26 ZITTING VAN DONDERDAG 11 NOVEMBER 1897. in den derden kring 2 idem, in den vierden 3 idem, in den vijfden 1 idem, in den zesden 2 idem, in den zevenden 3 idem. Wanneer de bijdragen, voor een dezer kringen uit geloofd, niet ten volle kunnen worden nitbetaald, kunnen de vrijvallende geldeu door het bestuur van de afdeeling Zeeland van het N. R. S., op voordracht der keuringscommissie, worden gebruikt tot het verleenen van bijdragen aan stieren in kringen, waar meer bekroningswaardige dieren dan beschikbare prijzen aanwezig waren. Art. 4. De aanneming van eene onderhoudsbijdrage verplicht den eigenaar van den stier, om dat dier tot den lsten Mei van het jaar, volgende op dat, waarin de keuring plaats heeft, ter dekking beschikbaar te houden in den kring, waarin het gekeurd werd, tegen een dekgeld, de som van f 2.50 niet te boven gaande. Art. 5. Eigenaren van stieren, waarvoor bijdragen zijn toegekend, ontvangen, met afwijking van het in het voorafgaand artikel bepaalde, deze ook, wanneer bet dier sterft of wanneer het door eenig gebrek, buiten toedoen van den eigenaar, niet meer aan de gestelde voorwaarden voldoet. De eigenaren, wier stieren in de, in de voorafgaande alinea vermelde gevallen verkeeren, zijn verplicht binnen drie dagen na den dood of na bet ontstaan van het gebrek, daarvan per aangeteekenden brief kennis te geven aan den voorzitter van het bestuur van de afdeeling Zeeland van bet N. R. S., die onverwijld een onderzoek doet instellen en daarvan in de eerst volgende bestuursvergadering verslag doet. Het bestuur voornoemd beslist, zoo noodig na den stierenhouder te hebben gehoord, of de bijdrage al of niet mag verleend worden. II. Yan de keuringscommissie. Art. 6* In elk der kriDgen, genoemd in art. 2 van dit reglement, wordt eeu keuringscommissie benoemd. Elke commissie bestaat, behalve uit het door den minister van bionenlandsche zaken, overeenkomstig art. 3, 2e alinea, van het algemeen reglement te be noemen lid, uit den inspecteur van het N. R.S., onder wiens ressort de betrokken kring behoort, en drie ledeo, te benoemen door het beBtuur der afdeeling Zeeland van dat. stamboek. De benoeming van laatstgenoemde leden geschiedt voor den tijd van drie jaren, uit dubbeltallen, opge maakt door de leden van het N. R. S., afdeeling Zee land, in den kring, waarvoor de commissie moet keuren. Tot opmaking dier dubbeltalleu wordeD de leden in elk der kringen voornoemd in vergadering bijeen geroepen door de commissarissen, bedoeld in het huis houdelijk "reglement van de afdeeling Zeeland van meergeuoemd stamboek. Voor die vergaderingen gel den de bepalingen, omschreven in voornoemd reglement. De leden zijn bij aftreding dadelijk herkiesbaar, terwijl in tusschentijdsche vacaturen geheel op dezelfde wgze wordt voorzien. Tusschen de leden van eenzelfde commissie mag geen bloed- of aanverwantschap bestaan tot in den derden graad. Art. 7. Aan dekeuringscommissiën wordteen secre taris toegevoegd. De secretaris heefc geen stem en kan voor meer dan eene of voor alle commissiëu wor den aangesteld. Zijne benoeming geschiedt telkens voor één jaar door het bestuur der afdeeling Zeeland van het A. R. S. Art. 8, De keuringscommissiën benoemen uit hun midden voorzitters. Bij ontstentenis van den voorzitter treedt bet oudste lid in jaren als zoodanig op. Geen vergadering of keuring mag plaats hebben, indien niet minstens drie leden tegenwoordig zijn. Art. 9. Voor iedere keuring, die zij bijwoneD, ont vangen de drie door het stamboekbestuur te benoemen leden ieder f 6. Eene gelijke vergoeding wordt toegekend aan den secretaris der keuringscommissie voor elke door hem bijgewoonde keuring. III. Van de keuringen. Art. 10. In eiken kring worden ten minste op zoo veel plaatsen, als er stellen bijdragen beschikbaar zijn, keuringen gehouden. Art. 11. Het bestuur van de afdeeling Zeeland van het N. R. S. bepaalt in overleg met de keuringscom missiën de gemeente, den dag en het unr, waarop de keuringen zullen gehouden worden, en zorgt dat tijd en plaats der keuringen tijdig worden bekend gemaakt,- Art. 12. Om aan eene keuring te kunnen deelnemen wordt vereischt aangifte bij den voorzitter van de keuringscommissie, minstens een half uur vóór het voor de keuring gestelde uur. Het deelnemen aan de keuring bewijst, dat de eigenaar vau den aangegeven stier bereid is zich aan de in dit reglement gestelde eischen te ondervverpeo. Art. 13. Zoo spoedig mogelijk geeft elke keurings commissie verslag van de in haar kring gehouden keu ringen, met opgave van de volgorde der dieren, welke bekroningawaard zijn en door elk dier dieren behaalde punten. Zoodra al die verslagen zijn ingekomen, stelt bet bestuur der afdeeling Zeeland van het A. R. S., ook met inachtneming van het bepaalde in art. 3, laatste alinea, van dit reglement, vast, aan welke dieren bij dragen moeten worden toegekend. IV. Van het geldeljjk beheer. Art. 14. Het geldelijk beheer, nit dit reglement voortvloeiende, wordt gevoerd door den penningmees ter der afdeeling Zeeland van het Nederlandsch Rund veestamboek. Art. 15. De uitbetaling der onderhoudsbijdragen geschiedt dadelijk nadat de springlijsten, die gratis aan de eigenaren zullen verstrekt worden, behoorlijk ingevuld aan den penningmeester zullen zijn terugge zonden. Die lijsten moeten, om aanspraak op de bij drage te kunnen maken, vóór 1 Juli van het jaar, vol gende op de keuringen, ingezonden zijn. Art. 16. Jaarlijks in de maand Februari doet de penningmeester rekening en verantwoording over het afgeioopen kalenderjaar aau het bestuur. Deze rekening wordt overigens ingericht op de wijze, aangegeven in art. 10 van het in het hootd aange haalde reglement aangaande de ondersteuning van rijkswege van de veefokkerij. De provinciale veearts le klasse schrijft aan Gede puteerde Staten In antwoord op nevensgemeld schrijven, heb ik de eer uwe vergadering als miju gevoelen inede te deelen, dat het verzoek van de afdeeling „Zeeland" van het iHederlandsch Rundveestamboek om vernieuwing over diie jareu vaQ het provinciaal subsidie, mijn inziens wenschelijk is aan dat verzoek te voldoen daar het rijkssubsidie alleen is bestemd voor stieren met twee breede tanden en alzoo twee jaren oud zijn terwijl de provinciale subsidie alleen is voor jonge stieren beneden dien leeftijd als onderhoudspremie. Dat in de drie jareu, dat het subsidie is verleend, deze zeer guu- stig beeft gewerkt en de goede resultaten, daarvan reeds merkbaar zijnwaarom ik de eer heb uw ge acht college te adviseeren, de gevraagde subsidie ouder de gestelde voorwaarden te verleenen. Wat het regie-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 29