ZITTING VAN DONDERDAG 11 NOVEMBER 1897.
11
het bestek is omschreven, elk 60 M. lang wordeD. i
De bestaande opritten aan de beide einden van dit
dijkvak worden bijgewerkt onder eene helling van 301.
De overige te begrinden wegen zijn geschikt voor j
den aanleg daarover van een grindbaan. LaDgs deze
wegen zijn voetpaden gelegeD, bekend in den ligger
van Aardenburg onder de nos. 27, 28, 30 en 32deze
zullen na aanleg van de grindbaan vervallen, althans
niet meer worden bezand buiten de voetpaden hebben
de te begrinden wegen eene breedte vau omstreeks
6.5 a 7.5 M.
De kunstbedekking zal bestaan uit 20 cM. dikte
grind, namelijk eene eerste laag van 8 cM. dikte van
grindbiggels ter grootte van 3 tot 8 cM. zijde; eene
tweede laag van 6 cM. dikte van biggels van 2 tot
5 cM. zijde, en eene derde laag van 6 cM. dikte van
biggels ter grootte van 1 tot 3 cM. zijdevoorts wordt
gerekend op 5 cM. dikte onderhoudsgrind van biggels
ter grootte van 1 tot 3 cM. zijde. De grindbaan ver-
krijgt 10 cM. toniondtede zijbeimen worden naar de
kantlijnen van den weg onder een beloop van 201
afhellend bewerkt.
Tegen de wijze van samenstelling der kunstbedek
king bestaat geen bezwaar.
Ook tegen de begrooting is geen bedenking.
Op den dijk tusscben den Isabella- en den Sophia-
polder zal, in verband met de dijksverlaging, gemiddeld
2.5 M3 grond per M. lengte te verwerken zijn, wat
met afsteken en herzetten van bezoding gerekend is
tegen 0.20 de M3, alzoo f 0.50 per M. leDgte.
Voor het onder profil brengen met het maken der
grindsleuf van 1 M. lengte weg is f 0.30 gesteld, wat
met het oog op de breede en ten deele te verhoogen
wegen niet te hoog is te achten.
Ook de gestelde grindprijzen geven geen aanleiding
tot bemerkingen.
In het bestek ware in artikel 1 1 sub 1 volledig
heidshalve te lezen achter het woord Sophia: „van af
de keibestrating op den rijksweg bij de Liter, tot den
teen van den oprit bij de hofstede, bewoond door de
wed. Ceulenaere, zijnde een lengte, met" enz; in
artikel 2 2, sub A, ware achter dijkskruin te voegen
„en de twee aan te leggen opritten bij deu Jokweg."
Daar in artikel 3 4 der Algemeene Voorschriften,
vastgesteld bij beschikking van den minister van
waterstaat, handel en nijverheid van 12 December 1895
n° 138, van toepassing zijn verklaard, worden de werk
lieden tegen ongelukken verzekerd, zooals in 462
dezer Algemeene voorschriften is aangegeven.
In artikel 7, 16 van bet bestek is, wat het sprei
den van de 3e grindlaag betreft, niet aangegeven het
tijdstip waarop dit moet hebben plaats gehad, en is
dit mijns inziens te onzeker, ook voor den aannemer
in verband met het verschijnen van den 3,len betalings
termijn, artikel 8, 17 van bet bestek. Naar ik meen
ware daarom in artikel 7, 16 voor voltooiing van de
aardebaan en het spreiden van de le grindlaag te
stellen „vóór 1 Augustus 1898", voor de 2lle laag „vóór
1 September 1898" en voor de 3''e laag „naar gelang
van de behoefte, doch vóór 15 October 1898." Het
werk blijft dan voorts nog tot 1 October 1899 in
onderhoud bij den aannemer.
Op de bijgevoegde situatieteekening, die bij het be
stek zal worden gedrukt, zouden nog enkele namen
van aangrenzende polders kunuen worden vermeld.
Voorts is op die teekening de aanduiding van Olie-
potsche dijk en Oosthavendijk, no 26, als weg foutief:
er bestaat ter plaatse geen openbare weg, doch wel
een voetpad, genaamd Oliepotsche- en Havendijk, be
kend onder no 26, ligger Aardenbuvg, loopende tot
den Provincialen weg wederzijds Sluis over den dijks-
berm aan de zijde van den isa&eüapolder, op de tee-
kening ware dit voetpad door stippellijnen aan te
duideD.
De Oosthavendijk, weg no 7, ligger Aardenburg,
loopt benoorden genoemden Provincialen weg over den
berm aan de zijde van den /setie^apolder.
De te begrinden wegegedeelten zijn en blijven in
onderhoud bij den Jsa&eWapolderook de naar de
krnin van den dijk tusschen den Isabella- en den
iSop/ieapolder verlegde weg wordt door den Isabella-
polder onderhouden.
Ofschoon dit niet bepaaldelijk uit de stukken blijkt,
kan aangenomen worden dat het overleg, bedoeld in
1 van artikel 35 van het wegenreglement, heelt
plaats gehad, uithoofde van het door de gemeente
Aardenburg aan de voorgenomen wegsverbeteringen
toegezegde subsidie.
Vóór dat tot de wegsverbetering kan worden over
gegaan, zal nog aan de goedkeuring van uw college
zijn te onderwerpen het besluit der vergadering van
ingelanden van den isa&ella-polder tot de bedoelde
verlaging met 0.5 M. van een gedeelte van den dijk
tusschen den Isabella- en tfopWa-polder met aanleg
opritten, in verband met artikel 21 van het algemeen
polderreglement.
De vergadering van ingelanden van den Sophia-
polder, die door dezen binnendijk onmiddellijk be
schermd wordt, zou, in verband met artikel 21 2<=
alinea van genoemd reglement, door uw college op dit
besluit te hooren zijn, alvorens daaromtrent te beslissen.
Het adresseerende bestuur ware uit te noodigen tot
inzending van het bedoelde beslnit, toegelicht door
een situatieteekening met de noodige dwarsprofielen.
Tegen de hiermede gepaard gaande wegsverlegging
bestaat geen bedenking, en zou deze krachtens artikel
69 van het wegenreglement kunnen worden toegestaan.
De vraag is nog te behandelen, in hoeverre er ter
men zijn voor de begrinding dezer wegen een renteloos
voorschot uit de provinciale kas te verstrekken.
Deze wegen zijn te beschouwen als wegen ten dienste
van den landbouw, en niet als verkeerswegen, eene
bepaalde verbinding vormende.
Blijkens het adres is door de gemeente Aardenburg
eene bijdrage van f450 gedurende 20 jaren toegezegd,
alzoo f 9000, zoodat daarmede het aan de provincie
gevraagde rentelooze voorschot ad f 10.000 op f 1000
na terug betaald zou kunnen worden.
Voorts wordt medegedeeld, dat de polder groot is
ongeveer 982 H.A., slechts een inkomst uit bezittingen
heeft van f 12.5U en door aflossing en rentebetaling
van reeds bestaande schuldenlasten nu reeds tamelijk
zwaar gedrukt is, namelijk zouden de uitgaven thans
per jaar bedragen f 1961.16, zonder onderhoudskosten
van bestaande grindwegen.
Blijkens het provinciale verslag over 1895, bedroeg
het dijkgeschot in de jaren 189J/92 tot 1895/96 van
f 2.20f 2.50 per H. A., welk bedrag voor een polder
in Zeeland Diet hoog is te noemen.
Men rekent een bedrag van f 22.600, das het voor
den aanleg der begrinding geraamde benoodigde kapi
taal, na aftrek der aangevraagde f 10.000 als ren
teloos voorschot, door eene geldleening ad 3 met
aflossiDg in 60 jaren, te kunnen verkrijgen, waardoor
dan nog hiervoor zou noodig zijn in het eerste jaar
vóór dat is afgelost, aan jaarlijksche rente een bedrag
van f 680.40.
De aflossing van het rentelooze voorschot zou ge
durende 20 jaren jaarlijks slechts vorderen een bedrag
van 50,daar de gemeente Aardenburg gedurende
dien termijn 450,per jaar bijdraagt.
De uitgaven zonden dus in het eerste jaar vermeer
dereu met t 680.40 -f- f 50,— 730,40, en het
geschot dns stijgen met ongeveer f 0,74 per H. A.,