ZITTING VAN VRIJDAG 12 NOVEMBER 1897.
43
worpen. Verder meen ik dat, als men de totstandko
ming van de nieuwe boot werkelijk wil bevorderen,
het mij geraden voorkomt de f 130,000 te voteeren
men kan gerust van het college van Gedeputeerde
Staten vertrouwen dat niet meer zal worden uitgege
ven dan noodig is.
De voorzitter. Ik zal nu bet eerst in stemming
brengen het 3ub-amendement van den heer Van
Woelderen, dan het al of niet gewijzigde amendement
van den heer Heijse, en als dit verworpen wordt, het
voorstel van Gedeputeerde Staten.
Tot waarborging van een zuivere stemming wensch
ik nog even te vragen of het amendement van den
heer Van Woelderen op het voorstel van den heer
Heijse of ook op het voorstel van Gedeputeerde Staten
is ingediend.
De heer Vau Woelderen. Alleen op hetamen-
dement-Heijse.
De Voorzitter. Dan wensch ik op te merken,
dat zij, die vóór het voorstel van Gedeputeerde Staten
zijD, toch voor het sub-amendement van den heer Van
Woelderen kunnen stemmen, daar, al wordt dat aan
genomen, het vervalt als het voorstel-Heijse verwor
pen wordt.
Ik breng nu in stemming het sub-amendement van
den heer Van Woelderen.
Dit wordt verworpen met 22 tegen 15stemmen.
Tegen stemmen de heeren Van Teylingen, Van
dev Meer, Van der Have, De Jonge, Van Waeaberghe
Janssens, Moerdijk, Moes, Noordijke, Ysebaert, D. J.
Dronkers, Fokker, Vader van 's Gravenpolder, Den
Boer, J. A. Bolle, Lucasse, Heijse, Maas, Van Buren,
Hombacb, Huvers en D. A. Dronkers.
Vóór stemden de heeren Kloppers, Fruytier, De
Casembroot, Hammacher, Siegers, De Bats, De Smidt,
Van Rompu, Van Woelderen, Erasmus, Van Houte,
Oggel, Van Lynden, Van der Lek de Clercq eu Hen-
nequin.
Alsnu komt in stemming het amendement-Heijse.
Dit wordt verworpen met 31 tegen 6 stemmen.
Tegen stemmen de heeren: Van Teylingen, Van
der Meer, Kloppers, De Jonge, Fruijtier, Van Waes-
berghe Janssens, De Casembroot, Moerdijke, Moes,
Noordijke, Hammacher, IJsebaert, Siegers, M. Bolle,
D. J. Dronkers, Fokker, De Bats, De Smidt, Vader
van 's Gravenpolder, Den Boer, J. A. Bolle, Van
Rompu, Lucasse, Erasmus, Maas, Van Houte, Van
Buren, Van Lynden, Hombach, Van der Lek de Clercq
en Hennequin.
Voor stemmen de heeren Van der Have, Van
Woelderen, Heijse, Oggel, Huvers en D. A. Dronkers.
Eindelijk komt in stemming het voorstel van Gede
puteerde Staten, dat wordt aangenomen met 24
tegen 13 stemmen.
Voor stemmen de heeren Van Teyliogen, Van der
Meer, Kloppers, Fruytier, Van Waesberghe Janssens,
De Casembroot, Moerdijke, Moes, Hammacher, IJse
baert, Siegers, D. J. Dronkers, De Bats, De Smidt, J.
A. Bolle, Van Rompu, Van Woelderen, Erasmus, Van
Houte, Oggel, Van Lynden, Hombacb, Van der Lek
de Clercq en Hennequiu.
Tegen stemmen de heeren Van der Have, De Jonge,
Noordflke, M. Bolle, Fokker, Vader van 's Gravenpol
der, Den Boer, Lucasse, Heijse, Maas, Van Buren,
Huvers en D. A. Dronkers.
Hierna komt aan de orde het algemeen ver
slag der afdeelingfn betreffende het voorstel van
Gedeputeerde Staten tot leening van f 13Ü.OOO,
Het voorstel luidt:
Wij hebben de eer u hierbij een ontwerp aan te
bieden voor een leeningsbesluit met plan, naar aan
leiding van het aan u ingediend voorstel tot aan
schaffing van eene nieuwe stoomboot voor den Provin
cialen Wester-Schelde-dienst.
Het ontwerp-besluit is van den volgenden inhoud:
De Staten der provincie Zeeland
besluiten:
I. ten behoeve der provincie Zeeland aan te gaan
eene geldleeniug, groot ten hoogste f 130.000 guldeD
II. vast te stellen het volgende
Plan eener geldleening van ten hoogste een honderd
dertig duizend gulden, ten laste der provincie Zeeland.
Artikel 1. Door en ten laste van de provincie
Zeeland wordt eene leening aangegaan van ten hoogste
een honderd dertig duizend gulden, tot het aanschaffen
vau eene nieuwe stoomboot voor den Provincialen
Wester-Schelde-dienst.
Art. 2. Aan deze geldleening wordt eene rente
verbonden van drie en een half ten honderd in het
jaar, aanvangende met den eersten dag der maand,
waarin de bij art. 12 van dit plan bedoelde overstorting
moet plaats hebben.
De rente wordt tegen intrekking van balfjaarlijksche
coupons zonder korting voldaan op lo Juli en lo Ja
nuari van elk jaar, te Middelburg op het kantoor van
den betaalmeester en te Amsterdam ten kantore der
Kas vereen iging of op beide plaatsen op een ander door
Gedeputeerde Staten aan te wijzen kantoor.
Yoor rente over het tijdvak tusscheD den dag, voor
de storting bepaald, en dien van welken de eerste
halfjaarlijksche coupon begint te loopeD, wordt een
afzonderlijke coupon verstrekt en betaalbaar gesteld.
Art. 3. De obligatiën luiden aan toonder zij worden
voorzien van een doorloopend nummer en gedagteekend.
Zij zijn groot duizend gulden, doch kunnen gesplitst
worden in twee obligatiën onder a en b, ieder groot
vijfhonderd gulden.
De obligatiën zijn voorzien van halfjaarlijksche rente-
coupons en van een bewijs tot het bekomen van nieuwe
coupons.
Art. 4. De obligatiëu en rentecoupons worden in
den gebruikelijken vorm opgemaakt. De obligatiën
worden onderteekend door den voorzitter, een lid van
Gedeputeerde Staten en den griffier der Statende
talons en coupons dragen alleen de handteekening van
laatstgenoemde. De obligatiën worden kosteloos uit
gereikt.
Art. 5. De uitgifte der leeDing geschiedt hetzij bij
openbare inschrijving, hetzij ondershands, naarmate
Gedeputeerde Staten wenschelijk achten, in belde ge
vallen tegen den pari-koers, behoudens het bepaalde
bij art. 13.
Art. 6. Ingeval vau openbare inschrijving wordt
deze opengesteld op het door Gedeputeerde Staten te
bepalen tijdstip, te Middelburg ter Provinciale Griffie
van Zeeland en te Amsterdam ten kantore van de Kas-
vereenigiDg.
Gedeputeerde Staten maken vooraf bekend
1®. het bedrag der leening
2°. den termijn voor de inlevering der inscbiijvings-
biljetten
3°. dag, uur en plaats voor de opening der biljetten;
4°. den tijd voor de stortiDg.
De op zegel van 15 Cts, in hoofdsom te stellen in-
sehrijviugsbiljetten moeten onderteekend en gesloten
zijn en inhouden
1°. naam, beroep en woonplaats van den inschrijver;
2o. het getal (in schrijfletters) obligatiën, waarvoor
wordt ingeschreven.
Overtreft het aantal obligatiën, waarvoor ingeschreven
is, het bedrag der leen in g, dan geschiedt de toewijzing
zooveel mogelijk in evenredigheid tot het getal obli
gation, dat elk der inschrijvers verlangt. Inschrijvingen