I— MIDDELBIRGSCHE COURANT. N°. 273 140° Jaargang. 1897. Vrijdag 19 November. Het Tooneel. Het woning-vraagstuk. N Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 18 Nov. 8 u. vm. 52 gr. 12 n. 55 gr., av. 4 u. 49 gr. F. Verw. tam. kr. Z. W. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan bet bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familiebericliten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regelj Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeclige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan bet bureau te bekomen. Agenten. Te 's GravenhageDe Gebr. Belïnfante te Amsterdam A. de La Mar Azn. Bij deze courant behoort als Bijvoegsel een plaat, geteekend door den heer Joh. Braakensiek, met het opschriftGemeen- scli appel ijk belang. Middelburg 18 November. Dr. EUVPEI beantwoordt in De Standaard onze opmer kingen over de actie ten gunste van een ver laagd tarief voor internationale perstelegrammen. Uit dat antwoord blijkt, dat het bestuur van den Ned. Journalistenkring „beoogt en nastreeft de invoering hier te lande, niet van het Fransche, Amerikaansche of Engelsehe stelsel, maar van het Belgische systeem, hierin be staande dat bet tarief daalt pro rato van bet aantal woorden, en znlks niet enkel voor de pers, maar voor alle telegrafeerders, voor heel het publiek, en dus óok voor de binnenlandsche pers. „Dat nochtans van de internationale pers telegrammen met name gesproken werd, heeft hierin zijn oorzaak, 1° dat de zaak van die 7-ijde reeds bij onze regeering aanhangig was; 2° dat op de algemeene vergadering te Bor deaux geklaagd werd over onze achterlijkheid op dit punten 3° dat de kans op slagen grooter was, indien men de zaak zoo aanvatte, dat er ook een belang tegenover het buiten land in betrokken was. „Bezwaar hiertegen werd uitgesloten door de wetenschap, dat hetgeen ten goede kwam aan de internationale telegrammen, vanzelf ook aan de binnenlandsche gelijk voordeel zou bezorgen. „Het punt dat het bestuur deze zaak eerst op de ledenvergadering had behooren te brengen, laten wij rusten. Dit is huishoudelijk." Aldus dr Kuyper in De Standaard. De hoofdzaak van dit antwoord schijnt zeker bevredigend. Er wordt gestreefd naar een verlaagd tarief voor groote binnenlandsche telegrammen, en dit belang, dat particulieren en dagbladen gemeen hebben, wordt bij de regeering door twee invloedrijke kamerleden» dr Kuyper en dr Vermeulen, ondersteund. Wij geven dr Kuyper gaarne acte van deze mededeeling en kunnen niet anders dan be treuren, dat het bestuur van den Journalisten kring het niet de moeite waard heeft geacht van zijn besluiten in deze en van de overwe gingen, welke zijn keuze tusschen de verschil lende stelsels bepaalden, mededeeling te doen in het voor zulke zaken bestemde orgaan der vereeniging. En nog meer betreuren wij het, dat de heeren, die deze zaak in de afdeelingen der Tweede kamer ter sprake brachten, alleen van het internationale tarief spraken, en met geen woord zinspeelden op het veel grootere belang, dat van het binnenlandsche tarief. De drie argumenten, welke dr Kuyper aan voert om goed te praten, dat in de Kamer bet belang van enkele bladen op den voorgrond werd gesteld, en over de hoofdzaak, bet groote belang van bijna de geheele Nederlandsche pers werd gezwegen, zijn o. i. moeielijk ernstig op te vatten. Alleen reeds de uitdrukking „ook een belang tegenover het buitenland", in het derde argument, bevat de erkenning, dat het buitenlandsche belang ondergeschikt is aan het nationale belang. En daarmede is het vooropstellen van het internationaal en bet verzwijgen van het natio naal belang veroordeeld. Bovendien doet dr Kuyper op deze argumen ten een zin volgen, welke ons bevreesd maakt, dat hij, die, gelijk bekend is, zijn licht bij een ander ontstak, het ware licht niet heeft ont vangen. Immers, dr Kuyper zegt„Bezwaar hiertegen [tegen het spreken over de internationale en het zwijgen over de binnenlandsche tarieven] werd uitgesloten door de wetenschap, dat het geen ten goede kwam aan de internationale telegrammen, vanzelf ook aan de binnen landsche gel ij k voordeel zou bezorgen". Deze opvatting van dr Kuyper is, gelooven wij, ten eenemale onjuist. Een verlaagd tarief in het binnenlandsch verkeer ontwikkelt zich wel tot een verlaagd tarief in het internatio naal verkeer, maar het omgekeerde ïb, naar ons gevoelen, in strijd met wat dr Kuyper aan neemt niet het geval. Zoo is de geheele beweging, welke in de Tweede kamer dr Kuyper tot haar pleitbezorger heeft, het gevolg van den drang, om de pers in het verkeer tusschen de West-Europeesche landen die voordeelen deelachtig te does worden, welke zij thans reeds in het verkeer in elk dier staten afzon derlijk geniet. Deze ontwikkeling der zaak is een zeer na tuurlijke en bet is opmerkelijk, dat alle staten, die der pers in het binnenlandsch ver keer 50 reductie verleenen, aanstonds be reid waren in het internationaal verkeer een zelfde korting of uitzonderingstarief toe te staan. Maar omgekeerd is de invloed van lage inter nationale perstarieven op de binnenlandsche gelijk nul. Ook dat leert ons de ervaring. Immers er bestaan hier te lande internatio nale perstarieven, b.v. voor het verkeer met Java en voor dat met de Transvaal (Java f 1.03 in plaats van 3.14 en Transvaal f 0.97 in plaats van f 3.23)- Maar de ervaring leert dat, ondanks het „van zelf" van dr Kuyper, het binnenlandschepers- tarief onder den invloed van die goedkoope internationale tarieven niet is verlaagd, veel minder „gelijk voordeel voor de binnenlandsche" (d. w. z. een reductie van bijna 70 is ver kregen. Nog vreemder is dit betoog van dr Kuyper, als men let op de hierboven reeds aangegeven strekking van de West-Europeesche conventie, waarbij Nederland zich zou aansluiten. Die strekking is om de pers in het inter nationaal verkeer tusschen de aangesloten landen een reductie van 50 toe te staan, d. w. z. een uitzonderingstarief voor dagbladen in het leven te roepen. Sinds Hesiodos, een Grieksch dichter, die acht of negenhonderd jaar vóór Christus leefde, het Vox populi vox Dei liet hooren, wat Aris- tides, Pericles, Aristoteles en na hen heel wat andere, mindere personaadjes hem nazeiden, velen, zooals ook nog heden ten dage, ge dachteloos, is er door woord en daad al heel wat afbreuk gedaan aan die machtspreuk. En dit is maar goed ook. Chamfort vroeg terecht eens scherpHet pu bliek hoe veel dwazen zijn er noodig om een publiek te vormen! En hoe Multatuli over het publiek dacht, weet elk, die zijn geschriften kent. Op onze beurt vragen wijhoe vormt zich vaak een publieke opiniehoe weinig goddelijks, verhevens, kenmerkt zulk een opinie? Enkelen fluisteren iets. Anderen zeggen hetzelfde iets harder. Meerderen praten het zonder verder denken na. Al luider en luider begint men echter te spreken. En zoo vormt zich een volksstemeene volksopinie, die vaak kant noch wal raakt. Waarop zij steunt? Dikwijls op los daarheen geworpen woorden; maar nog meermalen op gezegden van hen die, uit eigen belang, om zeiven macht uit te oefenen of voordeel te behalen, de publieke ppinie in eene bepaalde richting willen sturen Indien nu waar is, wat dr Kuyper beweert, als „hetgeen ten goede komt aan de inter nationale telegrammen vanzelf ook aan de binnenlandsche g c 1 ij k voordeel zou bezorgen," dan zal de uitkomst van de actie van dr Kuyper deze zijn, dat hij het omgekeerde be reikt van hetgeen hij wenscht. Immers als hij slaagt, dan zal hij voor de binnenlandsche pers- telegrammen gel ij k voordeel verwerven, d. w. z. een reductie van 50 En dat wil het bestuur van den Kring juist niet. Het bestuur wil geen uitzonderingstarief, het wil geen reductie of andere bevoorrechting boven particulierenhet wil alleen een voor allen geldend schaaltarief. Dat doel kan niet bereikt of bevorderd worden door de aansluiting van Nederland bij de eerlang tusschen Zweden, Noorwegen, Dene marken, Frankrijk, Spanje en Portugal te sluiten conventie. Onze toetreding tot dat tractaat verandert ons binnenlandsch telegraaf- tarief nietaan die toetreding zal zelfs geen enkel argument te ontleenen zijn voor hen, die ons binnenlandsch tarief op andere grondslagen willen vestigen. Tusschen die conventie en ons binnenlandsch tarief bestaat alzoo geen enkel punt van aan raking. Eerder zou men kunnen zeggen, dat het streven van die conventie en dat van het bestuur van den Kring lijnrecht tegen elkander ingaan. De eerste wil bevoorrechting van de pers boven particulierende laatste wil van geen bevoorrechting weten en streeft naar gelijkheid. Yan daar, dat wij de inlichtingen van dr Kuyper slechts schijnbaar bevredigend achten, en overtuigd zijn, dat door een aldus geleide actie alleen het openlijk genoemde doelde verlaging van het internationaal tarief voor pers-telegrammen door aansluiting bij de boven bedoelde conventie, is te bereiken. Onder deze omstandigheden is het niet een huishoudelijke kwestie of dr Kuyper van de ledenvergadering een mandaat heeft. Het is een algemeen belang der pers, dat de minister op de hoogte zij èn van het niet raadplegen van de leden, èn van de wijze waarop dr Kuyper zijn licht heeft ontstoken. In de jongste algemeene vergadering der Liberale Unie werd door den heer J. W. C. Tellegen uit JArnhem over get woning-vraagstuk eene rede gehouden, die ook voor het algemeen zeer belangrijk is. Overvloed van stof en daaruit voortvloeiënd plaatsgebrek, belette ons tot heden daarvan een en ander onder de oogen onzer lezers te brengen. Wij doen dit nu bij deze, aan de hand van andere bladen. In eiken kring is, dunkt ons, nog wel winst te doen met de wenken, gegeven door den spreker en door hen, die met hem in debat traden. De heer Tellegen begon met de verklaring, dat hij er zich over verheugde, dat blijkens de T ro onrede de Regeering deze zaak zal ter hand nu eens het een of ander willen afbreken, dan weer steun zoeken voor eigen bekrompen op vattingen. Dit laatste vooral ervaart men dagelijks. Die publieke opinie is zoo gemakkelijk te leiden, te misleidenzij is zoo wankel. Ibsen heeft dat zelf genoeg ervaren, in de dagen toen men hem nog niet begreep, toen hij alleen stond in zijne ideeën; o. a. over het huwelijk, neergelegd in zijn Nora, waarover hij zoo hard werd gevallen. Destijds zag hij zich geplaatst tegenover eene groote meerder heid; en hij gaf uiting aan zijn meening daarover door in Een vijand des volks een man te schilderen als dr Stockmann, die ook alleen stond, en durfde beweren„De sterkste man van de wereld is hij die alleen staat." 'eze figuur is zeker niet zonder overdrij ving, maar in elk geval scherp geteekend. Als men van de stad zijner inwoning een badplaat s heeft gemaakt, en het blijkt dat het bronwa ter niet deugt, omdat de waterleiding, tegen dr Stockmann's advies in, op een geheel ver keerde wijze is aangelegd en het water wordt bedorven door allerlei slechte bestanddeelen dan wil hij dit openbaren en door bekendma king erger voorkomen. Er was immers al typhus ontstaan! Neen, zegt zijn broeder, de burgemeester en directeur der stedelijke inrichting, laat ons zwijgenen langzamerhand trachten te verbe teren; want anders loopt onze badplaats ge vaar in discrediet te komen en maar dat nemen, overeenkomstig den wensch in het pro gramma der Unie neergelegd. Hij wees op de rechtsonzekerheid on onvolledigheid der be staande wetgeving op dit stuk. Eigenlijk is art. 135 der Gemeentewet alios wat de wet geving op dit terrein oplevert. Maar de po gingen van den gemeentelijken wetgever om de volkshuisvesting te verbeteren stuiten nog dikwerf af op rechtsonzekerheid, waar Kroon en rechterljjke macht afwisselend geroepen wor den over de wettigheid der gemeente-verorde ningen te oordeelen. Het ontbreken van een vast administratief rechtscollege was langen tijd bezwaarmen had gehoopt, dat de Grond wetsherziening van 1887 de zaak zou geregeld hebben, met opheffing van de macht der Kroon tot vernietiging van verordeningen. Dit is niet gebeurd en zoo zullen er straks drie machten zijn die de zaak beoordeelen in stede van twee. Welke bezwaren dit heeft, toonde de spreker met voorbeelden aan, in de eerste plaats die, voortvloeiende uit de uitspraak van den Hoogen Raad, waarbij delegatie van macht vanwege den Raad is verboden. De gemeenteraad most de verordening ma ken en Burg. en Weth. zijn belast met de uit voering. Wat is echter uitvoeren De rechter lijke macht gaf in de laatste jaren aan hot be grip uitvoeren eene zeer beperkte beteekenis. De gemeente Rotterdam had in de verorde ning op haar abattoir bepaald, dat de wijze van slachten zou worden uitgemaakt door Burg. en Weth. De Hooge Raad heeft die bepaling echter van onwaarde verklaard als delegatie van macht. De gemeente Arnhem heeft alle delegaties van macht uit hare bouwverordening geschrapt: Nijmegen volgde dat voorbeeld. Het is echter onmogelijk alle gevallen te regelen, die zich kunnen voordoen bij het bouwen of het vaststellen der rooilijnen, en met het oog daarop behielden Arnhem en Nijmegen zich de bevoegdheid voor, in speciale gevallen bijzon dere voorwaarden te stellen. De Hooge Raad heeft nu echter in de nieuwe Arnhemsche be paling toch nog delegatie van macht gevonden, wel delegatie van den verordenenden raad op den besluitenden raad. Den gemeentebesturen blijft dientengevolge slechts over, te trachtten bi) het maken der verordening in alle mogelijke gevallen, die zich kunnen voordoen, te voorzien. Men heeft ge lukkig nog twee achterdeuren gevonden Door dat het niet onwettig wordt geacht aan B. en W. de bevoegdheid tot het verleenen van ont heffing te geven, kan men de eischen in de verordening zeer hoog stellen, met de bedoeling dat van deze bevoegdheid door B en W. een ruim gebruik zal worden gemaakt. Of dit met het oog op een gelijkmatige rechtsbedoeling een gewenschte oplossing is, betwijfelt de heer Tel legen, maar men heeft geen keus. Voorts kan men sommige bepalingen van technischen aard zeer vaag formuleeren, bijv. voorschrijven: „riolen van voldoende capaciteit". Iu geval van overtreding zal de rechter zich dan door deskundigen moeten doen voorlich ten, of de gemaakte werken al of niet aan de in de verordening gestelde eischen voldoen. Een andere vraag is of iemand zonder voor afgaande „vergunning" van hot gemeentebe stuur kan bouwen. De minister Lohman ver langde wijziging van een Utrechtsche verorde ning die dat eisebte, maar nu heeft men ken nisgeving gevorderd met overlegging van de plannen, waarop vooraf beschikking van B. on W. moet worden verkregen. Dat is precies het zelfde, maar het woord vergunning is er uit. Eene derde quaestie betreft het „laten liggen" van grond voor straat. Wie zal beslissen, hoe eone bebouwde kom zich zal uitbreiden, de grondeigenaars of de overheid Zooals de stand van het vraagstuk nu is, liebbeu de gemeente besturen niet het recht het bouwen op terrein, dat zij voor openbaren weg willen bestemmen, te beletten. De ministers Mackay, Tak van Poortvliet en Yan Houten hebben zich, in af wijking van de meening van den minister Heemskerk, achtereenvolgens in dezen geest uitgesproken en uit de bouwverordeningen van Nieuwer-Amstel, Utrecht, Amsterdam en Den Haag is dientengevolge een verbod, als bedoeld, geschrapt. Er is echter ook ter ontkoming aan dit bezwaar een achterdeur gevonden, door het verbieden van bouwen anders dan aan aange wezen en goedgekeurde straten. Dit voorschrift kan echter niet voorkomen het behouden van coupures aan bestaande straten. Ook op dit punt blijft de wetgeving onzeker en belemmerend. Een ander twistpunt loopt over de vraag wat is openbare en wat bijzondere veiligheid, ge zondheid enz. Overbevolking en onreinheid werden door den minister Van Houten geacht niet de openbare veiligheid en gezondheid te betreffen. Deze beslissing zou schier alle ver ordeningen bedreigen. Op dit punt is zekerheid de wet dringend noodig. Evenzoo wat be treft de rooilijn en de regeling van 't beroep van de beslissingen der bouwpolitie. Aan de geschetste rechtsonzekerheid moet een einde komen, opdat de gemeentebesturen niet langer zich behoeven te bewegen op glibberig terrein, maar steun vinden in eene duidelijke en vol ledige wettelijke regeling. Wat de onvolledig heid betreft, wijst de heer Tellegen vooral op de onvoldoende strafbepalingen het maximum boete van 25 gulden is te geringwant van afbreken, waartoe de bevoegdheid bestaat, komt zelden of nooit iets. Overgaand tot de bespreking van de ge wenschte wettel|jke regeling, stelde spreker op den voorgrond, dat de gemeenteraden niet alleen bevoegd zijn, maar ook verplicht moeten worden maatregelen te nemen tot verbetering der volkshuisvesting. Hij herinnerde aan de conclusiën, in dit opzicht door het onlangs te Amsterdam gehouden hygiënisch congres ge nomen. Het congres noemde wenschelijk: de verplichting tot het ontwerpen van een uit breidingsplan in alle gemeenten, die vooruit gaan, en het maken van verordeningen op het bouwen, het wonen en het onbewoonbaar ver klaren, de verplichting tot de bevordering van gemeentewege van het tot stand komen van goede arbeiderswoningen en van het opruimen van krotten en de instelling vau behoorlijk Rijks- en Gemeentetoezicht. Deze wenschen werden door den heer Tellegen nader ontvouwd, gelijk hij dit ook op genoemd congres deed. Het wordt niet betwijfeld, zeide hij, dat er in Nederland zeer slecht wordt gebouwd. Zij, die goed willen bouwen, worden door do concur rentie der Biechten gedwongen evenzeer slecht te bouwen. Verbetering door het invoeren van strenge bouwverordeningen zal wellicht in den eersten tijd verhooging van huurprijs tenge volge hebben, doch de te Arnhem reeds opge dane ondervinding mag daarentegen doen ver wachten, dat de gemeentelijke bemoeiing met zegt hij natuurlijk niet dan komen allerlei fouten aan het licht, door hem en zijne mede- machthebberB gemaakt. En als nu de kwestie voor de vierschaar der publieke opinie wordt gebracht, dan ge beurt wat men in het dagelijksche leven tel kens aanschouwt: de volksmassa trekt partij tegen hem die het eerlijk meent. Men beeft slechts oog en oor voor materi eele belangen. De dokter wordt verguisd; hij krijgt den naam van Een vijand des volkszijn jas scheurt men stuk; de ruiten iu zijn woning worden ingeworpen; de huur van zijn huis wordt hem opgezegd, en ten slotte krijgt hij zijn ontslag als baddokter. Zijn kinderen worden mishan deld, zijn dochter ontslaat men als onderwij zeres; en ten slotte laat de pleegvader van zijne vrouw hem de keuze tusschen zijn eer lijke, waarachtige overtuiging^en de toekomst van vrouw en kinderen, aan wie die pleegva der het grootste deel van zijn vermogen had vermaakt; terwijl hij daarvoor nu, bij wijze van speculatie, aandeelen in de badinrichting had genomen, welke door de ontstane agitatie waren gedaald. Als de dokter nu alles wilde herroepen, wat hij gezegd had dan stegen die aandeelen weêr. En helaas, zoo natuurlijk geteekendten overvloede worden dat opkoopen door dien pleegvader; de haat van dezen voor den bur gemeester ob den raad, den dokter voor de voeten geworpen! Dat alles was de grond slag van zijn houding Geen belangeloosheid, geen eerljjke overtui ging, geen drang naar het goede dreef dr Stock mann hierneen, vuig eigenbelang en andere onedele drijfveeren waren inliet spel. En dat durft men hem zelfs zeggen Bittere teleurstelling voor den man die het zoo goed meende; die gedroomd had van er kentelijkheid van het algemeen, van serenades, volksovaties, omdat hij zulk eene gewichtige ontdekking had gedaan en zoo tjjdig waar schuwde. Eerst scheen het, dat men hem wilde huldi gen dat men hem steun zou verleenen. Maar langzamerhand, toen men hoorde dat de noo- digc verbeteringen den belastingschuldigen geld zouden kostendat het nadeel zou berokkenen wanneer men hem dien steun verleendetoen veranderden de ideeën, toen wist men de pu blieke opinie in andere bedding te leiden. En voor die publieke opinie zwicht alles. Wat men den dokter ten slotte aandoet, het geschiedt meerendcels onder de verzekering, dat men zelf het liever niet had gedaan, maar de publieke opinie, ziet u, die dwong daartoe. Trouw beeld van hetgeen men dagelijks nog ervaren kan En tegenover den man, die het eerlijk, goed meende met het welzijn van het algemeen en die tot loon daarvoor zedelijk wordt vermoord, zijn zoo juist geteekend de andere personen, wier geweten ozoo ruim isdie de waarheid verkrachten om zich zei ven te bevoordeelen die de volksmeening vleien om, daardoor ge dragen, een gemakkelijk en rustig leven, eer en aanzien zich te verzekeren en die dan nog bovendien de slechtste bedoelingen toeschrijven aan hen, die eerlijk bleven. Vlijmend in den geschetsten toestand is ook wel dat Ibsen op een volksvergadering een stem voor waarheid en recht laat uitbrengen door een dronken kevel. Maar 't is waarkinderen en dronken men- schen, zij zeggen de waarheid. Met sterke kleuren heeft Ibsen geteekend in zijn stuk, dat wij Woensdag avond hebben zien opvoeren. Trouwens, dat zijn wij van hem gewend. Maar wat geeft zoo'n stuk toch ook te denken De beschouwing van dr Stockmann over de meerderheid, die altjjd ongeljjk heeft; over de leugen, waarop de maatschappij is gevestigd j over recht en machtde schildering van die duivelachtige ideeën bij de menschen hoe voel waars ligt erin En hoe goed gedacht is het slot, waarbij dr Stockmann terugkomt op zijn eerste idee om naar Amerika te vertrekken, maar besluit te blijven waar hij is, en zich te wijden aan de opvoeding van het jonge geslacht, waarvan misschien nog iets goeds is te maken. Zeker, de practische, de gematigde, de bere kenende man zal zeggendie dokter had onge lijk hij moest verstandiger en kalmer zijn geweest. Maar wat beeft de wereld aan zulke

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 1