MIDDELBURGSCHE COURANT.
N°. 289
140" Jaargang.
1897.
Woensdag
8 December.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 7 Dec. 8 u. vm. 39 gr. 12 u. 43 gr.,
av. 4 u. 43 gr. F. Verw. tam. kr. Z. W w., reg.
Advertentïën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan bet bureau bezorgd zijn.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te Vlis8ingenC. N. J. de Vey Mestdagb ti
Goes: A. C. Bolluït, firma Wed. de Jonge.
Middelburg 7 December.
VREDE VAN MUNSTER.
Pastoor Bots komt in De Tijd op tegen de
nationale viering van den dag, waarop de
vrede van Munster werd gesloten. Wel werd
door dien vrede een einde gemaakt aan de
geweldige godsdienstoorlogen, maar de katho
lieken hebben slechts betrekkelijk reden om
zich over de bepalingen van het vredesverdrag
te verheugen. De bepalingen van den Mun-
sterschen vrede zijn grootendeels niets anders
dan (de Duitsche) Meiwetten van het slechtste
allooi en aan de katholieke kerk werden zoo
wel in Dnitschland als in Nederland zware
slagen toegebracht. Eenige leiten worden tot
Btaving hiervan aangevoerd.
De schrijver komt tot de conclusie, dat men
tegen de feestviering niet van katholieke zijde
moet proteBteeren, maar hij had gewenscht,
dat de hoogleeraren in de geschiedenis beter
en loyaler zonden gehandeld hebben, indien
zij de „hatelijke zijden" van het vieren van
den Munsterschen vrede hadden erkend.
Nu, wat ons betreft, kan men het door mr
Blom geopperde idee gerust laten varen; en
behoeft de regeering daarop allerminst in te
gaan. De rechte geestdrift voor zulk eene
feestviering kan er toch niet bestaan; het feit
is al te lang geleden en wij zijn zoo van zelf
gewoon aan den toestand van godsdienstvrijheid
enz. in ons land, dat niemand zich meer kan
indenken hoe het weleer is geweest en warm
worden voor het heden.
Het zou dus eene zeer opgeschroefde bewe
ging worden, geheel gaande buiten het volk.
Daarbij zou zulk een gedenkdag allicht het
sein wezen, zooals nu trouwens al blijkt, voor
het noodeloos oprakelen van allerlei grieven;
wat zeer goed kan vermeden worden, omdat
het hoegenaamd geen reden heeft zich in 1898
te verdiepen in hetgeen 250jaar geleden nuttig
en noodig was. En te minder nu de grieven
zich hoofdzakelijk zullen bewegen op een ge
bied, waar zooveel voetangels en klemmen
liggen. Als de godsdienst in het spel is, ge
raakt het gezonde verstand nog als eens op hol-
Bovendien komt het ons veel beter voor zulke
gedenkdagen, bv. die van den Blag van Water
loo, af te schaffenzij herinneren slechts aan
oude grieven, die al lang vergeten zijn. Zulke
herinneringen hebben geen nut; en werken
slechts de verbroedering der volkeren tegen.
En ter wille van het voorgeslacht, dat ons
die zegeningen, een gevolg van hun strijd,
heeft gebracht, behoeven wij waarlijk geen
meerdere gedenkdagen in het leven te roepen.
Wij zijn het daarom in deze geheel eens
met de Zwolsche Crt., dat men in het volgende
jaar 't beste doet zich te bepalen tot de Konin-
ginnefeesten. Dit behoeft echter voor hen, die
den Munsterschen vrede willen vieren, geen belet
sel te zijn het voor hen heugelijke feit te herden
ken. Zij kunnen dat doen in beperkten kring.
Straatschenderij.
Het bestuur van den Nat ionalen Bond voor
Vreemdelingenverkeer in Nederland, gevestigd te
Utrecht, heeft zich gewend tot den minister
van justitie met een adres, waarin gewezen
wordt op het feit, dat bij de krachtige pogin
gen, die de Bond, sterk door zijne vele afdee-
lingen, aanwendt om bet vreemdelingenverkeer
in ons land te bevorderen, en daardoor de
algemeene welvaart te vermeerderen, de Bond
telkens stuit op een factor, die slechts met
medewerking van het geheele publiek en met
krachtigen steun van de hooge regeering, de
provinciale en gemeentelijke regeeringen zou
zijn te vernietigen.
„Het is de straatschenderij, waarvan zoo
luidt het adres in ons vaderland alle vreem
delingen min of meer te lijden hebbenhet is
de vijandige honding, die de Hollander aan
neemt tegen allen, die niet tot zijne onmid
dellijke omgeving behooren het zijn die groote
menigte kleine overtredingen, waarvan toeristen
in ons land de slachtoffers worden, overtredin
gen, die wegens hun onbeteekenenden aard niet
vervolgd worden en dus tot nieuwe overtre
dingen aanleiding geven, die een ongunstigeu
invloed op het Vreemdelingenverkeer hbbben.
Wanneer het noodig is hier de vele feiten
aan te wijzen, die overigens voldoende bekend
zijn, dan zouden wij die willen verdeelen in
lo vijandelijke daden, gepleegd tegenover
den persoon van den vreemdeling;
2o vernieling van openbare verfraaiingswer-
Jseu of van particuliere bezittingen.
Van de sub 1 bedoelde feiten brengen de
nieuwsbladen ons honderden voorbeelden. Wij
wijzen slechts op de houding van het publiek
in Amsterdam, die oorzaak was, dat een groot
eisgezelschap onze onherbergzame hoofdstad
dezen zomer veel spoediger verliet dan het plan
was. Wij noemen in het noorden des lands,
met name in de streek derFriesche meren, het
werpen met steenen naar jachten en voetgangers,
wij wijzen op de Zuid-Hollandache eilanden en
in Amsterdam, op de gewoonte van een zeker
deel van het publiek, om allerlei ongerechtig
heden van de bruggen op de hoofden der va
rende toeristen te doen nederdalen.
Wij citeeren uit de nieuwsbladen het geval,
dat de bevolking van een klein dorp op het
eiland IJselmonde eenige jonge dames, die
wachtten op het schutten van een roeiboot, in
het water trachtte te dringen. Wij herinneren
in dit verband aan het naschreeuwen en uit
schelden van toeristen, aan het hinderen van
personen, die op den publieken weg hun schil
derstudiën makenaan het ophitsen van hon
den tegen wielrijders, aan het steken van stok
ken in de wielen der rijwieleq, met het doel
om de rijders te doel vallen, kortom, aan
tal van straatschenderijen, die, zoo ze al, elk
op zich zelf, geen bewgs zijn van groote ver
dorvenheid, toch een voor vreemdelingen hoogst
onaangenamen toestand in het leven roepen.
Ook van de hierboven sub 2o aangeduide
feiten mag een aanwijzing overbodig heeten.
Of is het niet algemeen bekend, dat het publiek,
vooral het jongere publiek, tegenover publieke
monumenten en aanplantingen een baldadig
heid aan den dag legt, die in Nederland vol
strekt niet zóó streng tegengegaan wordt als
in ons omringende landen en dan ook oorzaak
is, dat deze versieringen van den openbaren
weg in ons land zeldzaam en veelal in treuri-
gen toestand zijndat bovendien particulieren
in Nederland niet gaarne geneigd zijn mee te
werken aan de verfraaiing van den openbaren
weg, daar hun pogingen toch slechta beant
woord zouden worden door een vermeerdering
van de vernielzucht van het straatpubliek. En
in verband hiermee dient herinnerd te worden
aan het feit, dat in den laatsten tijd verschei
dene groote landgoederen voor het publiek
geheel gesloten zijn, omdat de eigenaar grooten
last had van de teugelloosheid van de bezoe
kers van zijn goed, wat het vreemdelingver-
keer en dus de groote verdiensten, die een
nijvere bevolking daaruit trekt, geenszins ten
goede komt.
Wij meenen dus te mogen constateeren, dat
de door ons omschreven baldadigheid in Neder
land veel voorkomt en dat, al mogen wijniet
nalaten met dankbaarheid te erkennen, dat
hier en daar door bepaalde autoriteiten deze
kwaal met succes wordt bestreden, in het al
gemeen niet met voldoende kracht tegen dezen
factor, die onze volkswelvaart benadeelt, wordt
opgetreden. Het is onze bescheiden meening,
dat, wanneer door alle ambtenaren, belast met
het opsporen en het vervolgen dezer overtre
dingen, de wet in al hare gestrengheid werd
toegepast, wanneer in deze richting eens eenige
personen voorbeeldig werden gestraft, door zulk
een optreden de kwaal in haar grondslagen zou
worden aangetast en dat spoedig een algemeene
verbetering op dit gebied zou intreden.
En wanneer wij in dit verband mogen her
inneren aan de feesten, die allerwege worden
voorbereid ter gelegenheid van de aanstaande
huldiging van H. M. Koningin Wilhelmina;
wanneer wij er op mogen wijzen, dat deze
feesten een zeer groote uitbreiding van het
vreemdelingenverkeer zullen ten gevolge heb
ben, wat trouwens blijkens artikelen in de
pers algemeen wordt gevoeld, dan meenen wij.
dat thans het oogenblik gekomen is om met
kracht op te treden tegen bovenomschreven
kwaal, die ons volk in de oogen van geheel
Europa vernedert en wij herhalen het
een bron van groote inkomsten in gevaar
brengt."
Het is om deze redenen, dat de Bond zich
tot den minister wendt, met eerbiedig verzoek,
het daarheen te leiden, dat de in het adres
aangegeven overtredingen met meer ernBt ver
volgd worden, opdat het aan het Nederlandsche
publiek duidelijk worde, dat de regeering het
vreemdelingenverkeer, als belangrijke bron van
volkswelvaart, wenscht te beschermen;
en verder al die maatregelen te nemen, zoo
noodig in overleg met den minister van
binnenlandsche zaken, wien een afschrift van
het adres is toegezonden, die strekken kunnen
tot bet tegengaan van de in dit request be
doelde straatschenderij.
MINISTERIE VAN WATERSTAAT.
Uit de Memorie van antwoord van den
minister op het voorloopig verslag der
Tweede kamer over zijne begrooting hebben
wij in ons vorig nommer enkele mededeelingen
opgenomen.
Slechts in een deel der oplaag daarvan
konden wjj melden, dat de minister voorstelt
een subsidie van ƒ12.873 te verleenen voor
den aanleg van een weg van Zuiddorpe
naar de Belgische grens.
Waar tengevolge van de verbeteringswerken
aan het kanaal GentTer neuzen door aan
grenzende gemeenten schade of ongerief mocht
worden ondervonden, zal daaraan worden
tegemoet gekomen.
Een nader overleg is aanhangig over het
plan tot indijking van schorren in den
Brakman.
De beslissing over eene vluchthaven aan het
Krammer wacht op die betrekkelijk den
Dordtschen waterweg.
Tusschen de ministers van waterstaat en
oorlog is thans een overleg aanhangig, ten
aanzien van het rapport der staatscommissie
in zake den waterweg van Dordrecht
naar zee.
Inmiddels wordt het jaarlijksch baggerwerk
om in het Aardappelgat een voor de zeevaart
naar Dordrecht voldoende diepte in stand te
houden voortgezet.
Voor den aanleg van een haven te N u m a n s-
dorp, in verband met den stoomtramwegZuid-
BeijerlandRotterdam, is 5000 meer aange
vraagd dan oorspronkelijk was geraamd.
Tot dusverre is voor de verbetering van den
Waterweg van Rotterdam naar zee
in het geheel uitgegeven 36.600.000 waarin
door Rotterdam is bijgedragen 2.076.879.64*.
Zoo noodig zal de regeering zelve ter. hand
nemen het opmaken van een plan voor de
noodzakelijke verbetering van het station te
Roosendaal.
Ten aanzien der schelpen visscherij
handhaaft de minister het standpunt van zijn
voorganger; doch hij blijft het oog op deze
aangelegenheid gevestigd houden.
Overwogen wordt in hoeverre de vergun
ningen der schelpdiervisscherij, althans
voor sommige vaarwaters, in liet belang der
scheepvaart moeten worden ingetrokken of
gewijzigd.
Eene wettelijke regeling omtrent de stoom
trammen is door den minister dadelijk na
zijn optreden weder ter hand genomen, afge
scheiden van de tolheffingen, waaraan thans
de tramwegondernemingen zijn onderworpen.
Het te laat aankomen van treinen
wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door buiten-
landsche aansluitingen, waarop gewacht moet
worden. Zooveel mogelijk wordt in het lokale
verkeer voorzien, terwijl bij de regeling van
den dienst de belangen van landbouw en
veeteelt, waar doenlijk, worden behartigd.
De voorgedragen regeling van het inkomen
der opziohtersvan denrijkswater-
staat wordt door den minister gehandhaafd.
Volgens die regeling zal het inkomen bedra
gen voor de Ie klasse 2200, voor de lie
klasse 1800, voor de Ille klasse 1500,
voor de IVe klasse 1200terwijl de beloo
ning voor alle opzichters in dezelfde klasse
gelijk wordt gemaakt.
Bij het departement is ontvangen het advies
van den Raad van State over het ontwerp
van den bestuursmaatregel tot vaststelling van
bet kiesreglement voor de Kamers van Arbeid,
terwijl de regeering zich inmiddels onledig
houdt met de voorbereiding van de oprichting
dier Kamers.
Voorloopig is aangehouden het plan tot
openstelling van de gelegenheid tot verzending
van zgn. open brieven.
Een geheel nieuw type van Nederlandsche
postzegels is in bewerking, waarbij wel
licht type kleuren zullen worden aangenomen
voor de brieven naar het buitenland.
De mogelijkheid van bestelling van aange-
teekende brieven wordt overwogen.
Verhooging van de gewichtsgrens voor een
enkelvoudigen brief wordt onnoodig en be
zwaarlijk geacht. Aan verhooging van het be-
stelporto op Zondag zijn overwegende bezwaren
verbonden.
Voor verhooging van jaarwedden der post
boden was reeds 30.000 uitgetrokken. Op
hunne lotsverbetering is de minister bedacht.
Ditzelfde geldt van de brievengaarders.
Marken zal telefonisch met het vaste
land worden verbonden. Voor uitbreiding van
het internationaal telefoonnet is tien duizend
gulden uitgetrokken.
De regeering denkt, dat het wenschelijk zal
blijken ook de communale telefoonnetten door
den Staat te doen overnemen.
In het voorjaar van 1898 zal kunnen aange
vangen worden met de oprichting van een
nieuw gebouw voor de rijkspostspaarbank te
Amsterdam. De kosten zijn geraamd op ƒ600.000.
Perstelegrammen.
Omtrent het invoeren van een verlaagd tarief
voor perstelegrammen deelt de minister van
waterstaat mede dat door de Fransche admini
stratie aan de internationale telegraaf-confé-
rentie te Budapest in 1896 is voorgesteld een
reductie op deze telegrammen toe te passen j
doch bij gebrek aan steun is dat voorstel niet
in behandeling genomen. Later heeft dezelfde
administratie aan de verschillende telegraaf-
besturen in Europa in overweging gegeven om
bij afzonderlijke overeenkomsten tot de be
doelde verlaging over te gaan. Alleen Noor
wegen, Zweden en Luxemburg hebben biermede
ingestemd, onder voorbehoud nochtans van een
minimum-tarief voor elk telegram.
Voor Nederland werd in 1886, bij de invoe
ring van het tegenwoordig telegramtarief, aan
genomen dat een speciaal tarief voor perstele
grammen eene niet wenschelijke bevoorrechting
zou in het leven roepen van enkele personen
of vennootschappen.
Intusschen is de minister van oordeel dat
het tegenwoordig tarief voor telegrammen met
een groot woordental, welke hoofdzakelijk
ten dienste van de dagbladen worden gewis
seld, te hoog is. Wijziging van dit tarief voor
zulke telegrammen is dan ook reeds in over
weging genomen.
Wanneer deze zaak in het binnenlandsch ver
keer geregeld is, zal er sprake kunnen zijn om
bijzondere overeenkomsten in het buitenlandsch
en transito-verkeer aan te gaan.
Met ingenomenheid maken wij van boven
staande melding, omdat daaruit blijkt, hoe de
minister ons gevoelen deelt, dat eerst eene
regeling moet gemaakt worden voor binnen
landsch verkeer, die der geheele pers
3n goede komt.
benoemiVgeTenz.
Bij kon. besluit:
is de klerk bij 's rijks werf te Hellevoet-
sluis P. G. C. Meijers benoemd tot adjunct
commies
is aan II. Willemsen, wegens lichaamsgebre
ken, eervol ontslag verleend als machinist bij
de stoomgemalen te en nabij Scliellingwoude.
Aanstaanden Donderdag verleent de minister
van financiën geen audiëntie en a. Vrijdag
doet de minister van marine dat niet.
UIT STAD ÉN PROVINCIE.
Het is niet onmogelijk, dat door de
St. Nicolaasdrukte menigeen er niet aan denkt
dat Donderdag a. te Middelburg de derde
abonnementsvoorstelling plaats heeft van de
Nederlandsche Tooneelvereeniging.
Daarom herinneren wij hieraan.
Jan Ongeluk, het blijspel dat wordt opge
voerd, schijnt overal in den smaak te vallen.
Nu, als de beide schrijvers Blumenthal en
Kadelburg daarmee even gelukkig zijn als met
hun Mijn papa 't Kamerlid eil Twee Wapens,
stukken die ook hier zooveel succes hadden,
dan kan het overmorgen in onzen schouwburg
een vroolijke en aangename avond zijn.
Wij ontvingen het eerste jaarverslag van
de vereeniging Nationale tentoonstelling van
•Quwenarbeid, te houden te 's Gravenhagè
Juli, Aug. en Sept. 1898.
Daaruit bleek, dat de ontvangsten en uit
gaven 12.294.31 beliepen, met een saldo in
kas van 2106.61*. Onder de uitgaven zijn
vermeld bezittingen in effecten 7569.80
belegd op de spaarbank 1500. Voor propa-
ganda-onkosten is 1019.56 uitgegeven.
In onze omgeving Zijn tot de vereeniging
toegetredente Breskens 1 lid en te Middel
burg 3 leden.
Te Middelburg bestaat bet plaatselijk
comité uit de dames mevr. SchorerPlaat,
mevr. Van der Lek de Clercq—De Jonge van
Ellemeet, mej. E. D. van den Broecke, mevr.
BolleMulock Houwer en mevr. Sprenger
De Bruijn.
Correspondenten aldaar zijn mevr. Keizer
Van Sonsbeek en WibautBerdenis van Ber-
lekom.
Te Zierikzee zijn correspondenten mevr.
R. de Crane en mevr. De Jonge van Ellemeet
Sprenger.
By kon. besluit is, óp verzoek, eervol
ontslag verleend aan W. F. Stoel alB late lui
tenant bij de d.d. schutterij te Goes en
bij die schutterij benoemd tot Iste-luit. C. E.
van Koetsveld, thans 2de-luit., en tot 2de-luit.
S. Drijfhout, thans sergeant.
Onder 'sHeer Arendskerke, te
'sHeer Hendrikskinderen, komen in de laatste
dagen enkele gevallen van besmettelijke keel
ziekte voor, waaraan een kind van driejaar
overleed.
Naar men ons meldt, zijn Maandag de
werklieden, meest bewoners van de Nieuwesluis,
gem. Breskens, die werkzaam waren aan 't
kanaal BruggeZeehaven, door de Belgische
werklieden verjaagd. Voldoende politiemacht
ter bescherming was niet aanwezig.
LANDBOUW.
Boterfabrieken.
Door deh heer P. Leenhouts, landbouwkun
dige te Kotidëkerke, werd Zaterdag jl te
Retranchement eene lezing gehouden
over het voordeel van boterfabrieken. Omstreeks
een zestigtal personen waren opgekomen om
spreker te hooreneen getal, dat voor genoemde
gemeente zeker niet laag valt te noemen.
Spreker, zgn dank betuigende voor eene
zoo flinke opkomst, begon met de mededeeling,
hoe eenmaal Hollandsche boter en Hollandsche
kaas om de goede hoedanigheden een zoo wel
verdienden naam genoten, maar hoe die ver
maardheid in de laatste jaren was gedaald.
De reden was gedeeltelijk te zoeken in min
der edele practijken. Gedeeltelijk; er was nog
eene andere oorzaak. In andere landen, met
name in Denemarken, was men, ook bij de
bereiding van bovengenoemde producten, met
zijn tijd medegegaan en had men het nieuwe
en het nieuwste, dat op het gebied van zuivel
bereiding was bekend geworden, algemeen
toegepast. Daardoor was de Deensche boter
beter geworden dan de onze, en had zij de
onze op de wereldmarkten verdrongen. Eene
warme opwekking werd gesproken, om met
onze producten Denemarken weer te overvleu
gelen, of, indien dit te boud was gesproken,
op zijde te streven. Daartoe was noodig, dat
men niet voortging met boter te bereiden, op
de wijze als door onze ouders en grootouders
was gedaan.
Die wijze kan eenmaal goed zijn geweest,
thans waren de tijden en de omstandigheden
veranderd en moest men bij de boterfabricatie
het nieuwe toepassen, dat inderdaad als deug
delijk was gebleken.
Daar het aanschaffen van de noodige werk
tuigen voor ieder landbouwer afzonderlijk te
duur zou zijn, moest men zich vereenigen
coöperatie was noodig. Er is tweeërlei coöpera
tie particuliere en onderlinge. Met enkele
woorden toonde spreker aan, wat onderlinge
coöperatie vóór heeft op particuliere. Er dienden
allerwege boteriabrieken opgericht te worden,
waar ieder landbouwer de melk zijner koeien
brengen ban. Thans werden voordeelen opge
somd van levering aan zoo'n fabriek en nadee-
len van het maken der boter op de hofstede.
Iedere boerin weet, hoeveel werk zij aan
haren kelder heeftwas zij van de boterbe-
reiding ontslagen, zij kreeg tijd vrij, die zij
aan baar huishouding kon besteden. Het vaat
werk moet uiterst zindelijk gehouden worden
er is dus veel kokend water noodig, soda en
zeep. Maar om het water te doen koken is
hout noodig, dat men toch ook niet voor
niet heeft. Iemand, die tot eene boter-
fabriek was toegetreden, had aan spreker ver
klaard, dat hij nooit had kunnen gelooven,
dat bij zich daardoor zooveel hout zou heb
ben bespaard thans kon hij er van verkoopen.
Wanneer het bereiden van boter op de aloude
wijze geschiedt, wie maakt dan de markt De
winkelier t Maar is dat werkelijk de markt de
hoogste markt? En moet de boerin in ruil
voor bare boter geen winkelwaren nemen Zou
zij soms eens niet liever klinkende schijven
in hare hand ontvangen
Nog meer kan tegen die wijze van doen aan
gevoerd worden. Denk o. a. aan aankoop
en onderhoud van vaatwerk.
Levert de boer zgne melk aan een boter-
fabriek, dan krijgt hjj eerlijk, wat hem toekomt
't zij de levering geschiedt per liter, 't zij op
vetgehalte. Deze laatste wijze wa3 de beste,
daar dan niemand in de verzoeking komen kon
zijne melk te verlengen. In overtuigende be
woordingen bepleitte spreker thans het goed
recht van boterfabrieken, waarna hij een oogen
blik pauze hield om den aanwezigen gelegenheid
te geven tot het houden van besprekingen,
om hem straks vragen te doen, bezwaren op
te noemen enz.
Van deze gelegenheid werd na de pauze ge
bruik gemaakt door enkelen, die vroeger hunne
melk aan de roomboterfabriek te Sluis hadden
geleverd, maar daarmee waren opgehouden.
Eén er van beweerde, dat hij er geen voordeel
meedeed. Of hij echter bij het opmaken zijner
rekening wel met alle factoren voeling hield
Een boer heeft op zijne hofstede zoo van die
dingen (bv. hout) die hij niet direct koopen
moet, en die hij 1 y verbruik dan ook niet
meetelt. Toch dienen zij medegegerekend te wor
den. De anderen verklaarden, dat zij zich terug
getrokken hadden, vanwege de groote onkosten
bij het vervoer. Spreker, gaarne geloovende,
dat die onkosten te hoog zijn, als zij door
weinigen gedragen worden, toonde nog eens aan,
hoe noodig het is, dat de landbouwers zich
vereenigen, dat zij samenwerken. Werden de
aangeduide onkosten gezamenlijk gedragen,
'tzou geen beletsel zijn.
Het hoofd der school, daarna het woord
vragende, deelde mede, hoe hjj wist, dat net
vervoer der melk geschiedt naar de boterfabriek
te Schoondijke. Een landbouwer uit het land van
IJzendijke, dicht bij Waterland-Oudeman wo
nende, ruim anderhalf uur van Schoondijke,
laat zijne melk naar de fabriek rijdenonder
weg laadt hij de bussen óp van tal van per
sonen, die hein natuurljjk daarvoor wat schuldifjf