MIDDELBURGSCHE COURANT. N°. 289 140" Jaargang. 1897. Woensdag 8 December. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 7 Dec. 8 u. vm. 39 gr. 12 u. 43 gr., av. 4 u. 43 gr. F. Verw. tam. kr. Z. W w., reg. Advertentïën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan bet bureau bezorgd zijn. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Vlis8ingenC. N. J. de Vey Mestdagb ti Goes: A. C. Bolluït, firma Wed. de Jonge. Middelburg 7 December. VREDE VAN MUNSTER. Pastoor Bots komt in De Tijd op tegen de nationale viering van den dag, waarop de vrede van Munster werd gesloten. Wel werd door dien vrede een einde gemaakt aan de geweldige godsdienstoorlogen, maar de katho lieken hebben slechts betrekkelijk reden om zich over de bepalingen van het vredesverdrag te verheugen. De bepalingen van den Mun- sterschen vrede zijn grootendeels niets anders dan (de Duitsche) Meiwetten van het slechtste allooi en aan de katholieke kerk werden zoo wel in Dnitschland als in Nederland zware slagen toegebracht. Eenige leiten worden tot Btaving hiervan aangevoerd. De schrijver komt tot de conclusie, dat men tegen de feestviering niet van katholieke zijde moet proteBteeren, maar hij had gewenscht, dat de hoogleeraren in de geschiedenis beter en loyaler zonden gehandeld hebben, indien zij de „hatelijke zijden" van het vieren van den Munsterschen vrede hadden erkend. Nu, wat ons betreft, kan men het door mr Blom geopperde idee gerust laten varen; en behoeft de regeering daarop allerminst in te gaan. De rechte geestdrift voor zulk eene feestviering kan er toch niet bestaan; het feit is al te lang geleden en wij zijn zoo van zelf gewoon aan den toestand van godsdienstvrijheid enz. in ons land, dat niemand zich meer kan indenken hoe het weleer is geweest en warm worden voor het heden. Het zou dus eene zeer opgeschroefde bewe ging worden, geheel gaande buiten het volk. Daarbij zou zulk een gedenkdag allicht het sein wezen, zooals nu trouwens al blijkt, voor het noodeloos oprakelen van allerlei grieven; wat zeer goed kan vermeden worden, omdat het hoegenaamd geen reden heeft zich in 1898 te verdiepen in hetgeen 250jaar geleden nuttig en noodig was. En te minder nu de grieven zich hoofdzakelijk zullen bewegen op een ge bied, waar zooveel voetangels en klemmen liggen. Als de godsdienst in het spel is, ge raakt het gezonde verstand nog als eens op hol- Bovendien komt het ons veel beter voor zulke gedenkdagen, bv. die van den Blag van Water loo, af te schaffenzij herinneren slechts aan oude grieven, die al lang vergeten zijn. Zulke herinneringen hebben geen nut; en werken slechts de verbroedering der volkeren tegen. En ter wille van het voorgeslacht, dat ons die zegeningen, een gevolg van hun strijd, heeft gebracht, behoeven wij waarlijk geen meerdere gedenkdagen in het leven te roepen. Wij zijn het daarom in deze geheel eens met de Zwolsche Crt., dat men in het volgende jaar 't beste doet zich te bepalen tot de Konin- ginnefeesten. Dit behoeft echter voor hen, die den Munsterschen vrede willen vieren, geen belet sel te zijn het voor hen heugelijke feit te herden ken. Zij kunnen dat doen in beperkten kring. Straatschenderij. Het bestuur van den Nat ionalen Bond voor Vreemdelingenverkeer in Nederland, gevestigd te Utrecht, heeft zich gewend tot den minister van justitie met een adres, waarin gewezen wordt op het feit, dat bij de krachtige pogin gen, die de Bond, sterk door zijne vele afdee- lingen, aanwendt om bet vreemdelingenverkeer in ons land te bevorderen, en daardoor de algemeene welvaart te vermeerderen, de Bond telkens stuit op een factor, die slechts met medewerking van het geheele publiek en met krachtigen steun van de hooge regeering, de provinciale en gemeentelijke regeeringen zou zijn te vernietigen. „Het is de straatschenderij, waarvan zoo luidt het adres in ons vaderland alle vreem delingen min of meer te lijden hebbenhet is de vijandige honding, die de Hollander aan neemt tegen allen, die niet tot zijne onmid dellijke omgeving behooren het zijn die groote menigte kleine overtredingen, waarvan toeristen in ons land de slachtoffers worden, overtredin gen, die wegens hun onbeteekenenden aard niet vervolgd worden en dus tot nieuwe overtre dingen aanleiding geven, die een ongunstigeu invloed op het Vreemdelingenverkeer hbbben. Wanneer het noodig is hier de vele feiten aan te wijzen, die overigens voldoende bekend zijn, dan zouden wij die willen verdeelen in lo vijandelijke daden, gepleegd tegenover den persoon van den vreemdeling; 2o vernieling van openbare verfraaiingswer- Jseu of van particuliere bezittingen. Van de sub 1 bedoelde feiten brengen de nieuwsbladen ons honderden voorbeelden. Wij wijzen slechts op de houding van het publiek in Amsterdam, die oorzaak was, dat een groot eisgezelschap onze onherbergzame hoofdstad dezen zomer veel spoediger verliet dan het plan was. Wij noemen in het noorden des lands, met name in de streek derFriesche meren, het werpen met steenen naar jachten en voetgangers, wij wijzen op de Zuid-Hollandache eilanden en in Amsterdam, op de gewoonte van een zeker deel van het publiek, om allerlei ongerechtig heden van de bruggen op de hoofden der va rende toeristen te doen nederdalen. Wij citeeren uit de nieuwsbladen het geval, dat de bevolking van een klein dorp op het eiland IJselmonde eenige jonge dames, die wachtten op het schutten van een roeiboot, in het water trachtte te dringen. Wij herinneren in dit verband aan het naschreeuwen en uit schelden van toeristen, aan het hinderen van personen, die op den publieken weg hun schil derstudiën makenaan het ophitsen van hon den tegen wielrijders, aan het steken van stok ken in de wielen der rijwieleq, met het doel om de rijders te doel vallen, kortom, aan tal van straatschenderijen, die, zoo ze al, elk op zich zelf, geen bewgs zijn van groote ver dorvenheid, toch een voor vreemdelingen hoogst onaangenamen toestand in het leven roepen. Ook van de hierboven sub 2o aangeduide feiten mag een aanwijzing overbodig heeten. Of is het niet algemeen bekend, dat het publiek, vooral het jongere publiek, tegenover publieke monumenten en aanplantingen een baldadig heid aan den dag legt, die in Nederland vol strekt niet zóó streng tegengegaan wordt als in ons omringende landen en dan ook oorzaak is, dat deze versieringen van den openbaren weg in ons land zeldzaam en veelal in treuri- gen toestand zijndat bovendien particulieren in Nederland niet gaarne geneigd zijn mee te werken aan de verfraaiing van den openbaren weg, daar hun pogingen toch slechta beant woord zouden worden door een vermeerdering van de vernielzucht van het straatpubliek. En in verband hiermee dient herinnerd te worden aan het feit, dat in den laatsten tijd verschei dene groote landgoederen voor het publiek geheel gesloten zijn, omdat de eigenaar grooten last had van de teugelloosheid van de bezoe kers van zijn goed, wat het vreemdelingver- keer en dus de groote verdiensten, die een nijvere bevolking daaruit trekt, geenszins ten goede komt. Wij meenen dus te mogen constateeren, dat de door ons omschreven baldadigheid in Neder land veel voorkomt en dat, al mogen wijniet nalaten met dankbaarheid te erkennen, dat hier en daar door bepaalde autoriteiten deze kwaal met succes wordt bestreden, in het al gemeen niet met voldoende kracht tegen dezen factor, die onze volkswelvaart benadeelt, wordt opgetreden. Het is onze bescheiden meening, dat, wanneer door alle ambtenaren, belast met het opsporen en het vervolgen dezer overtre dingen, de wet in al hare gestrengheid werd toegepast, wanneer in deze richting eens eenige personen voorbeeldig werden gestraft, door zulk een optreden de kwaal in haar grondslagen zou worden aangetast en dat spoedig een algemeene verbetering op dit gebied zou intreden. En wanneer wij in dit verband mogen her inneren aan de feesten, die allerwege worden voorbereid ter gelegenheid van de aanstaande huldiging van H. M. Koningin Wilhelmina; wanneer wij er op mogen wijzen, dat deze feesten een zeer groote uitbreiding van het vreemdelingenverkeer zullen ten gevolge heb ben, wat trouwens blijkens artikelen in de pers algemeen wordt gevoeld, dan meenen wij. dat thans het oogenblik gekomen is om met kracht op te treden tegen bovenomschreven kwaal, die ons volk in de oogen van geheel Europa vernedert en wij herhalen het een bron van groote inkomsten in gevaar brengt." Het is om deze redenen, dat de Bond zich tot den minister wendt, met eerbiedig verzoek, het daarheen te leiden, dat de in het adres aangegeven overtredingen met meer ernBt ver volgd worden, opdat het aan het Nederlandsche publiek duidelijk worde, dat de regeering het vreemdelingenverkeer, als belangrijke bron van volkswelvaart, wenscht te beschermen; en verder al die maatregelen te nemen, zoo noodig in overleg met den minister van binnenlandsche zaken, wien een afschrift van het adres is toegezonden, die strekken kunnen tot bet tegengaan van de in dit request be doelde straatschenderij. MINISTERIE VAN WATERSTAAT. Uit de Memorie van antwoord van den minister op het voorloopig verslag der Tweede kamer over zijne begrooting hebben wij in ons vorig nommer enkele mededeelingen opgenomen. Slechts in een deel der oplaag daarvan konden wjj melden, dat de minister voorstelt een subsidie van ƒ12.873 te verleenen voor den aanleg van een weg van Zuiddorpe naar de Belgische grens. Waar tengevolge van de verbeteringswerken aan het kanaal GentTer neuzen door aan grenzende gemeenten schade of ongerief mocht worden ondervonden, zal daaraan worden tegemoet gekomen. Een nader overleg is aanhangig over het plan tot indijking van schorren in den Brakman. De beslissing over eene vluchthaven aan het Krammer wacht op die betrekkelijk den Dordtschen waterweg. Tusschen de ministers van waterstaat en oorlog is thans een overleg aanhangig, ten aanzien van het rapport der staatscommissie in zake den waterweg van Dordrecht naar zee. Inmiddels wordt het jaarlijksch baggerwerk om in het Aardappelgat een voor de zeevaart naar Dordrecht voldoende diepte in stand te houden voortgezet. Voor den aanleg van een haven te N u m a n s- dorp, in verband met den stoomtramwegZuid- BeijerlandRotterdam, is 5000 meer aange vraagd dan oorspronkelijk was geraamd. Tot dusverre is voor de verbetering van den Waterweg van Rotterdam naar zee in het geheel uitgegeven 36.600.000 waarin door Rotterdam is bijgedragen 2.076.879.64*. Zoo noodig zal de regeering zelve ter. hand nemen het opmaken van een plan voor de noodzakelijke verbetering van het station te Roosendaal. Ten aanzien der schelpen visscherij handhaaft de minister het standpunt van zijn voorganger; doch hij blijft het oog op deze aangelegenheid gevestigd houden. Overwogen wordt in hoeverre de vergun ningen der schelpdiervisscherij, althans voor sommige vaarwaters, in liet belang der scheepvaart moeten worden ingetrokken of gewijzigd. Eene wettelijke regeling omtrent de stoom trammen is door den minister dadelijk na zijn optreden weder ter hand genomen, afge scheiden van de tolheffingen, waaraan thans de tramwegondernemingen zijn onderworpen. Het te laat aankomen van treinen wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door buiten- landsche aansluitingen, waarop gewacht moet worden. Zooveel mogelijk wordt in het lokale verkeer voorzien, terwijl bij de regeling van den dienst de belangen van landbouw en veeteelt, waar doenlijk, worden behartigd. De voorgedragen regeling van het inkomen der opziohtersvan denrijkswater- staat wordt door den minister gehandhaafd. Volgens die regeling zal het inkomen bedra gen voor de Ie klasse 2200, voor de lie klasse 1800, voor de Ille klasse 1500, voor de IVe klasse 1200terwijl de beloo ning voor alle opzichters in dezelfde klasse gelijk wordt gemaakt. Bij het departement is ontvangen het advies van den Raad van State over het ontwerp van den bestuursmaatregel tot vaststelling van bet kiesreglement voor de Kamers van Arbeid, terwijl de regeering zich inmiddels onledig houdt met de voorbereiding van de oprichting dier Kamers. Voorloopig is aangehouden het plan tot openstelling van de gelegenheid tot verzending van zgn. open brieven. Een geheel nieuw type van Nederlandsche postzegels is in bewerking, waarbij wel licht type kleuren zullen worden aangenomen voor de brieven naar het buitenland. De mogelijkheid van bestelling van aange- teekende brieven wordt overwogen. Verhooging van de gewichtsgrens voor een enkelvoudigen brief wordt onnoodig en be zwaarlijk geacht. Aan verhooging van het be- stelporto op Zondag zijn overwegende bezwaren verbonden. Voor verhooging van jaarwedden der post boden was reeds 30.000 uitgetrokken. Op hunne lotsverbetering is de minister bedacht. Ditzelfde geldt van de brievengaarders. Marken zal telefonisch met het vaste land worden verbonden. Voor uitbreiding van het internationaal telefoonnet is tien duizend gulden uitgetrokken. De regeering denkt, dat het wenschelijk zal blijken ook de communale telefoonnetten door den Staat te doen overnemen. In het voorjaar van 1898 zal kunnen aange vangen worden met de oprichting van een nieuw gebouw voor de rijkspostspaarbank te Amsterdam. De kosten zijn geraamd op ƒ600.000. Perstelegrammen. Omtrent het invoeren van een verlaagd tarief voor perstelegrammen deelt de minister van waterstaat mede dat door de Fransche admini stratie aan de internationale telegraaf-confé- rentie te Budapest in 1896 is voorgesteld een reductie op deze telegrammen toe te passen j doch bij gebrek aan steun is dat voorstel niet in behandeling genomen. Later heeft dezelfde administratie aan de verschillende telegraaf- besturen in Europa in overweging gegeven om bij afzonderlijke overeenkomsten tot de be doelde verlaging over te gaan. Alleen Noor wegen, Zweden en Luxemburg hebben biermede ingestemd, onder voorbehoud nochtans van een minimum-tarief voor elk telegram. Voor Nederland werd in 1886, bij de invoe ring van het tegenwoordig telegramtarief, aan genomen dat een speciaal tarief voor perstele grammen eene niet wenschelijke bevoorrechting zou in het leven roepen van enkele personen of vennootschappen. Intusschen is de minister van oordeel dat het tegenwoordig tarief voor telegrammen met een groot woordental, welke hoofdzakelijk ten dienste van de dagbladen worden gewis seld, te hoog is. Wijziging van dit tarief voor zulke telegrammen is dan ook reeds in over weging genomen. Wanneer deze zaak in het binnenlandsch ver keer geregeld is, zal er sprake kunnen zijn om bijzondere overeenkomsten in het buitenlandsch en transito-verkeer aan te gaan. Met ingenomenheid maken wij van boven staande melding, omdat daaruit blijkt, hoe de minister ons gevoelen deelt, dat eerst eene regeling moet gemaakt worden voor binnen landsch verkeer, die der geheele pers 3n goede komt. benoemiVgeTenz. Bij kon. besluit: is de klerk bij 's rijks werf te Hellevoet- sluis P. G. C. Meijers benoemd tot adjunct commies is aan II. Willemsen, wegens lichaamsgebre ken, eervol ontslag verleend als machinist bij de stoomgemalen te en nabij Scliellingwoude. Aanstaanden Donderdag verleent de minister van financiën geen audiëntie en a. Vrijdag doet de minister van marine dat niet. UIT STAD ÉN PROVINCIE. Het is niet onmogelijk, dat door de St. Nicolaasdrukte menigeen er niet aan denkt dat Donderdag a. te Middelburg de derde abonnementsvoorstelling plaats heeft van de Nederlandsche Tooneelvereeniging. Daarom herinneren wij hieraan. Jan Ongeluk, het blijspel dat wordt opge voerd, schijnt overal in den smaak te vallen. Nu, als de beide schrijvers Blumenthal en Kadelburg daarmee even gelukkig zijn als met hun Mijn papa 't Kamerlid eil Twee Wapens, stukken die ook hier zooveel succes hadden, dan kan het overmorgen in onzen schouwburg een vroolijke en aangename avond zijn. Wij ontvingen het eerste jaarverslag van de vereeniging Nationale tentoonstelling van •Quwenarbeid, te houden te 's Gravenhagè Juli, Aug. en Sept. 1898. Daaruit bleek, dat de ontvangsten en uit gaven 12.294.31 beliepen, met een saldo in kas van 2106.61*. Onder de uitgaven zijn vermeld bezittingen in effecten 7569.80 belegd op de spaarbank 1500. Voor propa- ganda-onkosten is 1019.56 uitgegeven. In onze omgeving Zijn tot de vereeniging toegetredente Breskens 1 lid en te Middel burg 3 leden. Te Middelburg bestaat bet plaatselijk comité uit de dames mevr. SchorerPlaat, mevr. Van der Lek de Clercq—De Jonge van Ellemeet, mej. E. D. van den Broecke, mevr. BolleMulock Houwer en mevr. Sprenger De Bruijn. Correspondenten aldaar zijn mevr. Keizer Van Sonsbeek en WibautBerdenis van Ber- lekom. Te Zierikzee zijn correspondenten mevr. R. de Crane en mevr. De Jonge van Ellemeet Sprenger. By kon. besluit is, óp verzoek, eervol ontslag verleend aan W. F. Stoel alB late lui tenant bij de d.d. schutterij te Goes en bij die schutterij benoemd tot Iste-luit. C. E. van Koetsveld, thans 2de-luit., en tot 2de-luit. S. Drijfhout, thans sergeant. Onder 'sHeer Arendskerke, te 'sHeer Hendrikskinderen, komen in de laatste dagen enkele gevallen van besmettelijke keel ziekte voor, waaraan een kind van driejaar overleed. Naar men ons meldt, zijn Maandag de werklieden, meest bewoners van de Nieuwesluis, gem. Breskens, die werkzaam waren aan 't kanaal BruggeZeehaven, door de Belgische werklieden verjaagd. Voldoende politiemacht ter bescherming was niet aanwezig. LANDBOUW. Boterfabrieken. Door deh heer P. Leenhouts, landbouwkun dige te Kotidëkerke, werd Zaterdag jl te Retranchement eene lezing gehouden over het voordeel van boterfabrieken. Omstreeks een zestigtal personen waren opgekomen om spreker te hooreneen getal, dat voor genoemde gemeente zeker niet laag valt te noemen. Spreker, zgn dank betuigende voor eene zoo flinke opkomst, begon met de mededeeling, hoe eenmaal Hollandsche boter en Hollandsche kaas om de goede hoedanigheden een zoo wel verdienden naam genoten, maar hoe die ver maardheid in de laatste jaren was gedaald. De reden was gedeeltelijk te zoeken in min der edele practijken. Gedeeltelijk; er was nog eene andere oorzaak. In andere landen, met name in Denemarken, was men, ook bij de bereiding van bovengenoemde producten, met zijn tijd medegegaan en had men het nieuwe en het nieuwste, dat op het gebied van zuivel bereiding was bekend geworden, algemeen toegepast. Daardoor was de Deensche boter beter geworden dan de onze, en had zij de onze op de wereldmarkten verdrongen. Eene warme opwekking werd gesproken, om met onze producten Denemarken weer te overvleu gelen, of, indien dit te boud was gesproken, op zijde te streven. Daartoe was noodig, dat men niet voortging met boter te bereiden, op de wijze als door onze ouders en grootouders was gedaan. Die wijze kan eenmaal goed zijn geweest, thans waren de tijden en de omstandigheden veranderd en moest men bij de boterfabricatie het nieuwe toepassen, dat inderdaad als deug delijk was gebleken. Daar het aanschaffen van de noodige werk tuigen voor ieder landbouwer afzonderlijk te duur zou zijn, moest men zich vereenigen coöperatie was noodig. Er is tweeërlei coöpera tie particuliere en onderlinge. Met enkele woorden toonde spreker aan, wat onderlinge coöperatie vóór heeft op particuliere. Er dienden allerwege boteriabrieken opgericht te worden, waar ieder landbouwer de melk zijner koeien brengen ban. Thans werden voordeelen opge somd van levering aan zoo'n fabriek en nadee- len van het maken der boter op de hofstede. Iedere boerin weet, hoeveel werk zij aan haren kelder heeftwas zij van de boterbe- reiding ontslagen, zij kreeg tijd vrij, die zij aan baar huishouding kon besteden. Het vaat werk moet uiterst zindelijk gehouden worden er is dus veel kokend water noodig, soda en zeep. Maar om het water te doen koken is hout noodig, dat men toch ook niet voor niet heeft. Iemand, die tot eene boter- fabriek was toegetreden, had aan spreker ver klaard, dat hij nooit had kunnen gelooven, dat bij zich daardoor zooveel hout zou heb ben bespaard thans kon hij er van verkoopen. Wanneer het bereiden van boter op de aloude wijze geschiedt, wie maakt dan de markt De winkelier t Maar is dat werkelijk de markt de hoogste markt? En moet de boerin in ruil voor bare boter geen winkelwaren nemen Zou zij soms eens niet liever klinkende schijven in hare hand ontvangen Nog meer kan tegen die wijze van doen aan gevoerd worden. Denk o. a. aan aankoop en onderhoud van vaatwerk. Levert de boer zgne melk aan een boter- fabriek, dan krijgt hjj eerlijk, wat hem toekomt 't zij de levering geschiedt per liter, 't zij op vetgehalte. Deze laatste wijze wa3 de beste, daar dan niemand in de verzoeking komen kon zijne melk te verlengen. In overtuigende be woordingen bepleitte spreker thans het goed recht van boterfabrieken, waarna hij een oogen blik pauze hield om den aanwezigen gelegenheid te geven tot het houden van besprekingen, om hem straks vragen te doen, bezwaren op te noemen enz. Van deze gelegenheid werd na de pauze ge bruik gemaakt door enkelen, die vroeger hunne melk aan de roomboterfabriek te Sluis hadden geleverd, maar daarmee waren opgehouden. Eén er van beweerde, dat hij er geen voordeel meedeed. Of hij echter bij het opmaken zijner rekening wel met alle factoren voeling hield Een boer heeft op zijne hofstede zoo van die dingen (bv. hout) die hij niet direct koopen moet, en die hij 1 y verbruik dan ook niet meetelt. Toch dienen zij medegegerekend te wor den. De anderen verklaarden, dat zij zich terug getrokken hadden, vanwege de groote onkosten bij het vervoer. Spreker, gaarne geloovende, dat die onkosten te hoog zijn, als zij door weinigen gedragen worden, toonde nog eens aan, hoe noodig het is, dat de landbouwers zich vereenigen, dat zij samenwerken. Werden de aangeduide onkosten gezamenlijk gedragen, 'tzou geen beletsel zijn. Het hoofd der school, daarna het woord vragende, deelde mede, hoe hjj wist, dat net vervoer der melk geschiedt naar de boterfabriek te Schoondijke. Een landbouwer uit het land van IJzendijke, dicht bij Waterland-Oudeman wo nende, ruim anderhalf uur van Schoondijke, laat zijne melk naar de fabriek rijdenonder weg laadt hij de bussen óp van tal van per sonen, die hein natuurljjk daarvoor wat schuldifjf

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 1