MIDDELBIIRGSCHE COURANT.
N°. 263
140e Jaargang.
1897.
Zaterdag
6 November.
Het Tooneel
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 5 Nov. 8 u. vm. 36 gr. 12 u. 41 gr.,
av. 4 u. 40 gr. F. Verw. zw. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospèctussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te 's GravenhageDe Geer. Beijntante
Amsterdam A. de La Mar Azn.
Middelburg 5 November.
EEN BEDENKELIJKE OMSTANDIGHEID
doet zich, volgens de Haagsche Courant, voor
bij de liquidatie van de ijzergieterij de Prins
van Oranje, een omstandigheid, die althans
aanleiding tot veel ongernstheid geeft.
Voor het personeel der fabriek bestaat een
pensioenfonds.
En nu vreest men, dat niet alleen de werk
lieden, die afgedankt worden, het geld zullen
kwijt zijn, dat zij daarvoor contribueerden,
maar ook wat nog erger wezen zou dat
zij, die reeds gepensioneerd zijn en niet, zoo
als de valide mannen, op werk elders kunnen
hopen, dit pensioen zullen verliezen.
Dit is zeker eene kwestie die algemeen de
aandacht verdient, want daaruit blijkt, hoe
weinig waarborg een pensioenfonds, aan deze
of gene inrichting verbonden, oplevert.
Over de toekomst, van welke inrichting ook,
hoe groot zij ook moge zijn, valt niets met
zekerheid te zeggen. En bij het opheffen daar
van gaan de werklieden, daaraan verbonden,
uit elkander, wordt een dergelijk fonds
tevens opgeheven en staat de werkman, die
daaraan geregeld bijdroeg, hij moge de ge
storte gelden ook terugontvangen, weer voor
eene onzekere toekomst. Hieruit blijkt temeer,
zeggen wij genoemde courant na, hoe nuttig
en noodig een staatspensioenfonds is voor
Werklieden en anderen die van een betrekke
lijk klein salaris moeten leven.
DE SPAANSCHE MARTELAREN.
Naar aanleiding van de oproeping, voorko
mende in de rubriek: Ingezonden stukken in
dit nommer, schrijft de N. S. Crt.
Tegen een beroep ook op de Nederlandsche
liefdadigheid om het lot der ongelukkige in
vrijheid gestelden te verzachten, die een zeer
wreede kerkerstraf hebben ondergaan, zonder
veroordeeld te zijn en thans, van alles beroofd,
in ballingschap moeten rondzwerven, valt niets
te zeggen. Meer zelfs dan in andere gevallen,
waarin geldelijke hulp ten behoeve van vreem
delingen wordt ingeroepen, bestaat er hier
reden om steun te verleenen; immers van de
bevolking van Spanje zelf ïs zeer weinig te
verwachten. En al leiden de anarchistische
aanslagen, waaraan Spanje sedert de laatste
twintig jaar ten prooi geweest is, er ook niet
toe sympathie te koesteren voor wie onder
verdenking van middellijke of onmiddellijke
deelneming gearresteerd ïs geworden, dit be
hoeft niemand te weea-houden de berooide
ongelukkigen bij te staan, op wie een „voor-
loopige" strafprocedure is toegepast, gelijk
men aan het einde dezer eeuw niet meer moge
lijk zou achten.
Tot dit doel beperkt het comité zich evenwel
niet. De inzending zal, blijkens de circulaire,
ook dienen om de gevangenen van Montjuich
te „bevrijden"en. dit voornemen houdt blijk,
baar verband met de volgende uitspraak:
Het is een eigenaardig stukdat Dominee
Brosemeer eigenaardig, dunkt ons, dan
belangwekkend.
Drie bedrijven hebben wij Donderdagavond
in den schouwburg vertoefd in het gezin van
den dominee, met zijn gemoedlelijk, zachtaardige
natuur; wij hebben kermis gemaakt met
zijn vrouw, die hem erkentelijk was dat hij
Kaar koos tot zijne gade, en die hem met zorg
en liefde omringt, soms wel met eenigszins
lastige zorg, wanneer zij b. v. op een snikhee-
ten dag met alle geweld van dominee verlangt
dat hij een zware jas aandoet.
Dan leerden wij kennen een zoon van
eerwaarde, die het met papa in menig opzicht
niet eens is wat, bij de tegenwoordige
stroomingen op velerlei gebied, volstrekt niet
te verwonderen is tusschen een predikant, die
rustig op een dorpje zit, en een jongen die in
de wereld is geweest.
Die zoon heeft een trouwbelofte gedaan aan
een meisje, dat plotseling in het gezin van den
dominee komt vallen en ten slotte den zoon
van een smid verkiest boven Hermann van den
dominee, die gouverneur is bij een baron, wiens
dochter zin in hem krijgt, wat papa volstrekt
niet goedvindt. Als die baron daarop den
dominee's zoon uit zijn huis jaagt en aan diens
vader mededeeling doet van het gebeurde, toont
Btch de predikant een oogenblik flink en ferm
pn wijst den baron op zijn beurt de deur. Dat
„De blijmakend-alarmeerende berichten in
de laatste dagen, als zou de nieuwe Spaansche
regeering recht hebben gedaan, blijken totaal
onjuist te zijn."
Nu is het ons niet bekend, op welke be
richten deze uitspraak berust en het comité
heeft dienaangaande niet de minste aanwijzing.
Na het optreden van Sagasta als minister
president heeft men vernomen, dat de Regen
tes van Spanje (naar het verhaal luidde, door
een brief van den Oostenrijkschen keizer met
de beweging in de buitenlandBche pers in ken
nis gesteld) zeer bewogen was over het lot der
gevangenen van Montjuich. Sagasta en de
minister van justitie Groizard hadden een onder
houd met haar en de ministerraad beslootlo
dat zij, die door den krijgsraad van Barcelona
waren vrijgesproken, en zij, die enkel onder
verdenking van het aanhangen van anarchis
tische meeningen gevangen zaten, dadelijk in
vrijheid gesteld, en voorzoover dat noodig ge
oordeeld werd, over de grens gebracht zonden
worden2o dat de dossiers der overigen dade
lijk en grondig zouden worden onderzocht en
na sluiting der instructie het proces tegen hen
zoo spoedig mogelijk zou worden beëindigd.
Kort daarop volgde het bericht, dat de invrij
heidstelling der eerstgenoemden inderdaad had
plaats gehad.
Deze berichten zijn, voorzoover wij weten, niet
tegengesproken. Het is mogelijk, dat de anar
chistische, de republikeinsche en zelfs de Car-
listische partijen, die in de gruwelen van Mont
juich een welkom reclame-middel hadden ge
vonden, haar taktiek ook na het optreden van
Sagasta hebben voortgezetmaar onder alle
Spaansche berichten zijn die van de genoemde
partijen wel degene, welker betrouwbaarheid
het sterkst in twijfel moet worden getrokken.
Het komt ons dus voor, dat men ten onrechte
spreekt van „blijmakend-alarmeerende berichten
(die) blijken totaal onjuist te zijn." De mede
gedeelde regeeringsbesluiten toch bevatten niets
meer of minder dan wat iedere regeering in
een dergelijk geval verplicht, maar ook ge
rechtigd zou zijn te doen.
En wie de „totale onjuistheid" der betere be
richten volhoudt, kan hen, wier hulp hij in
roept, niet afschepen met de kennisgeving, dat
hij „in afwachting van nadere mededeelingen
omtrent den aard en den omvang der nooden
en van nauwere aaneensluiting der verschillende
comité's, met deze korte mededeeling volstaat."
De tijd om, in navolging van Engeland,
Spanish Atrocities Committees op te richten, is
thans voorbij. Onder het bewind van Canovas,
toen men de gevangenen onverhoord in den
kerker van Montjuich liet wegkwijnen, kon
daartoe aanleiding bestaan en deze zou slechts
kunnen herleven, indien afdoend en overtuigend
bewezen werd, dat het nieuwe kabinet op den
zelfden weg voortgaat. Thans dient een derge
lijke beweging bet karakter te dragen van
zuivere liefdadigheid ten behoeve van de in
vrijheid gestelden, en geheel vrij te zijn van
elke verdenking zelfs van politieke of partij
bedoelingen.
De N. R. Ct. had nog verder kunnen gaan.
Reeds Zaterdag was besloten ruim 100 anar
chisten uit de gevangenis te ontslaan, en hen
gedeeltelijk onder politie-toezicht te stellen,
gedeeltelijk uit het land te zetten terwijl
is het eenige pakkende moment uit het stuk.
Nog maken wij kennis met genoemden smid
Kramer en Frans, zijn jongen, die erg knap
is en ten slotte een mooie betrekking krijgt;
en worden wij vergast op een vaderlandslie
vende ontboezeming van Sam Birnbaum, die
voor Duitschers geweest zal zijn om in extase
te geraken.
Wij hebben zoo'n stil vermoeden, dat hét
succes van het stuk in de Duitsche schouw
burgen grootendeels te danken is geweest aan
het tooneeltje, waarin de Israëliet Sam bij
dominee Brose negotie komt doen en verslag
geeft van eene vergadering, waarin socialistische
en anti-semitische woordvoerders aan hunne
gevoelens lucht gaven.
De bezoeken by den dominee werden nog
vermeerderd met een van boer Sieoers, die van
zijn vrouw wilde scheiden, omdat zij zoo ver
velend waszy deed niets dan haar huishouden
en slapen; een goed gesprek kon men niet
met haar voeren. Achteraf bleek dat die boer
al een oogje had op een ander, een weduwe
met twee lieve kinderen.
Het verblijf in dien pastoralen kring werd
afgewisseld door een tooneel in de smidse en
den tuin van baas Kramer, waar het engage
ment tusschen diens zoon en Greta Wendt
werd beklonken en een allerliefst tooneeltje
plaats had tusschen haar, den smid en diens
zoon; maar dat eigenlijk veel te lang duurde
om zoo'n eenvoudige geschiedenis. Het derde
bedryf lag iet of wat buiten het stuk.
Wij hebben dus een twee en half uur door
een nog later bericht de uitvoering van dit
besluit heeft gemeld, daar Woensdag avond
112 anarchisten in vrijheid werden gesteld.
De Spaansche regeering verdient dus aller
minst het verwijt, in bedoelde regels neergelegd.
Toelating van mr. Van Cilse.
Hj haar nader verslag heeft de commissie
uit de Tweede kamer voor het onderzoek der
geloofsbrieven van mr. J. A. van Gilse hare
vroegere conclusie ingetrokken en stelt zij thans
voor den heer Van Gilse als lid der kamer toe
te laten.
Zij heeft opnieuw alle vroeger door haar
goedgekeurde stembiljetten stuk voor stuk
nagezien en al diegenen, waarop eenige aan
merking kan worden gemaakt, ter zijde gelegd
met het doel om de kamerleden in de gelegen
heid te stellen zelve, alle min of meer kwesti-
euse biljetten te beoordeelen. Op 185 biljetten
kan eenige aanmerking worden gemaakt. De
uitkomst van de telling zal nu afhangen van
de beschouwingen waarvan men uitgaat. Wor
den al die twijfelachtige biljetten van onwaarde
verklaard, dan moeten van de 2451 op den heer
Van Gilse 87 en van de 2450 op den heer
Heemskerk 98 worden afgetrokken, zoodat dan
de heer Van Gilse verkozen is. Maar er zijn
nog vele andere combinaties mogelyk, al naar
mate men sommige rubrieken van twijfelachtige
biljetten al dan niet als ongeldig wil verklaren.
De commissie, blijft van oordeel dat geen an
dere biljetten van onwaarde moeten worden
verklaard, dan die in hot eerste rapport ver
meld, en dat dus niets moet worden afgetrok
ken van de verkregen cijfersVan Gilse 2451,
Heemsberk 2450. Bij geen lid der commissie
is twijfel gerezen omtrent de bedoeling der
kiezers, die de boven vermelde 185 stembiljetten
hebben ingevuld. Wat het biljet van Wouds
end betreft, dat de commissie niet van on
waarde verklaard heeft, wilde men dat wèl
doen, dan behoort dit ook te geschieden om
dezelfde reden met een biljet van Balk, dat
aan Van Gilse is toegekend, omdat bet vakje,
voor dien heer bestemd, blijkbaar veel zwar-
r was.
De commissie zou dus by hare conclusie
kunnen volharden, indien niet sedert nog een
adres was ingekomen van de beide leden van
het stembureau te IJlst, die thans verzekeren
dat Cnossen, toen hij op het stembureau ver
scheen, bij hen onbekend was, evenals bij den
burgemeester, terwijl hij ook het stembureau
geen enkele verklaring heeft gegeven. De com
missie heeft niet zonder eenige bevreemding
kennis genomen van dit schrijven, omdat zy
in het door hen den 26 Juni onderteekend
stuk niet die verklaringen hebben afgelegd en
nu, ruim twee weken nadat hot verslag der
commissie was gepubliceerd, eene voorstelling
van feiten geven die bij de vroegere zonderling
afsteekt. Ook is die verklaring in strijd met
eene voor een notaris afgelegde verklaring
den heer Van der Meulen, dat het aanwe
zige lid van het stembureau Anne Rijpkema,
wethouder te IJlst, genoemden Cnossen per
soonlijk kende.
Intusschen mag de commissie het niet ont
veinzen, dat thans twee personen, die het
weten kunnen en moeten, eene slechts op ver
moedens berustende daadzaak beslist tegen
spreken. Zij is niet bevoegd Cnossen met de
beide adressanten en andere getuigeu voor
zich te doen verschijnen om hen nader te on
dervragen. Daar nu het bewijs van het feit,
dat Cnossen ten onrechte van de stembus ge
weerd is, moet geleverd worden door hem die
er zich op beroept, en dat bewijs hier althans
vooralsnog niet voldoende geleverd is, meent
de commissie onder de gegeven omstandighe
den terug te moeten komen op haar eerst uit
gesproken gevoelen, hierop neerkomende dat
bewezen is, dat bedoelde CnoBsen in strijd mot
de wet van de stembus is geweerd en dat.
diensvolgens het op den heer Heemskerk uit
gebrachte aantal stemmen met een moot wor
den vermeerderd.
Het resultaat is derhalve, dat op de heeren
Heemskerk en Van Gilse een gelijk aantal
stemmen is uitgebracht of geacht moet worden
te zijn uitgebracht. Vermits nu de heer Van
Gilse ouder in jaren is dan de heer Heemskerk
voorts blijkens de overgelegde stukken den
vereisehten leeftijd bereikt heeft, Nederlander
is en geene betrekkingen bekleedt, die onver-
eenigbaar zyn met het lidmaatschap der kamer,
zoo stelt de commissie, met intrekking van
hare vroegere conclusie, voor den heer mr J.
A. van Gilse als lid der Kamer toe te laten.
In overleg met den voorzitter der Kamer
zal de commissie Woensdag en Donderdag den
löen en Hen November, des voormiddags van
10 tot 11 uur, in de Kamer der 3e afdeeling
aanwezig zijn, om de leden in de gelegenheid
te stellen zolven de 185 bovenbedoelde biljetten
in oogenschouw te nemen.
Uit eene omschrijving en verdeeling dor
twijfelachtige stembiljetten, door de commissie
als bijlage bij haar verslag gevoegd, blijkt dat
niet duidelijk of niet geheel zwart gemaakt wa
ren 39 biljetten voor den heer Heemskerk en
30 voor don heer Van Gilse; kenbaar waren
door overschrijding van het zwarte vak 29
biljetten Heemskerk en 23 biljetten Van Gilse;
bijvoeging vertoonden van strepen of punten 8
Heemskerk en 11 Van Gilsegevlekt waren 14
Heemskerk en 15 Van Gilsetwee vakken wa
ren geraakt 2 Heemskerk en 3 Van Gilse;
doorgestoken waren 5 Heemskerk en 3Van
Gilse, nagelindrukken vertoonden, een gevouwen
hoek hadden of waarvan het papier gescheurd
A T J E H.
Aan het verslag omtrent de voornaamste
gebeurtenissen in het gouvernement Atjeh en
Onder hoor igheden, loopende van 11 tot en met
24 Sept. jl., is het volgende ontleend
De in het vorig verslag gemelde inval van
Toekoe Oemar in Lam Tih, Groot Atjeh, had
aanvankelijk verloop van volk uit Lépong
tengevolge, deels naar het gebergte en deels
naar de IV Moekimsmaar nadat de aldaar
gelegerde troepen versterkt waren en eenige
punten hadden bezet, waardoor de stelling van
Oemar kon worden beheerscht, was deze ver
plicht zich dieper in het dal terug te trekken,
en keerde de bevolking weder naar hare woon
plaatsen terug. Door evengenoemde maatre
gelen en het stellen van hinderlagen werd ook
een einde gemaakt aan beschietingen van het
bivak, dat enkele malen het doel.wit van vij-
andelgke schutters was geweest. Intusschen
kon niet voorkomen worden, dat enkele kleine
benden tot diep in de VI Moekims doordron-
gebracht in een kring, vol Duitsche gemoede
lijkheid, waarin nu en dan een sprankje, een
vonkje fermiteit te voorschijn kwam, b.v. in
de groote scène tusschen Brose senior en junior
in het tweede bedrijf. Dan dachten wijnu zal het
komennu zullen wy iets hooren van den grooten
strgd van ideeën tusschen vader en zoon Brose,
maar neen, oogenblikkelijk werd dat vonkje
gedoofd en gingen wij weer op dezelfde kalme,
hoegenaamd geen emotie-wekkende manier
voort en hoorden wij dominee Brose weêr
spreken tot zijn lieve Johanna, over zyn pree-
ken, zijn onuitgewerkte meeningen verkondi
gen; en zagen wij die goede moeder Brose
haar man weêr verzorgen, haar zoon vertroe
telen en bederven en heel lief, erg huiselgk
doen.
Dit alles gaf aanleiding tot op zich zelf zeer
aardige, zeer lieve tooneeltjes; maar van een
forsch, flink tooneeleen stuk, waarover men
later nog eens nadenkt of spreekt, is geen
sprake geweest.
Het verwondert Óns dan ook niet dat dit
tooneelspel van L'Arronge in ons land weinig
of geen opgang heeft gemaakt. En waar het
bij het gezelschap der Vereenigde Rottcrdamsche
Tooneelisten (Le Gras en Haspels) moer succes
had dan bij Het Nederlandsch Tooneel, daar
zal dat zeker wel alleen te danken zijn geweest
aan de betere vertolking. Die was Donderdag
uitmuntend, eenvoudig en waar.
Allen speelden en typeerden hunne rollen
bijzonder goeden het was weêr een genot bun
rijn, beschaafd spel gade te Blaaü,
Jan C. de Vos was een dominee, uit het leven
gegrepen; Dirk Haspels speelde de dankbare
rol van den smid met een zeldzame verve
Alex. Faassen was weer op en top de baron
trouwens hy kan niet slecht spelen en
Rosier Faassen had van Sam Birnbaum een
echte figuur gemaakt. Hg behaalde dan ook
hier, evenals elders, metzgn klein rolletje een
groot succes. Geen Svonder als men maar op
het gemoed werken kan en iets typisch te zien
geeft, is men op het tooneel zeker van de
overwinning.
De heer Brondgecst had nog applaus bij open
doek. Om zijn beschaafd spel en zijn goed
spreken, nu en dan wel wat zacht, verdiende hy
dat ook ten volle.
En den heer Tartaud, den braven zoon van
den smid, viel het niet moeilijk met zijne dank
bare rol sympathie te wekken. Hij speelde
ook flink en ferm.
Mevrouw Burlage-Verwoert. was de echte,
goede dominees vrouw en mej. Klein vervulde
haar eenvoudig, weinig dankbaar rolletje naar
behooren.
Boven was de schouwburg goed bezetmaar
de eerste rangen hadden veel voller kunnen
zijn.
Dit verwonderde ons om éen reden.
Wij hebben altijd gemeend dat juist de
Vereeniging t. b. v. g. v. o. k. voornamelijk.in
het leven was geroepen om aan de wenschen
van die eerste-rang-bezoekers te voldoen.
Waarom blijven zij dan .weg?
Pat gewone burgerménscben opzien tegen een
gen, en in Lam Tengan een drietal huizen
verbrandden, en twee bewoners vermoordden.
Aan '8 vijands zijde sneuvelde Panglima Bin-
tong (ten onrechte in een vorig verslag de
voornaamste aanvoerder van Oemar genoemd.)
Zoodra deze inval bekend was, werden troe
pen uit Kota-Radja gezonden om te trachten do
bende, die zich naar het Parangebergte zou
teruggetrokken hebben, op te sporeneen oor
logschip werd door de Koeala Tjangkoel gedi
rigeerd, om eene mogelgke poging tot ontsnap
ping langs dien weg te voorkomen. Van Kroeng
ltaba, Lam Djamoe en Lam Tih uit werden
voortdurend patrouilles gemaaktook verbleef
eene van Kota-Radja gezonden colonne meerdere
dagen in het Parangebergte zonder den vijand
aan te treffen, maar met dat gevolg, dat hij
gedwongen werd zich naar het gebergte ten
oosten van Kroeng Raba terug te trekken. Van
zijne aanwezigheid bleek slechts nu en dan,
wanneer eene patrouille op verren afstond en
kele schoten bekwameerst toen zekere be
richten omtrent de verblgfplaatsen waren be
komen, kon tot verdrgving worden overgegaan.
Daartoe rukten den 20sten September twee
patrouilles van Kroeng Raba uit. De eerste pa
trouille trof den vgand ten oosten van Glé Aron
aan in eene grot, bij de bestorming waarvan do
commandant, de le luitenant der marechaussees
C. F. A. Wagener,1 zwaar gewond werd, en enkele
mindere militairen sneuvelden en vorwond
raakten. Wel werd versterking bekomen, maar
het late uur, waarop deze de patrouille be
reikte, noopte den troep den nacht in het ter
rein te big ven doorbrengen, hetgeen geschiedde
zonder door den vijand te worden verontrust.
Den volgenden morgen keerde de troep te
Kroeng Raba terug met een verlies van drie
dooden, onder wie luitenant Wagener, die aan
zijne wonden was overleden, en acht gewonden.
De tweede patrouille vond den vijand in een
der grotten de Goeha-Teroes van de Glé
Betoes. Bij den aanval sneuvelde de le-luit.
der infanterie J. van Greuningen en vier min
deren, terwijl nog vier minderen werden ge
wond. De vijand wist door een uitgang aan do
achterzgde der grot te ontkomen. De vgande-
lijke benden moeten, volgens ontvangen be
richten, zes dooden en negen gewonden hebben
bekomenonder de dooden wordt genoemd
Panglima Lehman, onder de gewonden Pan
glima Saman.
Hoewel in de IX Moekims eenige spanning
heerschte door het verblijf der benden in de
IV en VI Moekims,- werd de rust er niet ver
stoord de posten Lampeneroet en Lamreng van
de geconcentreerde stelling werden opgeheven.
Wat de weergesteldheid betreft, heerschte er
d veranderlijke wind met flinke regenbuien.
In het militaire hospitaal kwamen de navol
gende choleragevallen voorRestant op 11
September 1897 1 Europeaan, die overleed.
Sedert kwamen geen gevallen voor.
Van elders werden geene gevallen dezer
ziekte meer bericht.
Ziekte onder het vee. Te Kroeng Raba deden
zich gevallen voor van runderpest onder het
slachtvee der bezetting.
Het chölera-rapport over de afdeeling
Semarang luidt als volgt:
restant zieken op 10 September 51, bijgeko*
hoogen entreeprijs van f 2.25 en f 1.75
noodig, wij hebben het al meer gezegd, omdat
gezelschappen als dat van Le Gras en Haspels
een betrekkelijk hooge uitkoopsom moeten
vragen en de schouwburg te klein is om dan
den prijs lager te kunnen stellen is be
grijpelijk. Maar is dien meer gefortuneerden
het aanschouwen van eerste-artisten niet wat
meer waard
Het was jammer en weinig aanmoedigend,
dat er nog zoo heel veel plaatsen onbezet
waren, juist op de rangen waar van groote
belangstelling had moeten blijken
Of is onze meermalen geuite vrees bewaar
heid en is nu op nieuw bewezen dat er voor
onzen, betrekkelijk kleinen kring te veel is
geweest, vooral in den laatsten tijd, en dat aan
de behoefte aan kunstgenot op tooneelgebied
wordt voldaan door de tien abonnements-voor-
stellingen, die gegeven worden
Het is mogelijk.
Maar dan zullen de leden der Vereeniging
met den langen naam zeker voor 't vervolg
ook .geen hooge verwachtingen koesteren om
trent de financieele resultaten van haar optreden
en zich gaarne eenige opoffering getroosten om
hun, die dit wenschen, afwisseling te verschatten
en te doen genieten van iets buitengewoons,
dat men anders hier niet te zien ofte hooren krijgt.
Anderen,-die:,van dat pogen mede génieten,
zullen- de -Vereeniging -daarvoor zeker dank
baar zijn.