MIDDELBURGSCHE COURANT. N°. 292 140° Jaargang. 1897. Zaterdag 11 December. Het Tooneel. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Foestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 10 Dec. 8 u. vm. 38 gr. 12 u. 41 gr., av. 4 u. 39 gr. F. Verw. tam. kr. Z.W. w., regen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te YlissingenC. N. J. de Vey Mestdagu te Goes: A. C. Bolluyt, firma Wed. de Jonge. Middelburg 10 December. HUWELIJKSZAKEN. op het standpunt van art. 449 door hem met welwillendheid zal worden bejegend. De bespreking van den Nieuw Malthusiaan- sehen bond in de zitting der Tweede kamer van Woensdag, en verder van de bekende overtreding der wet door predikanten, bij het inzegenen van een huwelijk, gaf den schrijver van het kameroverzicht in het Handelsblad de volgende opmerkingen in de pen Voor den afgevaardigde voor Loosduinen, den heer A. Brummelkamp Jr, zoon van den bekenden „vader Brummelkamp", een der leiders der afgescheidenen, is „het zoogenaamde Nieuw- Malthusianisme een onderwerp dat op dezelfde lijn staat als de prostitutie. Door den heer Heldt, die in het streven dezer vereeniging het eenige middel ziet om andere maatregelen van sociale verbetering niet te doen falen, is daartegen de eer der vereeniging, waarvan hij voorzitter is, hoog gehouden. Wat moet de regeering in deze doen? Wij gelooven dat de minister een zeer verstandig woord sprak, toen hij zeide dat de overheid zich op het gebied der zeden dient te ont houden, wanneer bij het volk een diepgaand verschil wordt gevoeld omtrent de vraag wat op een bepaald punt als zedelijk is aan te merken. Het gaat niet aan, dat de overheid zou beslissen dat de zedelijkheid van den heer Brummelkamp, die zooveel mogelijk kinderen wil doen geboren worden, in het vertrouwen dat God er wel voor zal zorgen, beter is dan de zedelijkheid van anderen, die zeggen dat het een misdrijf is een kind geboren te doen worden, „waarvoor geen plaats is bereid aan den maaltijd des levens". „Er is," zegt de heer Brummelkamp, „slechts ééne zedelijkheid, die van de Tien Geboden; die veranderen niet." Wij laten deze opvatting natuurlijk in haar waarde, al kunnen wij in de Tien Geboden moeilijk een richtsnoer vinden omtrent hetgeen de regeering doen moet op het stuk van het Aïcj^w-Malthusianiame. Maar wel mogen wij zeggen, dat is aan het licht geko men, hoe de strijd voor de vrijheid van geweten door den nieuwen afgevaardigde uit Loosdui nen op een zeer zouderlinge wijze wordt opge vat. Niet alle richtingen zullen vrijheid mogen hebben, maar alleen de richtingen die staan op den bodem van de beginselen des heeren Brum melkamp. De rede van den beer Brummelkamp droeg in hooge mate den stempel eener geestelijke •bekrompenheid, zooals in ons parlement zelden wordt vernomen. Wanneer men van ernstige, -wetenschappelijke onderwerpen zóó weinig weet :als deze afgevaardigde, dan zou het verstandi ger zijn er niet met wat theologische wijsheid in te gaan liefhebberen. Ons dunkt in de Kamer .moest maar zoo weinig mogelijk over Malthas ■en het Nieuw-Malthusianisme worden gespro- Iken. Den ernstigen, echt wetenschappelijken Malthua worden allerlei dingen toegeschreven, waaraan hij volkomen vreemd is. Het is zijn onvergankelijke eer, dat het in het geheele maatschappelijke leven zoo diep ingrijpende vraagstuk der bevolking door hem op hecht wetenschappelijke gronden is behandeld. Die kunnen slechts begrepen worden in verband met de geheele studie van de staathuishoud kunde en het een en ander dat daar naast ligt bovendien. Systemen tot beperking van de ver meerdering der bevolking zijn van hem niet atkomstig. Van dezen minister is geen voorstel te verwachten tot intrekking der strafbepaling tegen den bedienaar van den godsdienst, die een huwelijk inzegent zonder dat partyen hem hebben doen blijkeD, dat bun huwelijk voor den ambtenaar van den burg. stand is vol trokken. De minister blijft steeds van gevoe len dat deze bepaling noodig is om de kracht van het burgerlijk huwelijk niet te verzwak ken. Er mag geen gelegenheid worden ge opend, dat er zich in ons land eene klasse van menschen vestigt, die zoogenaamd alleen kerkelijk zijn getrouwd en niet burgerlijk. Bestaat dit gevaar niet, welnu dan is paling van art. 449 strafr. niemand tot last; bestaat het gevaar wel, dan is de bepaling hoog noodig. In dit dilemma van den minister Modderman ziet de tegenwoordige minister den Btand der quaestie nog steeds met juistheid geteekend. Intusschen oordeelt de minister dat er vallen kunnen zijn, dat ter wille van het ge weten de geestelijke de bevoegdheid tot het sluiten van het huwelijk noode kan missen, Vooral wanneer in geval van levensgevaar aan eene bestaande irreguliere verbintenis ter elfder ure nog een geoorloofd karakter kan TIVEB!»E HAKIER, In de Donderdagmiddag gehouden zitting vingen, zooals in een deel der oplaag van ons vorig nommer nog is gemeld, de algemeene beraadslagingen aan over hoofdstuk binnen- landsche zaken der staatsbegrooting. De heeren Van Asch van Wijck (Ede) en Tydeman bespraken de concentratie van land bouwbelangen in eene afdeeling, wat eerstge noemde wilde beschouwen als voorlooper van een afzonderlijk departement. De heer Tydeman klaagde over de bekrompen toepassing van het beginsel. Eerstgenoemde en vooral de heer Troelstra bespraken uitvoerig de practische werking der kieswet, waaromtrent laatstgenoemde, op grond van verschillende feiten, den democratischen minister in mora stelde, om door wijziging in de uitvoering der wet hare toepassing, naar den geest en de letter, te verzekeren in demo cratischen zin, zonder achterstelling of terug zetting der arbeiders. De heer Zijlma wilde herstel der bevoegd heid voor de gemeenten tot heffing van bui tengewone opcenten op bet grondbezit van uitwonende eigenaren en achtte de organisatie van de landbouwbelangen voorloopig voldoende. De heer Kuyper wilde kamers van arbeid voor het platteland onder de landbouwafdee- iing gebracht zien en wenschte eene practische herziening der wet op de geneesmiddelen. Verder wenschte deze spreker werkverschaffing niet onder onderstand te begrijpen en wijziging der tabellen van loon en huur. In de avondzitting van dien dag betuigde de heer Hennequin zijne ingenomenheid met de oprichting eener landbouwafdeeling, die hij als overgangsmaatregel accepteerde. Daarna de wet, regelende de financieele ver houding der gemeenten, besprekende, drong hij aan op het afschaffen der gelijkheid van be zoldiging voor den burgemeester en secretaris en op het besteden van de rijksuitkeering meer ten bate van de gemeenten. De heer Hesselinck van Suchtelen keurde de betreurenswaardige feiten af, die in den avond bij het bekend worden van den uitslag der verkiezingen in Oldenzaal hebben plaatsgehad en die zich speciaal richtten tegen Israëlieten, waaruit blijkt dat er andere drijfveeren be stonden dan ontevredenheid over den uitslag der verkiezingen. Hij drong aan op maat regelen om dergelijke handelingen te voor komen. De heer Rethaan Macaró wenschte een be paalde verklaring van de regeering in hoeverre de gemeenteraden bevoegd zijn verordeningen te maken betreffende de politie op schonw- publieke gebouwen en huizen van ontucht, teneinde een einde te maken aan de onzekerheid op dat gebied. De heer Van Karnebeek kwam op tegen het reageeren tegen de wet op de gemeentefinan- ciën door den heer Zijlma. De heer Pyttersen verklaarde, dat hij alleen met eene herziening der kieswet kon medegaan als de noodzakelijkheid daarvan blijkt, hetgeen tot dusver z. i. niet is aangetoond. Omtrent de verschillende punten spreekt de wet zeer duidelijk. De heer De Savornin Lohman gaf in over weging evenveel bussen te plaatsen als er can- didaten zijn en ieder kiezer gelegenheid te geven daarin een balletje te werpen. Voorziening in een andere wijze van stemming dan thans geschiedt, is dringend noodig. De heer Van der Zwaag verklaarde zich minder ingenomen met de concentratie van den landbouw, daar de huurboeren er niet door zullen worden geholpen en het aantal ambte naren er slechts door vermeerderd zal worden. Zijns inziens is er meer behoefte aan een depar tement voor werkloosheid dan aan een depar tement voor landbouwbelangen. Hij gaf toe dat velen door eigen schuld gebrek lijden, maar drong er op aan dat iets gedaan worde voor hen die zonder schuld zonder werk zijn. De minister van binnenlandsche zaken zette in de eerste plaats zijn standpunt uiteen bij de toepassing van wetten in het algemeen. De minister is verplicht de wet toe te passen, niet naar eigen inzichten, maar naar de letter en den geest der wet. Hij kent noch democratische, noch autocratische, noch conservatieve uitleg ging. Hij helderde dit nader op, bepaaldelijk ten opzichte van het verwijt, dat hij politieke tegenstanders in bescherming nam inzake het venten van gedrukte stukken te Maastricht. De grondwettigheid der desbetreffende veror dening hield de minister vol. Daarna beantwoordde de minister eenige speciale opmerkingen. Tegen de wet op de gemeente financiën zal hij niet reageeren, maar een eerlijke proef nemen. Blijkt die wet van meerdere opcenten op het ongebouwd kan de minister niets toezeggen. De minister beaamt, dat de wedden van irgemeestera en secretarissen niet overal be hoeven verhoogd te worden. Voor het vervolg zullen maatregelen geno men worden tegen ongeregeldheden als te Oldenzaal voorvielen. Deze werden ovenwei door de dagbladen oenigszins overdreven voor gesteld. Omtrent het verbod van bordeolen wenschte de minister thans geen positief oordeel uit te spreken. Wanneer de Reg. iets kan doen tegen de werkeloosheid zal zij dit niet nalaten. Inzake ontginning van woeste gronden zal zij do gemeentebesturen niet tegenwerken. Omtrent de technische herziening van de kieswet kan de minister thans geen mededee- ling doen, de herziening zal echter zijn over eenkomstig de politieke inzichten die de mi nister steeds voorstond. Verschillende wenken omtrent inrichting van formulieren enz. zullen in overweging genomen worden. Weigering van kiesrecht bij gemis vaneen loon- ofhuur- briefje acht de minister onwettig. Volstaan kan worden met de opgave van het wettelijk vastgesteld minimum. Weigering van een kie zer, omdat hij Zondags geen kost had bij den patroon, acht de minister in strijd met de wet. Bij verschil van loonopgave tusschen patroon en werkman moet de burgemeester onderzoe ken wie gelijk heeft. De dienstbetrekking imoet onafgebroken 13 maanden bestaan. Waar loon verdiend wordt, is geen werkverschaffing in den zin der kieswet. Openbaarmaking van (de namen der onderteekenaars van candidaten- llijsten wordt positief door de wet gevorderd. Op de vraag wat de positie zal zijn van den IDirecteur-generaal der landbouwafdee ling antwoordde de minister dat het in do bedoeling ligt dien ambtenaar als commis- aris der Regeering details van onderwerpen te doen verdedigen in de kamer. Na verschillende rcpllökwfc zc-te do minister zijn meening omtrent enkele punten nader uiteen. Hij bleef van oordeel, dat voorloopig een deel der domeinen onder financiën moet blijven. Of de Kamers van Arbeid in landbouwdis tricten bij de landbouwafdeeling zullen komen zal overwogen worden. Hij erkende de urgentie van eene regeling van het verzekeringswezen en zal, als hij den tijd heeft, daaraan zijne beste krachten wijden. Al vindt hij den tegenwoordigen stemtyd niet geheel geschikt, zoo kan hij niet beloven dien naar Februari te verleggen. De min. protesteert, tegen de aanvallen op den burgemeester van Maastricht, alsof deze allerschandelijkste handelingen zou hebben ge pleegd. Hij heeft als hulpofficier van justitie nagegaan of er valsche handteekeningen voor kwamen onder de onderteekeningen van de candidatenlijst. Na nog eene opmerking van den heer Troel stra werd het algemeen debat gesloten. Het debat is gevorderd tot art. 45. bij het le regiment vesting-artillerie, tot eerste- luitenant, de tweede-luitenant W. de Waal, adjudant by het korps; bij het 4e regiment vesting-artillerie, tot kapitein, de eerste-luite- nant K. C. Ketner, van het 2e regiment ves ting-artillerie en is Henri Marina Elisa van den Brandeler te Modjokerto, in Nederlandsch-Indië, met al zijne wettige, zoo mannelijke als vrouwelijke, afstam melingen in den Nederlandschen adel verheven met de praedicaten van jonkheer en jonkvrouw. worden gegeven. Welnu, de minister heeft groote moeieiykheden op te leveren, dan zal hij toegezegd dat een goed geformuleerd voorstel I eene wijziging voorstellen. Omtrent de BENOEMINGEN ENZ. Bij kon. besluit: is met ingang van 1 Januari 1898 aan de vrouwelijke klerk ter directie van de rijkspost spaarbank te Amsterdam, J. A. Geill, op haar verzoek, als zoodanig eervol ontslag verleend zijn benoemd tot notaris binnen het arron dissement Zntphen, ter standplaats de gemeente Apeldoorn, R. A. van de Poll, thans notaris te Vaassen, en W. Visscher Gorter, candidaat- notaris te Apeldoorn zijn overgeplaatst: in zijnen rang, bij het wapen der infanterie van het leger in Neder landsch-Indië, de tweede-luitenant L. A. Bedet, van het 3de regiment infanterie, en in rang en ouderdom van rang, by het wapen der infan terie van het leger hier te lande, de tweede luitenant der infanterie H. H. Hubenet, van het leger in Nederlandsch-Indië, thans met ver lof hier te lande zijn benoemd: bij het wapen der infanterie, tot eerste-luitenant de tweede-luitenants M. L. de Boer, K. W. de Bock, J. G. Lutz en G. J. D. Bauduin, allen van het wapen, gedetacheerd bij het leger in Nederlandsch-Indië; by den staf van het wapen tot luitenant-kolonel de majoor W. J. van der Hoeven, van dien staf, toegevoegd aan den inspecteur van het wapen bij hun tegenwoordig korps, tot eerste-luitenant de tweede-luitenants A. H. L. Stam, van het 3de, S. J. B. Maier en C. H. Wijckhuyse, beiden van het 6de regimentzoomedo F. G. Riesz, van het instructie-bataljon; bij bet wapen der cavalerie, bij het 2e regi ment huzaren, tot eerste-luitenant, de tweede luitenant P. H. A. Loopuijt, van het korps en bij het 3e regiment huzaren, tot ritmeester, de eerste-luitenant W. J. Tilanus, van het korps zijn benoemd bij het Wapen der Artilleries UIT STAD EN PROVINCIE. Hier ter Btede is overleden de heer J. F. L. Abresch, sedert April 1884 emeritus-predi kant bij de Ned. Horv. gemeente alhier. Do overledene word don 22 November 1814 te Ysolstein geboren en bereikte dus den hoogen ouderdom van 83 jaar. Hij studeerde te Utrecht en werd in 1841 predikant te Baambrugge, in 1844 nam hij een beroep aan naar Alkmaar en in Mei 1855 kwam hjj herwaarts. Behalve zijn ambt vervulde hij onderscheidene andere betrekkingenzoo was hy jaren lang curator van het gymnasium en nam hij het secretariaat van dat college waar; ook was hij voorzitter van de wedawenbeura voor predi kanten. Onder anderen schreef hijGetuigenis van Christelijk geloof, naar aanleiding eener veertig jarige evangeliebediening (zes leerredenen), dat in 1884 te Alkmaar verscheen. Het Zeeuwsch genootschap der Wetenschappen telde den heer Abresch oudor zijne leden. In de laatste jaren bewoog de overledene, die ïh de dagen dat hij nog het predikambt vervulde een voor zijn tijd vrijzinnig stand punt innam, tengevolge van zijn gezondheids toestand zieh weinig of niet in het publieke leven. Door notabelen der Noderauitsch-her- vormde gemeente te Middelburg zijn tot kerkvoogden benoemd de heeren G. Plankeel, C. de Broekcrt, A. Rademaker, W. I'. van Pagé en H. B. Wytman Sr. De officier van gezondheid 2o kl. P. van der Slooten te Ylissingen is aangewezen om den militieraad in Zeeland bij te staan by !het onderzoek der militieplichtigen van 1898, ter vervanging van den officier van gezondheid 2e kl. G. M. van der Wal, die door verlof is verhinderd de zittingen bij te wonen. Naar men ons uit Ylissingen meldt, is het Nederlandsche barkschip Nyenstein, gezag voerder Velthuis, van Gefle bestemd naar Middelburg, lek en met verlies eener ge deelte der deklast te Tvedestrand (Noorwegen), binnengeloopen. Uit Goes schrijft men ons: Dat eene spreekster, mejuffr. Knappert uit Leiden, voor het Nut kan optreden, is het beste bewijs voor eene verbeterde richting in de opvoeding der meisjes; dit was nl. het onder werp, dat mej. K. op zich genomen had bij het publiek in te leiden. Spreekster toonde zich in vele opzichten dankbaar voor de tegenwoordige richting der opvoeding van meisjes, al was zij ook verre van voldaan, hetgeen te meer uitkwam, waar zij zich eene verklaarde tegenstaudster betoonde van vrouwenemancipatie. Geea gelijkheid van de beide seksen. Toch schroomde mej. Knap pert niet de verkeerdheden aan te toonen in het opvoedingssysteem van vele ouders. Het grootste gebrek in de opvoeding van vele jonge vrouwen washet verzuimen van karak tervorming. Karakter, karakter en nog eens karakter werd wel met eenige overdryving geëischt. Het maakte zoo ongeveer den indruk zorg voor het karakter der meipjes en al het overige zal haar toegeworpen worden. Zeker, karakter is noodig, onmisbaar zelfs maar ook het materieele leven stelt zijne eischen, waarop by de opvoeding moet gelet worden. Over 't algemeen liet zich de lezing met ge noegen aanhooren, al betoonde zich mej. Knap pert geen moderne Rousseau. Een Emil voor meisjes zal uit haar pen niet voortkomen. Een algemeene grief tegen het gehoorde was, dat de spreekster uitsluitend het oog had op meisjes uit den gegoeden standmeisjes voor wie de strijd om het bestaan niet zoo gevaar lijk, het leven niet zoo vol onaangenaamheden zyn zal. De meisjes uit dien stand komen meesta toch wel terecht, ondanks eene of andere leelijke plooi in het karakter, ondanks enkele gebreken in hare opvoeding. Maar de groote meerderheid, wien een ont zettend struggle for life wacht, te harden in dien strijd, dezulken te bezorgen een staf op den moeilijken levensweg om dat te hooren waren velen gekomen, maar zij werden teleur gesteld. Het publiek, een zestigtal, grootendeels luisterde aandachtig. Do spreekster werd op aangename wijze ingeleid en be dankt door den voorzitter jhr Reigersberg Versluy's. In de Woensdag avond te Co lijn s- plaat gehouden vergadering der afdeeling Noord-Bevel and der Maatscha2)pij tot nut van 'f Algemeen werd door den heer C. N. der Heijde rekening gedaan en verslag uitgebracht der landverhuring van wego doze afdeeling. De ontvangsten hebben bedragen f 654,49* en de uitgaven f 602,70'er is alzoo een goed slot van f 51.79. Uit het verlag bleek, dat de arbeiders, die land in buur hebbon, niettegenstaande het minder gunstigejaargetyde, 15 a 20 H.L. aard appels in den kelder hebben, nu ook een var ken hebben kunnen slachten, wat vroeger zelden het geval was, en nog een penninkje, na be taling der huur, over hadden. Dit alles is mogolyk, omdat de arbeider zyn grond goed kan bewerken en ÏO'/* cent per roe (Sehouwscbe maat) betaalt. Na dit verslag gaven de heeren Sturm en Van der Heijde een paar novellen ten beste. Dezer dagen werd bij den burgemeester van Haamstede een briefje bezorgd, ge vonden in eene flesch op het strand dier ge meente en van den volgenden inhoud „Van Hamburg naar Rio Janeiro zijn wij door een onbekend schip aangevaren en breng ik aan myne gansche familie mijn laatsten groet, daar ik zeker ben mij niet te zullen kunnen redden. (get.) HERMAN MAIJER, November 16/97. Keulen." Het briefje is door den burgemeester gezon den aan den consulairen agent van het Duitscho ryk te Zierikzee. In de Dinsdagavond te Bruinisse gehouden vergadering van de Bruinisser vis- schery vereeniging werd onder anderen mede- deeling gedaan vaneene afwijzende beschik king op haar verzoek aan het loodswezen, om een lichtgasboei geplaatst te krijgen in de kromming van het riviergedeelte dim Hals een brief van hare znstevvereeniging te Phi lippine om adhaesie te willen betuigen op haar verzoek om wederinvoering van het premie stelsel op het vangen en dooden van zeehon den, alsmede van enkele zeevogels, die zeer ten nadeele zijn van de kleine rivier- of ischelpvischeen brief van den minister van waterstaat, inhoudende gunstige beschikking op haar verzoek om geregelde mededeeling ;van de dagelyksche weerberichtenen het bericht van den voorzitter J. Okkerse Wz. en iden secretaris J. de Waal Gz., dat zij hunne herbenoeming als zoodanig dankbaar aanvaarden. Op een voorstel van het lid C. van Veen om tydens de sluiting van de mosselzaadbanken ook het kreukelrapen op die banken te ver bieden, werd besloten aan het bestuur der vis» scheryen op de Schelde en Z. S. mede te deelen, dat enkele kreukelrapers verdacht worden ook mosselzaad te rapen, met verzoek tevens om daartegen te doen waken. Op een voorstel van het lid Schikker, om bij 't gemeentebestuur van Bruinisse pogingen aan te wenden om den grooten havondam aanvan kelijk. te doen verhoogen, werd gunstig be schikt. Omtrent een tegenvoorstel van het lid W. Jumelet Mz. om liever op de noodzakelijke vergrooting der haven te wijzen, werd besloten dat punt tot een volgende vergadering aan te houden. Een voorstel van het lid P. Okkerse Cz. om te beproeven een brievenbus in het midden der gemeente geplaatBt te krijgen, werd aangenomen, Eindelyk werd het bestuur verzocht om bij den tonnenlegger aan te dringen op het plaatsen van meerdere bakens in het Ventjagersgat. Het lid H. Jumelet S.Wz. gaf in overweging om een adres te verzenden tot het erlangen van een overkapping van den steiger teZijpe, alsmede om pogingen aan te wenden tot het verkrijgen te Bruinisse van een reddingsboot of reddingstoestellen van de Zuid-HollmÜsche reddingsmaatschappij. Daartoe werd besloten. Het detachement van het 2de bat. 3de reg; inf. uit Middelburg, te Ternenzen gede tacheerd onder bevel vau den 2en luit. W. J, van Hattem, wordt tegen Januari afgelost door een detachement van het 4de bat. 3de reg. inf. uit Ylissingen, onder bevel van den 2en luit. J. C. Regenhardt. Als de kynometograaf de rol moet gaan ver vullen, die Blumenthal en Kadelburg dezo nieuwe uitvinding laten spelen in hunHans Huckebein, dan wordt dit een zeer gevaarlijk instrument in ons maatschappelijk leven, en niet het minst voor oude en jonge heeren, die niet vast in hun schoenen staan en, al zijn ze getrouwd, zich nog wel eens schuldig maken

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 1