infanterie H. H. Hubenet, van
het leger in Nederlandsch-Indië, thans met ver
lof hier te lande
zijn benoemd: bij het wapen der infanterie,
tot eerste-luitenant de tweede-luitenants M. L.
de Boer, K. W. de Bock, J. G. Lutz en G. J.
D. Bauduin, allen van het wapen, gedetacheerd
bij het leger in Nederlandsch-Indië; by den
staf van het wapen tot luitenant-kolonel de
majoor W. J. van der Hoeven, van dien staf,
toegevoegd aan den inspecteur van het wapen
bij hun tegenwoordig korps, tot eerste-luitenant
de tweede-luitenants A. H. L. Stam, van het
3de, S. J. B. Maier en C. H. Wijckhuyse,
beiden van het 6de regimentzoomedo
F. G. Riesz, van het instructie-bataljon;
bij bet wapen der cavalerie, bij het 2e regi
ment huzaren, tot eerste-luitenant, de tweede
luitenant P. H. A. Loopuijt, van het korps
en bij het 3e regiment huzaren, tot ritmeester,
de eerste-luitenant W. J. Tilanus, van het
korps
zijn benoemd bij het Wapen der Artilleries
UIT STAD EN PROVINCIE.
Hier ter Btede is overleden de heer J. F.
L. Abresch, sedert April 1884 emeritus-predi
kant bij de Ned. Horv. gemeente alhier.
Do overledene word don 22 November 1814
te Ysolstein geboren en bereikte dus den
hoogen ouderdom van 83 jaar.
Hij studeerde te Utrecht en werd in 1841
predikant te Baambrugge, in 1844 nam hij een
beroep aan naar Alkmaar en in Mei 1855
kwam hjj herwaarts.
Behalve zijn ambt vervulde hij onderscheidene
andere betrekkingenzoo was hy jaren lang
curator van het gymnasium en nam hij het
secretariaat van dat college waar; ook was hij
voorzitter van de wedawenbeura voor predi
kanten.
Onder anderen schreef hijGetuigenis van
Christelijk geloof, naar aanleiding eener veertig
jarige evangeliebediening (zes leerredenen), dat
in 1884 te Alkmaar verscheen.
Het Zeeuwsch genootschap der Wetenschappen
telde den heer Abresch oudor zijne leden.
In de laatste jaren bewoog de overledene,
die ïh de dagen dat hij nog het predikambt
vervulde een voor zijn tijd vrijzinnig stand
punt innam, tengevolge van zijn gezondheids
toestand zieh weinig of niet in het publieke
leven.
Door notabelen der Noderauitsch-her-
vormde gemeente te Middelburg zijn tot
kerkvoogden benoemd de heeren G. Plankeel,
C. de Broekcrt, A. Rademaker, W. I'. van Pagé
en H. B. Wytman Sr.
De officier van gezondheid 2o kl. P. van
der Slooten te Ylissingen is aangewezen
om den militieraad in Zeeland bij te staan by
!het onderzoek der militieplichtigen van 1898,
ter vervanging van den officier van gezondheid
2e kl. G. M. van der Wal, die door verlof
is verhinderd de zittingen bij te wonen.
Naar men ons uit Ylissingen meldt,
is het Nederlandsche barkschip Nyenstein, gezag
voerder Velthuis, van Gefle bestemd naar
Middelburg, lek en met verlies eener ge
deelte der deklast te Tvedestrand (Noorwegen),
binnengeloopen.
Uit Goes schrijft men ons:
Dat eene spreekster, mejuffr. Knappert uit
Leiden, voor het Nut kan optreden, is het
beste bewijs voor eene verbeterde richting in
de opvoeding der meisjes; dit was nl. het onder
werp, dat mej. K. op zich genomen had bij het
publiek in te leiden.
Spreekster toonde zich in vele opzichten
dankbaar voor de tegenwoordige richting der
opvoeding van meisjes, al was zij ook verre
van voldaan, hetgeen te meer uitkwam, waar
zij zich eene verklaarde tegenstaudster betoonde
van vrouwenemancipatie. Geea gelijkheid van
de beide seksen. Toch schroomde mej. Knap
pert niet de verkeerdheden aan te toonen in
het opvoedingssysteem van vele ouders. Het
grootste gebrek in de opvoeding van vele
jonge vrouwen washet verzuimen van karak
tervorming. Karakter, karakter en nog eens
karakter werd wel met eenige overdryving
geëischt. Het maakte zoo ongeveer den indruk
zorg voor het karakter der meipjes en al het
overige zal haar toegeworpen worden.
Zeker, karakter is noodig, onmisbaar zelfs
maar ook het materieele leven stelt zijne
eischen, waarop by de opvoeding moet gelet
worden.
Over 't algemeen liet zich de lezing met ge
noegen aanhooren, al betoonde zich mej. Knap
pert geen moderne Rousseau. Een Emil voor
meisjes zal uit haar pen niet voortkomen.
Een algemeene grief tegen het gehoorde was,
dat de spreekster uitsluitend het oog had op
meisjes uit den gegoeden standmeisjes voor
wie de strijd om het bestaan niet zoo gevaar
lijk, het leven niet zoo vol onaangenaamheden
zyn zal.
De meisjes uit dien stand komen meesta
toch wel terecht, ondanks eene of andere
leelijke plooi in het karakter, ondanks enkele
gebreken in hare opvoeding.
Maar de groote meerderheid, wien een ont
zettend struggle for life wacht, te harden in
dien strijd, dezulken te bezorgen een staf op
den moeilijken levensweg om dat te hooren
waren velen gekomen, maar zij werden teleur
gesteld.
Het publiek, een zestigtal, grootendeels
luisterde aandachtig. Do spreekster
werd op aangename wijze ingeleid en be
dankt door den voorzitter jhr Reigersberg
Versluy's.
In de Woensdag avond te Co lijn s-
plaat gehouden vergadering der afdeeling
Noord-Bevel and der Maatscha2)pij tot
nut van 'f Algemeen werd door den heer C. N.
der Heijde rekening gedaan en verslag
uitgebracht der landverhuring van wego doze
afdeeling.
De ontvangsten hebben bedragen f 654,49*
en de uitgaven f 602,70'er is alzoo een goed
slot van f 51.79.
Uit het verlag bleek, dat de arbeiders, die
land in buur hebbon, niettegenstaande het
minder gunstigejaargetyde, 15 a 20 H.L. aard
appels in den kelder hebben, nu ook een var
ken hebben kunnen slachten, wat vroeger zelden
het geval was, en nog een penninkje, na be
taling der huur, over hadden.
Dit alles is mogolyk, omdat de arbeider zyn
grond goed kan bewerken en ÏO'/* cent per
roe (Sehouwscbe maat) betaalt.
Na dit verslag gaven de heeren Sturm en
Van der Heijde een paar novellen ten beste.
Dezer dagen werd bij den burgemeester
van Haamstede een briefje bezorgd, ge
vonden in eene flesch op het strand dier ge
meente en van den volgenden inhoud
„Van Hamburg naar Rio Janeiro zijn wij
door een onbekend schip aangevaren en breng
ik aan myne gansche familie mijn laatsten
groet, daar ik zeker ben mij niet te zullen
kunnen redden.
(get.) HERMAN MAIJER,
November 16/97. Keulen."
Het briefje is door den burgemeester gezon
den aan den consulairen agent van het Duitscho
ryk te Zierikzee.
In de Dinsdagavond te Bruinisse
gehouden vergadering van de Bruinisser vis-
schery vereeniging werd onder anderen mede-
deeling gedaan vaneene afwijzende beschik
king op haar verzoek aan het loodswezen,
om een lichtgasboei geplaatst te krijgen in
de kromming van het riviergedeelte dim Hals
een brief van hare znstevvereeniging te Phi
lippine om adhaesie te willen betuigen op haar
verzoek om wederinvoering van het premie
stelsel op het vangen en dooden van zeehon
den, alsmede van enkele zeevogels, die zeer
ten nadeele zijn van de kleine rivier- of
ischelpvischeen brief van den minister van
waterstaat, inhoudende gunstige beschikking
op haar verzoek om geregelde mededeeling
;van de dagelyksche weerberichtenen het
bericht van den voorzitter J. Okkerse Wz. en
iden secretaris J. de Waal Gz., dat zij hunne
herbenoeming als zoodanig dankbaar aanvaarden.
Op een voorstel van het lid C. van Veen
om tydens de sluiting van de mosselzaadbanken
ook het kreukelrapen op die banken te ver
bieden, werd besloten aan het bestuur der vis»
scheryen op de Schelde en Z. S. mede te deelen,
dat enkele kreukelrapers verdacht worden ook
mosselzaad te rapen, met verzoek tevens om
daartegen te doen waken.
Op een voorstel van het lid Schikker, om bij
't gemeentebestuur van Bruinisse pogingen aan
te wenden om den grooten havondam aanvan
kelijk. te doen verhoogen, werd gunstig be
schikt. Omtrent een tegenvoorstel van het lid
W. Jumelet Mz. om liever op de noodzakelijke
vergrooting der haven te wijzen, werd besloten
dat punt tot een volgende vergadering aan te
houden.
Een voorstel van het lid P. Okkerse Cz. om
te beproeven een brievenbus in het midden der
gemeente geplaatBt te krijgen, werd aangenomen,
Eindelyk werd het bestuur verzocht om bij
den tonnenlegger aan te dringen op het plaatsen
van meerdere bakens in het Ventjagersgat.
Het lid H. Jumelet S.Wz. gaf in overweging
om een adres te verzenden tot het erlangen
van een overkapping van den steiger teZijpe,
alsmede om pogingen aan te wenden tot het
verkrijgen te Bruinisse van een reddingsboot
of reddingstoestellen van de Zuid-HollmÜsche
reddingsmaatschappij. Daartoe werd besloten.
Het detachement van het 2de bat. 3de reg;
inf. uit Middelburg, te Ternenzen gede
tacheerd onder bevel vau den 2en luit. W. J,
van Hattem, wordt tegen Januari afgelost door
een detachement van het 4de bat. 3de reg. inf.
uit Ylissingen, onder bevel van den 2en luit.
J. C. Regenhardt.
Als de kynometograaf de rol moet gaan ver
vullen, die Blumenthal en Kadelburg dezo
nieuwe uitvinding laten spelen in hunHans
Huckebein, dan wordt dit een zeer gevaarlijk
instrument in ons maatschappelijk leven, en
niet het minst voor oude en jonge heeren, die
niet vast in hun schoenen staan en, al zijn ze
getrouwd, zich nog wel eens schuldig maken