MIDDELBURGSCHE COURANT.
N°. 267.
140e Jaargang.
1897.
Yrijdag
12 November.
Middelburg 1 i November.
Aan wie de schuld?
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p.,/2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 11 Nov. 8 u. vm. 43 gr. 12 u. 51 gr.,
av. 4 u.47 gr. F. Verw. tam. kr. Z. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regeL
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordcelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te 's GravenhageDe Gebr. Belinfante te
AmsterdamA. de La Mar Azn.
In ons vorig nommer vonden wij in een na
der bericht uit Vlissingen aanleiding om onzen
correspondenten den raad te geven, vóór zij
berichten inzenden, ter juiste plaatse voldoende
inlichtingen te vragen.
Wij gaven dien wenk, opdat zij, zooveel
dit in hun vermogen is, zich zeiven en ons
zouden vrijwaren voor onjuiste of onvolledige
mededeelingen.
De redactie van een courant, die prijs stelt,
op vertrouwbaarheid en op het vertrouwen
van hare lezers, zal zich beg veren om, voor
zoover dit mogelijk is, alle waarborgen te ne
men opdat de berichten, die zij hun meedeelt,
juist zijn.
Voor zoover dit mogelijk isherhalen wij.
Want eene redactie is van zoovelen en van
zooveel afhankelijk, dat, trots haar ernstig stre
ven, ondanks haar ijverig pogen, onvolledige
berichten of onjuistheden niet te vermijden zijn.
Trouwens, men neme de eenvoudigste ge
beurtenis: hoevele lezingen worden daarvan
gegeven? Hoe moeielijk valt het de juiste
toedracht daarvan te vernemen
Wie dus een blad hard valt over tekortko
mingen in deze, en dit gebeurt nog al eens
op vrij ondoordachte en alles behalve vleiende
wijze hij verlieze dit vooral niet uit het oog.
Wij zullen dit allerminst tegenover onze cor
respondenten doen, wanneer zij dwalen, vooral
niet wanneer wij de overtuiging hebben dat
het hun aan goeden wil en ijver niet ontbreekt.
Het wordt hun trouwens in den tegen woor-
digen tijd, met de concurrentie tusschen ver
schillende couranten, de jacht om elkaar voor
te zijn, niet gemakkelijk gemaakt.
Juist in die jacht schuilt het groote gevaar
voor vertrouwbaarheid. Een courant of corre3-
spondent kan zich zeiven bijna geen tijd meer
gunnen, om goede inlichtingen in te winnen,
omdat anderen hun dan allicht de loef afsteken.
Ook dit dienen wij hier wel in het licht te
stellen.
En dan nog, het publiek zelf heeft meerma
len schuld in deze.
Wendt men zich tot het eenig goede adres,
om de noodige informatiën te verkrijgen, dan
gebeurt het meermalen, dat men aan die zijde
tal van redenen heeft om te verzoeken geen
meededeeling te doen of liever nog eenigen
tijd te wachten.
Wie aan dit verlangen voldoet, loopt echter
gevaar dat een ander blad een bericht wèl
opneemt. Dit is dan wel meestal onvolledig
of minder juist, omdat de voorbarige bericht
gever niet aan het eenig goede adres inlich
tingen vroeg, en alleen op praatjes afging,
maar het groote publiek vraagt daar niet naar
en noemt middelerwgl het blad, dat zoo be
leefd was te voldoen aau een wenseh om voor-
loopig nog te zwijgen, en toch ook geen onvol
ledige mededeeling wilde geven, weinig actief
of niet vlug in zijne berichten.
Dit meenden wij, nu de gelegenheid daartoe
zich ongezocht voordoet, te moeten opmerken,
eensdeels om de houding van dagbladcorres
pondenten te verdedigen, en anderdeels om
ook de moeilijkheden, waarmee een redactie
te kampen heeft, in het juiste licht te
stellen.
Toch zal een redactie, die de eer van haar
blad hoog houdt, zich door een dergelijk oor
deel, als hierboven is weergegeven, niet laten
afschrikken en, altijd wanneer het een zaak be
treft uit zijne naaste omgeving, die zij zelve
kan onderzoeken, liever eenigen tijd wachten
en goed doen informeeren, dan door voorbarig
heid verkeerde mededeelingen de wereld inzen
den, die later weer verbeterd moeten worden.
Het gevaar voor misvattingen of minder juiste
berichten blijft, trots den besten wil, toch nog
altijd groot genoeg.
Wie echter den koninklijken weg bewandelt
heeft ook nog eigenaardige en minder
aangename ervaringen.
Het is nog niet zoo heel lang geleden dat
wij zeiven dit ondervondcm.
Er was ons iets ter oore gekomen van een
feit, (lat pns weldenswfiwdig yoorkwam en,
naar wij wisten, de lezers van ons blad, in ons
gewest vooral, stellig belang zou inboezemen.
stelden er dus prijs op hun dat mee te
deelen en beijverden ons om van een en ander
goed op de hoogte te komen.
Eindelijk gelukte ons dit.
Na veel moeite en nasporingen onzerzijds,
wendden wij ons tot den eenigen persoon, die
de leiding van een en ander in handen had en
dus volkomen op de hoogte was. Op onzen
aandrang, na hem overtuigd te hebben dat
mededeeling van het gebeurde velen, die daarbij
betrokken waren, zeer zeker welkom zou zijn
na ons bereid verklaard te hebben, zooals wij
dit meer doen, het bericht te geven in den
vorm zooals hij dit het meest gewenscht achtte,
en het niet eer te zullen opnemen dan nadat
het sein daartoe door hem ons zou gegeven
zijn, kregen wij verlof het bericht op nader
te bepalen dag te plaatsen.
Dat oogenblik kwam weldra en wij namen
de tijding op.
Maar tot onze verbazing stond hetzelfde
bericht, in denzelfden vorm zooals het door
ons was geredigeerd, in tal van andere bladen.
Het loon van al onze bemoeiingen, van al
onze moeite was dus dat anderen daarvan de
vruchten plukten, eenvoudig omdat de betrok
ken persoon meende dat het bericht ook ge
geven moest worden aan een ander blad, waar
aan tevens een correspondent voor Hollandsche
bladen was verbonden, die nu uit onzen arbeid
nog een aardig voordeeltje wist te slaan.
Wij hadden alzoo voor anderen de kastanjes
uit het vuur gehaald.
Of die handelwijze tegenover ons billijk was
Een ieder geve daarop zelf het antwoord.
Dat iemand, die uit eigen beweging een
bericht de wereld inzendt, volkomen vrij is om
dit te geven aan verschillende bladen, naar
eigen believen, ligt voor de hand.
Maar dat men, wanneer een redactie zelve
informeert, zelve veel moeite zich getroost,
een eigen bericht maakt, anderen, uit den aard
der zaak, haar concurrenten, al neemt zij nog
zoo'n ruim standpunt in laat profiteeren
van haar arbeid, terwijl bovendien die ande
ren niet de minste moeite deden, dat is toch,
op zijn zachtst uitgedrukt, al eene zeer zon
derlinge manier van handelen tegenover een
orgaan van de pers, wiens handelwijze toch
getuigde van voortvarendheid, ijver, welwil
lendheid en zucht om alle voorbarigheid en
onjuistheid te vermijden.
Is het wonder dat tal van redacties en cor
respondenten eveneens huiverig zijn om den
royalen weg te bewandelen, waar die weg
zulke eigenaardige hinderpalen oplevert en zij
daarop zoo dikwijls zonderlinge en weinig
bemoedigende ervaringen opdoen
Als dus deze of gene ten opzichte van eene
redactie of berichtgevers klaagt over voorbarig
heid, onvolledigheid of onjuistheid, laat hij
dan eens nagaan of de schuld daarvan wel
altijd te zoeken is bij een redactie, dan of niet
menigmaal het publiek zelf aanleiding heeft
gegeven dat zij zich niet goed konde kwijten
van de taak, die op haar rust.
Het stukje intieme geschiedenis, dat wij dit
maal uit eigen ervaring te lezen gaven, kan
ook strekken ter verdediging van correspon
denten, al moeten wij hun toch blijven aan
raden, zooveel in hun vermogen is, mee te
werken om de vertrouwbaarheid hunner be
richten hoog te houden.
Srieek-Middelburg-De Savornin Lobman.
Deze drie worden door dr Bronsveld bespro
ken in zijn kroniek in het November-nummer
van De stemmen van waarheid en vrede
Omtrent de kwestie in het district Sneek
schrijft hij
„De kamerleden hebben die gewichtige stuk
ken ook bekeken, ook dr Kuyper heeft den tijd
gevonden, om zich daarmeê bezig te houden;
en in den naam der onvervalschte demokra-
tische beginselen, welker handhaving hij hier
in de waagschaal ziet gesteld, heeft hij verklaard,
dat de kamer hier staat voor een gewichtige
kwestie. Biljetten met nagelkrassen, met een
vlekje, met een stipje, ze brengen allen het
geheim der stemming in gevaar, en dat geheim,
ziet gij, is een der hoeksteenen van het demo-
kratisch gebouwen wij weten hoe heilig voor
dr Kuyper gebouwen zijn
Laat ons nu maar niet zeggen, dat dit be
zien van al die stembiljetten kinderachtig is,
maar wel het voor hoogst onbillijk verklaren
tegenover dat ééne stembureau,
Meer dan één lid der kamer is met een zeer
kleine minderheid gekozen. Men denkeaanden
heer Lucasse te MiddelburgZouden er nu
onder de stembiljetten, aldaar in de stembus
onden, geen zijn geweest met nagelkrassen
of andere herkenningsteekenen Dat is zeer
onwaarschijnlijk. Maar de kamer heeft berust
in het rapport van het stembureau, dat op zich
zelf niet meer vertrouwen verdient dan dat in
Friesland. Aldaar komt nu één stem beslissen
welnu dan heeft de kamer alleen het eene, of
de twee van zooveel gewicht zijnde biljetten
te beoordeelen en voorts zich bezig te houden
met de vraag, of de heer Cnossen al of niet
terecht verhinderd is geworden, zijn stem uit
te brengen. Alleen met do twijfelachtige ge
vallen heeft de kamer zich in te laten. Wil
zij dat niet, dan moet voortaan de kamer al
de stembiljetten openen, of verifiëeren."
Hoe goed de conclusie ook zij, de redenee
ring op zichzelve is niet geheel juist.
Tegen de verkiezing in het district Middel
burg is bij de Tweede kamer in het geheel
geen bezwaarschrift ingekomen. Als dat eens
gebeurd ware, en men had dan alle stembil
jetten eens nagezien, wie weet wat men dan
ervaren had, en hoevele onduidelijke biljetten
men dan ware tegengekomen!
De kamer moet zich echter alleen bepalen
tot onderzoek in die districten, waaruit bezwaren
tot haar zijn gekomen.
Wat Sneek betreft, zij vond in meer dan éen
bezwaarschrift, o. a. dat van Feenstra, waarop
de commissie niet eens gelet had, aanleiding,
en terecht, tot een algemeen onderzoek.
Volgens telegram uit 's Gravenhage men
zie Laatste berichten besloot de Tweede
kamer heden, met groote meerderheid, tot toe
lating van den heer Van Gilse.
Dr Bronsveld komt verder met een enkel
woord terug op den strijd, tusschen deheeren
Boissevain en Kuyper gevoerd ..aver de Nieuwe
Kerk; en schrijft:
,Wat, voor zoover wij weten, nooit, maar
in ieder geval slechts zelden is gebeurd
dr Kuyper doet tot een zoo ernstigen aanval
het zwijgen. Althans tot heden vernamen wij
geen woord van verweer. Wat zal hij ook
zeggen tot zijne verdediging?
In plaats van te worden vrijgesproken, is
hij opnieuw gebrandmerkt. Deze man, die het
nu openlijk erkent, dat de bezetting van de
Nieuwe Kerk allereerst zijn werk is geweest,
staat nog altijd voor ons als een revolutionair,
als een man, die voor geen geweld terugdeinst,
en ten eenenmale is gespeend aan alle piëteit."
En dan vraagt dr Bronsveld
„Is nu ook de tijd niet gekomen voor den
heer jhr mr A. F. de Savornin Lohman om
openlijk te verklaren, dat hij 't gebeurde in
de Nieuwe Kerk betreurt of verlangt hij
mede getroffen te worden door het oordeel, dat
door den heer Boissevain over die droevige
gebeurtenis werd uitgesproken
BENOEMINGEN ENZ.
By kon. besluit:
is L. B. Mulder, pastoor-deken te Wolvega,
benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau
de met verlof hier te lande aanwezige
kapitein der infanterie van het leger in N.-I.,
R. van Wijk, ter zake van lichaamsgebreken,
eervol uit den militairen dienst ontslagen, met
toekenning van pensioen.
Generaal Wiggers v. Kerchem.
Generaal-majoor Gerardus Barend Theodoor
Wiggers van Kerchem, den opperofficier, van
wiens overlijden in ons vorig nommer in 't kort
melding is gemaakt, was 75 jaar oud.
Hij, die begonnen was als eenvoudig soldaat,
had een hoogst eervolle millitaire loopbaan
achter zich. Op den lln September 1842 ver
trok hij naar Indië, alwaar hij drie jaren later,
1845 tot 2de-luitenant werd benoemd en reeds
in dien rang bij den generalen staf werd ge
plaatst, waarbij hij bleef ook als le-luitenant
en kapitein. In 1862 benoemd tot majoor en
in 1865 tot luit.-kol., werd hij tevens militair
kommandant van de Wester-afdeeling van
Borneo en daarna plaatselijk kommandant te
Batavia. In 1872 bevorderd tot kolonel, trad
hij achtereenvolgens op als kommandant der
3e militaire afdeeling op Java en als komman
dant der 2e brigade bij de tweede expeditie
tegen Atjeh in September 1873.
Vervolgens werd hem het commande-
ment opgedragen in de 3e militaire afdeeling
op Java en daarna in 1874 het militaire com-
mandement op Sumatra's Westkust en onder-
hoorigbeden, tijdelijk belast met het militair
gezag, en tevens civiel-bevelhebber te Atjeh
in 1874, uit welke betrekking hij in October
van dat jaar, onder bijzondere dankbetuiging
der Regeering, werd ontheven, om tydeiyk op
te treden als chef der II afd. bij het Departe
ment van Oorlog.
Iü 1876 werd generaal-majoor Wiggen van
Kerchem 15 Januari 1876 als zoodanig be
vorderd benoemd tot militair en civiel be
velhebber te Atjeh, met ontheffing van zijn
betrekking als chef der lie afd. bij het D. v. O.
Den 4n April 1879 volgde het eervol ontslag
uit 's lands dienst met aanspraak op pensioen.
Omtrent de krijgsbedrijven van den overledene
kan nog het volgende worden medegedeeld.
In 1866 werd hem de dank van den gouv.-
generaal betuigd voor verrichtingen en opera-
tiën in het stroomgebied der Melawie (res.
Wester-afd van Borneo).
In 1859 nam hij deel aan de expeditie tegen
Boni en in 1874 werd hij licht gewond bij de
2e Atjeh-expeditie.
By die tweede Atjeh-expeditie in October
1874 verwierf de kolonel Wiggers van
Kerchem het ridderkruis der Militaire Wil
lemsorde 4e kl. en in 1876 als generaal-majoor,
dat der 3e kl. wegens het voltooien van de
door den generaal Pel ontworpen linie Tonga
(Noord) Lamjoeng, Silang Tjeddeh.
ij den aanval op de versterkte kampongs
Lemboe en Langgoegoep werd Van Kerchem
gewond.
De ontslapene was ook nog gerechtigd tot
het dragen van het kommandeurskruis der
orde van de Kroon van Italië.
TWEEDE Kl» ER,
Nadere regeling nopens de vergelding
van tijdelijke diensten met pensioen.
Bij de beoordeeling van dit ontwerp dient
allereerst in het oog te worden gehouden, al
dus betoogt de minister van financiën, dat bij
kennisneming van de aan de Departementen
ontvangen opgaven van ambtenaren, die tijde-
lijke diensten hebben bewezen, is gebleken dat
om uiteenloopendo redenen en onder verschil
lende omstandigheden ambtenaren in tijdelijken
dienst van den Staat zijn genomen en gedu
rende langer of korter tijd zijn gehouden.
De vraag rijst of het wel bepaald noodig is
den regel van art. 7 4e lid der burgerlijke
pensioenwet, volgens welke tijdelijke diensten
alleen in aanmerking komen voor zooverre dit
bij de wet zal worden bepaald, in stand te
houden.
In beginsel is er geen reden voor om tijde
lijke diensten uit te sluiten, wanneer zij door
een vaste aanstelling zijn gevolgd, en waarom
zal men dan bij de bepaling van het bedrag
van het pensioen doen, alsof de tijdelijke
diensten niet bewezen waren. De bepaling
dat tydelijke diensten niet medetellen is dan
ook alleen opgenomen uit vrees voor mis
bruiken.
Het groote belang, dat thans de ambtenaren
hebben by deelgerechtigheid in het weduwen-
en weezenfonds, is de beste waarborg tegen
misbruiken als de vroeger gevreesde, hierin
bestaande dat men het dienen op tijdolijken
voet, langer dan in 's lands belang strikt
noodig is, zon doen voortduren. Daarom is
de regeering er voor om voortaan ook tijde
lijke diensten in aanmerking te brengen bij
pensionneering, alleen evenwel wanneer eeno
vaste aanstelling op do tijdelijke is gevolgd-
De regeering acht het echter biliyk van de
ambtenaren, die eerst in tijdelyke dienst zijn
geweest en daarna eene vaste aanstelling be
komen, eene extra-bijdrage te vorderen als in
koopsom hunner tijdelijke dienstjaren. Slechts
dan mag daarvan worden afgeweken, indien de
vaste aanstelling reeds zeer spoedig na de tijde
lyke volgt.
Bij de voorgestelde regeling, die de toekomst
geldt, moet meent de regeering zich ten
behoeve van hen, wier tijdelijke diensten thans
in het verleden liggen, eene milde regeling
aansluiten. Daarom stelt het ontwerp voor
hen, die vroegër tijdelyke diensten hebben be
wezen, niet den eisch welke het ingetrokken
wetsontwerp behelsde. Die eisch is in het ge
wijzigd ontwerp vervangen door dezen, dat
het ontslag uit de tydelijke betrekking eervol,
doch niet op eigen verzoek is verleend.
Schatkistbiljetten boven pari.
De voorschriften der bestaande wet, dat de
schatkistbiljetten worden uitgegeven a pari en
tegen genot van eene rente, welke vooraf bij
koninklijk besluit wordt bepaald, maken het
niet alleen onmogelijk gelegenheid te openen
tot mededinging, maar laten bovendien geenerlei
speling toe bij de vaststelling van den rente
voet, die ten minste enkele weken voor de
uitgifte moet plaats hebben.
In die omstandigheden, vooral wanneer de
uitgifte op eenigszins langen termijn geschiedt,
zou de uitslag eener inschrijving lichtelijk be
neden de verwachting kunnen blijven.
Aan dit bezwaar wordt bij een aan de
Tweede kamer ingediend wetsontwerp tegemoet
gekomen door de gelegenheid te openen om
schatkistbiljetten ook boven pari uit te geven.
Alsdan toch kan bij koninklijk besluit, dat
machtiging verleent tot uitgifte van schatkist
biljetten, 4e rente iet» booger worden gesteld
dan in verband met den oogenblikkelijken toe
stand der geldmarkt strikt noodig zal zijn.
In verband hiermede bepaalt het ontwerp,
dat hetgeen de schatkistbiljetten meer dan
hunne nominale waarde opbrengen, in mindering
komt van de rente.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Bij publicatie geeft de burgemeester van
Middelburg den ingezetenen in overweging
den »St Nicolaasavond te houden op Maandag
6 December.
Zijn wij goed ingelicht, dan hadden eenige
winkeliers, vooral banketbakkers, zich tot het
hoofd der gemeente gewend, met verzoek in
dien geest eene vingerwijzing te gevenomdat
eene viering op dien avond o. a. voor hen en
hun personeel zoovele gemakken oplevert.
De te Middelburg, vanwege de ver-
eeniging Trouw aan koning en vaderland, ge
houden collecte ten bate van behoeftige oud
strijders, gerechtigd tot het dragen van het Metalen
kruis, of de Citadel-medailje, heeft f 86.36 op
gebracht.
Te Zierikzee werd daarvoor f 34 gecol
lecteerd.
Maandag a, te drie uren precies, houdt
de kamer van koophandel en fabrieken alhier
eene openbare vergadering ter benoeming van
een secretaris.
In de plaats van den commies-verificateur,
den heer Versteeg, is bij resolutie van den
minister van financiën benoemd tot scheeps
meter voor de binnenschepen de heer M.
Drabbe, commies 2e kl. bij de directe-belas-
tingen alhier.
In een heden te Middelburg door
de Vereeniging van de voormalige plattelands
gemeenten in Walcheren gehouden vergadering
werd, in plaats van jhr mr A. A. van Doorn
van Koudekerke, tot secretaris-penningmeester
benoemd de heer E. L. baron van Hardenbroek,
burgemeester van Domburg.
Sedert de vorige opgave is bij de directie
van het loodswezen te Vlissingen, ten be
hoeve der nagelaten betrekkingen van de om
gekomen drie sloeproeiers, alsnog ingekomen
f 493.50, totaal f 2056.576.
Hieronder is begrepen een gift van f 300
uit het fonds van mejuffr. Ida Maria de Raath,
onder beheer van directeuren der Zuid-Holland-
sehe Redding Maatschappij te Rotterdam, uit
sluitend te verdeelen onder de nagelaten wee
zen, zoodat ieder kind daarvan f 20 verkrijgt.
Nog is uit het fonds Robin, mede onder he
ser van gemelde maatschappij, geschonken
aan ieder der nagelaten 10 dochters een spaar
bankboekje, waarop ten haren name is inge
schreven een som van f 50, met de renten uit
te keeren bij meerderjarigheid.
Uit een breedvoerig schrijven, ons uit
Vlissingen gezonden, blijkt, wat wij hier
wel willen meedeelen, dat bij het redden van
een jufvrouw, nabij de Keersluis aldaar,
Maandag II., ook nog andere personen geholpen
hebben dan de genoemde brugwachter.
Omtrent de werkzaamheden van den
Christelijken Volksbond te Goes meldt een
onzer correspondenten het volgende
De „commissie van Navraag" is ter ziele
hare diensten werden niet ingeroepen.
Mattenmaken, timmeren, houthakken en
sigarenmaken waren de middelen tot werkver
schaffing. Tegen het laatste zijn echter van on
derscheidene zijden bezwaren gemaakt, vanwege
de concurrentie. Ten onrechte evenwel. Het
sigarenmaken door de Chr. V. is voor jongens,
die anders een zorgelgk leven tegemoet zouden
gaan, een soort ambachtschool zonder het be
zwaar van gemis van loon. Kunstmatige werk
verschaffing zal altijd eigenaardige moeilgk-
heden opleveren.
Om het tekort der rekening te dekken is een
3 procents leening gesloten van f 2950 in aan-
deelen van f 50, met zoo mogelijk jaarlijks
aflossen van een aandeel. II. M. de Regentes
zond f 50.
Veranderingen in het bestuur kwamen niet
voor; alleen werd de wenschelgkheid uitge
sproken tot uitbreiding en aanvulling van het
bestuur met een roomsch-katholiek ingezetene.
Bij nog zeer velen bestaat antipathie tegen
„werkverschaffing". Nu, volmaakt is ze zeker
niet, en hartelijk hopen we, dat dezoodanigen
zich beijveren zullen er iets beters voor in do
plaats te stellen. Zeker is het, dat de taak der
commissie van jaar tot jaar in omvang toe
neemt, omdat het aantal aanvragen geregeld
stijgt.
In het afgeioopen jaar werd aan 43 personen
gedurende 3615 dagen werk verschaftde
bezigheden warenblokken zagen, bosjes maken,
matten vlechten en sigaren maken.
Tegen enkele nieuwe leerlingen in het gebouw
van den Ghrist. V. werden elf hoofden van ge
zinnen bij zich thuis bezig gehouden met
matten-vlechten. Het groot aantal onverkochte
rollen matten eo bet groote aantal sigaren/