I—
MIDDELBIRGSCHE COURANT.
N°. 273
140° Jaargang.
1897.
Vrijdag
19 November.
Het Tooneel.
Het woning-vraagstuk.
N
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 18 Nov. 8 u. vm. 52 gr. 12 n. 55 gr.,
av. 4 u. 49 gr. F. Verw. tam. kr. Z. W. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan bet bureau bezorgd zijn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familiebericliten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regelj
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeclige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan bet bureau te bekomen.
Agenten.
Te 's GravenhageDe Gebr. Belïnfante te
Amsterdam A. de La Mar Azn.
Bij deze courant behoort als Bijvoegsel
een plaat, geteekend door den heer Joh.
Braakensiek, met het opschriftGemeen-
scli appel ijk belang.
Middelburg 18 November.
Dr. EUVPEI
beantwoordt in De Standaard onze opmer
kingen over de actie ten gunste van een ver
laagd tarief voor internationale perstelegrammen.
Uit dat antwoord blijkt, dat het bestuur van
den Ned. Journalistenkring „beoogt en nastreeft
de invoering hier te lande, niet van het
Fransche, Amerikaansche of Engelsehe stelsel,
maar van het Belgische systeem, hierin be
staande dat bet tarief daalt pro rato van bet
aantal woorden, en znlks niet enkel voor de
pers, maar voor alle telegrafeerders, voor heel
het publiek, en dus óok voor de binnenlandsche
pers.
„Dat nochtans van de internationale pers
telegrammen met name gesproken werd, heeft
hierin zijn oorzaak, 1° dat de zaak van die
7-ijde reeds bij onze regeering aanhangig was;
2° dat op de algemeene vergadering te Bor
deaux geklaagd werd over onze achterlijkheid
op dit punten 3° dat de kans op slagen
grooter was, indien men de zaak zoo aanvatte,
dat er ook een belang tegenover het buiten
land in betrokken was.
„Bezwaar hiertegen werd uitgesloten door de
wetenschap, dat hetgeen ten goede kwam aan
de internationale telegrammen, vanzelf ook
aan de binnenlandsche gelijk voordeel zou
bezorgen.
„Het punt dat het bestuur deze zaak eerst
op de ledenvergadering had behooren te
brengen, laten wij rusten. Dit is huishoudelijk."
Aldus dr Kuyper in De Standaard.
De hoofdzaak van dit antwoord schijnt zeker
bevredigend. Er wordt gestreefd naar een
verlaagd tarief voor groote binnenlandsche
telegrammen, en dit belang, dat particulieren
en dagbladen gemeen hebben, wordt bij de
regeering door twee invloedrijke kamerleden»
dr Kuyper en dr Vermeulen, ondersteund.
Wij geven dr Kuyper gaarne acte van deze
mededeeling en kunnen niet anders dan be
treuren, dat het bestuur van den Journalisten
kring het niet de moeite waard heeft geacht
van zijn besluiten in deze en van de overwe
gingen, welke zijn keuze tusschen de verschil
lende stelsels bepaalden, mededeeling te doen
in het voor zulke zaken bestemde orgaan der
vereeniging. En nog meer betreuren wij het,
dat de heeren, die deze zaak in de afdeelingen
der Tweede kamer ter sprake brachten, alleen
van het internationale tarief spraken, en met
geen woord zinspeelden op het veel grootere
belang, dat van het binnenlandsche tarief.
De drie argumenten, welke dr Kuyper aan
voert om goed te praten, dat in de Kamer bet
belang van enkele bladen op den voorgrond
werd gesteld, en over de hoofdzaak, bet groote
belang van bijna de geheele Nederlandsche pers
werd gezwegen, zijn o. i. moeielijk ernstig op
te vatten. Alleen reeds de uitdrukking „ook
een belang tegenover het buitenland", in het
derde argument, bevat de erkenning, dat het
buitenlandsche belang ondergeschikt is aan het
nationale belang.
En daarmede is het vooropstellen van het
internationaal en bet verzwijgen van het natio
naal belang veroordeeld.
Bovendien doet dr Kuyper op deze argumen
ten een zin volgen, welke ons bevreesd maakt,
dat hij, die, gelijk bekend is, zijn licht bij een
ander ontstak, het ware licht niet heeft ont
vangen.
Immers, dr Kuyper zegt„Bezwaar hiertegen
[tegen het spreken over de internationale en
het zwijgen over de binnenlandsche tarieven]
werd uitgesloten door de wetenschap, dat het
geen ten goede kwam aan de internationale
telegrammen, vanzelf ook aan de binnen
landsche gel ij k voordeel zou bezorgen".
Deze opvatting van dr Kuyper is, gelooven
wij, ten eenemale onjuist. Een verlaagd tarief
in het binnenlandsch verkeer ontwikkelt zich
wel tot een verlaagd tarief in het internatio
naal verkeer, maar het omgekeerde ïb, naar ons
gevoelen, in strijd met wat dr Kuyper aan
neemt niet het geval. Zoo is de geheele
beweging, welke in de Tweede kamer dr Kuyper
tot haar pleitbezorger heeft, het gevolg van
den drang, om de pers in het verkeer tusschen
de West-Europeesche landen die voordeelen
deelachtig te does worden, welke zij thans
reeds in het verkeer in elk dier staten afzon
derlijk geniet.
Deze ontwikkeling der zaak is een zeer na
tuurlijke en bet is opmerkelijk, dat alle
staten, die der pers in het binnenlandsch ver
keer 50 reductie verleenen, aanstonds be
reid waren in het internationaal verkeer een
zelfde korting of uitzonderingstarief toe te
staan.
Maar omgekeerd is de invloed van lage inter
nationale perstarieven op de binnenlandsche
gelijk nul. Ook dat leert ons de ervaring.
Immers er bestaan hier te lande internatio
nale perstarieven, b.v. voor het verkeer met
Java en voor dat met de Transvaal (Java
f 1.03 in plaats van 3.14 en Transvaal
f 0.97 in plaats van f 3.23)-
Maar de ervaring leert dat, ondanks het „van
zelf" van dr Kuyper, het binnenlandschepers-
tarief onder den invloed van die goedkoope
internationale tarieven niet is verlaagd, veel
minder „gelijk voordeel voor de binnenlandsche"
(d. w. z. een reductie van bijna 70 is ver
kregen.
Nog vreemder is dit betoog van dr Kuyper, als
men let op de hierboven reeds aangegeven
strekking van de West-Europeesche conventie,
waarbij Nederland zich zou aansluiten.
Die strekking is om de pers in het inter
nationaal verkeer tusschen de aangesloten
landen een reductie van 50 toe te staan, d.
w. z. een uitzonderingstarief voor dagbladen
in het leven te roepen.
Sinds Hesiodos, een Grieksch dichter, die
acht of negenhonderd jaar vóór Christus leefde,
het Vox populi vox Dei liet hooren, wat Aris-
tides, Pericles, Aristoteles en na hen heel wat
andere, mindere personaadjes hem nazeiden,
velen, zooals ook nog heden ten dage, ge
dachteloos, is er door woord en daad al heel
wat afbreuk gedaan aan die machtspreuk.
En dit is maar goed ook.
Chamfort vroeg terecht eens scherpHet pu
bliek hoe veel dwazen zijn er noodig om een
publiek te vormen!
En hoe Multatuli over het publiek dacht,
weet elk, die zijn geschriften kent.
Op onze beurt vragen wijhoe vormt zich
vaak een publieke opiniehoe weinig goddelijks,
verhevens, kenmerkt zulk een opinie?
Enkelen fluisteren iets.
Anderen zeggen hetzelfde iets harder.
Meerderen praten het zonder verder denken na.
Al luider en luider begint men echter te
spreken.
En zoo vormt zich een volksstemeene
volksopinie, die vaak kant noch wal raakt.
Waarop zij steunt?
Dikwijls op los daarheen geworpen woorden;
maar nog meermalen op gezegden van hen die,
uit eigen belang, om zeiven macht uit te
oefenen of voordeel te behalen, de publieke
ppinie in eene bepaalde richting willen sturen
Indien nu waar is, wat dr Kuyper beweert,
als „hetgeen ten goede komt aan de inter
nationale telegrammen vanzelf ook aan de
binnenlandsche g c 1 ij k voordeel zou bezorgen,"
dan zal de uitkomst van de actie van dr
Kuyper deze zijn, dat hij het omgekeerde be
reikt van hetgeen hij wenscht. Immers als hij
slaagt, dan zal hij voor de binnenlandsche pers-
telegrammen gel ij k voordeel verwerven,
d. w. z. een reductie van 50 En dat wil
het bestuur van den Kring juist niet. Het
bestuur wil geen uitzonderingstarief, het wil
geen reductie of andere bevoorrechting boven
particulierenhet wil alleen een voor allen
geldend schaaltarief.
Dat doel kan niet bereikt of bevorderd
worden door de aansluiting van Nederland bij
de eerlang tusschen Zweden, Noorwegen, Dene
marken, Frankrijk, Spanje en Portugal te
sluiten conventie. Onze toetreding tot dat
tractaat verandert ons binnenlandsch telegraaf-
tarief nietaan die toetreding zal zelfs geen enkel
argument te ontleenen zijn voor hen, die ons
binnenlandsch tarief op andere grondslagen
willen vestigen.
Tusschen die conventie en ons binnenlandsch
tarief bestaat alzoo geen enkel punt van aan
raking. Eerder zou men kunnen zeggen,
dat het streven van die conventie en dat van
het bestuur van den Kring lijnrecht tegen
elkander ingaan. De eerste wil bevoorrechting
van de pers boven particulierende laatste
wil van geen bevoorrechting weten en streeft
naar gelijkheid.
Yan daar, dat wij de inlichtingen van dr
Kuyper slechts schijnbaar bevredigend achten,
en overtuigd zijn, dat door een aldus geleide
actie alleen het openlijk genoemde doelde
verlaging van het internationaal tarief voor
pers-telegrammen door aansluiting bij de boven
bedoelde conventie, is te bereiken.
Onder deze omstandigheden is het niet een
huishoudelijke kwestie of dr Kuyper van de
ledenvergadering een mandaat heeft. Het is
een algemeen belang der pers, dat de minister
op de hoogte zij èn van het niet raadplegen
van de leden, èn van de wijze waarop dr
Kuyper zijn licht heeft ontstoken.
In de jongste algemeene vergadering der
Liberale Unie werd door den heer J. W. C.
Tellegen uit JArnhem over get woning-vraagstuk
eene rede gehouden, die ook voor het algemeen
zeer belangrijk is.
Overvloed van stof en daaruit voortvloeiënd
plaatsgebrek, belette ons tot heden daarvan
een en ander onder de oogen onzer lezers te
brengen. Wij doen dit nu bij deze, aan de
hand van andere bladen. In eiken kring is,
dunkt ons, nog wel winst te doen met de
wenken, gegeven door den spreker en door hen,
die met hem in debat traden.
De heer Tellegen begon met de verklaring,
dat hij er zich over verheugde, dat blijkens de
T ro onrede de Regeering deze zaak zal ter hand
nu eens het een of ander willen afbreken, dan
weer steun zoeken voor eigen bekrompen op
vattingen.
Dit laatste vooral ervaart men dagelijks.
Die publieke opinie is zoo gemakkelijk te
leiden, te misleidenzij is zoo wankel.
Ibsen heeft dat zelf genoeg ervaren, in de
dagen toen men hem nog niet begreep, toen hij
alleen stond in zijne ideeën; o. a. over het
huwelijk, neergelegd in zijn Nora, waarover hij
zoo hard werd gevallen. Destijds zag hij
zich geplaatst tegenover eene groote meerder
heid; en hij gaf uiting aan zijn meening
daarover door in Een vijand des volks een man
te schilderen als dr Stockmann, die ook alleen
stond, en durfde beweren„De sterkste man
van de wereld is hij die alleen staat."
'eze figuur is zeker niet zonder overdrij
ving, maar in elk geval scherp geteekend. Als
men van de stad zijner inwoning een badplaat s
heeft gemaakt, en het blijkt dat het bronwa
ter niet deugt, omdat de waterleiding, tegen
dr Stockmann's advies in, op een geheel ver
keerde wijze is aangelegd en het water wordt
bedorven door allerlei slechte bestanddeelen
dan wil hij dit openbaren en door bekendma
king erger voorkomen.
Er was immers al typhus ontstaan!
Neen, zegt zijn broeder, de burgemeester
en directeur der stedelijke inrichting, laat ons
zwijgenen langzamerhand trachten te verbe
teren; want anders loopt onze badplaats ge
vaar in discrediet te komen en maar dat
nemen, overeenkomstig den wensch in het pro
gramma der Unie neergelegd. Hij wees op de
rechtsonzekerheid on onvolledigheid der be
staande wetgeving op dit stuk. Eigenlijk is
art. 135 der Gemeentewet alios wat de wet
geving op dit terrein oplevert. Maar de po
gingen van den gemeentelijken wetgever om
de volkshuisvesting te verbeteren stuiten nog
dikwerf af op rechtsonzekerheid, waar Kroon
en rechterljjke macht afwisselend geroepen wor
den over de wettigheid der gemeente-verorde
ningen te oordeelen. Het ontbreken van een
vast administratief rechtscollege was langen
tijd bezwaarmen had gehoopt, dat de Grond
wetsherziening van 1887 de zaak zou geregeld
hebben, met opheffing van de macht der Kroon
tot vernietiging van verordeningen. Dit is
niet gebeurd en zoo zullen er straks drie
machten zijn die de zaak beoordeelen in stede
van twee. Welke bezwaren dit heeft, toonde
de spreker met voorbeelden aan, in de eerste
plaats die, voortvloeiende uit de uitspraak van
den Hoogen Raad, waarbij delegatie van macht
vanwege den Raad is verboden.
De gemeenteraad most de verordening ma
ken en Burg. en Weth. zijn belast met de uit
voering. Wat is echter uitvoeren De rechter
lijke macht gaf in de laatste jaren aan hot be
grip uitvoeren eene zeer beperkte beteekenis.
De gemeente Rotterdam had in de verorde
ning op haar abattoir bepaald, dat de wijze van
slachten zou worden uitgemaakt door Burg. en
Weth. De Hooge Raad heeft die bepaling
echter van onwaarde verklaard als delegatie
van macht. De gemeente Arnhem heeft alle
delegaties van macht uit hare bouwverordening
geschrapt: Nijmegen volgde dat voorbeeld. Het
is echter onmogelijk alle gevallen te regelen,
die zich kunnen voordoen bij het bouwen of
het vaststellen der rooilijnen, en met het oog
daarop behielden Arnhem en Nijmegen zich de
bevoegdheid voor, in speciale gevallen bijzon
dere voorwaarden te stellen. De Hooge Raad
heeft nu echter in de nieuwe Arnhemsche be
paling toch nog delegatie van macht gevonden,
wel delegatie van den verordenenden
raad op den besluitenden raad.
Den gemeentebesturen blijft dientengevolge
slechts over, te trachtten bi) het maken der
verordening in alle mogelijke gevallen, die zich
kunnen voordoen, te voorzien. Men heeft ge
lukkig nog twee achterdeuren gevonden Door
dat het niet onwettig wordt geacht aan B. en
W. de bevoegdheid tot het verleenen van ont
heffing te geven, kan men de eischen in de
verordening zeer hoog stellen, met de bedoeling
dat van deze bevoegdheid door B en W. een
ruim gebruik zal worden gemaakt. Of dit met
het oog op een gelijkmatige rechtsbedoeling een
gewenschte oplossing is, betwijfelt de heer Tel
legen, maar men heeft geen keus. Voorts kan
men sommige bepalingen van technischen aard
zeer vaag formuleeren, bijv. voorschrijven:
„riolen van voldoende capaciteit".
Iu geval van overtreding zal de rechter zich
dan door deskundigen moeten doen voorlich
ten, of de gemaakte werken al of niet aan de
in de verordening gestelde eischen voldoen.
Een andere vraag is of iemand zonder voor
afgaande „vergunning" van hot gemeentebe
stuur kan bouwen. De minister Lohman ver
langde wijziging van een Utrechtsche verorde
ning die dat eisebte, maar nu heeft men ken
nisgeving gevorderd met overlegging van de
plannen, waarop vooraf beschikking van B. on
W. moet worden verkregen. Dat is precies het
zelfde, maar het woord vergunning is er uit.
Eene derde quaestie betreft het „laten liggen"
van grond voor straat. Wie zal beslissen, hoe
eone bebouwde kom zich zal uitbreiden, de
grondeigenaars of de overheid Zooals de stand
van het vraagstuk nu is, liebbeu de gemeente
besturen niet het recht het bouwen op terrein,
dat zij voor openbaren weg willen bestemmen,
te beletten. De ministers Mackay, Tak van
Poortvliet en Yan Houten hebben zich, in af
wijking van de meening van den minister
Heemskerk, achtereenvolgens in dezen geest
uitgesproken en uit de bouwverordeningen van
Nieuwer-Amstel, Utrecht, Amsterdam en Den
Haag is dientengevolge een verbod, als bedoeld,
geschrapt. Er is echter ook ter ontkoming aan
dit bezwaar een achterdeur gevonden, door het
verbieden van bouwen anders dan aan aange
wezen en goedgekeurde straten. Dit voorschrift
kan echter niet voorkomen het behouden van
coupures aan bestaande straten. Ook op dit punt
blijft de wetgeving onzeker en belemmerend.
Een ander twistpunt loopt over de vraag wat
is openbare en wat bijzondere veiligheid, ge
zondheid enz. Overbevolking en onreinheid
werden door den minister Van Houten geacht
niet de openbare veiligheid en gezondheid te
betreffen. Deze beslissing zou schier alle ver
ordeningen bedreigen. Op dit punt is zekerheid
de wet dringend noodig. Evenzoo wat be
treft de rooilijn en de regeling van 't beroep
van de beslissingen der bouwpolitie. Aan de
geschetste rechtsonzekerheid moet een einde
komen, opdat de gemeentebesturen niet langer
zich behoeven te bewegen op glibberig terrein,
maar steun vinden in eene duidelijke en vol
ledige wettelijke regeling. Wat de onvolledig
heid betreft, wijst de heer Tellegen vooral op
de onvoldoende strafbepalingen het maximum
boete van 25 gulden is te geringwant van
afbreken, waartoe de bevoegdheid bestaat,
komt zelden of nooit iets.
Overgaand tot de bespreking van de ge
wenschte wettel|jke regeling, stelde spreker op
den voorgrond, dat de gemeenteraden niet
alleen bevoegd zijn, maar ook verplicht moeten
worden maatregelen te nemen tot verbetering
der volkshuisvesting. Hij herinnerde aan de
conclusiën, in dit opzicht door het onlangs te
Amsterdam gehouden hygiënisch congres ge
nomen. Het congres noemde wenschelijk: de
verplichting tot het ontwerpen van een uit
breidingsplan in alle gemeenten, die vooruit
gaan, en het maken van verordeningen op het
bouwen, het wonen en het onbewoonbaar ver
klaren, de verplichting tot de bevordering van
gemeentewege van het tot stand komen van
goede arbeiderswoningen en van het opruimen
van krotten en de instelling vau behoorlijk
Rijks- en Gemeentetoezicht. Deze wenschen
werden door den heer Tellegen nader ontvouwd,
gelijk hij dit ook op genoemd congres deed.
Het wordt niet betwijfeld, zeide hij, dat er
in Nederland zeer slecht wordt gebouwd. Zij,
die goed willen bouwen, worden door do concur
rentie der Biechten gedwongen evenzeer slecht
te bouwen. Verbetering door het invoeren van
strenge bouwverordeningen zal wellicht in den
eersten tijd verhooging van huurprijs tenge
volge hebben, doch de te Arnhem reeds opge
dane ondervinding mag daarentegen doen ver
wachten, dat de gemeentelijke bemoeiing met
zegt hij natuurlijk niet dan komen allerlei
fouten aan het licht, door hem en zijne mede-
machthebberB gemaakt.
En als nu de kwestie voor de vierschaar
der publieke opinie wordt gebracht, dan ge
beurt wat men in het dagelijksche leven tel
kens aanschouwt: de volksmassa trekt partij
tegen hem die het eerlijk meent.
Men beeft slechts oog en oor voor materi
eele belangen.
De dokter wordt verguisd; hij krijgt den
naam van Een vijand des volkszijn jas scheurt
men stuk; de ruiten iu zijn woning worden
ingeworpen; de huur van zijn huis wordt hem
opgezegd, en ten slotte krijgt hij zijn ontslag
als baddokter. Zijn kinderen worden mishan
deld, zijn dochter ontslaat men als onderwij
zeres; en ten slotte laat de pleegvader van
zijne vrouw hem de keuze tusschen zijn eer
lijke, waarachtige overtuiging^en de toekomst
van vrouw en kinderen, aan wie die pleegva
der het grootste deel van zijn vermogen had
vermaakt; terwijl hij daarvoor nu, bij wijze van
speculatie, aandeelen in de badinrichting had
genomen, welke door de ontstane agitatie waren
gedaald.
Als de dokter nu alles wilde herroepen, wat
hij gezegd had dan stegen die aandeelen weêr.
En helaas, zoo natuurlijk geteekendten
overvloede worden dat opkoopen door dien
pleegvader; de haat van dezen voor den bur
gemeester ob den raad, den dokter voor de
voeten geworpen! Dat alles was de grond
slag van zijn houding
Geen belangeloosheid, geen eerljjke overtui
ging, geen drang naar het goede dreef dr Stock
mann hierneen, vuig eigenbelang en andere
onedele drijfveeren waren inliet spel. En dat
durft men hem zelfs zeggen
Bittere teleurstelling voor den man die het
zoo goed meende; die gedroomd had van er
kentelijkheid van het algemeen, van serenades,
volksovaties, omdat hij zulk eene gewichtige
ontdekking had gedaan en zoo tjjdig waar
schuwde.
Eerst scheen het, dat men hem wilde huldi
gen dat men hem steun zou verleenen. Maar
langzamerhand, toen men hoorde dat de noo-
digc verbeteringen den belastingschuldigen geld
zouden kostendat het nadeel zou berokkenen
wanneer men hem dien steun verleendetoen
veranderden de ideeën, toen wist men de pu
blieke opinie in andere bedding te leiden.
En voor die publieke opinie zwicht alles.
Wat men den dokter ten slotte aandoet, het
geschiedt meerendcels onder de verzekering,
dat men zelf het liever niet had gedaan, maar
de publieke opinie, ziet u, die dwong daartoe.
Trouw beeld van hetgeen men dagelijks nog
ervaren kan
En tegenover den man, die het eerlijk, goed
meende met het welzijn van het algemeen en
die tot loon daarvoor zedelijk wordt vermoord,
zijn zoo juist geteekend de andere personen,
wier geweten ozoo ruim isdie de waarheid
verkrachten om zich zei ven te bevoordeelen
die de volksmeening vleien om, daardoor ge
dragen, een gemakkelijk en rustig leven, eer
en aanzien zich te verzekeren en die dan nog
bovendien de slechtste bedoelingen toeschrijven
aan hen, die eerlijk bleven.
Vlijmend in den geschetsten toestand is ook
wel dat Ibsen op een volksvergadering een
stem voor waarheid en recht laat uitbrengen
door een dronken kevel.
Maar 't is waarkinderen en dronken men-
schen, zij zeggen de waarheid.
Met sterke kleuren heeft Ibsen geteekend
in zijn stuk, dat wij Woensdag avond hebben
zien opvoeren. Trouwens, dat zijn wij van
hem gewend.
Maar wat geeft zoo'n stuk toch ook te
denken
De beschouwing van dr Stockmann over de
meerderheid, die altjjd ongeljjk heeft; over de
leugen, waarop de maatschappij is gevestigd j
over recht en machtde schildering van die
duivelachtige ideeën bij de menschen hoe voel
waars ligt erin
En hoe goed gedacht is het slot, waarbij dr
Stockmann terugkomt op zijn eerste idee om
naar Amerika te vertrekken, maar besluit te
blijven waar hij is, en zich te wijden aan de
opvoeding van het jonge geslacht, waarvan
misschien nog iets goeds is te maken.
Zeker, de practische, de gematigde, de bere
kenende man zal zeggendie dokter had onge
lijk hij moest verstandiger en kalmer zijn
geweest. Maar wat beeft de wereld aan zulke