BUITENLAND.
soms zoo expansieve bewonderingzegt de
Zutfensche Courant ten slotte.
De toestand in de Antwerpsche diamant
nijverheid blijft onzeker. Als Maandag de zaak
niet in orde is, zullen de fabriekseigenaren hun
inrichtingen sluiten.
Te Antwerpen heeft Vrijdag avond een
felle brand gewoed in het Café Metropole in
de Stationstraat. Het gebouw is zwaar be
schadigd. Aan de Rijnkade aldaar heeft ook
een brandje gewoed in het daar liggende stoom
schip Goldenfels. Het vuur is echter tijdig
gebluscht.
In de omstreken van Bergen is de sui
kercampagne afgeloopen. 17 fabrieken heb
ben 180 millioen kilo bieten in ongeveer 8
weken verwerkt. Zij hadden 2000 man in
dienst. Het rendement was vrij bevredigend,
het suikergehalte der bieten ongeveer 137s a
14 pet. De bietencultuur gaf 33 a 36.000 kilo
per hectare. Voor de volgende campagne
wordt tegen lagere prijzen gecontracteerd, met
het oog op den stand der markt.
Bij den overtocht van een der mailbooten
van Calais naar Dover, heeft men Woensdag
midden in 't Kanaal een grooten walvisch
gezien.
Het dier verscheen eensklaps voor de boeg
van het schip, dat bijna in aanvaring kwam
met het monster.
Te Parijs ging dezer dagen eene vrouw
een spoorbaan over, haar haltjarig dochtertje
in de armen. Schrikkende van een rijtuig liet
zij het kind vallen, welks hoofdje onder de
wielen verpletterd werd.
Dat de socialisten menschen zijn als
anderen, is nu weer te Marseille gebleken,
waar de kashouder van de arbeidsbeurs er met
10.000 fr. van door gingook nam hij voor
25 000 francs jnweelen mee ten nadeele van
eenige winkeliers. De voortvluchtige had dik
werf de socialistische partij op congressen ver
tegenwoordigd.
Te Bousbeques, in het Franscbe Noorder-
departeraent, zijn twee dames, beiden omstreeks
zeventig jaar oud, en hare dienstbode aan de
uitdampingen van een kacheltje zonder afvoer
gestikt.
De oude Pezon, de dierentemmer, wiens
zoon zich candidaat zou stellen voor de Kamer,
is op de kermis van Montmartre aan een
beroerte bezweken, op het oogenblik, dat hij
in een der kooien was.
Het lijk werd in een als chapelle ardente
ingerichten kermiswagen ten toon gesteld,
bedekt met kransen uit de kermiswereld.
Voor den politierechter van Marylebone
is Woensdag een man verschenen, James Harris
die voor twee maanden zijne vrouw het leven
benam, poogde zijne dochter te vermoorden en
ten slotte de hand aan zichzelven sloeg. Hij had
zich onder meer een steek onder de kin toe
gebracht, die tot in zijn mond doordrong en
zijn tong doorsneed. Hij is nu genezen, maar
kan niet spreken.
De rechter stelde hem voor zijn antwoorden
aan het O. M. op een stuk papier te schrijven,
maar de man kan lezen noch schrijven.
Niettegenstaande er over de feiten niet de
minste twijfel hangt, heeft de rechter het
proces niet willen beginnen, daar de schuldige
zich niet kan verdedigen, en zelfs niet kan
overleggen met zijn advokaat.
Harris is naar Holloway teruggebracht, waar
men hem zoo spoedig mogelijk de taal der
stommen zal leeren.
De vroegere adjudant van den rijkskan
selier Von Caprivi, majoor Von Ebmeijer, ii
tot Kur-directeur te Wiesbaden benoemd.
De Berlijnsche universiteit telt 5921 stu
denten.
Het wordt een jacht, om zoowat alle groote
steden tot een zeehaven te maken. Nu weer
Berlijn. Daar wordt liet plan geopperd van
een kanaal voor de groote scheepvaart van daar
naar Stettin, geschikt om schepen door te
laten van 65 meter lengte, 8 meter breedte
en 1,7 meter diepgang. Wil eene particuliere
maatschappij dat kanaal aanleggen dan is de
regeering, als zij de plannen kan goedkeuren,
niet ongeneigd een subsidie voor te stellen.
Is echter de bedoeling, dat de staat den
aanleg zelf ter hand neemt, dan kan dit alleen
geschieden, volgens den berichtgever, indien
van te voren vaststaat, dat de inkomsten de
loopende uitgaven zullen dekken. Daar jaar
lijks te water, alleen wat Engelsche steenkolen
betreft, 420,000 ton van Stettin naar Berlijn
verschrikkingen van een verlaten ouden dag
voorzien. Er was bepaald een berst gekomen
in den ivoren toren, waarin de hoogmoedige
kunstenaar zich had willen opsluiten.
De koortsachtige opwinding, die de kunst
hem verschaft had, de trotsche voldoening over
zijn grootste zegepralen, kwamen hem op dit
oogenblik al heel onbeduidend voor. De schoon
heid der marmeren nymf, die hem onvoltooid
in zijn atelier wachtte, boezemde hem thans
minder belang in dan de levende bevallig
heid van dit kleine beeldje, dat zooeven naar
de keuken teruggekeerd was.
Toen Charnay weer aan het werk zou gaan,
bracht Frangoise hem een kaartje. Het was
van een reporter, die hem kwam spreken over
een artistiek onderwerp, dat in de pers be
handeld werd. Onder het praten met dien
journalist werd de beeldhouwer weer zichzelf.
Hij wond zich weer op bij zijne dierbare stel
lingen, over schoonheidsleer, die hij zijn leven
lang hartstochtelijk had lief gehad.
Toen 's middags zijn leerling terugkeerde,
vond deze hem met grooten ijver en zeer op
gewekt aan het werk. Des avonds begaf de
beeldhouwer zich vaak naar zijn buren op een
van die speelpartijtjes, die deze afgelegen wijk
Auteuil doen gelijken op een klein provincie
stadje.
Terwijl de dames zich bezighielden met
lotto of commercen, rookten de heeren een
sigaar in de billartkamer, dronken bier en
worden vervoerd, zou het kunnen wezen, dat
het kanaal zijne kosten wel zonde goedmaken.
Bij een bezoek aan den Vesuvius gaf de
koning van Siam den gids een paar Siamee-
sche goudstukken, om die voor hein in lava
te doopen. De Italiaan vond het voordeeliger
dat goud in zijn zak te steken en daaruit
eenig klein geld te halen, dat hij, met lava
bedekt, den koning ter hand stelde. Het be
drog werd echter ontdekt en de dief in hech
tenis genomen.
Bij Gleiwitz (Siberië) is brand ontstaan
in een mijn. 7 mijnwerkers kwamen om het
leven.
Te Poonah en Bombay neemt de pest
weer toe.
De commissie voor de militaire pensioenen
in de Vereenigde Staten, heeft voorgesteld
die in 't volgende jaar van 150 op 142 millioen
te brengen.
De New-Yorksche Nation doet opmerken,
dat de Amerikaansche schatkist in October
10 millioen te kort had en komt op tegen het
buitensporig bedrag der bedoelde pensioenen,
welke van 1861 tot het einde van 1896 het
land 1.997.515.154 dollars gekost hebben. Het
blad dringt aan op nauwgezette herziening
van de lijsten der gepensioneerden, welke, in
plaats van in te krimpen, steeds langer wor
den, zegt het, dewijl meer en meer jonge
meisjes met oude militairen trouwen, om als
hunne weduwen te blijven trekken. Op die
wijze zal nog een heel eind in de twintigste
eeuw pensioen betaald moeten worden voor
weduwen van oud-strijders uit de dagen van
1812, en tot in 't jaar 2000 voor weduwen
van helden uit den burgeroorlog, die in 1865
eindigde.
Dr. Friedenberg te New-York bericht aan
het Deutsche Med. Wochenschr. dat het hem ge
lukt is door middel van de Röntgen-stralen de
juiste plek te vinden, waar zich in het oog van
een patiënt schrootkorrels bevonden. Voor de
oogheelkunde is dat ongetwijfeld van niet ge
ringe beteekenis.
Electrisch licht onder water.
Te Berlijn zijn eenigen tijd geleden in een
badinrichting welke in het Oosten der stad
aan de Spree ligt, duikproeven met electrisch
licht genomen. Voor het gebruik onder water
zijn een aantal gloeilampjes vervaardigd, welke
moeten dienen om den bodem van het water te
onderzoeken.
Dit kan noodig zijn, wanneer bij voorbeeld
in een stroom een schip verongelukt is en men
moet in het water naar de omgekomen schepe
lingen zoeken.
De aangewende gloeilichten zijn van een
glazen cylinder omgeven en door een draadkorf
tegen beschadiging van buiten beschut. Ze
branden echter ook zonder beschutting, zelfs
zonder glazen cylinder onder water. De proef
nemingen hebben getoond, dat men met deze
gloeilichamen onder water gaten in papier en
hout kan branden.
Duikers sprongen met zulke gloeilichamen,
die natuurlijk door draden met de lichtbron
verbonden waren, in het water, dat in het
zwembassin der inrichting 4 meter diep is. Tot
op 2 M. diepte zag men de donkere lichamen
der duikers en in het water een roodachtig
schijnsel der gloeilampen. Hoe dieper echter de
duikers en de gloeilichamen zonken, des te
minder kon men natuurlijk zien, totdat ein
delijk slechts een mat schijnsel de plaats aan
wees, waar zich op den bodem van het bassin
onder water de gloeilamp bevond. Er werden
ook gloeilampen in het water geworpen en,
nadat zij gezonken waren, weer door duikers
opgehaald. Voorts dreven gloeilampen, die op
kurkendrijvers bevestigd waren, op de water
oppervlakte rond, waaruit bleek dat men op
deze wijze die oppervlakten op practische wijze
kan verlichten.
Ten slotte werd nog een belangrijke proeve
genomen.
Twee groote booglampen, die 's avonds ter
verlichting van de badinrichting dienen, liet
men in het water zinken, waar ze met een
geelkleurig licht doorbrandden, ofschoon de
glazen bollen vol water waren geloopen. Deze
uitvinding zal voor verschillende doeleinden
zeer bruikbaar blijken te zijn. (Rott. Nbld.)
speelden het kuvkenspel (een stuk geld, op
een kurk gelegd, wordt daar met een paletaf-
geslagen) Charnay bezocht die gezelschappen,
bij wijze van gezondheidsmaatregel, om zijn
geest te verfrisschen na een dag van ingespan
nen arbeid. Zijn kunstenaarsberoemdheid, de
roset van officier, die zijn knoopsgat sierde,
streelden de ijdelheid der kooplieden en fabrie
kanten die hem gaarne ontvingen. Wanneer
hij sprak luisterde men met ontzag en eerbie
digde zijn stilzwijgen, wanneer zijne gedachten
afdwaalden en hij vergat te praten. Zelfs had
zijn ongehuwde staat en zijn knap uiterlijk,
ondanks zijn meer dan veertigjarigen leeftijd, bij
verscheiden van de dames uit dien kring den
wensch doen opkomen, om hem door een huwe
lijk aan de familie te verbinden.
Daaruit vloeiden eenige diners voort, die de
billardpartijen vooraf gingen en Charnay in
de gelegenheid stelden om kennis te maken
met de jonge dames, die men bestemde om zijn
roem te deelen. Doch die pogingen vermochten
niets op den vriendelijken tegenstand van
Rémy. Hij was heel beleefd tegen de candi
date^ vriendelijk tegen de gastheeren, maar
zóo doof voor de handige toespelingen en zij-
delingsche wenken, alsof men hem in een taal
had toegesproken, die hij niet verstond.
Eigenlijk beviel de middelmatigheid van dien
kring hem heel weinig; Hij kon er beter uit
rusten dan in een meer ontwikkelde omgeving,
maar het was altijd zijn bedoeling om er zich
Mishandeling van soldaten.
Ongelooflijk klinkt het verslag omtrent mis
handelingen van recruten, waaraan een onder-
ott'. te Metz, zekere Matthias Essel, zich volgens
zijn eigen bekentenis en zijn veroordeeling dooi
den krijgsraad had schuldig gemaakt. Gedu
rende de recruteering in het seizoen 1896/97
liet hij driemaal per week zijn geheele korpo
raalschap in eene kleine ruimte bijeenkomen en
commandeerde dan „onmiddellijk er uit", waar
bij hij de wegijlende manschappen met een rij
zweep sloeg. Bij andere gelegenheden gebruikte
hij een rieten stok. Des nachts verlangde hij,
dat de recruten geschiedenissen zouden verha
len, en hem, die dat weigerde, goot hij een
glas water over de voeten, zóodat het bed on
bruikbaar werd.
Op een Zondag in Mei '97 liet hij al zijn
manschappen bij elkaar komen en sneed hij
hun de knoopen van hunne kleedingstukken
af. Om 4 uur moesten zij alles weer vastge
naaid hebben.
Natuurlijk kon daardoor niemand uitgaan.
Dikwijls perste hij den soldaten geld af en
zeide dan doodeenvoudig, dat zij zich wel bij
de superieuren beklagen konden, „maar dan
krijg je ook 24 dagen arrest wegens onware
beschuldiging." Dit was namelijk eens gebeurd
met zekere Becker, die een onderofficier aan
geklaagd had. Bij het onderzoek ontkende
Essel evenwel alles en de getuigen durfden
niet de waarheid zeggen, daar de beklaagde
hen door allerlei bedreigingen had weten bang
te maken en buitendien stond de sergeant Es
sel bekend als een uitmuntend militair.
Het is onbegrijpelijk, hoe de soldaten zich
den aan krankzinnigheid grenzenden willekeur
hebben laten welgevallen, die den onderofficier
in de lange acte van beschuldiging ten laste
gelegd werd, en een bewijs, hoe vastgeroest
het militairisme bij onze Oostelijke naburen is.
Essel wordt vervolgd wegens niet minder dan
52 feiten van mishandelingen op ondergeschik
ten gepleegd, 10 feiten van geldafpersing, een
van beschadiging van voorwerpen, tot den
dienst behoorende, en voorts nog een aantal
misdrijven tegen de discipline, door het voor
liegen van superieuren en het verhinderen dei-
getuigen. Zeer zacht zal, dit alles in aanmer
king genomen, de straf voorkomen, waartoe
hij, na alles bekend te hebben, veroordeeld is,
nl. 3 jaar gevangenisstraf en degradatie.
Algemeen Overzicht.
De Oostenrijksche kamer heeft zich een
nieuwen voorzitter gegeven. Met 181 van de
318 stemmen is Abrahomovitch tot deze hoogst
moeilijke taak geroepen. Onmiddellijk aan
vaardde hij deze waardigheid met een korte
toespraak, waarin hij verklaarde er toe te zullen
bijdragen om de parlementaire instellingen
weer gezond te maken. Maar hij erkende, dat
de vernietiging van het parlementarisme nog
geen genezing van de kwaal zou brengen en
veeleer de staat van zaken zou verergeren.
Voor alles is een betere verstandhouding tus-
schen en toenadering van de partijen noodig.
De leden der linkerzijde, die maar weg waren
gebleven, kwamen na deze toespraak weer
binnen, waarna Badeni een rede hield, welke
als het hoofdmoment van den dag is te be
schouwen, in zoover men daarin antwoord
vindt op de vraag wat de regeering zelve wel
van den toestand denkt en meent te moeten
doen.
Nieuw is het niet wat Badeni zich voorstelt,
maar toch wijzen zijn woorden op een aanstaande
zwenking. Hij wil de taalkwestie ter hand nemen,
en trachten een vergelijk tusschen de Duitschers
en Czechen tot stand te brengen. Een middel
dat in den tijd, vóór de afkondiging der taal
verordeningen, wellicht had kunnen baten,
maar dat nu vermoedelijk tot niets zal leiden,
daar de Duitschers als voorwaarde voor over
leg stellen het herstel van den toestand welke
bij het uitbreken van den strijd bestond. En
er is wat te zeggen voor dezen eisch, want
het voorstel om de zaak langs wettigen weg
in overleg met de partijen te regelen, houdt
tot zekere hoogte een veroordeeling in van de
thans bij verordening, in overleg met éen der
beide partijen, ingevoerde regeling.
In elk geval is, wat Badeni nu wil, de er'
kenning dat hij de vorige maal niet goed deed.
slechts ter loops mede in te laten en niets
zou hem hebben kunnen overhalen, om er zich
voor goed in te nestelen.
In de eerstvolgende dagen dacht hij vol
strekt niet meer aan het kind, dat hij een
oogenblik bij zich had gehad. Hij had een
bestelling gekregen voor een standbeeld van
een groot man, die kortelings overleden was,
en verdiepte zich geheel in het ontwerpen van
dit werk en vroeg eerst eenigen tijd later
Francoise naar haar buurmeisjehij vernam
toen dat het kind in den laatsten tijd veel bij
haar moeder was geweest, die door een harde
koorts genoopt was haar kamer te houden.
Maar op zekeren dag kwam de goede vrouw
met rood geweende oogen haren meester be
dienen.
Deze zag het en vroeg wat haar deerde, en
toen zei Frangoise, dat de moeder van Ger-
maine zeer erg ziek was. De koorts was in
typhus ontaard, 'en men had haar naar een
gasthuis gebracht. Het arme kind was alleen
in de leege woning geblevenwant de dienst
maagd had haar niet durven mee nemen,
maar „het hart breekt me als ik aan dat
arme schaap denk," voegde zij er bij.
„Gij hebt verkeerd gedaan met haar niet
mee te brengen," antwoordde Remy. „Ga haar
halen en 'laat haar in uw kamer slapen. Koop
alles wat er noodig is, ik zal het u natuur
lijk teruggeven."
's Avonds was Germaine bij den beeldhouwer
En dat rechtvaardigt tot zekere hoogte den
eisch der Duitschers. dat Badeni zal beginnen I
met terug te nemen, wat hij verkeerds deed.
Deze eisch der Duitschers werd vroeger door
hen ook verdedigd op dezen grond, dat de
Czechen, sterk door hun door de regeering toe
gestane „gunsten", bij de onderhandelingen niet
handelbaar zullen zijn, daar de verordeningen
hun meer geven dan de nieuwe wet, zoodat
zij belang hebben bij het behoud van den be-
staanden toestand.
Maar staat daar niet tegenover, dat de in
trekking der verordeningen de Duitschers
ongemeen sterk zal maken bij de aan te knoopen
onderhandelingen Want worden de verorde
ningen ingetrokken, dan hebben de Czechen alles
te wachten en de Duitschers alles te verliezen.
In den verderen loop van zijn rede werd
Badeni een beetje ondeugend. Deze plannen
zoo sprak hij zullen u doen begrijpen, dat
de regeering en mijn persoon geen plan hebben
heen te gaan. „Als dat u onaangenaam is, dan
is het mijn schuld niet. Maar ik kan u ver
zekeren, dat de regeering meent wat zij zegt,
en dat ik hier niet lichtvaardig spreek." Dat
deze verzekering niet overbodig was, zal ieder
toegeven, die de ontwikkeling van de crisis
heeft gevolgd.
Verder zeide Badeni, dat de regeering zich
niet zal laten weerhouden, de Duitsche bevolking
die bescherming te verieenen welke zij kan
eischen, want de regeering wil rechtvaardig zijn.
Ten slotte kwam Badeni met de merkwaar
dige stelling, dat het niet de taalverordeningen
waren, die tot den strijd hebben geleid.
Badeni ging daarbij zelfs zoover, dat hij de
rumoerige oppositie ging vleien en beweerde
overtuigd te zijn, dat deze geen kwade bedoe
lingen had, maar alleen werd gedreven door
nationalistische kiezers.
Het had echter weinig gescheeld, of deze
fraaie rede ware door een ernstige nederlaag
gevolgd. Immers toen een beetje later weder
om moest worden beslist over een der vele
voorstellen om Badeni en de andere ministers
in staat van beschuldiging te stellen, scheelde
het slechts zes steramen of het voorstel ware
niet van de baan gewerkt. Met 177 tegen 171
werd besloten over te gaan tot de gewone
orde van den dag.
In verband met de presidentsverkiezing valt nog
het volgende te melden. De Duitsche pers in
Oostenrijk is verontwaardigd over de houding
van den nu tot president gekozen vice-presi
dent Abrahamovitch, die een voorstel tot hoof
delijke stemming, door een Duitsch afgevaar
digde ingediend, niet behandelen wilde, omdat
hij er „een onbetamelijke scherts" in zag
alleen omdat het voorstel voor de rechterzijde
niet aangenaam was. En kort daarop ontnam
hij den Duitschen afgevaardigde Hofman von
Wellenhof het woord midden in diens rede
voering, „omdat het tijd werd de zitting te
sluiten".
De Duitschers waren over dit optreden zoo
verbluft, dat zij eerst tot een protest kwamen
toen de zitting reeds gesloten was.
Het eenige doel van den vice-president was
de zitting der begrotingscommissie mogelijk
te maken, die des avonds zou worden gehou
den hij vreesde dat de afgevaardigde Hofman
het voorbeeld van dr Funke zou volgen en zou
blijven doorspreken, totdat het voorde avond
vergadering te laat was.
Toch heeft Abrahamovitch zijn zin niet ge
kregen de Duitsche leden waren niet in de
zitting der begrotingscommissie verschenen
en daardoor was de vergadering niet voltallig,
zoodat de zitting moest worden opgeheven.
Dr Ebenhoch had, na het krasse manifest
der Duitsche partijen, besloten het voorzitter
schap der Kamer niet aan te nemen, waarop,
gelijk hierboven gemeld is, Abrahamovitch de
man werd.
Verkoopingen enz.
Vrijdag werd aan het gebouw van het
gewestelijk bestuur te Middelburg aanbe
steed
o. Het onderhoud van de rijkszeeweringen
en havenwerken te Y1 i s s i n g e n en te
Veer e, gedurende de jaren 1898,1899 en 1900,
in twee perceelen. (Raming voor het le per
ceel 8750 en voor het 2e perceel 3800).
Voor het eerste perceel werd ingeschreven
door de heeren W. L. Huson voor 9400, F.
ingekwartierd en kwam aan de hand van
Frangoise gehoorzaam de dankbetuiging herha
len, welke de goede vrouw haar voorzei
maar daar Remy tegen haar lachte, sprong zij
vroolijk op hem toe en omhelsde hem.
Van dat oogenblik af kwam er leven in die
stille woning. Frangoise had moeite om het
kind in toom te houden, dat door de groote
verandering in haar levenswijs zeer opgewon
den werd. De oude gediende was altijd, bang
dat haar meester er over zou klagen maar
Charnay bekende dat het getrippel van die
kleine voetjes en het gejuich van het kind
in' den tuin hem alleraangenaamst aandeden.
Hare vroolijkheid werd echter spoedig gedempt
toen Frangoise haar snikkende meedeelde dat zij
haar moeder nooit meer zou terugzien.
De droefheid harer oude vriendin trof Ger
maine nog meer dan het treurige bericht zelf.
Maar de zwarte jurk, die zij den volgenden dag
aankreeg, vond zij prachtig en het genoegen
van altemaal nieuwe kleêren te dragen, troostte
haar spoedig over het geleden verlies.
Zonder dat er verder een woord over werd
gewisseld scheen het uitgemaakt tusschen meestel
en dienstbode, dat het weesje bij hen bleef.
Charnay stemde er in toe haar voogd te zijn.
De dames, die er op speculeerden om den
beeldhouwer uit te huwelijken, kwamen spoe
dig op de hoogte van zijn genegenheid voor
het klein meisje. Men gaf er allerlei uitleg
gingen aan en volgens de gewone logica harer
N. de Rooij voor f 9300, J. Loois voor 9000,
J. M. van Ditmavs Zn te Middelburg voor
8839, W. Dekker te Veere voor f 8830, C.
van der Hooft te Terneuzen voor 8800 en
C. de Wilde Az. te Kattendijke voor 8800.
De drie eerstgenoemden wonen te Vlissingen.
Twee biljetten waren van onwaarde.
Bij loting werd de heer C. van der Hooft
te Terneuzen als aannemer aangewezen.
Voor het tweede perceel werd ingeschreven
door J. M. van Dituiars en Zn., Middelburg,
voor 3999, W. Dekker, Veere, ad 3930,
C. de Wilde Az., Kattendijke, voor 3890 en
J. de Jonge, Middelburg, ad 3878.
Twee biljetten waren van onwaarde.
b. Het onderhoud gedurende 1898, 1899 en
1900 van de havenwerken te Breskens.
(Raming 6500).
Ingeschreven werd door de heeren W. Dekker,
Veere, voor 6930, C. de Wilde Az., Katten
dijke, voor 6700 en J. de Jonge, Middelburg,
ad 6600.
Drie biljetten waren van onwaarde.
Door burgemeester en wethouders van
Vlissingen is Vrijdag middag in het open
baar aanbesteedhet verrichten van aarde
werk c. a. op het terrein, gelegen tusschen de
Coosje Buskenstraat en den Noordzee-Boulevard,
met bij levering van te kort komenden grond.
Hiervoor werd ingeschreven door de heeren:
1. Intvelt, Dordrecht, voor f 5710, G. Kam
steeg, Rotterdam, ad 5800, Mees Visser, Pa-
pendrecht, voor 5940, J. Loois, voor 6295,
G. van Meelen, ad 6298, W. Dekker, Veere,
ad 6630, J. de Jong, Middelburg, voor 6683
C. Franke, Colijnsplaat, ad f 6850, P. van Beers
voor 6900, J. J. Krijger, ad 6950, W. L.
Huson, ad f 6977, P. N. deJRooij, ad ƒ6998, G«
van Beers voor 7198, en P. C. v. d. Hooft,
voor 7225.
De acht inschrijvers, wier woonplaats niet
is genoemd, wonen te Vlissingen.
Door eene vertraging in de verzending kon
dit bericht slechts in een deel der oplaag van
ons vorig nommer worden opgenomen.
BEKENDMAKINGEN.
»- Kennisgeving ingevolge de hinderwet.
Burgemeester en Wethouders van Middelburg
maken bekenddat bij hun besluit van heden
aan D. BIMMEL en C. VAN DER WEEL, zich
noemende voorzitter en secretaris der Coöpe
ratieve Volksbroodbakkerij de Broederband te
Middelburg, en hunne rechtverkrijgenden voor
waardelijk vergunning is verleend tot het
plaatsen van eene heete luchtoven met schoor
steen in een te bouwen lokaal in de Korte
Geere wijk K no 366d, grenzende aan en in
verbinding met de eertijds gebouwde bakkerij.
Middelburg, 12 November 1897.
Burgemeester en wethouders voonoemd,
SCHORER, Voorzitter.
A. DE VULDER VAN NOORDEN,
Secretaris.
Burgelijke Stand.
Van 613 November.
Vlissingen. Ondertrouwd P. van Gemerden,
jm. 20 j. met E. C. van der Maas, jd. 26 j.
Getrouwd: J. W. Eijkelenboom, jm. 25 j.
met E. Von Staedel, jd. 27 j. (bij volmacht)
C. M. Kok, jm. 27 j. met G. Koolwijk, jd. 25
j. C. de Borst, jm. 26 i. met L. van Hekken,
jd. 24 j.
BevallenM. de Ruijter, geb. Verwijs, z.
M. Lute, geb. De Smit, z. M. J. Rozenberg,
geb. Kemeling, z. F. B. Schols, geb. Van der
Weijde, z. W. A. Kokelaar, geb. Pluijmers, z.
C. J. Goedhart, geb. Mos, z. W. Benee, geb.
Jonkman, d. E. Engelse, geb. Cracau, z. P. C.
de Keijzer, geb. Wanné, d. M. A. H. Leenaarts,
geb. Sterzenbach, z. S. M. Debra, geb. Lenaers,
z. M. T. van Wijk, geb. Kest, d. E. Machgeels,
geb. De Nijs, z. J. G. de Ivonink, geb. Weijer-
mans, d. M. Labruijère, geb. Joziasse, d.
OverledenJ. Visser, z. 18 m. F. C. II.
Schmidt, man van II. C. E. Jordan, 66 j. A.
G. Krijger, d. 19 m. J. F. van den Hoonaard,
z. 3 m. A. Mos, z. 5 m. J. Kempe, d. 3 m. J.
van Sprang, ongeh. d. 63 j. M. Pieterse, wede
van A. Jacobse, 64 j.
Goes. Bevallen C. Touw, geb. Hubregtse, z.
P. Maat, geb. Bliek, z. A. Staal, geb. Slabbe-
koorn, d. M. J. Nieuwenhuijse, geb. Ossewaarde, d|
OverledenA. Brand, ongeh. z. 45 j. L. J.
van Ast, z. 15 j. J. C. van de Vijver, wede.
van A. Huët, 58 j. J. A. Heijnen, ongeh. z. 76 j.
babbelarij en, kwamen zij tot de slotsom dat
zijn pupil zijn dochter was en men vond het.
meer dan een staaltje van zijn plicht, dat hij
haar groot bracht.
Remy was spoedig gewoon aan de drukte in
huis, die het kind veroorzaakte. Zij mocht vrij
overal rondloopen. Slechts één vertrek was
voor haar geslotenhet atelier. Daarvan
mocht zij nooit den drempel overschrijdenen
zij keek steeds vol ontzag naar die geheim
zinnige deur.
Vaak vond de beeldhouwer haar, als hij van
zijn werk kwam, in de gang en streelde in het
voorbijgaan het hoofdje dat zij tot hem ophief
Somtijds bukte hij om haar een kus te geven
en met den dag bekoorde zij hem meer, door
hare lieftalligheid. Er bestond echter nog geen
groote vertrouwelijkheid tusschen hen. Ger
maine bleef de beschermelinge van Frangoise.
Zij sliep boven in huis bij de meid, en at met
haar. Somtijds mocht zij aan het dessert
binnenkomen als Remy alleen at, en bij die
gelegenheden raakte zij van lieverlede meer op
haar gemak met haar voogd, die haar, door
hetgeen Frangoise van hem vertelde, altijd
voorkwam als een soort van godheid, die
in toorn ontstak, zoodra de kinderen niet zoet
waren.
(Wordt vervolgd.)
Stoomdrukkerij - D. G. Kröber Jr. - Middelburg-.