MIDDELBIIRGSCHE COURANT. N°. 263 140e Jaargang. 1897. Zaterdag 6 November. Het Tooneel Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 5 Nov. 8 u. vm. 36 gr. 12 u. 41 gr., av. 4 u. 40 gr. F. Verw. zw. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospèctussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te 's GravenhageDe Geer. Beijntante Amsterdam A. de La Mar Azn. Middelburg 5 November. EEN BEDENKELIJKE OMSTANDIGHEID doet zich, volgens de Haagsche Courant, voor bij de liquidatie van de ijzergieterij de Prins van Oranje, een omstandigheid, die althans aanleiding tot veel ongernstheid geeft. Voor het personeel der fabriek bestaat een pensioenfonds. En nu vreest men, dat niet alleen de werk lieden, die afgedankt worden, het geld zullen kwijt zijn, dat zij daarvoor contribueerden, maar ook wat nog erger wezen zou dat zij, die reeds gepensioneerd zijn en niet, zoo als de valide mannen, op werk elders kunnen hopen, dit pensioen zullen verliezen. Dit is zeker eene kwestie die algemeen de aandacht verdient, want daaruit blijkt, hoe weinig waarborg een pensioenfonds, aan deze of gene inrichting verbonden, oplevert. Over de toekomst, van welke inrichting ook, hoe groot zij ook moge zijn, valt niets met zekerheid te zeggen. En bij het opheffen daar van gaan de werklieden, daaraan verbonden, uit elkander, wordt een dergelijk fonds tevens opgeheven en staat de werkman, die daaraan geregeld bijdroeg, hij moge de ge storte gelden ook terugontvangen, weer voor eene onzekere toekomst. Hieruit blijkt temeer, zeggen wij genoemde courant na, hoe nuttig en noodig een staatspensioenfonds is voor Werklieden en anderen die van een betrekke lijk klein salaris moeten leven. DE SPAANSCHE MARTELAREN. Naar aanleiding van de oproeping, voorko mende in de rubriek: Ingezonden stukken in dit nommer, schrijft de N. S. Crt. Tegen een beroep ook op de Nederlandsche liefdadigheid om het lot der ongelukkige in vrijheid gestelden te verzachten, die een zeer wreede kerkerstraf hebben ondergaan, zonder veroordeeld te zijn en thans, van alles beroofd, in ballingschap moeten rondzwerven, valt niets te zeggen. Meer zelfs dan in andere gevallen, waarin geldelijke hulp ten behoeve van vreem delingen wordt ingeroepen, bestaat er hier reden om steun te verleenen; immers van de bevolking van Spanje zelf ïs zeer weinig te verwachten. En al leiden de anarchistische aanslagen, waaraan Spanje sedert de laatste twintig jaar ten prooi geweest is, er ook niet toe sympathie te koesteren voor wie onder verdenking van middellijke of onmiddellijke deelneming gearresteerd ïs geworden, dit be hoeft niemand te weea-houden de berooide ongelukkigen bij te staan, op wie een „voor- loopige" strafprocedure is toegepast, gelijk men aan het einde dezer eeuw niet meer moge lijk zou achten. Tot dit doel beperkt het comité zich evenwel niet. De inzending zal, blijkens de circulaire, ook dienen om de gevangenen van Montjuich te „bevrijden"en. dit voornemen houdt blijk, baar verband met de volgende uitspraak: Het is een eigenaardig stukdat Dominee Brosemeer eigenaardig, dunkt ons, dan belangwekkend. Drie bedrijven hebben wij Donderdagavond in den schouwburg vertoefd in het gezin van den dominee, met zijn gemoedlelijk, zachtaardige natuur; wij hebben kermis gemaakt met zijn vrouw, die hem erkentelijk was dat hij Kaar koos tot zijne gade, en die hem met zorg en liefde omringt, soms wel met eenigszins lastige zorg, wanneer zij b. v. op een snikhee- ten dag met alle geweld van dominee verlangt dat hij een zware jas aandoet. Dan leerden wij kennen een zoon van eerwaarde, die het met papa in menig opzicht niet eens is wat, bij de tegenwoordige stroomingen op velerlei gebied, volstrekt niet te verwonderen is tusschen een predikant, die rustig op een dorpje zit, en een jongen die in de wereld is geweest. Die zoon heeft een trouwbelofte gedaan aan een meisje, dat plotseling in het gezin van den dominee komt vallen en ten slotte den zoon van een smid verkiest boven Hermann van den dominee, die gouverneur is bij een baron, wiens dochter zin in hem krijgt, wat papa volstrekt niet goedvindt. Als die baron daarop den dominee's zoon uit zijn huis jaagt en aan diens vader mededeeling doet van het gebeurde, toont Btch de predikant een oogenblik flink en ferm pn wijst den baron op zijn beurt de deur. Dat „De blijmakend-alarmeerende berichten in de laatste dagen, als zou de nieuwe Spaansche regeering recht hebben gedaan, blijken totaal onjuist te zijn." Nu is het ons niet bekend, op welke be richten deze uitspraak berust en het comité heeft dienaangaande niet de minste aanwijzing. Na het optreden van Sagasta als minister president heeft men vernomen, dat de Regen tes van Spanje (naar het verhaal luidde, door een brief van den Oostenrijkschen keizer met de beweging in de buitenlandBche pers in ken nis gesteld) zeer bewogen was over het lot der gevangenen van Montjuich. Sagasta en de minister van justitie Groizard hadden een onder houd met haar en de ministerraad beslootlo dat zij, die door den krijgsraad van Barcelona waren vrijgesproken, en zij, die enkel onder verdenking van het aanhangen van anarchis tische meeningen gevangen zaten, dadelijk in vrijheid gesteld, en voorzoover dat noodig ge oordeeld werd, over de grens gebracht zonden worden2o dat de dossiers der overigen dade lijk en grondig zouden worden onderzocht en na sluiting der instructie het proces tegen hen zoo spoedig mogelijk zou worden beëindigd. Kort daarop volgde het bericht, dat de invrij heidstelling der eerstgenoemden inderdaad had plaats gehad. Deze berichten zijn, voorzoover wij weten, niet tegengesproken. Het is mogelijk, dat de anar chistische, de republikeinsche en zelfs de Car- listische partijen, die in de gruwelen van Mont juich een welkom reclame-middel hadden ge vonden, haar taktiek ook na het optreden van Sagasta hebben voortgezetmaar onder alle Spaansche berichten zijn die van de genoemde partijen wel degene, welker betrouwbaarheid het sterkst in twijfel moet worden getrokken. Het komt ons dus voor, dat men ten onrechte spreekt van „blijmakend-alarmeerende berichten (die) blijken totaal onjuist te zijn." De mede gedeelde regeeringsbesluiten toch bevatten niets meer of minder dan wat iedere regeering in een dergelijk geval verplicht, maar ook ge rechtigd zou zijn te doen. En wie de „totale onjuistheid" der betere be richten volhoudt, kan hen, wier hulp hij in roept, niet afschepen met de kennisgeving, dat hij „in afwachting van nadere mededeelingen omtrent den aard en den omvang der nooden en van nauwere aaneensluiting der verschillende comité's, met deze korte mededeeling volstaat." De tijd om, in navolging van Engeland, Spanish Atrocities Committees op te richten, is thans voorbij. Onder het bewind van Canovas, toen men de gevangenen onverhoord in den kerker van Montjuich liet wegkwijnen, kon daartoe aanleiding bestaan en deze zou slechts kunnen herleven, indien afdoend en overtuigend bewezen werd, dat het nieuwe kabinet op den zelfden weg voortgaat. Thans dient een derge lijke beweging bet karakter te dragen van zuivere liefdadigheid ten behoeve van de in vrijheid gestelden, en geheel vrij te zijn van elke verdenking zelfs van politieke of partij bedoelingen. De N. R. Ct. had nog verder kunnen gaan. Reeds Zaterdag was besloten ruim 100 anar chisten uit de gevangenis te ontslaan, en hen gedeeltelijk onder politie-toezicht te stellen, gedeeltelijk uit het land te zetten terwijl is het eenige pakkende moment uit het stuk. Nog maken wij kennis met genoemden smid Kramer en Frans, zijn jongen, die erg knap is en ten slotte een mooie betrekking krijgt; en worden wij vergast op een vaderlandslie vende ontboezeming van Sam Birnbaum, die voor Duitschers geweest zal zijn om in extase te geraken. Wij hebben zoo'n stil vermoeden, dat hét succes van het stuk in de Duitsche schouw burgen grootendeels te danken is geweest aan het tooneeltje, waarin de Israëliet Sam bij dominee Brose negotie komt doen en verslag geeft van eene vergadering, waarin socialistische en anti-semitische woordvoerders aan hunne gevoelens lucht gaven. De bezoeken by den dominee werden nog vermeerderd met een van boer Sieoers, die van zijn vrouw wilde scheiden, omdat zij zoo ver velend waszy deed niets dan haar huishouden en slapen; een goed gesprek kon men niet met haar voeren. Achteraf bleek dat die boer al een oogje had op een ander, een weduwe met twee lieve kinderen. Het verblijf in dien pastoralen kring werd afgewisseld door een tooneel in de smidse en den tuin van baas Kramer, waar het engage ment tusschen diens zoon en Greta Wendt werd beklonken en een allerliefst tooneeltje plaats had tusschen haar, den smid en diens zoon; maar dat eigenlijk veel te lang duurde om zoo'n eenvoudige geschiedenis. Het derde bedryf lag iet of wat buiten het stuk. Wij hebben dus een twee en half uur door een nog later bericht de uitvoering van dit besluit heeft gemeld, daar Woensdag avond 112 anarchisten in vrijheid werden gesteld. De Spaansche regeering verdient dus aller minst het verwijt, in bedoelde regels neergelegd. Toelating van mr. Van Cilse. Hj haar nader verslag heeft de commissie uit de Tweede kamer voor het onderzoek der geloofsbrieven van mr. J. A. van Gilse hare vroegere conclusie ingetrokken en stelt zij thans voor den heer Van Gilse als lid der kamer toe te laten. Zij heeft opnieuw alle vroeger door haar goedgekeurde stembiljetten stuk voor stuk nagezien en al diegenen, waarop eenige aan merking kan worden gemaakt, ter zijde gelegd met het doel om de kamerleden in de gelegen heid te stellen zelve, alle min of meer kwesti- euse biljetten te beoordeelen. Op 185 biljetten kan eenige aanmerking worden gemaakt. De uitkomst van de telling zal nu afhangen van de beschouwingen waarvan men uitgaat. Wor den al die twijfelachtige biljetten van onwaarde verklaard, dan moeten van de 2451 op den heer Van Gilse 87 en van de 2450 op den heer Heemskerk 98 worden afgetrokken, zoodat dan de heer Van Gilse verkozen is. Maar er zijn nog vele andere combinaties mogelyk, al naar mate men sommige rubrieken van twijfelachtige biljetten al dan niet als ongeldig wil verklaren. De commissie, blijft van oordeel dat geen an dere biljetten van onwaarde moeten worden verklaard, dan die in hot eerste rapport ver meld, en dat dus niets moet worden afgetrok ken van de verkregen cijfersVan Gilse 2451, Heemsberk 2450. Bij geen lid der commissie is twijfel gerezen omtrent de bedoeling der kiezers, die de boven vermelde 185 stembiljetten hebben ingevuld. Wat het biljet van Wouds end betreft, dat de commissie niet van on waarde verklaard heeft, wilde men dat wèl doen, dan behoort dit ook te geschieden om dezelfde reden met een biljet van Balk, dat aan Van Gilse is toegekend, omdat bet vakje, voor dien heer bestemd, blijkbaar veel zwar- r was. De commissie zou dus by hare conclusie kunnen volharden, indien niet sedert nog een adres was ingekomen van de beide leden van het stembureau te IJlst, die thans verzekeren dat Cnossen, toen hij op het stembureau ver scheen, bij hen onbekend was, evenals bij den burgemeester, terwijl hij ook het stembureau geen enkele verklaring heeft gegeven. De com missie heeft niet zonder eenige bevreemding kennis genomen van dit schrijven, omdat zy in het door hen den 26 Juni onderteekend stuk niet die verklaringen hebben afgelegd en nu, ruim twee weken nadat hot verslag der commissie was gepubliceerd, eene voorstelling van feiten geven die bij de vroegere zonderling afsteekt. Ook is die verklaring in strijd met eene voor een notaris afgelegde verklaring den heer Van der Meulen, dat het aanwe zige lid van het stembureau Anne Rijpkema, wethouder te IJlst, genoemden Cnossen per soonlijk kende. Intusschen mag de commissie het niet ont veinzen, dat thans twee personen, die het weten kunnen en moeten, eene slechts op ver moedens berustende daadzaak beslist tegen spreken. Zij is niet bevoegd Cnossen met de beide adressanten en andere getuigeu voor zich te doen verschijnen om hen nader te on dervragen. Daar nu het bewijs van het feit, dat Cnossen ten onrechte van de stembus ge weerd is, moet geleverd worden door hem die er zich op beroept, en dat bewijs hier althans vooralsnog niet voldoende geleverd is, meent de commissie onder de gegeven omstandighe den terug te moeten komen op haar eerst uit gesproken gevoelen, hierop neerkomende dat bewezen is, dat bedoelde CnoBsen in strijd mot de wet van de stembus is geweerd en dat. diensvolgens het op den heer Heemskerk uit gebrachte aantal stemmen met een moot wor den vermeerderd. Het resultaat is derhalve, dat op de heeren Heemskerk en Van Gilse een gelijk aantal stemmen is uitgebracht of geacht moet worden te zijn uitgebracht. Vermits nu de heer Van Gilse ouder in jaren is dan de heer Heemskerk voorts blijkens de overgelegde stukken den vereisehten leeftijd bereikt heeft, Nederlander is en geene betrekkingen bekleedt, die onver- eenigbaar zyn met het lidmaatschap der kamer, zoo stelt de commissie, met intrekking van hare vroegere conclusie, voor den heer mr J. A. van Gilse als lid der Kamer toe te laten. In overleg met den voorzitter der Kamer zal de commissie Woensdag en Donderdag den löen en Hen November, des voormiddags van 10 tot 11 uur, in de Kamer der 3e afdeeling aanwezig zijn, om de leden in de gelegenheid te stellen zolven de 185 bovenbedoelde biljetten in oogenschouw te nemen. Uit eene omschrijving en verdeeling dor twijfelachtige stembiljetten, door de commissie als bijlage bij haar verslag gevoegd, blijkt dat niet duidelijk of niet geheel zwart gemaakt wa ren 39 biljetten voor den heer Heemskerk en 30 voor don heer Van Gilse; kenbaar waren door overschrijding van het zwarte vak 29 biljetten Heemskerk en 23 biljetten Van Gilse; bijvoeging vertoonden van strepen of punten 8 Heemskerk en 11 Van Gilsegevlekt waren 14 Heemskerk en 15 Van Gilsetwee vakken wa ren geraakt 2 Heemskerk en 3 Van Gilse; doorgestoken waren 5 Heemskerk en 3Van Gilse, nagelindrukken vertoonden, een gevouwen hoek hadden of waarvan het papier gescheurd A T J E H. Aan het verslag omtrent de voornaamste gebeurtenissen in het gouvernement Atjeh en Onder hoor igheden, loopende van 11 tot en met 24 Sept. jl., is het volgende ontleend De in het vorig verslag gemelde inval van Toekoe Oemar in Lam Tih, Groot Atjeh, had aanvankelijk verloop van volk uit Lépong tengevolge, deels naar het gebergte en deels naar de IV Moekimsmaar nadat de aldaar gelegerde troepen versterkt waren en eenige punten hadden bezet, waardoor de stelling van Oemar kon worden beheerscht, was deze ver plicht zich dieper in het dal terug te trekken, en keerde de bevolking weder naar hare woon plaatsen terug. Door evengenoemde maatre gelen en het stellen van hinderlagen werd ook een einde gemaakt aan beschietingen van het bivak, dat enkele malen het doel.wit van vij- andelgke schutters was geweest. Intusschen kon niet voorkomen worden, dat enkele kleine benden tot diep in de VI Moekims doordron- gebracht in een kring, vol Duitsche gemoede lijkheid, waarin nu en dan een sprankje, een vonkje fermiteit te voorschijn kwam, b.v. in de groote scène tusschen Brose senior en junior in het tweede bedrijf. Dan dachten wijnu zal het komennu zullen wy iets hooren van den grooten strgd van ideeën tusschen vader en zoon Brose, maar neen, oogenblikkelijk werd dat vonkje gedoofd en gingen wij weer op dezelfde kalme, hoegenaamd geen emotie-wekkende manier voort en hoorden wij dominee Brose weêr spreken tot zijn lieve Johanna, over zyn pree- ken, zijn onuitgewerkte meeningen verkondi gen; en zagen wij die goede moeder Brose haar man weêr verzorgen, haar zoon vertroe telen en bederven en heel lief, erg huiselgk doen. Dit alles gaf aanleiding tot op zich zelf zeer aardige, zeer lieve tooneeltjes; maar van een forsch, flink tooneeleen stuk, waarover men later nog eens nadenkt of spreekt, is geen sprake geweest. Het verwondert Óns dan ook niet dat dit tooneelspel van L'Arronge in ons land weinig of geen opgang heeft gemaakt. En waar het bij het gezelschap der Vereenigde Rottcrdamsche Tooneelisten (Le Gras en Haspels) moer succes had dan bij Het Nederlandsch Tooneel, daar zal dat zeker wel alleen te danken zijn geweest aan de betere vertolking. Die was Donderdag uitmuntend, eenvoudig en waar. Allen speelden en typeerden hunne rollen bijzonder goeden het was weêr een genot bun rijn, beschaafd spel gade te Blaaü, Jan C. de Vos was een dominee, uit het leven gegrepen; Dirk Haspels speelde de dankbare rol van den smid met een zeldzame verve Alex. Faassen was weer op en top de baron trouwens hy kan niet slecht spelen en Rosier Faassen had van Sam Birnbaum een echte figuur gemaakt. Hg behaalde dan ook hier, evenals elders, metzgn klein rolletje een groot succes. Geen Svonder als men maar op het gemoed werken kan en iets typisch te zien geeft, is men op het tooneel zeker van de overwinning. De heer Brondgecst had nog applaus bij open doek. Om zijn beschaafd spel en zijn goed spreken, nu en dan wel wat zacht, verdiende hy dat ook ten volle. En den heer Tartaud, den braven zoon van den smid, viel het niet moeilijk met zijne dank bare rol sympathie te wekken. Hij speelde ook flink en ferm. Mevrouw Burlage-Verwoert. was de echte, goede dominees vrouw en mej. Klein vervulde haar eenvoudig, weinig dankbaar rolletje naar behooren. Boven was de schouwburg goed bezetmaar de eerste rangen hadden veel voller kunnen zijn. Dit verwonderde ons om éen reden. Wij hebben altijd gemeend dat juist de Vereeniging t. b. v. g. v. o. k. voornamelijk.in het leven was geroepen om aan de wenschen van die eerste-rang-bezoekers te voldoen. Waarom blijven zij dan .weg? Pat gewone burgerménscben opzien tegen een gen, en in Lam Tengan een drietal huizen verbrandden, en twee bewoners vermoordden. Aan '8 vijands zijde sneuvelde Panglima Bin- tong (ten onrechte in een vorig verslag de voornaamste aanvoerder van Oemar genoemd.) Zoodra deze inval bekend was, werden troe pen uit Kota-Radja gezonden om te trachten do bende, die zich naar het Parangebergte zou teruggetrokken hebben, op te sporeneen oor logschip werd door de Koeala Tjangkoel gedi rigeerd, om eene mogelgke poging tot ontsnap ping langs dien weg te voorkomen. Van Kroeng ltaba, Lam Djamoe en Lam Tih uit werden voortdurend patrouilles gemaaktook verbleef eene van Kota-Radja gezonden colonne meerdere dagen in het Parangebergte zonder den vijand aan te treffen, maar met dat gevolg, dat hij gedwongen werd zich naar het gebergte ten oosten van Kroeng Raba terug te trekken. Van zijne aanwezigheid bleek slechts nu en dan, wanneer eene patrouille op verren afstond en kele schoten bekwameerst toen zekere be richten omtrent de verblgfplaatsen waren be komen, kon tot verdrgving worden overgegaan. Daartoe rukten den 20sten September twee patrouilles van Kroeng Raba uit. De eerste pa trouille trof den vgand ten oosten van Glé Aron aan in eene grot, bij de bestorming waarvan do commandant, de le luitenant der marechaussees C. F. A. Wagener,1 zwaar gewond werd, en enkele mindere militairen sneuvelden en vorwond raakten. Wel werd versterking bekomen, maar het late uur, waarop deze de patrouille be reikte, noopte den troep den nacht in het ter rein te big ven doorbrengen, hetgeen geschiedde zonder door den vijand te worden verontrust. Den volgenden morgen keerde de troep te Kroeng Raba terug met een verlies van drie dooden, onder wie luitenant Wagener, die aan zijne wonden was overleden, en acht gewonden. De tweede patrouille vond den vijand in een der grotten de Goeha-Teroes van de Glé Betoes. Bij den aanval sneuvelde de le-luit. der infanterie J. van Greuningen en vier min deren, terwijl nog vier minderen werden ge wond. De vijand wist door een uitgang aan do achterzgde der grot te ontkomen. De vgande- lijke benden moeten, volgens ontvangen be richten, zes dooden en negen gewonden hebben bekomenonder de dooden wordt genoemd Panglima Lehman, onder de gewonden Pan glima Saman. Hoewel in de IX Moekims eenige spanning heerschte door het verblijf der benden in de IV en VI Moekims,- werd de rust er niet ver stoord de posten Lampeneroet en Lamreng van de geconcentreerde stelling werden opgeheven. Wat de weergesteldheid betreft, heerschte er d veranderlijke wind met flinke regenbuien. In het militaire hospitaal kwamen de navol gende choleragevallen voorRestant op 11 September 1897 1 Europeaan, die overleed. Sedert kwamen geen gevallen voor. Van elders werden geene gevallen dezer ziekte meer bericht. Ziekte onder het vee. Te Kroeng Raba deden zich gevallen voor van runderpest onder het slachtvee der bezetting. Het chölera-rapport over de afdeeling Semarang luidt als volgt: restant zieken op 10 September 51, bijgeko* hoogen entreeprijs van f 2.25 en f 1.75 noodig, wij hebben het al meer gezegd, omdat gezelschappen als dat van Le Gras en Haspels een betrekkelijk hooge uitkoopsom moeten vragen en de schouwburg te klein is om dan den prijs lager te kunnen stellen is be grijpelijk. Maar is dien meer gefortuneerden het aanschouwen van eerste-artisten niet wat meer waard Het was jammer en weinig aanmoedigend, dat er nog zoo heel veel plaatsen onbezet waren, juist op de rangen waar van groote belangstelling had moeten blijken Of is onze meermalen geuite vrees bewaar heid en is nu op nieuw bewezen dat er voor onzen, betrekkelijk kleinen kring te veel is geweest, vooral in den laatsten tijd, en dat aan de behoefte aan kunstgenot op tooneelgebied wordt voldaan door de tien abonnements-voor- stellingen, die gegeven worden Het is mogelijk. Maar dan zullen de leden der Vereeniging met den langen naam zeker voor 't vervolg ook .geen hooge verwachtingen koesteren om trent de financieele resultaten van haar optreden en zich gaarne eenige opoffering getroosten om hun, die dit wenschen, afwisseling te verschatten en te doen genieten van iets buitengewoons, dat men anders hier niet te zien ofte hooren krijgt. Anderen,-die:,van dat pogen mede génieten, zullen- de -Vereeniging -daarvoor zeker dank baar zijn.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 1