MIDDELRURGSCHE COURANT. N°. 278 140' Jaargang. 1897. Donderdag 25 November. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 24 Nov. 8 u. vm. 46 gr. 12 u. 48 gr., av. 4 u. 44 gr. F. Verw. tam. kr. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel, Groote letters naar d<> plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te '8 GravenhageDe Gebr. Beeineante; te AmsterdamA. de La Mar Azn. Bij deze courant behoort een Bijvoegsel. Middelburg 24 November. WAT AL TE KRAS zet Het Vad. boven eene bespreking van den bekenden maatregel van den minister van oorlog ten aanzien van den eersten oefeningstijd der militie. Deze tot nog toe een jaar is, zooals men weet, bij kon. besluit van 19 Oct. jl. no 50, voor de militieplichtigen der lichting van 1898, die bij de infanterie en de vesting artillerie worden ingelijfd, op acht maanden vastgesteld. Bij de overige korpsen blijft die oefeningstijd bepaald op een jaar. Meent de minister, meenen de militaire auto riteiten, dat met een eersten oefeningstijd van acht maanden kan worden volstaan, wij zul len, zegt het blad, er ons bij neerleggenzij dragen de verantwoordelijkheid voor die in krimping. Alleen mogen we niet nalaten op te merken, dat de generaal Eland een tiental jaren geleden een legerorganisatie ontwierp, waarbij gerekend werd op een eersten oefenings tijd van 16 maanden voor de infanterie en de vesting-artillerie, met 9 weken herhalingsoefe ningen en van 24 maanden voor de andere wapens, met 3 weken herhalingsoefeningen. Het verschil is wel wat heel groot en stemt niet bepaald tot gerustheid. Waarmede wij evenwel in geen geval vrede kunnen hebben, d. i. met de wijze, waarop de minister met de miliciens der lichting van dit jaar, die tot de infanterie en de vesting-artil lerie behooren, omspringt. Voor deze miliciens was de eerste oefeningstijd bij K. B. van 3 Oetober 1896, no 33, op een jaar bepaald. Nu brengt het K. B. van 19 Oetober jl. no. 50, dien tijd terug op tien maanden en worden bedoelde miliciens derhalve, voor zoover zij niet onder de wapens moeten blijven tot voor ziening in het incompleet aan vrijwilligers, tegen 1 Januari a. s. reeds met groot verlot gezonden. Tegelyk echter bepaalde de minister, dat aan alle miliciens, die. dit verlangden en gemist konden worden, van 1 November jl. af een verlof van twee maanden zou wor den verleend. De oefeningstijd, eerst Op twaalf maanden vastgesteld, werd dus daarna bij K. B. tot tien maanden verminderd en ten slotte door den minister, althans voor een aantal miliciens, fei telijk tot acht maanden teruggebracht. Wij wil len de vraag hier onbesproken laten, in hoeverre die laatste maatregel te rijmen is met de ver plichte deferentie voor een besluit der Kroon. Maar wat we niet mogen verzwijgen is, dat, naar onze overtuiging, hier met ruwe hand is ingegrepen in een bestaande regeling. De op leiding der militie heeft, althans zoo werd steeds beweerd, in de laatste jaren altijd plaats gehad volgens een vast programma, waarbij „met den tijdmoest gewoekerd worden" (officieele stijl). Nu kunnen wij ons voorstellen, dat iemand, die van oordeel is, dat maar acht maanden noodig zijn voor iets, waarvoor sedert jaren twaalf maanden gebruikt werden, een ander programma maakt, waarbij met die ver mindering rekening wordt gehouden. Maar om in eens van die twaalf maanden er twee, voor velen zelfs vier, af te knippen, zonder eenige voorzorgen te nemen, waardoor aan de bezwa ren van die vermindering wordt tegemoet ge komen dit is een handeling, die wij niet be grijpen en die wij niet kunnen goedkeuren. Hoe moet 't nu gaan met de opleiding der miliciens bv. tot schutter en met de oefening van het militiekader? Ziedaar een paar vra gen, die ons zoo voor den geest komen. Zou een minister, die den dienst bij den troep van zeer nabij kende, wel ooit tot zulk een maatregel zijn overgegaan Het blad waarschuwt, om toch niet de zaak der vrouw, die op dit oogenblik in ons land gunstig staat, te bederven door dingen te doen die sympathieën zouden kunnen doen verliezen. „Laten de vrouwen, zoolang zij geen politieke rechten hebben, zich onthouden van alle poli tieke bemoeiingen, tenzij het bij uitzondering eene zaak mocht gelden, waarover zij bevoegd zijn te oordeelen en die belangen raakt, waarbij ook de vrouw meer rechtstreeks is betrokken." BENOEMINGEN ENZ. Bij kon. besluit is benoemd tot commissaris van politie te '8 Gravenhage T. H. Sijpkens, thans inspecteur van politie 2de kl. aldaar zijn benoemd tot reserve-tweede luit. bij het wapen der infanterie, en wel bij het reg. grenadiers en jagers, de vaandrigs F. F. M. Wirtz, V. van Peski en W. Cool, van genoemd regiment benoemd tot directeur van het post- en tele graafkantoor te Zevenaar J. E. A. Post Uiter- weer, thans in gelijke betrekking te Barneveld; is benoemdtot opzichter van den Rijks waterstaat 4e kl. J. H. Vosen zijn bevorderd tot opzichter van den Rijkswaterstaat: der le kl. P. J. M. van der Ven, thans 2e kl.tot opzichter 2e kl. A. Kooreman, thans 3e kl., en tot opzichter 3e kl. D. J. de Jongh, thans 4e kl. De minister van waterstaat enz. brengt in de St. Ct. ter kennis van belanghebbenden dat in de maand Maart van het jaar 1898 een ver gelijkend onderzoek zal plaats hebben vancan- didaten, dingende naar een getuigschrift van voldoend afgelegd examen voor opzichter van den rijkswaterstaat, volgens het programma, dat verkrijgbaar is bij Gebroeders van Cleef te 's-Gravenhage, tegen 5 cent het exemplaar. Tot deelneming worden alleen toegelaten zij die op 1 Januari 1898 het 21ste levensjaar reeds en het 30ste levensjaar nog niet zijn in- Voor nadere inlichtingen verwijzen wij naar de St. Ct. van heden. Oost-lndië. De dezer dagen ontvangen mail, gedateerd 26 Oetober, brengt o. a. eene mededeeling van het Bat. Nbld., dat spoedig een der bezuinigings voorstellen van het raadslid Muilemeister tot uitvoering zal komen, en wel dat betreffende de afschaffing van verscheidene commiesbetrek kingen op gewestelijke bureaux. Hiermede zal gepaard gaan de inkrimping van het klerkenpersoneel, waardoor nog ette lijke honderden maandelijks op schrijfloonen worden uitgewonnen. Hetzelfde.blad meldt dat in ATJEH eene schromelijke verwarring onder de Atje- hers zeiven heerscht tengevolge van ons optre den in den laatsten tijd. De „trouwe" aanhangers van Toekoe Oemar beginnen te wanhopen aan een ooit mogelijken goeden uitslag van hun Prang Sabil, zooals die hun door Oemar indertijd werd voorge VROUWEN IN ZAKE ATJEH. Geheel in onzen geest laat ook De Huisarouw zieh uit over de, zij het ook goed bedoelde, beweging van mevr. Van Kol om een adres van vrouwen aan de Tweede kamer te richten ter zake van den Atjeh-oorlog. Het blad acht dit in hooge mate onpractisch, „omdat men wel vooruit kon weten, dat regeering en vertegen woordiging zich in deze zaak weinig aan het advies der vrouwen zouden storen, om de een voudige reden, dat de vrouwen weinig bevoegd zijn om te beoordeelen wat er gedaan moet worden om den oorlog tot een bevredigend einde te brengen. Dat elke vrouw een oorlog, die zoovele slachtoffers eischt, verafschuwt, spreekt van zelf; dat behoeft niet in een adres getuigd te worden. Maar om met kennis van zaken een oordeel uit te spreken over het ont staan en het beloop van dezen oorlog, daarvoor moet men van de zaak eene grondige studie hebben gemaakt, en welke vrouw heeft dit? In elk geval gaat het niet aan, om eenvoudig te decreteerenwij willen dat de oorlog be- 1 worde". Zij moeten nog slechts weinig van hem heb ben en verscheiden zijner panglima's hebben hem reeds in den steek gelaten. Maar deze zoogenaamde onderhoofden liggen nu met de bevolking in de ons goed gezinde kampongs overhoopzij maken het die n schen lastig en brandschatten hen voor het leveren van levensmiddelen, het heffen van zoogenaamde Sabilgelden, enz. Het blad meent, dat, als de bevolking dier kampongs niet slechts in naam, maar metter daad goedgezind was en zij wilde dat toonen, aan het wanbedrijf dezer panglima's wel spoe dig een einde zou te maken zijn. Volgens den Atjeh-correspondent van het Soer. Hbld. is er een bloedprijs van 20,000 dollars op het hoofd van Toekoe Oemar ge- d, maar durft niemand dien te verdienen. Dat hangt van zoovele omstandigheden af, dat daaromtrent vooraf niets te zeggen valt. Technische bezwaren staan ook daarbij nog al ns in den weg. Enkele opmerkingen in 't algemeen willen wij wel onder de aandacht onzer lezers brengen. De platen, door den heer Joh. Braakensiek te teekenen, hebben hoofdzakelijk ten doel in enkele trekken of beelden een gedachte weer te geven. Al te vol kan dus zulk een plaat niet zijn; er zou dan voor den teekenaar zei ven geen gedachte meer overblijven om uit te drukken. Trouwens, zij zou dan meer een prent worden. In de tweede plaats herinneren wij aan het geen wij in ons nommer van 9 Maart 1896 uitdrukkelijk op den voorgrond stelden, toen wij met het aanbieden van deze platen als kostelooze premie aan onze geabonneerden een aanvang maakten, dat zij nl. alleen betrekking mogen hebben op de stoffelijke belangen der verschillende deelen van Zeeland en steeds zooveel mogelijk van actueel belang moeten zijn- Die platen vormen dus als 't ware in beeld een deel van de geschiedenis van den dag van onze provincie. Daardoor hebben zij veel waarde, een waarde die steeds met de jaren meer en meer stijgen zal, omdat zij alleen aan de geabonneerden van de Middelburgsche courant worden gezonden. Wie ze bewaart, verkrijgt ten slotte een aardige collectie, die ook het nageslacht een kijkje kan geven op eenige gebeurtenissen, welke voorheen voor Zeeland van belang waren. De abonnementsprijs van ons blad behoeft waarlijk geen bezwaar te zijn om zich dit, en daarmee die platen, in eigendom aan te schaffen. Om nu terug te komen op de ons gedane vraag, herhalen wij wat wij in Maart van het vorig jaar reeds schrevenMocht wellicht een onzer lezers eenig ontwerp voor dergelijke platen met onderschrift willen inzenden, dan zullen wij gaarne beoordeelen of de opne ming daarvan, met of zonder eenige wijziging, ons gewenscht voorkomt. s te Zierikzee, op Zaterdag 4 Dec. gevierd. Te Goes en te Ter Neuzen is noch officieel noch door belanghebbenden daaromtrent iets bepaald of aangewezen. Door de Maatsch. t. Expl. van Staatssp. zijn op het traject UtrechtVlissingen v.-v. een tweetal snelg-oederentreinen ingelegd, welke dagelijks, behalve Zondags, loopen. Vóór negentien jaar vertrok uit Stave, i s s e zekere W. als koloniaal naar Oost-lndië. Gedurende dien langen tijd hoorde zijn familie nimmer iets van hem, zoodat zijn dood als t werd beschouwd. Men stelle zich de vreugde zijner oude moeder en verdere verwan ten voor, toen dezer dagen de doodgewaande de ouderlijke woning binnentrad. Zoo melden oen paar Hollandsche bladen. UIT STAD EN PROVINCIE. Een onzer lezers deed ons de vraag of het ook „geoorloofd is", schetsen of ideeën in te zenden voor een plaat. Op die vraag! zouden wij eenvoudig kunnen antwoordenzeker is dat geoorloofd. Maar een enkele bijvoeging is noodig en nuttig. Evengoed als men ingezonden stukken .ter opname ons zéndt, staat het ieder vrij zulke schet sen of ideeën ons te doen geworden. Zij zijn ons zelfs zeer welkom, want het is niet altijd zoo gemakkelijk om een goed en uitvoerbaar idee te vinden voor zulke afbeeldingen. En nog lastiger is het vaak om al de nóodige gegevens ter uitvoering te verkrijgen. Dit is dan ook wel de reden dat er tusschen het verschijnen der voorlaatste en de jongste plaat heel wat tijd is ver loopen. Wie dus een idee heeft, melde ons dit. Of het echter uitgevoerd wordt Dat is een andere kwestie. Nu in deze dagen voor en in tal van winkels allerlei heerlijkheden voor jongen en ouden zijn tentoongesteld, zijn er natuurlijk velen, die zich moeten vergenoegen met een kijkje daarop, zonder zich de luxe te kunnen permitteeren er nader kennis mede te maken. Be- geerige blikken worden op het lekkers en schoons geworpen, maar daarbij moet het blijven. Het is licht verklaarbaar dat sommigen, die niet al te strenge begrippen koesteren omtrent het mijn en dijn, daardoor de verleiding te sterk wordt en zij zich vergrijpen aan het goed van anderen. Maar hoe verklaarbaar ook, omdat kin deren dikwijls zeiven het ongeoorloofde van hetgeen zij doen niet inzien, zij die zich aan dergelijke diefstallen schuldig maken moeten gestraft worden. En omdat nu in de laatste dagen alhier reeds een paar deugnieten van een jaar of elf, die van de etalages van enkele winkels iets kaapten, daarvoor met de politie kennis maak ten, is het niet ongepast den ouders, voor zoo veel noodig, nog eens op 't gemoed te drukken hun kroost te waarschuwen tegen de gevolgen van het bedoelde kwaad. De Dinsdagavond in de leeszaal van Ons Huis alhier door den heer dr D. C. Hesseling van Leiden gehouden voordracht over Pompeji werd door een zeer talrijk gehoor gevolgd. De spreker deed verschillende interessante mededeelingen omtrent deze Romeinsche stad der oudheid, haar ondergang en over hetgeen in den loop der tijden door gedane dpgravingen omtrent haar bestaan is bekend geworden. Jammer dat de heer Hesseling, daar de pla ten nog niet waren aangekomen, zijn voorne niet kon volvoeren, om zijn voordracht door lichtbeelden te verduidelijken; slechts een drietal kon hij er geven. Ook kon hij eenige photographieën ter bezichtiging laten rondgaan. De voorzitter van Ons Huis was de tolk der aanwezigen, toen hij den spreker aller dank bracht voor zijne voordracht en hém een tot weerzien toeriep. Naar wij vernemen, zal Maandag a. de heer mr .P. J. Troelstra, lid der Tweede kamer, het Schuttershof te Middelburg eene voordracht houden over Economische of poli tieke actie. Deze bijeenkomst, die voor ieder toegankelijk zal zijn tegen een matige entree, gaat uit van de Gecombineerde vakvereeniging. Zondag te voren zal dezelfde spreker te Vlissi ngen optreden en een voordracht houden over Een pensioen voor den ouden ar beider. Deze vergadering gaat uit vAndearbei- derskiesvereeniging Ontwikkeling te Middelburg. In tegenstelling met Middelburg wordt te Vlissingen de St..Nicplaasavond,even- In do raadszitting, Dinsdagnamiddag te Koewacht gehouden, werd tot wethouder en ook tot ambtenaar van den burgerlijken stand benoemd de heer J. v. d. Vijver, lid van den raad. Tevens werd het pas gekozen raadslid E. Plasschaert beëdigd. In den nacht van Maandag op Dinsdag brachten aldaar een 150 smokkelaars een trans port vee, groot 70 stuks,! over de Belgische grens, waarbij eene ontmoeting met de douanen plaats had. Een groot gedeelte van het vee moest teruggebracht wordenmet het andere deel werd de tocht voortgezet. Slechts drie koeien werden in beslag genomen. Een paar dagen vroeger, Zaterdagnacht, zijn 53 koeien aldaar België ongehinderd binnen gesmokkeld. Jl. Maandag hield de gemeenteraad te IJ zend ij k e naar men ons schrijft weder eene openbare zitting, die door een talrijk pu bliek bijgewoond en, wegens ongesteldheid van den burgemeester, door den heer Bekaar ge presideerd werd. Al dadelijk gaf de voorlezing der notulen van de vorige vergadering den heer Hendrikse aanleiding op te merken, dat notulen uit een kladboekje niet veel waarborg opleverden voor een getrouw weergeven in het officieel register, en aan den heer Carpreau om terug te komen op hetgeen het hoofd der school no. 1 in die vergadering was aangewreven, als zou deze de schuld zijn van de verplichte restitutie aan het rijk eener som van f 425, voor te veel genoten bijdrage inzake het openbaar onderwijs. Dat was laster en moest zoowel door den voor zitter als door al de leden herroepen worden, want zelfs de Middelburger had het in zijne kolommen opgenomen en hij zou de bewijzen van des heeren Boskamp's onschuld in eene volgende vergadering aantoonen. De bekende tractementskwestie van den te benoemen onderwijzer met hoofdakte aan school 1 liet men wijselijk rusten en met alge- meene stemmen benoemde de raad, zooals in 't kort is gemeld, den heer P. J. Dellaert, on derwijzer aan die school, no. 1 der voordracht, waarop ook geplaatst waren de heeren C. Ver heggen en M. M. Kwant, de 'eenige sollicitanten. De verordening op den kinderarbeid werd ad Calendas graecas verschoven in afwachting van leerplicht. Het concept gewijzigd leerplan van den districts-schoolopziener werd ampel besproken en ten slotte verworpen, voornamelijk omdat het schoolhoofd in de kom der gemeente ver goeding voor meer lesuren wenschte en de raad het dan maar liever bij het oude liet. Over een verzoek van C. F. van Rooy, om beurtelings met den provincialen veearts, den heer Louter, tot gemeente-keurmeester voor den tijd van een jaar te worden aangesteld, ontspon zich een warm debat. De heer Hendrikse was van oordeel, dat, als de raad dien weg begon in te slaan, er geen eind aan de verwisseling Yan gemeente-ambte naren zal komen en deze steeds het zwaard van Damocles boven hun hoofd zullen zien hangende beurt moet dan, om zich gelijk te blijven, ook komen aan den gemeente-genees heer, den secretaris, den ontvanger enz. De heer Carpreau was deïe meening niet toegedaan. Hij zag ér geen bezwaar in, dat bevoegde ingezetenen mededingen naar de be trekking van gemeentekeurmeester en gemeente geneesheer; in vroegere jaren toch, toen er drie geneesheeren in de gemeente woonden, ging het evenzoo. Voor den secretaris en den ontvan ger maakte hij evenwel eene uitzondering. Bij mondelinge stemming zegevierde het be ginsel van den laatsten spreker met 4 tegen 3. Op het door hét bestuur der müzieksocieteit Geduld Overwint aangevraagde subsidie van f 150 werd teruggekomen door de ingezonden rekening en begrooting, met het reglement, te stellen in handen eener commissie, waartoe de voorzitter de heeren Leenhouts en Carpreau aanwees eerstgenoemde bedankte echter voor die eer. Voor de _3Vtpet geldleening, groot f 12.000, was geen énkele aanbieding ingekomen, zoodat eene hernieuwde aankondiging, ditmaal in een locaal blad, zal gedaan worden. Met algemeene stemmen werd besloten geen pensioen aan de veldwachtersweduwe toe te kennen. Ten slotte werd door den heer Hendrikse gevraagd, wie de eventueele boeten op de registers van den burgerlijken stand zal be talen de ambtenaar of de secretaris, aan wien, ingevolge het jongste raadsbesluit, de jaarwedde is toegekend. Hierop antwoordde de heer Carpreau, dat die voor rekening van den amb tenaar komen, daar deze maar weten moet wat hij teckent. LETTEREN "EN KUNST. Men schrijft ons uit Vlissingen Er bleef Dinsdagavond in het lokaal-Stofko- per, waar Vlissing's mannenkoormet medewer king van den heer en mevr. Orelio, onder lei ding van den heer H. C. de Waal van Middel burg, een uitvoering gaf, geen stoel onbezet. Een aardigen aanblik bood het podium, dat voor deze gelegenheid heel netjes met spiegels enz. versierd was, waarvoor de heer Van Schaik geheel kosteloos had gezorgd. Het moeilijkst en zeker wel het mooiste van het, een zestal nummers bevattend, program was „Tooneelen uit de Frithjof-Sage van Max Bruch". Daarin hadden de koren een moeilijke taak. En al behoeven wij natuurlijk onze zwakke krachten niet te verspillen ter verkon diging van lof aan 't adres van den heer Orelio en diens echtgénoote voor de wijze waarop zij de boIo's zongen, we willen alleen maar zeggen, dat ook nu vooral zijn zang eenig was. 't Geheel voldeed uitstekend. Uw naam van R. Hoi was, zóo gezongen, een juweeltje van een duo. Van het prachtig stemge luid van den heer Orelio bleek ook bij In H Woud voor koor en bariton solo, eveneens van R. Hol. Weihe des Gesanges, van W. A. Mozart, werd door het koor goed uitgevoerd. Do door mevr. Orelio gezongen liederen, o. a. Die Bekehrte van M. Stange en Maartje van Schalkwijk van li. Hol, en die, door den heer Orelio ten beste gegeven, o. a. Mijn moeder taal van Brandts Buys of Van eene Konings- vrouwe van Spoel, vielen zeer in den smaak. Ze werden dan ook heel mooi gezongen. De heer Hoff uit Bergen op Zoom begeleidde een en ander op de piano op verdienstelijke wijze. Als wij nu gemeld hebben dat mevr. Orelio een fraai bouquet werd aangeboden, dan rest ons nog mede te deelen, dat de heer W. L. Winkelman den heer en mevr. Orelio dank betuigde voor hunne zeer gewaardeerde medewerking. Hij meende hun, ook als tolk der aanwezigen, geen vaarwel, maar een tot weerziens te mogen toe roepen. Dat zulks 't geval was, bewezen de goed gemeende, langdurige toejuichingen van het publiek. Vlissing'8 mannenkoor moge in getalsterkte er niet op zijn vooruitgegaan zeer zeker is het gehalte verbeterd. De heer H. C. de Waal mag tevreden zjj over den afloop dezer uitvoering, die, en dat was duidelijk waar te nemen, het bewijs leverde van ernstige en nauwgezette studie der leden. Men meldt ons uit Zierikzee: Maandagavond gaf de heer S. Klimmerboom, muziekdirecteur alhier, in de concertzaal een vocaal- en instrumentaal concert, dat, om de me dewerkenden, een événement in de Zierikzeesche muziekwereld mag genoemd worden. Behalve toch de concertgever (piano en viool), de heeren P. Jongmans (viool) en J. F. A. Theewis (altviool), beiden van Zierikzee, verleenden aan deze uitvoering hunne medewerking mejuffrouw Anna Kappel, sopraanzangeres te 's Gravenhage, en de heer J. Mossel, solo-violoncellist aan het concertgebouw te Amsterdam. Van de uitvoering der verschillende nummers van het programma valt niets dan goeds té De ensemble-stukkenNoveletten van N. W. Gade, Lento voor strijkkwartet van Carl Reinecke en Trio (C moll) voor piano, viool en violoncel, 2e, 3e en 4e deel, van Joh. Brahms, werden met gevoel en aplomb weer gegeven. De nummers voor sopraan-solo, nl.Jrtctvan G. F. Handel, Die Mainacfit, van BrahmS, Pensee d'automne, van J. Massenet en Solvejgs- Lied van E. Grieg, werdén door Mej. Kappel op de haar eigene sobere wijze met gevoel en innigheid gezongenmen kan van deze zangeres getuigen, dat zij in hare liederen geheel haar innerlijk zijn en gevoelen weer geeft, zoodat haar zingen eene gevoelsopen- baring mag genoemd worden. Eenvoud en zuiverheid verhoogen hare voordracht. Het mag bijna heiligschennis heeten om, al ia het ook slechts bij benadering, weer te geven het gevoel, dat de heer Mossel opwekt met de overheerlijke bespeling van zijn instrument. Wat eene gemakkelijkheid en tevens welke eene

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 1