MIDDELBURGSCHE COURANT. N°. 267. 140e Jaargang. 1897. Yrijdag 12 November. Middelburg 1 i November. Aan wie de schuld? Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p.,/2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 11 Nov. 8 u. vm. 43 gr. 12 u. 51 gr., av. 4 u.47 gr. F. Verw. tam. kr. Z. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regeL Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordcelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te 's GravenhageDe Gebr. Belinfante te AmsterdamA. de La Mar Azn. In ons vorig nommer vonden wij in een na der bericht uit Vlissingen aanleiding om onzen correspondenten den raad te geven, vóór zij berichten inzenden, ter juiste plaatse voldoende inlichtingen te vragen. Wij gaven dien wenk, opdat zij, zooveel dit in hun vermogen is, zich zeiven en ons zouden vrijwaren voor onjuiste of onvolledige mededeelingen. De redactie van een courant, die prijs stelt, op vertrouwbaarheid en op het vertrouwen van hare lezers, zal zich beg veren om, voor zoover dit mogelijk is, alle waarborgen te ne men opdat de berichten, die zij hun meedeelt, juist zijn. Voor zoover dit mogelijk isherhalen wij. Want eene redactie is van zoovelen en van zooveel afhankelijk, dat, trots haar ernstig stre ven, ondanks haar ijverig pogen, onvolledige berichten of onjuistheden niet te vermijden zijn. Trouwens, men neme de eenvoudigste ge beurtenis: hoevele lezingen worden daarvan gegeven? Hoe moeielijk valt het de juiste toedracht daarvan te vernemen Wie dus een blad hard valt over tekortko mingen in deze, en dit gebeurt nog al eens op vrij ondoordachte en alles behalve vleiende wijze hij verlieze dit vooral niet uit het oog. Wij zullen dit allerminst tegenover onze cor respondenten doen, wanneer zij dwalen, vooral niet wanneer wij de overtuiging hebben dat het hun aan goeden wil en ijver niet ontbreekt. Het wordt hun trouwens in den tegen woor- digen tijd, met de concurrentie tusschen ver schillende couranten, de jacht om elkaar voor te zijn, niet gemakkelijk gemaakt. Juist in die jacht schuilt het groote gevaar voor vertrouwbaarheid. Een courant of corre3- spondent kan zich zeiven bijna geen tijd meer gunnen, om goede inlichtingen in te winnen, omdat anderen hun dan allicht de loef afsteken. Ook dit dienen wij hier wel in het licht te stellen. En dan nog, het publiek zelf heeft meerma len schuld in deze. Wendt men zich tot het eenig goede adres, om de noodige informatiën te verkrijgen, dan gebeurt het meermalen, dat men aan die zijde tal van redenen heeft om te verzoeken geen meededeeling te doen of liever nog eenigen tijd te wachten. Wie aan dit verlangen voldoet, loopt echter gevaar dat een ander blad een bericht wèl opneemt. Dit is dan wel meestal onvolledig of minder juist, omdat de voorbarige bericht gever niet aan het eenig goede adres inlich tingen vroeg, en alleen op praatjes afging, maar het groote publiek vraagt daar niet naar en noemt middelerwgl het blad, dat zoo be leefd was te voldoen aau een wenseh om voor- loopig nog te zwijgen, en toch ook geen onvol ledige mededeeling wilde geven, weinig actief of niet vlug in zijne berichten. Dit meenden wij, nu de gelegenheid daartoe zich ongezocht voordoet, te moeten opmerken, eensdeels om de houding van dagbladcorres pondenten te verdedigen, en anderdeels om ook de moeilijkheden, waarmee een redactie te kampen heeft, in het juiste licht te stellen. Toch zal een redactie, die de eer van haar blad hoog houdt, zich door een dergelijk oor deel, als hierboven is weergegeven, niet laten afschrikken en, altijd wanneer het een zaak be treft uit zijne naaste omgeving, die zij zelve kan onderzoeken, liever eenigen tijd wachten en goed doen informeeren, dan door voorbarig heid verkeerde mededeelingen de wereld inzen den, die later weer verbeterd moeten worden. Het gevaar voor misvattingen of minder juiste berichten blijft, trots den besten wil, toch nog altijd groot genoeg. Wie echter den koninklijken weg bewandelt heeft ook nog eigenaardige en minder aangename ervaringen. Het is nog niet zoo heel lang geleden dat wij zeiven dit ondervondcm. Er was ons iets ter oore gekomen van een feit, (lat pns weldenswfiwdig yoorkwam en, naar wij wisten, de lezers van ons blad, in ons gewest vooral, stellig belang zou inboezemen. stelden er dus prijs op hun dat mee te deelen en beijverden ons om van een en ander goed op de hoogte te komen. Eindelijk gelukte ons dit. Na veel moeite en nasporingen onzerzijds, wendden wij ons tot den eenigen persoon, die de leiding van een en ander in handen had en dus volkomen op de hoogte was. Op onzen aandrang, na hem overtuigd te hebben dat mededeeling van het gebeurde velen, die daarbij betrokken waren, zeer zeker welkom zou zijn na ons bereid verklaard te hebben, zooals wij dit meer doen, het bericht te geven in den vorm zooals hij dit het meest gewenscht achtte, en het niet eer te zullen opnemen dan nadat het sein daartoe door hem ons zou gegeven zijn, kregen wij verlof het bericht op nader te bepalen dag te plaatsen. Dat oogenblik kwam weldra en wij namen de tijding op. Maar tot onze verbazing stond hetzelfde bericht, in denzelfden vorm zooals het door ons was geredigeerd, in tal van andere bladen. Het loon van al onze bemoeiingen, van al onze moeite was dus dat anderen daarvan de vruchten plukten, eenvoudig omdat de betrok ken persoon meende dat het bericht ook ge geven moest worden aan een ander blad, waar aan tevens een correspondent voor Hollandsche bladen was verbonden, die nu uit onzen arbeid nog een aardig voordeeltje wist te slaan. Wij hadden alzoo voor anderen de kastanjes uit het vuur gehaald. Of die handelwijze tegenover ons billijk was Een ieder geve daarop zelf het antwoord. Dat iemand, die uit eigen beweging een bericht de wereld inzendt, volkomen vrij is om dit te geven aan verschillende bladen, naar eigen believen, ligt voor de hand. Maar dat men, wanneer een redactie zelve informeert, zelve veel moeite zich getroost, een eigen bericht maakt, anderen, uit den aard der zaak, haar concurrenten, al neemt zij nog zoo'n ruim standpunt in laat profiteeren van haar arbeid, terwijl bovendien die ande ren niet de minste moeite deden, dat is toch, op zijn zachtst uitgedrukt, al eene zeer zon derlinge manier van handelen tegenover een orgaan van de pers, wiens handelwijze toch getuigde van voortvarendheid, ijver, welwil lendheid en zucht om alle voorbarigheid en onjuistheid te vermijden. Is het wonder dat tal van redacties en cor respondenten eveneens huiverig zijn om den royalen weg te bewandelen, waar die weg zulke eigenaardige hinderpalen oplevert en zij daarop zoo dikwijls zonderlinge en weinig bemoedigende ervaringen opdoen Als dus deze of gene ten opzichte van eene redactie of berichtgevers klaagt over voorbarig heid, onvolledigheid of onjuistheid, laat hij dan eens nagaan of de schuld daarvan wel altijd te zoeken is bij een redactie, dan of niet menigmaal het publiek zelf aanleiding heeft gegeven dat zij zich niet goed konde kwijten van de taak, die op haar rust. Het stukje intieme geschiedenis, dat wij dit maal uit eigen ervaring te lezen gaven, kan ook strekken ter verdediging van correspon denten, al moeten wij hun toch blijven aan raden, zooveel in hun vermogen is, mee te werken om de vertrouwbaarheid hunner be richten hoog te houden. Srieek-Middelburg-De Savornin Lobman. Deze drie worden door dr Bronsveld bespro ken in zijn kroniek in het November-nummer van De stemmen van waarheid en vrede Omtrent de kwestie in het district Sneek schrijft hij „De kamerleden hebben die gewichtige stuk ken ook bekeken, ook dr Kuyper heeft den tijd gevonden, om zich daarmeê bezig te houden; en in den naam der onvervalschte demokra- tische beginselen, welker handhaving hij hier in de waagschaal ziet gesteld, heeft hij verklaard, dat de kamer hier staat voor een gewichtige kwestie. Biljetten met nagelkrassen, met een vlekje, met een stipje, ze brengen allen het geheim der stemming in gevaar, en dat geheim, ziet gij, is een der hoeksteenen van het demo- kratisch gebouwen wij weten hoe heilig voor dr Kuyper gebouwen zijn Laat ons nu maar niet zeggen, dat dit be zien van al die stembiljetten kinderachtig is, maar wel het voor hoogst onbillijk verklaren tegenover dat ééne stembureau, Meer dan één lid der kamer is met een zeer kleine minderheid gekozen. Men denkeaanden heer Lucasse te MiddelburgZouden er nu onder de stembiljetten, aldaar in de stembus onden, geen zijn geweest met nagelkrassen of andere herkenningsteekenen Dat is zeer onwaarschijnlijk. Maar de kamer heeft berust in het rapport van het stembureau, dat op zich zelf niet meer vertrouwen verdient dan dat in Friesland. Aldaar komt nu één stem beslissen welnu dan heeft de kamer alleen het eene, of de twee van zooveel gewicht zijnde biljetten te beoordeelen en voorts zich bezig te houden met de vraag, of de heer Cnossen al of niet terecht verhinderd is geworden, zijn stem uit te brengen. Alleen met do twijfelachtige ge vallen heeft de kamer zich in te laten. Wil zij dat niet, dan moet voortaan de kamer al de stembiljetten openen, of verifiëeren." Hoe goed de conclusie ook zij, de redenee ring op zichzelve is niet geheel juist. Tegen de verkiezing in het district Middel burg is bij de Tweede kamer in het geheel geen bezwaarschrift ingekomen. Als dat eens gebeurd ware, en men had dan alle stembil jetten eens nagezien, wie weet wat men dan ervaren had, en hoevele onduidelijke biljetten men dan ware tegengekomen! De kamer moet zich echter alleen bepalen tot onderzoek in die districten, waaruit bezwaren tot haar zijn gekomen. Wat Sneek betreft, zij vond in meer dan éen bezwaarschrift, o. a. dat van Feenstra, waarop de commissie niet eens gelet had, aanleiding, en terecht, tot een algemeen onderzoek. Volgens telegram uit 's Gravenhage men zie Laatste berichten besloot de Tweede kamer heden, met groote meerderheid, tot toe lating van den heer Van Gilse. Dr Bronsveld komt verder met een enkel woord terug op den strijd, tusschen deheeren Boissevain en Kuyper gevoerd ..aver de Nieuwe Kerk; en schrijft: ,Wat, voor zoover wij weten, nooit, maar in ieder geval slechts zelden is gebeurd dr Kuyper doet tot een zoo ernstigen aanval het zwijgen. Althans tot heden vernamen wij geen woord van verweer. Wat zal hij ook zeggen tot zijne verdediging? In plaats van te worden vrijgesproken, is hij opnieuw gebrandmerkt. Deze man, die het nu openlijk erkent, dat de bezetting van de Nieuwe Kerk allereerst zijn werk is geweest, staat nog altijd voor ons als een revolutionair, als een man, die voor geen geweld terugdeinst, en ten eenenmale is gespeend aan alle piëteit." En dan vraagt dr Bronsveld „Is nu ook de tijd niet gekomen voor den heer jhr mr A. F. de Savornin Lohman om openlijk te verklaren, dat hij 't gebeurde in de Nieuwe Kerk betreurt of verlangt hij mede getroffen te worden door het oordeel, dat door den heer Boissevain over die droevige gebeurtenis werd uitgesproken BENOEMINGEN ENZ. By kon. besluit: is L. B. Mulder, pastoor-deken te Wolvega, benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau de met verlof hier te lande aanwezige kapitein der infanterie van het leger in N.-I., R. van Wijk, ter zake van lichaamsgebreken, eervol uit den militairen dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. Generaal Wiggers v. Kerchem. Generaal-majoor Gerardus Barend Theodoor Wiggers van Kerchem, den opperofficier, van wiens overlijden in ons vorig nommer in 't kort melding is gemaakt, was 75 jaar oud. Hij, die begonnen was als eenvoudig soldaat, had een hoogst eervolle millitaire loopbaan achter zich. Op den lln September 1842 ver trok hij naar Indië, alwaar hij drie jaren later, 1845 tot 2de-luitenant werd benoemd en reeds in dien rang bij den generalen staf werd ge plaatst, waarbij hij bleef ook als le-luitenant en kapitein. In 1862 benoemd tot majoor en in 1865 tot luit.-kol., werd hij tevens militair kommandant van de Wester-afdeeling van Borneo en daarna plaatselijk kommandant te Batavia. In 1872 bevorderd tot kolonel, trad hij achtereenvolgens op als kommandant der 3e militaire afdeeling op Java en als komman dant der 2e brigade bij de tweede expeditie tegen Atjeh in September 1873. Vervolgens werd hem het commande- ment opgedragen in de 3e militaire afdeeling op Java en daarna in 1874 het militaire com- mandement op Sumatra's Westkust en onder- hoorigbeden, tijdelijk belast met het militair gezag, en tevens civiel-bevelhebber te Atjeh in 1874, uit welke betrekking hij in October van dat jaar, onder bijzondere dankbetuiging der Regeering, werd ontheven, om tydeiyk op te treden als chef der II afd. bij het Departe ment van Oorlog. Iü 1876 werd generaal-majoor Wiggen van Kerchem 15 Januari 1876 als zoodanig be vorderd benoemd tot militair en civiel be velhebber te Atjeh, met ontheffing van zijn betrekking als chef der lie afd. bij het D. v. O. Den 4n April 1879 volgde het eervol ontslag uit 's lands dienst met aanspraak op pensioen. Omtrent de krijgsbedrijven van den overledene kan nog het volgende worden medegedeeld. In 1866 werd hem de dank van den gouv.- generaal betuigd voor verrichtingen en opera- tiën in het stroomgebied der Melawie (res. Wester-afd van Borneo). In 1859 nam hij deel aan de expeditie tegen Boni en in 1874 werd hij licht gewond bij de 2e Atjeh-expeditie. By die tweede Atjeh-expeditie in October 1874 verwierf de kolonel Wiggers van Kerchem het ridderkruis der Militaire Wil lemsorde 4e kl. en in 1876 als generaal-majoor, dat der 3e kl. wegens het voltooien van de door den generaal Pel ontworpen linie Tonga (Noord) Lamjoeng, Silang Tjeddeh. ij den aanval op de versterkte kampongs Lemboe en Langgoegoep werd Van Kerchem gewond. De ontslapene was ook nog gerechtigd tot het dragen van het kommandeurskruis der orde van de Kroon van Italië. TWEEDE Kl» ER, Nadere regeling nopens de vergelding van tijdelijke diensten met pensioen. Bij de beoordeeling van dit ontwerp dient allereerst in het oog te worden gehouden, al dus betoogt de minister van financiën, dat bij kennisneming van de aan de Departementen ontvangen opgaven van ambtenaren, die tijde- lijke diensten hebben bewezen, is gebleken dat om uiteenloopendo redenen en onder verschil lende omstandigheden ambtenaren in tijdelijken dienst van den Staat zijn genomen en gedu rende langer of korter tijd zijn gehouden. De vraag rijst of het wel bepaald noodig is den regel van art. 7 4e lid der burgerlijke pensioenwet, volgens welke tijdelijke diensten alleen in aanmerking komen voor zooverre dit bij de wet zal worden bepaald, in stand te houden. In beginsel is er geen reden voor om tijde lijke diensten uit te sluiten, wanneer zij door een vaste aanstelling zijn gevolgd, en waarom zal men dan bij de bepaling van het bedrag van het pensioen doen, alsof de tijdelijke diensten niet bewezen waren. De bepaling dat tydelijke diensten niet medetellen is dan ook alleen opgenomen uit vrees voor mis bruiken. Het groote belang, dat thans de ambtenaren hebben by deelgerechtigheid in het weduwen- en weezenfonds, is de beste waarborg tegen misbruiken als de vroeger gevreesde, hierin bestaande dat men het dienen op tijdolijken voet, langer dan in 's lands belang strikt noodig is, zon doen voortduren. Daarom is de regeering er voor om voortaan ook tijde lijke diensten in aanmerking te brengen bij pensionneering, alleen evenwel wanneer eeno vaste aanstelling op do tijdelijke is gevolgd- De regeering acht het echter biliyk van de ambtenaren, die eerst in tijdelyke dienst zijn geweest en daarna eene vaste aanstelling be komen, eene extra-bijdrage te vorderen als in koopsom hunner tijdelijke dienstjaren. Slechts dan mag daarvan worden afgeweken, indien de vaste aanstelling reeds zeer spoedig na de tijde lyke volgt. Bij de voorgestelde regeling, die de toekomst geldt, moet meent de regeering zich ten behoeve van hen, wier tijdelijke diensten thans in het verleden liggen, eene milde regeling aansluiten. Daarom stelt het ontwerp voor hen, die vroegër tijdelyke diensten hebben be wezen, niet den eisch welke het ingetrokken wetsontwerp behelsde. Die eisch is in het ge wijzigd ontwerp vervangen door dezen, dat het ontslag uit de tydelijke betrekking eervol, doch niet op eigen verzoek is verleend. Schatkistbiljetten boven pari. De voorschriften der bestaande wet, dat de schatkistbiljetten worden uitgegeven a pari en tegen genot van eene rente, welke vooraf bij koninklijk besluit wordt bepaald, maken het niet alleen onmogelijk gelegenheid te openen tot mededinging, maar laten bovendien geenerlei speling toe bij de vaststelling van den rente voet, die ten minste enkele weken voor de uitgifte moet plaats hebben. In die omstandigheden, vooral wanneer de uitgifte op eenigszins langen termijn geschiedt, zou de uitslag eener inschrijving lichtelijk be neden de verwachting kunnen blijven. Aan dit bezwaar wordt bij een aan de Tweede kamer ingediend wetsontwerp tegemoet gekomen door de gelegenheid te openen om schatkistbiljetten ook boven pari uit te geven. Alsdan toch kan bij koninklijk besluit, dat machtiging verleent tot uitgifte van schatkist biljetten, 4e rente iet» booger worden gesteld dan in verband met den oogenblikkelijken toe stand der geldmarkt strikt noodig zal zijn. In verband hiermede bepaalt het ontwerp, dat hetgeen de schatkistbiljetten meer dan hunne nominale waarde opbrengen, in mindering komt van de rente. UIT STAD EN PROVINCIE. Bij publicatie geeft de burgemeester van Middelburg den ingezetenen in overweging den »St Nicolaasavond te houden op Maandag 6 December. Zijn wij goed ingelicht, dan hadden eenige winkeliers, vooral banketbakkers, zich tot het hoofd der gemeente gewend, met verzoek in dien geest eene vingerwijzing te gevenomdat eene viering op dien avond o. a. voor hen en hun personeel zoovele gemakken oplevert. De te Middelburg, vanwege de ver- eeniging Trouw aan koning en vaderland, ge houden collecte ten bate van behoeftige oud strijders, gerechtigd tot het dragen van het Metalen kruis, of de Citadel-medailje, heeft f 86.36 op gebracht. Te Zierikzee werd daarvoor f 34 gecol lecteerd. Maandag a, te drie uren precies, houdt de kamer van koophandel en fabrieken alhier eene openbare vergadering ter benoeming van een secretaris. In de plaats van den commies-verificateur, den heer Versteeg, is bij resolutie van den minister van financiën benoemd tot scheeps meter voor de binnenschepen de heer M. Drabbe, commies 2e kl. bij de directe-belas- tingen alhier. In een heden te Middelburg door de Vereeniging van de voormalige plattelands gemeenten in Walcheren gehouden vergadering werd, in plaats van jhr mr A. A. van Doorn van Koudekerke, tot secretaris-penningmeester benoemd de heer E. L. baron van Hardenbroek, burgemeester van Domburg. Sedert de vorige opgave is bij de directie van het loodswezen te Vlissingen, ten be hoeve der nagelaten betrekkingen van de om gekomen drie sloeproeiers, alsnog ingekomen f 493.50, totaal f 2056.576. Hieronder is begrepen een gift van f 300 uit het fonds van mejuffr. Ida Maria de Raath, onder beheer van directeuren der Zuid-Holland- sehe Redding Maatschappij te Rotterdam, uit sluitend te verdeelen onder de nagelaten wee zen, zoodat ieder kind daarvan f 20 verkrijgt. Nog is uit het fonds Robin, mede onder he ser van gemelde maatschappij, geschonken aan ieder der nagelaten 10 dochters een spaar bankboekje, waarop ten haren name is inge schreven een som van f 50, met de renten uit te keeren bij meerderjarigheid. Uit een breedvoerig schrijven, ons uit Vlissingen gezonden, blijkt, wat wij hier wel willen meedeelen, dat bij het redden van een jufvrouw, nabij de Keersluis aldaar, Maandag II., ook nog andere personen geholpen hebben dan de genoemde brugwachter. Omtrent de werkzaamheden van den Christelijken Volksbond te Goes meldt een onzer correspondenten het volgende De „commissie van Navraag" is ter ziele hare diensten werden niet ingeroepen. Mattenmaken, timmeren, houthakken en sigarenmaken waren de middelen tot werkver schaffing. Tegen het laatste zijn echter van on derscheidene zijden bezwaren gemaakt, vanwege de concurrentie. Ten onrechte evenwel. Het sigarenmaken door de Chr. V. is voor jongens, die anders een zorgelgk leven tegemoet zouden gaan, een soort ambachtschool zonder het be zwaar van gemis van loon. Kunstmatige werk verschaffing zal altijd eigenaardige moeilgk- heden opleveren. Om het tekort der rekening te dekken is een 3 procents leening gesloten van f 2950 in aan- deelen van f 50, met zoo mogelijk jaarlijks aflossen van een aandeel. II. M. de Regentes zond f 50. Veranderingen in het bestuur kwamen niet voor; alleen werd de wenschelgkheid uitge sproken tot uitbreiding en aanvulling van het bestuur met een roomsch-katholiek ingezetene. Bij nog zeer velen bestaat antipathie tegen „werkverschaffing". Nu, volmaakt is ze zeker niet, en hartelijk hopen we, dat dezoodanigen zich beijveren zullen er iets beters voor in do plaats te stellen. Zeker is het, dat de taak der commissie van jaar tot jaar in omvang toe neemt, omdat het aantal aanvragen geregeld stijgt. In het afgeioopen jaar werd aan 43 personen gedurende 3615 dagen werk verschaftde bezigheden warenblokken zagen, bosjes maken, matten vlechten en sigaren maken. Tegen enkele nieuwe leerlingen in het gebouw van den Ghrist. V. werden elf hoofden van ge zinnen bij zich thuis bezig gehouden met matten-vlechten. Het groot aantal onverkochte rollen matten eo bet groote aantal sigaren/

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 1