MIDDELRURGSCHE COURANT.
N°. 280
1897.
Zaterdag
27 November.
I40e Jaargang.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 26 Nov. 8 u. vm. 28 gr. 12 u. 40 gr.,
av. 4 u. 34 gr. F. Verw. tam. kr. Z. W. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regelt
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te 's GravenhageDe Gebr. Belinfante te
Amsterdam A. de La Mar Azn.
Bij deze courant behoort een Bijvoegsel.
Middelburg 26 November.
De uitbreiding van de taak der
gemeente.
Over dit onderwerp heeft Dinsdagavond te
Amsterdam de heer P. L. Tak eene voordracht
gehouden, waarbij hij eenige mededeelingen
deed die, hoewel niet geheel nieuw, toch voor
het algemeen van belang zijn en waard zelfs
om herhaald te worden. De door hem gegeven
wenken mogen vooral voor groote gemeenten
overweging verdienen, kleinere kunnen ook
allicht hare winst daarmee doen.
Het is toch ook wel zonderling dat, waar
eigen-exploitatie van gasfabrieken, waterlei
dingen als een van zelf sprekende zaak wordt
beschouwd, meerendeels met ergernis en wan
trouwen kennis genomen wordt van raadgevin
gen om op dat gebied meerdere stappen te doen.
Dan komen allerlei vooroordeelen om den
hoek gluren.
Men overweegt dan niet meer met onpartij
digheid of het belang van de gemeenschap
zulk een eigen exploitatie, b. v. van eene bad
inrichting, vordert, neen, men bezigt al spoedig
allerlei drogredenen om zich van de kwestie
af te maken.
Het socialistisch spook wordt dan opgeroepen
Daarom is het wel eens goed, dat men ziet
naar hetgeen elders geschiedt. En ook dat
men niet uitsluitend let op de financieele ge
volgen, maar op de moreele zijden van eene
dergelijke exploitatie.
Zoo heeft men b. v. de kwestie van het
bouwen van gezonde woningen voor den ar
beider, al zouden wij zeggenwaarom ook niet
voor anderen, wanneer de behoefte zich daaraan
doet gevoelen?
De zorg voor gezonde woningen ligt toch,
overeenkomstig art. 135 juncto art. 141 der
gemeentewet, geheel op den weg van het ge
meentebestuur.
Zoo zijn er meer zaken van algemeen be
lang, die, wanneer de gemeenschap ze in eigen
beheer nam, beter ten nutte van allen waren
te regelen dan nu zij uitsluitend in particuliere
handen zijn.
Met het bouwen van huizen staat b. v. in
nauw verband het exploiteeren van bouwgrond.
Nog onlangs werd in den Gemeenteraad te
Middelburg gezinspeeld op het ergelijke
feit dat de Singels meer en meer worden bebouwd
en niet altijd op fraaie wijze. Een zeer klein
middel werd toen als redmiddel beschouwd,
omdat men geen grootere en afdoende in zijn
bereik heeft.
Het koopen en exploiteeren van bouwgrond
van gemeentewege zou aan zulk een bezwaar
kunnen te gemoet komen. Maar, wij stemmen toe,
er zijn daaraan groote moeilijkheden verbonden,
zoodra men te doen heeft met gronden, die
geheel of gedeeltelijk in een andere gemeente
liggen, en zoolang door een wijziging der ont
eigeningswet geen voldoende paal en perk
kan geBteld worden aan al te hooge eischen
van eigenaren van grond, die een gemeente
noodig kan hebben voor eigen exploitatie.
Toch gelooven wij dat er in menig opzicht
door gemeenten op dit gebied meer gedaan
zou kunnen worden dan nu geschiedt.
Na deze opmerkingen, willen wij aan de
hand van een paar Amsterdamsche bladen hier
laten volgen wat de heer Tak zoo al mede
deelde
Hij begon dan met de verklaring slechts
een brokje in de evolutie van het gemeentelijke
leven van onzen tijd te zullen behandelen.
Daarna wees txij op hetgeen de gemeente Am
sterdam reeds in eigen beheer genomen heeft
en dat er een terugkeer merkbaar is tot het
coöperatief bestaan der gemeenten, tot de oude
coöperatieve eenheid, die weleer in de Ger-
maansche gemeenten bestond. Toen was er
eenheid van belangen, die leidde tot coöperatief
handelen, een toestand, die allengs gewijzigd
werd door de nieuwe wijze der productie, de
sterke productie op de markt, die vrijheid van
handelen ging eischen in het begin dezer eeuw.
Daardoor bleef van het coöperatief handelen
van de gemeente weinig meer over dan het
hoognoodige: politie, brandweer, e. d.; er kwam
een tijd van „laat maar waaien," en inderdaad
let beeft et gewaaid! LaBgeametbaad ont
stonden de concessies, die men ziet verdwijnen
door eigen fouten, omdat de vennootschappen
de elasticiteit missen om hun gerief naar alle
hoeken te verspreiden. Door de uitbreiding
der groote Bteden werd van de rekbaarheid
der vennootschappen meer gevergdaan dit.
meerdere kon meestal niet meer worden vol
daan en de gemeente moest ten bate van alle
klassen verschillende zaken ter hand nemen.
De particuliere ondernemers baanden den weg;
de gemeente behoeft niet met een zuur gezicht
van hen afscheid te nemen, daar zij voor
hun werk werden betaald.
Als voorbeeld van een der gemeenten, die
zich aan de particuliere ondernemingen ont
trokken en daarvan de beste resultaten zagen,
moet in menig opzicht steeds op Glasgow
worden gewezen; en de nieuwe leer heeft het
reeds dikwerf tegenover het oude doctrinaire
stelsel gewonnen, omdat zij voortkwam uit de
gewone consequenties.
Onder een invloed der nieuwe gedachte gin
gen de gemeenten beter leven. Toen de eerste
gemeenten haar gas gingen exploiteeren, vroeg
men zich af hoe dat wel gaan moest, hoe amb
tenaren dat wel zouden kunnen doen, zij, die
immers slechts gewoon waren eiken dag eenige
uren voor hun lessenaar te zitten
En toch, het is gebleken, dat de gemeente
ambtenaren zeer goed exploiteeren konden
De heer Tak haalde eenige voorbeelden aan
over gemeente-exploitatie, voornamelijk aan
Engeland ontleend.
Een groot deel van de uitbreiding der ge-
meentetaak berust op hygiënische voorschriften
en vooral dient gelet op de woningtoestanden
voor arme lieden. Overal, waar daaromtrent
het onderzoek geschiedde, kwam men tot de
slotsom, dat reeds nit hygiënisch oogpunt voor
den bouw van arbeiderswoningen moest worden
gezorgd. Dat woningvraagstuk vindt men
overal terug.
De behoefte aan verbetering van arbeiders
woningen in de groote steden is internationaal.
Van alle woningen in Berlijn waren in 1893
76 op de 1000 kelderwoningen, te Hamburg 64
op 1000 en eenige jaren geleden bewoonden in
dezelfde stad 150.000 menschen woningen met
één stookplaats voor 6 of meer personen of
twee stookplaatsen voor 11 of meer. Boven
dien de armen wonen feitelijk duurder dan de
rijken. Een M8 ruimte van armoedige wonin
gen in Noord-Bohemen kost fl. 3.24 aan huur
prijs, terwijl de prijs voor de deftige woningen
in de Burgsti-asse te Weenen fl 2.85 bedraagt.
In Basel kost de M3 ruimte van woningen,
waar ieder bewoner hoogstens 10 M3 beschik
baar vindt, fr. 4.59 en in woningen, waar ieder
40 en meer M3 heeft, fr. 3.25 per M8.
Hier staat men al dadelijk voor een taak,
welke alleen de overheid naar behooren ver
vullen kan. En dit wordt ook ten onzent in
gezien, getuige de Liberale Unie, die op baar
laatste vergadering ook tot deze conclusie kwam.
De heer Tak wees op hetgeen in Duitsch-
land in dit opzicht op wetgevend gebied be
proefd was en stond daarna meer uitvoerig
stil bij het bekende Londensche Boundary-street-
plan, volgens hetwelk een groot aantal slechte
woningen op doelmatige wijze door gemeente
tusschenkomst door nieuwe en betere vervan
gen werden.
Er waren 730 krotten, waarin de sterfte 40
per 1000 per jaar bedroeg, terwijl de geheele
sterfte in Londen 19 a 20 was.
Van 1000 kinderen uit die woningen stierven
343 vóór het vierde levensjaar.
De krotten zijn aangekocht door den Graaf-
schapsraad voor 266.000. Een aantal werd
dadelijk gesloten, en om in den woningnood te
voorzien werden 144 woningen in de buurt
gehuurd. Voor 3200 bewoners werd verhuisgeld
beschikbaar gesteld en toen werden 12 blokken
gebouwd voor 2850 bewoners, iets minder dan
de helft van het getal der bewoners, zoodat elk
dus twee maal meer ruimte kreeg dan vroeger.
Ook andere Engelsche steden bleven niet
achter. Sedert 1890 wordt dit alles in Engeland
beheerscht door een wet (de house-act), waarvan
o. m. bepalingen zijn, dat de gemeente recht
tot onteigening krijgt; wanneer de oude huizen
vervangen worden door nieuwe voor minstens
de helft van het vroeger aantal bewoners. Op
advies van den gezondheids-inspecteur kan de
gemeente slechte woningen doen sluiten, zelfs
afbreken. (Daartoe kunnen zelfs de buren het
initiatief nemen). De gemeenten (met uitzonde
ring van Londen dat zijn eigen leeningen sluit)
kunnen voor een en ander geld leenen van
den Staat tegen matige rente.
In Engeland is dan ook het bouwen van
betere arbeiderswoningen aan de orde van den
dagen ook ten onzent zal men eerlang tot
soortgelijke maatregelen dienen over te gaan.
De heer Tak kwam daarna op een ander
onderwerp van Gemeentezorghet gas, herin
nerde er aan dat o. a. in Duitschland meer
dan de helft van alle gasfabrieken en in ons
land reeds een dertigtal van gemeentewege
worden.
Ook in Londen, dat door drie maatschappijen
van gas voorzien wordt, gaan vele stemmen
op voor gemeente-exploitatie, en dat wel om
vier redenen.
De eerste isde lage gasprijzen, daar de er
varing aantoont dat overal, waarde gemeente-
zelve is gaan exploiteeren, de prijzen vermin
derd zijn.
In eigen beheer daalde de gasprijs per 1000
kub. voet: in Birmingham van 3 Sh. 1 tot 2
Sh. 2, in Glasgow van 4 Sh. 7 tot 2 Sh. 4, 1
in Bradford van 3 Sh. 6 tot 2 Sh. 3, in No-
thingham van 3 Sh. 10 tot 2 Sh. 6. 2 Sh.
4 staat ongeveer gelijk met 5 cent per M3.
Er wordt in vele van die plaatsen aan
groote verbruikers nog van 2tot 12'/a pCt.
rabat gegeven.
In de tweede plaats heeft men ervaren, dat
bij eigen exploitatie de straatverlichting 30 tot
50 pCt. beter is dan bij een concessie. In de
derde plaats zijn de vrij aanmerkelijke uitkee-
ringen aan de gemeentekas een sterk argument
voor eigen beheer, (Glasgow alleen keert niet
uit, maar besteedt alle winst voor verlaging
van den prijs of verbetering van techniek),
terwijl in de vierde plaats wordt geconstateerd
dat de toestand der arbeiders in de gasfabrie
ken zooveel verbeterd iszij behoeven tegen
een goed loon slechts 8 uren te werken.
Op het voorbeeld van Amsterdam en Rotter
dam, welke steden in Engelsche bladen worden
aangehaald als argumenten vóór gemeente
exploitatie, wenscht men thans ook de tele-
phoon in Engeland onder geraeentebeheer te
brengen.
Verder heeft men de drinkwaterleidingen.
Allerschandelijkst is in Londen de drink
waterverzorging. De watervoorziening is er
zeer oudzij berust op een wet van 1852, uit
vloeisel van de cholera-epidemie van 1849. Het
bleek dat het water daarvan de hoofdoorzaak
was geweest. Toch bleven groote gedeelten der
stad van voldoende drinkwater verstoken. In
1880 stelde de minister Cross een wet voor
tot aankoop der bezittingen Yan de acht maat
schappijen, die Londen van water voorzien.
Iedere maatschappij zou stedelijke obligatiën
verkrijgen tot een rentebedrag, gelijk aan de
laatste dividenden, en verder zeker bedrag tot
vergoeding van de waarschijnlijke stijging der
dividenden van 18801892.
Met andere posten was het gezamenlijk be
drag 33,000.000, wat toen 9,000.000 was
boven de beurswaarde der aandeelen, terwijl
het werkelijk uitgelegd kapitaal 14,000.000
bedroeg. Door dit wetsontwerp stegen de aan
deelen aan de beurs van 140 tot 213.
Men is zoo vol vertrouwen dat een eventn-
eele naasting op voor de gemeente onvoor-
deelige voorwaarden zal geschieden, dat de
Beurswaarde nu ongeveer 240 pCt is.
Londen betaalt voor slecht water 1,470.000
en 'tkost aan de maatschappijen minder dan
de helft.
Minister Cross bood haar een rente aan van
1,200.000.
De wijze, waarop thans het water te Londen
wordt geleverd, 49 pCt. van Theems-water
boven Tattingdom, 38 pCt uit Lee-water en 13
pCt uit bronwater, is van dien aard dat men
wel spoedig tot eigen exploitatie zal komen.
Ook op de bad- en waschinrichtingen vestigde
de heer Tak de aandacht. Vooral de wasch-
huizen worden te Glasgow en Manchester druk
gebruikt. Te Manchester heeft men 9 badhuizen
en 21 zweminrichtingen, de stad is zelfs
„wasch vrouw", daar zij voor 3000 gezinnen
wascht.
Ook voor eene gemeentelijke brandverzeke
ring gaan meer en meer stemmen op. In Berlijn
en Zwitserland bestaan daarvan reeds sporen.
In Londen, Glasgow en Bradford is de zaak
aan de orde gesteld, en zeker terecht, want de
brandweer kost veel geld, en de assuradeuren
profiteeren daarvan. In Londen is men reeds
zoover, dat de gezamenlijke assurantie-maat
schappijen in de kosten der brandweer ad
144.000 28.000 bijdragen, hetgeen nog te
weinig wordt geacht.
Vervolgens kwam de heer Tak op de aan
bestedingen van gemeentewerken, die vaak
aanleiding geven tot ernstige klachten. De
Londensche graafschapsraad heeft dan ook ha
1888 ingericht een eigen Work-department. De
proeven, met eigen beheer genomen, hebben te
Londen gunstige resultaten afgeworpen.
Het schoonhouden van de bruggen was aan
besteed voor 4 sh. 9 d. per vierk. yardin
eigen beheer kostte het 3 sh. 2 d. Men ging
na deze proef voort met den bouw van een
school. De raming waB 1800. De laagste
inschrijver was 2300. Het werk werd niet
gegund en kostte, in eigen beheer uitgevoerd,
1734.
Het maken van een groot riool was geraamd
op 7000. Er kwamen twee biljetten in, elk
voor ongeveer 11.000. In eigen beheer werd
het werk uitgevoerd voor een som ongeveer
gelyk aan de raming.
Er ontstond nu een levendige krantenpole
miek en o. a. bleek dat een eenheid metselwerk,
welke geraamd was op 60 A 70 sh., van ge
meentewege was gemaakt voor 39 sh.
De statistiek van een aantal grootere en
kleinere werken gaf als resultaat, dat zij samen
geraamd waren op 308.(00 en dat terwijl
enkele tegen-, doch de meeste meevielen, zij in
eigen beheer gemaakt werden voor 6000
benedon de raming.
Deze voorbeelden gaven aanleiding tot het
oprichten van het bovengenoemde Woik-
departnient.
Bij alle stadsdiensten van dezen aard doet
zich bovendien het verschijnsel voor, dat zij ten
bate komen van den werkman. De arbeidstijden
worden korter en de loonen zijn redelijk en
sluiten bich aan bij de loonen der trade-unions.
De heer Tak merkte aan het einde van zijne
voordracht op, dat de door hom vluchtig ge
schetste ontwikkeling van het vraagstuk der
gemeente-exploitatie voortgaat, of men dit goed
keurt of niet. In de steeds meer afwisselende
behoeften van de voortdurend aangroeiende be
volkingen in de steden kunnen menschen of
lichamen, wier doel 't is geld te verdienen, niet
voorzien. Zich daartegen te verzetten baat niet.
Vraagt men waar voor zaken als het bonwen
van arbeiderswoningen het geld vandaan moet
komen, dan antwoordde hij, dat de staat te hulp
moet komen. Londen vroeg reeds om de in
voering Van een stedelijke successiebelasting,
terwijl ook voor het stijgen van de waarde van
den grond tengevolge van gemeentewerken
(aanleg van wegen, verkeersmiddelen) in den
vorm van betterment belasting zou kunnen wor
den geheven.
Hij herinnerde ten slotte aan de verkiezin
gen voor den Graafschapsraad van Londen in
Maart van het volgende jaar, waarby al deze
dingen aan de orde zullen komen, en wekte de
aanwezigen op, om, wanneer de gelegenheid daar
is, ook ton onzent voor de verwezen ly king er
van mede te werken.
Bij het debat, dat op deze zeer toegejuichte
rede volgde, werd vooral van gedachten ge
wisseld over het water te Londenen wees de
heer Tak er tevens op, dat het bouwen van
arbeiderswoningen vaak een verliespost ople
vert maar dat toch ook hierbij de hygiënische
kwestie veel gewicht in de schaal legt en in
geen geval over het hoofd mag gezien worden.
KOFFIEVEILING.
Bij de behandeling van hoofdstuk I der be
grooting van Ned.-Indië voor 1898 {wet op de
middelen in Nederlandin de zitting der
Tweede kamer van Woensdag, kwam de
afloop der jongste veiling van koffie ter sprake.
De heer Bahlmann wees daaropen zeide,
volgens de Handelingen, het volgendeMijnheer
de VoorzitterGisteren voor acht dagen ont
vingen wij de Jobstijding, dat op de laatste
veiling van de Nederlandsche Handelmaat
schappij de koffie, getaxeerd op 45 ets., 10 ets.
was gedaald en het verslag, dat w'y vinden
in de verschillende bladen en dat afkomstig is
van een van de eerste makelaars in koffie,
zegt daaromtrent het volgende„De lieden ge
houden laatste najaarsveiling van do Neder
landsche Handelmaatschappij getaxeerd 45 naar
den maatstaf van goed ordinair, liep in de ver
houding van 35.5 cent" en het laat daarop
volgen „terwijl de 2890 balen Malang, door
particulieren aangeboden, toen niet dadelijk
36 cent werd geboden, in eens geheel van de
markt werden genomen." Die particulieren dus
waren zoo verstandig om, toen zij niet den
prijs konden krygen dien zij wenschten, hunne
koffie Yan de markt te nemen.
Waarom, zoo zon ik willen vragen, waarom
heeft de regeering dit voorbeeld niet gevolgd
Waarom heeft zij ook niet een groot deel van
de aan de markt gebrachte en op 45 cents
getaxeerde koffie van de markt genomen
De regeering kon, naar mijne bescheiden mee
ning, voorzien, dat de prijs aanzienlijk lager
zou gaan dan de taxatie, want als ik mij niet
vergis, dan moet Zaterdag te voren, Zaterdag
vóór den 16den, hier een telegram uit Indië zijn
ontvangen, dat op de veiling te Batavia de
prijs belangrijk was gedaald.
Had de regeering nu het voorbeeld van de
particulieren gevolgd en doodeenvoudig gedaan
wat een voorganger van dezen minister, de
heer Keuchenius, heeft gedaan, dan had zij,
mijns inziens, zeer verstandig gehandeld. Wel
heeft die maatregel van minister Keuchenius
indertijd veel ontzetting en beroering in den
koffiehoek teweeggebracht, maar hij heeft daar
door tonnen gouds, sommigen beweren zelfs
millioenen, voor de schatkist bespaard.
Ik heb m'yne vraag duidelijk genoeg gesteld
een bepaald antwoord verlang ik niet. Toch
zou het mij zeer leed doen, wanneer de regee-
ring zich, by haar antwoord aan mij, plaatste
op het myns inziens zeer doctrinaire standpunt
van laisser faire laisser passer, door den heer
Hintzen ingenomen, toen hy, naar aanleiding
van den maatregel door minister Keuchenius
genomen, tot dien minister eene interpellatie
richtte.
Wanneer het noodig is, moet ook de regee
ring ingrypen in eene veiling en deze niet la
ten doorgaan. Doet zy dit niet, dan zal zij soms
tonnen gouds, ja millioenen in den muil van
die altyd hongerige wolven, der baisse partij
werpen.
De minister van koloniën antwoordde daarop
De geachte afgevaardigde heeft gememoreerd
de laatste koffieveiling, waarop de pry zen zoo
belangrijk zijn terug geloopen, en deelde ver
der mede, dat particulieren daarna hunne, niet
in veiling maar uit de hand aangeboden partijen
van de markt hebben genomen. De geachte
afgevaardigde vroeg waarom de regeering dit
voorbeeld niet had gevolgd. Ik zou denken
dat, om een voorbeeld te kunnen volgen, dat
voorbeeld eerst moet gegeven zijn. En dat is
hier niet het geval geweest. Wat de particulieren
hebben gedaan is een gevolg geweest van de
koffieveiling, maar niet daaraan voorafgegaan.
Ik wil er op wijzen, dat particuliere koffie te ge
lijk met die van de regeering in de veiling is
verkocht en niet opgehouden.
Nu is het voor de regeering moeilijk eene
limite te stellen. Zy heeft daarvoor hare aan
gewezen raadgevers, die zij ook in dit geval
heeft geraadpleegd vóór dat de veiling plaats
had.
Ik wijs er den geachten afgevaardigde op
hoe op dit oogenblik, volgens de marktberich
ten bv. van G. Duuring en Zoon te Rotterdam,
de markt nog altijd beheerscht wordt door San-
tos-koffie, en hoe reeds de markt in eene flauwe
stemming verkeert op de berichten die uit
Brazilië komen. De noteeringen van Santos-
koffie in Nederland waren 30 October 18'/j ct.
per December, 183/< per Maart, 19 per Mei,
en 19'/, per September.
Nu kan ik mij voorstellen dat omstandig
heden hebben genoopt tot het stellen van een
limite. Bij een rijzende markt kan dit gelukken,
maar het kan ook tegenvallendat weet men
van te voren niet. Bij eene rijzende markt heeft
men de meeste kans op slagen. Bij eene dalende
markt eene dergelijke speculatie to wagen, is
voor eene Regeering nog al gewaagd. In 1869
werd ook opgehouden voor 38 cents, omdat de
raming toen was 40 cent. In het najaar bracht
die opgehouden koffie toen op 31'/a 32 cent.
Toen werd dus oneindig grooter verlies gele
den, dan bij het ophouden in 1889 bij eene
ryzende markt door minister Keuchenius voor
deel werd behaald.
Evenwel wat de heer Keuchenius deed in
1889 en reeds, blijkens zyne mededeelingen
toen, limites werden gesteld door mijne voor
gangers in 1874 door den heer Fransen van
de Putte, in 1875 door den heer Van Goltstein
en in 1878 door den heer Van Bosse kan
dit ook plicht zijn voor volgende regeeringen.
De regeering behoudt zich altijd het recht
voor, om voor de veiling te handelen zooals
's lands belang naar hare meening zal mede
brengen.
Hiermee was de bespreking geëindigd.
BENOEMINGEN ENZ.
Bij kon. besluit:
is aan mr J. L. H. A. baron Gericke van
Herwijnen, minister van staat, voorzitter van
de commissie belast met het afnemen der
diplomatieke examens, op zijn verzoek, op de
meest eervolle wijze ontslag verleend uit laatst
genoemde betrekking, onder dankbetuiging;
is benoemd tot voorzitter van meergenoemde
commissie het lid daarvan, mr T. M. C. Asser,
lid van den Raad van State
zijn benoemd tot leden der commissie jhr mr
A. F. de Savornm Lohman, lid van de Tweede
kamer der Staten-Goneraal, voormalig lid der
commissie, mr A. L. E. ridder de Stuers, Hr.
Ms. buitengewoon gezant en gevolmachtigd
minister te Parijs, en mr J. A. Sillem,lid van
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
is de zilveren eere-medaille van de orde van
Oranje-Nassau toegekend aan den werkmeester
bij de maatschappij voor scheeps- en werktuig
bouw Fijenoord, Hendrik Bijdebeeke;
is benoemd bij den plaatselijken staf, tot
tweede-luit., pi. adj. te Wierickerschans, de
serg.-majoor-tit. P. J. Menningh, van het 4de
reg. inf.
zijn benoemd bij het wapen der inf., tot
tweede-luit., respect, bij het 2de en by het 4de
reg., de serg. H. A. Jochim van Nootdorp,
van het reg. gren. en jagers, en P. J. Zaalberg,
van het korps.
UIT STAD EN PROVINCIE,
De heer L. Jonker Czn te Amsterdam komt
in de N. R. Crt op tegen de bewering van dat
blad, dat hij niet de uitvinder zou zyn van een
munt-watermeter. net is, zegt. hij, mogelijk
dat hy niet de eerste is; maar hy heeft toch
ook zulk een instrument uitgevonden; dat
misschien verschilt van het door den. heer
Polet alhier indertijd vervaardigde, en dus
eeu eigen vinding kan zijn.