ZITTING VAN DONDERDAG 11 NOVEMBER 1897. 25 Isroniogswaardige dieren aanwezig waren dan beschik bare bijdragen. Art. 4. De bekroonde stieren moeten op de keu ring in 't. jaar, volgende op dat, waarin zij bekroond werden, vertoond worden, terwijl aan de voorzitters der keuringscommissiëu behoorlijk ingevulde spring- lijsten moeten worden overgelegd. De springlijsten zullen gratis aan de eigenaren ver strekt worden. Art. 5. De eigenaren van stieren, waaraan bijdragen zijn toegekend, ontvangen deze ook, wanneer het dier sterft of bet door eenig gebrek, buiten toedoen van den eigenaar, niet meer aan de gestelde voorwaarden voldoet. De eigenaren, wier stieren in de, in de voorafgaande alinea vermelde gevallen verkeeren, zijn verplicht binnen drie dagen na den dood of na het ontstaan van een gebrek, daarvan per aangeteekenden brief kennis te geven aan den voorzitter van het bestuur van de afdeeling Zeeland van bet N. R. S., die onverwijld een onderzoek dobt instellen en daarvan in de eerstvol gende bestuursvergadering verslag doet. Het bestuur voornoemd beslist, zoo noodig na den stierenhouder te hebben gehoord, of de bijdrage al of niet mag worden verleend. Art. 6. In elk der kringen, genoemd in art. 2 van dit reglement, wordt eeae keuringscommissie benoemd. Elke commissie bestaat uit a. een veearts, te benoemen door het bestuur der afdeeling Zeeland van het N. R. S. b. den inspecteur van het N. R. S., onder wiens ressort de betrokken kring behoort c. drie leden, te benoemen door het bestuur der afdeeling Zeeland voornoemd. De benoeming van den veearts geschiedt voor den tijd van één jaar en die van de laatstgenoemde drie leden voor den tijd van drie jaren, uit dubbeltallen, opge maakt door de leden van het N. R. S., afdeeling Zee land, in den kring waarvoor de commissie moet keuren. Tot opmaking dier dubbeltallen worden de leden in elk der kringen voornoemd in vergadering bij een geroepen door de commissarissen, bedoeld in het huishoudelijk reglement van de afdeeling Zeeland van meergenoemd stamboek. Voor die vergaderingen gelden de bepalingen, om schreven in voornoemd reglement. De leden zijn bij aftreding dadelijk herkiesbaar, terwijl in tuaschentijdsche vacaturen geheel op dezelfde wijze wordt voorzien. Tusschen de leden van eenzelfde commissie mag geen bloed- of aanverwantschap bestaan tot in den derden graad. Art. 7. Aan de keuringscommissiën wordt een secre taris toegevoegd. De secretaris stemt niet mede en kan voor meer dan eene of voor alle commisBiën wor den aangesteld. Zijne benoeming geschiedt door het bestuur der afdeeliag Zeeland van het JV. R. S. tel kenmale voor éen jaar. Art. 8. De keuringscommissiën benoemen uit hun midden voorzitters. Bij ontstentenis van den voorzit ter treedt het oudste lid in jaren als zoodanig op. Geene vergadering of keuring mag plaats hebben, indien niet minstens drie leden tegenwoordig zijn. Art. 9. In eiken kring worden tenminste op zoo veel plaatsen, als er stellen bijdragen beschikbaar zijn, keuringen gehouden. Art. 10. Het bestuur van de afdeeling Zeeland van het A. R. S. bepaalt in overleg met de keuringscom missiën de gemeenten, de dagen en de uren, waarop de keuringen znllen gehouden worden en zorgt, dat tijd en plaats der keuringen tijdig worden bekend gemaakt. Art. 11- Om aan eene keuring te kunnen deelnemen Bijvoegsel van de atlddelbnrgsche courant van Zaten wordt aangifte vereischt bij den voorzitter van de keuringscommissie, minstens een half uur vóór het voor de keuring gestelde uur. Het deelnemen aan eene keuring bewijst, dat de eigenaar van den aangegeven stier bereid is, zich aan de in dit reglement gestelde eischen te onderwerpen. Art. 12. Zoo spoedig mogelijk geelt elke keurings commissie verslag van de in haren kring gehouden keuringen, met opgave van de volgorde der dieren, welke bekrooningswaardig zijn, en de. door elk dier dieren behaalde punten. Zoodra die verslagen zijn ingekomen, stelt het bestuur der afdeeling Zeeland van het N. R. S., ook met inachtneming van het bepaalde in art. 3, laatste alinea, van dit reglement, vast, aan welke dieren bij dragen moeten worden toege kend. Art. 13. Het geldelijk beheer, uit dit reglement voortvloeiende, wordt gevoerd door den penningmeester der afdeeling Zeeland van het A. R. S. Art. 14. De uitbetaling der bijdragen heefc zoo spoedig mogelijk plaats, nadat de bekroonde dieren voldaaD hebben aan het bepaalde bij art. 4 van dit reglement. Art. 15. Jaarlijks, uiterlijk op 15 April, zal door het bestuur der afdeeling Zeeland van het N. R. S. aan heeren Gedeputeerde Staten rekening en verant woording gedaan worden van de aan hetzelve van proyinciewege toevertrouwde gelden. Een rapport der keuringen zal by de rekening ge voegd worden. Art. 16. Door bijzondere personen, vereenigingen of Iandbouwafdeeliugen kunnen afzonderlijke prijzen en medailles ter beschikking der keuringscommissiën worden gesteld. Het reglement voor de provincie Zeeland, bedoeld in art. 3 van het reglement aangaande de onder steuning van de veefokkerij van rijkswege, is van den volgenden inhoud I. Van de bij dragen en premiën. Art. 1. De gelden, door den staat overeenkomstig art. 1 van het hierboven genoemd reglement toegestaan, worden, na aftrek van de noodzakelijke kosten, be doeld in de laatste alinea van dat artikel bestemd voor Bijdragen voor het onderhoud van stieren, die minstens twee breede tanden hebben. Art. 2. Voor de toekenning dier bijdragen wordt de provincie verdeeld in zeven kenringskringen. De eerste kring bestaat uit Walcheren. De tweede uit Schouwen en Duiveland. De derde uit Tholen en St. Philipsland. De vierde uit Zuid-Beveland. De vijfde uit Noord-Beveland. De zesde uit Zeeuwsch Vlaanderen (Westelijk deel) en De zevende nit Zeenwseh Vlaanderen (Oostelijk deel). De toekenning geschiedt na keuring, over elk dier kringen, vergelijken der wijze, onder dien verstande, dat voor bijdragen alleen in aanmerking komen stieren, die: a. op zich zelf beschouwd, waardig zijn om te worden bekroond; b. in den kring, waar de keuring plaats heeft, te huis behooren of aldaar worden gestationneerd; en c. in een der rundveestamboeken zijn opgenomen of ter opneming daarin worden aangeboden. Art. 3. De bijdragen worden tot drie verschillende bedragen gegeven. De verhouding dier bedragen is als 3: 2: 1. In de kringen, genoemd in het voorafgaand artikel» worden beschikbaar gesteld: in den eersten kring 2 bijdragen van elke categorie, in den tweeden 2 idem, ig 27 November 1897, n°. 280. 7

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 28