MIDDELBURGSCHE COURANT.
N°. 279.
140" Jaargang.
1897.
Yrijda:
26 November.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 25 Nov. 8 u. vm. 43 gr. 12 u. 46 gr.,
av. 4 u. 39 gr. F.Yerw. tam. kr. 0. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per rej
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te 's GravenhageDe Gebr. Belinfante; te
Amsterdam A. de La Ma» Azh.
Bij deze courant behoort een Bijvoegsel.
Middelburg 25 November.
EEN EICENAARDIC TRIO.
Een driemanschap tot bestrijding der afschaf
fing van de plaatsvervanging, gevormd door
mr S. van Houten, De Tijd eu de Sociaaldemo
craat is ongetwijfeld iets singuliers.
En toch treffen wij den oud-minister in dat
gezelschap aanwaar bij in een uitvoerig be
toog die onrechtvaardige dienstvervanging ver
dedigt.
Een antwoord is men hem echter niet schuldig
gebleven. De majoor der infanterie G. J. W.
Koolemans Beynen bestrijdt hem krachtig. Hij
wijst er o. a. op, dat de oud-minister in zijn aan
val van dezen maatregel wel een handige
tactiek heeft gevolgd, maar dat hij toch geen
principieele bestrijding heeft gegeven. De dik
wijls aangevoerde gronden tegen het behoud
der plaatsvervanging heeft hij niet weerlegd,
wel daarentegen met eenzijdige beschouwing
gespeculeerd op 's menschen egoïsme, en op
het medelijden met arme gezinnen, die hun
kostwinnaar moeten afstaan, terwijl eindelijk
eigen opvattingen als vaststaande waarheden
worden voorgesteld.
DE KOFFIECULTUUR.
Het debat in de Tweede kamer over
art. 50 der inkomsten van de Indische begroo
ting, Vrijdag begonnen en Dinsdag ten einde
gebracht, heeft geen ander practisch resultaat
gehad dan dat de minister aan de Kamer ver
zekerd heeft geen nieuw stelsel, in plaats van
het nu bestaande bijslagstelsel, te zullen invoe
ren zonder voorkennis en tusschenkomst der
Kamer.
Dat door den minister Van Dedem ingevoerde
bijslagstelsel is nog jong, maar schijnt, zegt de
Opr. Haarl. Crt., niet lang te zullen leven.
Het bestaat hierin, dat de planter een bijslag
op het plantloon krijgt, als dit te laag mag
worden geacht, of juister misschien, wanneer
eene tegemoetkoming noodig wordt bevonden
als de oogst te schraal is, om eene belooning
overeenkomstig het regeeringsloon te verschaf
fen. Het wil dus eene individueele vergoeding
geven aan eiken planter, die in den inkoops
prijs te weinig krijgt. De minister Van Dedem
had daarvoor indertijd l1/» millioen aangevraagd,
maar de Kamer had slechts '/i millioen toege
staan. Die gelden zijn, naar de heer Van
Limburg Stirum aantoonde, jaarlijks nog maar
half gebruikt, het stelsel is slecht toegepast,
het heeft tot ingewikkelde berekeningen, on
regelmatigheden en ongelijkheden aanleiding
gegeven. Hij wilde het goed toegepast of af
geschaft zien. Maar hij was voor afschaffing.
Zijn rede was, naar de minister het noemde,
eene lijkrede. Maar de minister voegde er bij,
dat er toch nog geen doode was. Inderdaad
vraagt de minister er weer vijf ton voor aan.
Maar die moeten strekken, om, met nakoming
van de eenmaal aangegane verplichtingen, het
bijslagstelsel te „liquideeren", zooals de heer
Geertsema het noemde.
Door de sprekers, de heeren Van Vlijmen,
Geertsema, Pijnacker Hordijk en Hintzen, werd
het evenmin als door den heer Van Stirum
verdedigd. De heer Hintzen was er indertijd
in beginsel wel voor geweest, maar de uitvoe
ring had hem niet bevredigd. De rapporten
uit Indië over de werking er van zijn ongun
stig het is veroordeeld.
Maar wat zal er voor in de plaats komen
De heer Van Stirum, indertijd secretaris van
de door den minister Keucheniua benoemde
koffie-commissie, blijft bet advies dier commis
sie aanprijzen, nl. aanmerkelijke en uniforme
verhooging van den inkoopsprijs; maar,zooals
de minister in herinnering bracht, dit stelsel
heeft, in Indië weinig bijval gevonden.
De Indische regeering, vasthoudende aan den
in art 56 van het Indische regeerings-reglement
gestelden regel, dat de belooning der tot den
arbeid in de op hoog gezag aangelegde koffie
tuinen verplichte inlanders ten minste even
hoog moet zijn, als die zij in de vrije teelt kun
nen verdienen, maar zulks „met vermijding
van schadelijke opdrijving", voorzag, naar de
N. R. Ct. aanmerkt, dat het algemeen verhoo-
gen van den inkoopsprijs eene groote ongelijk
heid tusschen de meer en de minder vruchtbare
streken te weeg zou brengen. Daar nu van allen
de arbeid in de koffic-tuinen, als een belasting
in den vorm van arbeid, geëischt wordt, zou,
meende zij, zulk eene ongelijkheid inderdaad,
naar de woorden van het regeerings-reglement,
„schadelijk." werken.
De minister is echter blijkbaar niet gezind het
advies van den heer Van Stirum te volgen. Hg
bracht een gewijzigd bijslagstelsel ter sprake,
waarmede de Indische regeering eenige proe
ven genomen heeft, die aanvankelijk met goeden
iiitslag zijn bekroond. Het is by die proeven
alleen toegepast voor tuinen in vrije cultuur
en bestaat hierin, dat per bouw gedurende de
drie eerste levensjaren van het plantsoen eene
tegemoetkoming wordt gegeven. Dit denkbeeld
had kennelijk de sympathie van den minister.
Omtrent de toepassing op de verplichte cultuur
ziet hij nadere voorstellen uit Indië tegemoet
en het advies van dr. Bruch,
BENOEMINGEN ENZ.
Bij kon. besluit:
is benoemd tot ontvanger der invoerrechten
en accijnzen te Zwolle c. a. G. J. J. Greidanus,
inspecteur der dir. bel. te Amsterdam, 3de
kantoor
is de kapitein H. J. van Overveldt, van het
4de reg. inf., op non-activiteit gesteld;
zijn benoemd bij het personeel van den ge-
neesk. dienst der landmacht, tot officier van
gezondheid 2de kl., de burgergeneeskundigen
(artsen) P. B. van Leggelo en C. J. Prins.
In de St. Ct. is opgenomen bet reisrapport
van Hr. Ms. schoener Dolfijnbelast met bet
politietoezicht op de visscherlj in de Noordzee
van 11 October tot 1 November 1897.
Blijkens een telegram van den gouverneur-
generaal van Nederlandsch-Indië, van 24 dezer
wordt de gouvernementskoffie-oogst op Java
voor dit jaar thans geraamd op 479.000 pikols.
KIESWET.
Door den minister van binnenlandsche zaken
wordt een wijziging voorgesteld van de artt.
100 en 102 der kieswet.
Die wijziging strekt om, aangezien de kohie
ren van het loopende dienstjaar der personeele
belasting niet vóór 15 Maart alle in gereedheid
kunnen zijn gebracht en die termijn nochtans
voor de inzending der opgaven betrekkelijk
de lijst der hoogstaangeslagenen niet verlengd
kan worden, voor zoo veel de personeele
belasting betreft, de kohieren van het laatst
verloopen dienstjaar, in plaats van het loopende
dienstjaar, als grondslag voor de samenstel
ling der lijst te doen strekken.
De zaak-Hoogerhuis en de kwestie-
Heijkens.
Over beide, algemeen bekende zaken geeft
minister van justitie in zijn antwoord op
het voorloopig verslag der Tweede Kamer over
zijne begrooting uitvoerige inlichting.
Omtrent de veroordeeling der gebroe
ders Hoogerbuis deelt de minister mee, dat
door twee der personen, thans als daders aan
gewezen van het feit waarvoor de Hooger-
huizen zijn veroordeeld, bij den officier van
justitie inderdaad meerdere klachten zijn inge
diend tegen degenen, die in het openbaar hun
goeden naam hadden aangerand.
De derde aangewezene vertoeft in Duitsch-
land en heeft in deze geen stappen gedaan.
De officier van justitie heeft zoo schrijft
de minister verder in zijn antwoord gemeend
aan die klachten geen gevolg te moeten geven.
De klagers hebben daarin niet berust, maar
zich, ingevolge art. 33 Wetboek van strafvor
dering, gewend tot de rechtbank met verzoek
last te geven tot vervolging hunner aanklagers.
De rechtbank heeft op dat verzoek afwijzend
beschikt op grond, dat niet kon worden aan
genomen, dat degenen, die de requestranten
aanwezen als daders van het bekende feit te
Britslira, daarbij het oogmerk hadden de eer
of den goeden naam van requestranten aan te
randen.
Aan het instellen eener vervolging tegen de
drie als daders aangewezen personen, waar
tegen, naar het oordeel van den minister,
het Wetboek van strafvordering zich niet
verzet, is inderdaad gedacht. Doch het is
gebleken, dat geen enkele grond voor vervol
ging aanwezig was.
De resultaten toch van het in deze zaak
nader ingesteld ernstig en nauwkeurig onder
zoek hebben de bewijzen van de schuld der
gebroeders Hoogerhuis aan het feit, waarvoor
zij zijn veroordeeld, zeer belangrijk versterkt.
Bij dat onderzoek is daarentegen geen enkele
aanwijzing of omstandigheid aan het licht ge
treden, die de bekentenis, welke de thans aan
gewezen daders aan verschillende personen
zouden hebben afgelegd, eenigszins zouden
kunnen bevestigen of waarschijnlijk maken,
terwijl zij bovendien zeiven het feit der beken
tenis nadrukkelijk en met verontwaardiging
loochenen.
Tevens zij hierbij nog opgemerkt, dat het
onderzoek in de strafzaak is gevoerd door den
rechter-commissaris mr L. D. W. Losecaat
Vermeer, met onmiddellijke medewerking van
den substituut-officier mr H. Th. Westenberg.
In het laatst van April 1896, toen het onder
zoek in de strafzaak zoo goed als geëindigd
kon worden beschouwd, en de stukken door
den rechter-commissaris reeds in handen waren
gesteld van het parket, kwam de substituut
officier te overlijden.
De stukken en de verdere behandeling der
zaak werden toen overgenomen door den in
Februari van datzelfde jaar benoemden officier
van justitie, mr G. Schimmelpenninck, die ook
op de terechtzitting het Gpenbaar Ministerie
waarnam.
Het onderzoek, ingesteld naar aanleiding van
de zoogenaamde onthullingep van T. J. Stien-
stra en later van K. Stienstra, is, zoodra daar
door aan de zaak een meer ernstig karakter
was gegeven, persoonlijk geleid door den offi
cier van justitie, mr Schimmelpenninck, die
aan het eigenlijk onderzoek in de strafzaak
geen deel had genomen.
Ten slotte merkt de minister nog het volgende
op. Een beroep op de mogelijkheid eener rechter
lijke dwaling in bet algemeen, bewijst natuurlijk
hoegenaamd niets voor de waarschijnlijkheid
van dwaling in een concreet geval. Doch dit
beroep is niet te min meer dan nuttelooshet
is gevaarlijk, omdat het de verbeelding prik
kelt en onrust verwekt.
Van dezelfde, ongetwijfeld niet bedoelde,
strekking is de samenkoppeling van de alge
meen erkende behoefte aan herziening van het
recht van revisie met dit speciale arrest. Want
ook hierbij gaat men nit van de geheel onbe
wezen stelling dat dit arrest op ondeugdelijken
grond zou rusten.
De drukkende twijfel, waarvan in het voor
loopig verslag wordt gewaagd, is niet door
feiten gerechtvaardigd; en de minister
kan de verzekering geven, dat geen agitatie
van der zake volkomen onkundigen hem zal
dringen tot eenig besluit, waartoe een pauw-
keurig onderzoek der zaak hem niet noopt,
noch zijn vertrouwen zal schokken in den on-
afhankelijken rechter of den indruk zal uit-
wisschen, dien hij heeft verkregen van de
nauwgezette plichtsbetrachting, de toewijding
en de onpartijdigheid van alle in deze zaak nu
betrokken ambtenaren van het Openbaar Mini
sterie."
Wat H. Heykenste Groningen be
treft, hij werd op de meest afdoende gronden
aangehouden. Binnen 24 uur nadat hij was a n-
gehonden, werd hij ter beschikking gesteld van
den officier van justitie. De klachten over
't lokaal van 't gemeentehuis te Haren zijn zeer
overdreven bevonden. Die lokalen laten, vooral
ten plattelande, dikwijls wat te wenschen
over, doch de cel te Haren behoort, ofschoon
uit den aard der zaak geen geriefelijk vertrek,
tot de beter ingerichte. Het was geenszins on
zindelijk en de daarvan gegeven beschrijving is
dan ook bezijden de waarheid. Ook in de straf
gevangenis is hij iu geeu enkel opzicht behan
deld in strijd met de wettelijke bepalingen.
Na in een bad gereinigd te zijn, is de ver
dachte slechts zoolang van gestichtskleederen
voorzieB, als noodig was om zijn eigen goed,
dat mede gereinigd moest worden, te doen
drogen.
De klacht van Heykens, dat zijn ondergoed
in de strafgevangenis zou zijn verbrand, is
onjuist gebleken.
Oost-lndië.
Veel opzien heeft in militaire kringen ge
maakt een vonnis, door het hoog militair
gerechtshof gewezen.
Het betrof de le luitenants der infanterie
E. G. E. Lutje en H. G. Th. Bosch, die in
September van het vorige jaar te Kota-Radja
voor den krijgsraad werden getrokken, omdat
zij, niettegenstaande de nadrukkelijke bevelen
van hun comps.-commandant, zich geld zouden
hebben toegeëigend bij het doorzoeken van een
woning van een bevriend Atjehsch hoofd. De
krijgsraad sprak beide officieren vrij, maar de
advocaat-fiscaal voor de land- en zeemacht
teekeude, op last van het hoog militair ge
rechtshof, tegen dit vonnis appèl aanbeide
officieren zijn door dit college schuldig ver
klaard aan diefstal en deswege veroordeeld tot
een jaar gevangenisstraf en vervallenverklaring
van den militairen stand
Het Bat. Nwbl. teekent hierbij aan
Wij kunnen niet verhelen, dat wij met
schrik en verontwaardiging kennis namen van
dit arrest, ofschoon de getroffenen ons per
soonlijk onbekend zijn.
Als wij ons wèl herinneren, was de geschie
denis dezeBij het binnenrukken van verlaten
kampongs werd veelal door offieieren het een
of ander meegenomenniet om de waarde
van het voorwerp, maar als een souvenir, of
wel ter completeering van een wapenverzameling
enz. Het lijdt geen twijfel of tal van officieren
bij alle legers, die ooit in vreemde landen
oorlog voerden, hebben door alle tijden heen
precies hetzelfde gedaan, en dat ook zelden
of nooit onder stoelen of banken gestoken.
Er 8ebijnt echter door de autoriteiten te
Atjeh te recht aanmerking op te zijn gemaakt,
met het gevolg, dat in Mei van het vorig jaar
door den militairen commandant te Atjeh een
order werd uitgevaardigd, waarbij ten strengste
werd verboden, bij het binnenkomen van ziilke
kampongs zich iets vati hetgeen zich daarin
bevond persoonlijk toe te eigenen.
Een paar maanden later kwamen de genoemde
luitenants met den troep in een kampong, die
wel behoorde tot de goedgezinden, maar waar
van toch de bevolking bij de komst van de
,kompenie" zich maar had verwijderdHet
hoofd dier kampong was voor dienst naar
Kota Radja, wat den officieren niet békend was.
Bij het onderzoek der kampong kwam men
natuurlijk ook in de woning van dat hoofd,
en nam vandaar een paar voorwerpen mee;
volgens de Java-Bode was het geld, volgens
anderen waren het armbandenhet geld zou
hebben bestaan in een paar oude dollars,
kortom, dat is mij niet bekend. Maar zoo
weinig hadden de officieren eenige idee, dat
het om iets anders dan de curiositeit te doen
was, en niet om zich te verrijken, dat zij, naar
ik hoor, het meegenomene openlijk in de
sociëteit hebben vertoond.
Wie, wat men noemt „diefstal" is gaan
plegen, zal dat toch zeker niet doen
Het kamponghoofd reclameerde, hij kreeg
vergoeding uit 'stands kas. De officieren, die
het verbod hadden overtreden, kwamen voor
den krijgsraad, wat m. i. reeds te erg was,
wijl een krachtige disciplinaire straf tegenover
omstandigheden mij voldoende toescheen.
Dat scheen het den krijgsraad ook, en het is
niet onwaarschijnlijk, dat die straf, na de vrij
spraak door den krijgsraad, toch is gevolgd.
En thans heeft het Hoog Militair Geréchts
hof deze twee jonge officieren maatschappelijk
en zedelijk vernietigd.
,Recht doende", gelijk de term luidt. Maar
de vraag, of hier ook van toepassing is het
bekend woord: dat het grootste recht het
grootste onrecht is, zal ik den lezer zelf ter
beantwoording laten.
Bij dit bericht maakt de Goesche Crt. de
volgende, o. i. zeer juiste opmerking
Wij kunnen natuurlijk uit dit bericht niet
ten volle over het gebeurde oordeelen, vnaar
wij wagen toch de opmerking, dat zij, die ge
roepen zijn recht te doen, het maar moeilijk
naar ieders zin kunnen maken.
Toen eenigen tijd geleden terecht de staf werd
gebroken over noodelooze wreedheden, die van
onze zijde in den Atjeh-oorlog zouden gepleegd
zijn, werd tevens ofschoon men daarbij nog
kon denken aan daden van oogenblikkelijke
opwelling en verblindheid tengevolge van op
de onzen toegepaste mishandelingen aange
drongen op gerechte straf.
Maar is nu het rooven van voorwerpen van
waarde uit de kampongs door officieren, terwijl
order gegeven was, dat niet mocht worden ge
plunderd, niet evenzeer eene daad, die èn om
het feit zelf èn omdat het gepleegd werd door
hen, die in de eerste plaats geroepen waren
om een dergelljken roof tegen te gaan, hooge-
lijk atkeuring en straf verdient? Wij weten
niet of dé straf werkelijk gelijk staat met die
op hoogverraad, voor welke misdaad ons
dan echter de straf wel wat licht toeschijnt
maar bet komt ons voor, dat in dit geval eene
eenigszins zware straf moeielijk kon uitblijven
en dat bet in ieder geval niet aangaat om
hierbij de „vernedering en wanhoop der ouders
en aanverwanten" in het geding te brengen.
Daarmede kan het recht toch geen rekening
houden.
land en op Kreta, meer dan gewoonlijk hunne
aandacht wijdden aan dat gedeelte der wereld
en kennisnamen van de literatuur van den
dag daaromtrent, niet veel nieuws zullen ver
nomen hebben.
Vóór zijne rede te eindigen, deed de heer
Hesseling de toezegging na de pauze eeuige
lichtbeelden te zullen geven, eerst enkele die
Athene, zooals het thanB is, aanschouwelijk ma
ken en daarna eenige die in de ruïnes zouden
doen zien, hoe die stad in de oudheid is ge
weest.
Die vertooning hebben wij niet meer bijge
woond, doch wij vernamen dat de lichtbeelden,
een paar dozijn, uitstekend tot bun recht kwa
men en door den spreker van den avond wer
den verklaard.
Bij de staatsspoorwegen zijn benoemd
tot surnumerair bij den dienst der exploitatie
M. D. ten Broeke, aan station Middelburg,
en W. H, van Hout, aau station Goes.
De opbrengst der, door de onderofficiers-
vereeniging Vriendschap en Genoegen te V1 i s-
singen, met medewerking der.militairegym
nastiek-en schermvereeniging en van het mu
ziekgezelschap Ceciliagegeven uitvoeringen,
ten bate der gezinnen van de op 3 October
omgekomen sloeproeiers, hebben 506.81 opge
bracht.
Van 1 December af zullen de Engelsch-
Duitsche pakketposten vervoerd worden over
de lijnen van den Noord Brabantsch-Duitschen
Spoorweg en per ss. via V 1 i s s i n g e n-Queen-
boro.
Deze verzendingsweg is veel korter dan de tot
nu toe gebezigde.
De naar de Gereformeerde kerk te Oolt-
gensplaat beroepen predikant, de heer A. L.
Ruijs nam Zondagnamiddag afscheid van zijne
gemeente te Serooskerke, met een preek,
naar aanleing van Col. 314.
De heer S. de Jager richtte een woord van
afscheid tot hem en de aanwezigen zongen
hem Psalm 121 vers 4 toe.
Terwijl de vorige week te Nieuw- en
St. Joosland slechts enkele gevallen van
mazelen voorkwamen, zijn deze in twee dagen
zoozeer toegenomen, dat zij epidemisch zijn
verklaard en de school gesloten is.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Bij kon. besluit is gehandhaafd de be
slissing van Gedep. Staten van Zeeland,
waarbij de ligger der wegen en voetpaden van
de gemeente Oostkapelle is gewijzigd in dien
zin, dat het onderhoud van den in genoemde
gemeente gelegen weg van Oost- naar West-
kapelle niet meer zal komen ten laste van de
gemeente Aagtekerke, die dien weg niet meer
voorhare rekening heeft, maar ten laste van
de gemeente Oostkapelle.
ij de Woensdagavond in de kleine zaal
van het Schuttershof alhier gehouden verga
dering met dames van het departement „Mid
delburg" der Maatschappij tot Nut van 'i Al
gemeen trad de heer dr. D. C. Hesseling uit
Leiden als spreker op.
Hij had tot onderwerp gekozen Griekenland
en Kreta en besprak achtereenvolgens de gele
genheden om van Europa naar Grieken land's
hoofdstad te reizen, de Pireaus, de haven of
landingsplaats, Athene met zijn oude en nieuwe
schatten, alsook het Grieksche volk en zijn
geaardheid.
De spreker stond, waar hij een blik wierp op
Kreta, kortelijk stil bij het ontstaan en het
verloop van den strijd tusschen de Muzelman
nen en de Grieken en herinnerde tevens aan
het treurig verleden van Kreta.
Eindelijk besprak dr Hesseling nog den
eigenaardigen politieken toestand in Athene.
Deze voordracht, die een klein uur vorderde,
werd door het talrijk publiek met belangstel
ling aangehoord, ofschoon het niet te ontken
nen is, dat velen der aanwezigen, die, in ver
band met de jongste gebeurtenissen in Grieken
Naar men ons uit Goes meldt had Woens
dagavond het tooneelgezelschap van den Rot-
terdamschen ZVVoZï-schouwburg ook aldaar een
buitengewoon succes met De Zwerver. Her
haalde malen werden de hoofdpersonen terug
geroepen.
De groote zaal van de Prins van Oranje was
goed gevuld. Van heinde en verre was men
opgekomen o. a. waren van Wolfaartsdijk een
zestigtal leden van de sociëteit Nut en Genoegen
derwaarts getogen.
Mogen wij bierbij de ingezetenen van Mid
delburg nog eens herinneren aan de voor
stelling, die morgen (Vrijdag) door hetzelfde
gezelschap wordt gegeven, van Gringoire en
Krelis Louwen.
Toen Dinsdag te Borssele een aantal
reizigers aan den wal vertoefden, omdat de
Prov. stoomboot wegens zwaren mist lang
geankerd moest blijven, troffen zij het bijzonder
dat een Belg de goedheid had komische voor
drachten te houden in het steigerhuis, zoodat
de liefhebbers van humor zich uitstekend ver
maakten in hun tegenspoed en hun tijd onge
merkt voorbijging.
Op eene hofstede tusschen Philippine
en Assenede viel Woensdagmorgen een knecht
van een hooizolder, met het ongelukkig gevolg,
dat Hij kort daarop overleed. De man was
ongehuwd en ruim 50 jaar oud.
Tegen 16 Dec. a.s. is benoemd tot post
bode voor de bestelling te Cadza n d A.For-
trie, postbode voor de gedeeltelijke bestelling
te Groede.
LETTEREN EN KUNST.
Dit de telkens en telkens weer in ons
blad voorkomende advertentiën van de firma
D. Bolle te Rotterdam, kan men zich vrij
wel een denkbeeld vormen van wat uit dezen
bazaar van goedkoope boeken alzoo voor een
bagatel te betrekken is. Wie echter uit de
daarin genoemde werken nog geen keus kan
doen, vrage den catalogus dier firma van nieuwe
in prijs verminderde boeken en goedkoope uit
gaven op allerlei gebied.
Die catalogus, 146 pagina's beslaande, is op
aanvrage gratis eu franco verkrijgbaar. Hij
geeft, zooals de firma terecht zegt, „Elck
wat wils".
Dezelfde ondernemende uitgevers hebben,
met het oog op de aanstaande feestdagen,
bovendien nog verkrijgbaar gesteld een geïl-
lustreerden catalogus van feestgeschenken,
waaronder vele pracht- en plaatwerken, veelal
rijk gebonden, alsook lees- en prenteboeken
voor de jeugd, een en ander tot de bekend®
zeer lage prijzen.