ZITTING VAN VRIJDAG 12 NOVEMBER 1897.
cheren, hoewel in geringere mate, reeds driemalen her
stelling behoefden. Ofschoon deze scheuren aan de
werf der maatschappij de Schelde spoedig en, volgens
de verklaring van de op die schepen dienstdoende
machinisten, op zeersoliede wij ze door opgezette lappen
hersteld werden, zoo blijft de mogelijkheid van her
haling en van verlenging der herstelde scheuren
welk geval zich reeds voordeed bestaanzeer be
voegde deskundigen wisten noch van de oorzaak, noch
van den aard dezer werking eene verklaring te geven."
„Het komt daardoor meermalen voor, dat slechts één
snelvarende boot in dienst is, welke dan te lang
achtereen dienst nnet doen, en op zijne beurt herstelling
behoeft en uit de vaart moet genomen worden."
„Dat hieruit storing van den dienst voortvloeit, is
in den laatsten tijd herhaaldelijk gebleken, en vooral
in den winter is het voor eene behoorlijke uitoefening
van den dienst onmisbaar voortdurend twee snelvarende
booten in de vaart te hebben."
„De overweging van een en ander heeft ons de
overtuiging gegeven, dat thans de tijd gekomen is,
om vermeerdering van materiaal aan te vragen, hoe
noode wij dit offer ook van de provinciale fondsen
vergen."
„Mocht uw college zich daarmede vereenigen, dan
rijst de moeilijke vraag, op welke wijze daarin het
best èn uit een financieel oogpunt èn in het belang
van den dienst kan voorzien worden. Wij hebben de
eer daaromtrent op het volgende te wijzen."
„Met uwe machtiging werd in dezen zomer door
twee onpartijdige deskundigen een onderzoek ingesteld
naar den toestand van onze schepen en machines en
werd hun tevens de vraag gedaan, in hoever van het
oude materieel voor plaatsing in een ander schip te
benuttigen zoude zijn."
„Uit het door hen uitgebrachte rapport blijkt: dat
alle werktuigen door onze machinisten in uitstekenden
staat onderhouden zijn dat de machines van de
Walcheren en van de Zeeuwsch- Vlaanderen geroemd
worden als door der zake kundige mannen ontworpen,
met toepassing van de nieuwste uitvindingen op dit
gebied. Alleen wordt de constructie der wielen minder
gelukkig genoemd en de geforceerde trek zeer nadeelig
voor de vuurgangen der ketels geacht."
„De werktuigen der oude booten werden mede in
orde bevonden. De deskundigen betuigen echter hunne
verwondering, dat de machines van 250 en 3001. P. K.
aan de stoomschepen geene grootere snelheid dan van
77s mijlen kunnen geven."
„Ten slotte spreken zij de meening uit dat de stoom
machine van de Wester-Schelde in geen geval voldoende
kracht kan ontwikkelen, om aan een schip van het
type Walcheren eene snelheid van minstens 10 mijlen
te verzekeren."
„Deze vraag was gesteld met het oog op de moge
lijkheid om de machine van de Wester-Schelde in een
nieuw te bouwen schip te plaatsen, dat met eene vaart
snelheid van 10 mijlen op Breskens dienst zoude kun
nen doen."
„Het gegeven antwoord, getoetst aan de opgaven
van stoomschepen, in het rapport vermeld, deed ons
twijfelen aan de juistheid dezer conclusie der des
kundigen."
„Gelijke vraag werd daarom gericht aan de Konink
lijke Maatschappij de Schelde, die in haar antwoord te
kennen gaf, dat de machine van de West&r-Schelde zeer
goed bruikbaar was in een nieuw schip van de door
haar opgegeven afmetingen, waarmede eene snelheid
van ten minste 10 mijlen zoude verkregen worden. De
prijs van zoodanig schip, met inbegrip der kosten
van oververplaatsing en van reparatie, werd begroot
op 75.000."
Bijvoegsel van de Mlddelburgscbe courant van Woei
„Hoewel het onderhoud dezer machine ongetwijfeld
minder zoude kosten dan van de machines op de snel
varende booten, komt ons de prijs, vergeleken met
dien van een geheel nieuw schip met machine, te hoog
voor; buitendien oordeelen wij de afmetingen van het
bedoelde vaartuig minder gewenscht. Wij vreezen,
dat in evenredigheid van de lengte van het schip zijne
breedte te groot zal blijken, terwijl wij geen voldoend
vertrouwen hebben, dat het vaartuig blijvend 10 mij
len vaart zal loopen. Daarbij zoude op deze wijze
slechts een expediënt, geene afdoende verbetering ver
kregen worden, daar het vaartuig, ofschoon in hoofd
zaak voor den dienst op Breskens bestemd, ook nu en
dan op Terneuzen zal moeten varen, waarvoor zijne
snelheid zoude te kort schieten."
„Met het oog op de belangen van den dienst op de
beide trajecten is het wenscbelijk drie snelvarende
schepen van gelijke kracht in dienst te hebben."
Hoe duur ook de uitgave voor eene boot type
Zeeuwsch-Vlaanderen moge zijn men noemde ons
als minimumprijs 120.000 meenen wij daarom toch
tot den aanbouw van zoodanige boot te moeten ad-
viseeren."
„Het ware daarbij te onderzoeken, of geene stoom-
booten met gelijke vaartsnelheid, doch goedkooper in
onderhoud, verkrijgbaar zijn. Wij vleien ons, dat dit
inderdaad het geval zal zijn."
„Intusschen zijn wij op dit gebied geene deskundigen
en aarzelen wij daarom op dit oogenblik omtrent de
keuze van eenig type eene bepaalde uitspraak te doen."
„Ook in de Provinciale Staten bestond daarover ver
schil van meening. In het algemeen verslag wordt
gewaagd van „eene nieuwe boot, die, zonder nu de
capaciteit te bezitten van de Walcheren of de Zeeuwsch-
Vlaanderen, in het kader van deze schepen past en
die in snelheid evenaart of nabijkomt, zonder daarom
zooveel geld te kosten." De heer Hennequin wenschte
„eene boot, die door nieuwere constructie ons grooter
Bnelheid geeft." Een amendement van den heer Heijse
werd aangenomen, dat Gedeputeeide Staten een rap
port zouden uitbrengen over de aanschaffing eener
boot van nieuwe constructie, nadat de vergadering
vooraf de gecursiveerde woordeu geschrapt had.
Heeft de vergadering zich over bet aan te nemen type
voor eene boot niet stellig uitgesproken, aan de com
missie ware zekerheid op dit punt zeer gewenscht.
Van elke toelichting of aanwijzing vanwege de ver
gadering zal een dankbaar gebruik gemaakt worden."
Wij hebben het rapport der commissie in extenso
afgedrukt, omdat wij ons met hare zienswijze geheel
kunnen vereenigen.
Wordt eene nieuwe boot aangeschaft, dan zal de
dienst met drie snelvarende booten in den regel naar
behooren kunnen worden verricht. Men wachte zich
echter ook dan voor overdreven verwachtingen. Stoor
nis in den dienst zal dan, naar wij hopen, tot de uit
zonderingen behooren, maar zij zal nimmer geheel te
vermijden zijn.
Door ongunst van weêr of getij zal steeds het ge
vaar blijven, dat eene aansluiting wordt gemist. Want
men vergete niet, dat deze dienst ten aanzien van de
verbindingen met spoor en tram aan weerszijden van
de Schelde in zeer ongunstige omstandigheden verkeert,
waarin geene afdoende verbetering te wachten is. De
spoor- en tramwegbesturen zijn verplicht den loop
hunner treinen te regelen naar de bestaande vastelands
verbindingen ten Noorden en ten Zuiden, terwijl het
verkeer over de Schelde niet druk genoeg is, om ten
behoeve daarvan eene afzonderlijke dienstregeling in
het leven te roepen. Daardoor is voor den provincialen
stoombootdienst de tijd van het traject dikwijls zeer be
perkt en kan ieder oponthoud eene aansluiting doen missen,
idag 1 December 1897, n°, 283. 9