MIDDELRIRGSCHE COURANT. NV 252. 140® Jaargang. 1897. Dinsdag 26 October. Déze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 25 Oct. 8 u. vm. 40 gr. 12 u. 52 gr., av. 4 u. 57 gr. F. Verw. tam. kr. O. wind. Advërtentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentie20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van It—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regeï. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advert en tlè'n bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Terneuzen; M. de Jonge; te Rotterdam: Nijgh van Ditmab. Middelburg 25 October. gen mét de christelijke beginselen, waarvan men altijd zoo hoog opgeeft LEERPLICHT. EEN MEER DAN VERDIENDE BESTRAFFING. Naar aanleiding der discussie in de Tweede Kamer over het al of niet toelaten van den heer Van Gilae liad De Standaard de vrijpos tigheid genomen om te wijzen op de houding van „enkele warme liberalen", die zich in de kamerzitting van 15 October „het lot van den heer Van Gilse aantrokken." Déze uitdrukking heeft mr P. Brooshooft terecht warm gemaakt. „Blijkbaar", schrijft hij in zijn Nederlander „ia daarmee bedoeld, dat zij den heer Van Gilse stelden boven de vraag naar recht, en deze bedoeling is bijna onbeschaamd, na de door ieder met verbazing en ergernis aanschouwde, tot heden in onze parlementaire usantiën on bekende, partijdigheid der commissie (De Sa- vornin Lohman, Bahlmann, Van Bylandt), die niet slechts het gebeurde met de kiezers Dou- ma en Cnossen zoo uadeelig mogelijk voor den heer Van Gilse interpreteerde, maar het ten nadeele van den heer Heemskerk strekkende briefje, bedoeld in het adres Feenstra, eenvou dig trachtte achterwege te houden en ook zou hebben gehouden, indien niet de heeren Kerdijk en Drucker het hadden voor den dag gebracht. „Deze géheele geschiedenis, ook reeds het Opwarmen tot de indiening der bezwaren, is zoo weinig eervol voor de clerioale partij, dat De Standaardnaar mr P. B. doet opmérken, „veeleer dan de houding van anderen te gis pen, maar liever zeer beseheiden het zwijgen er toe moest doen." Eeno enkele toelichting onzerzijds achten wij niet overbodig, om de zonderlinge houding dier commissie eens nader in het licht te stellen. Zij moest, zooals hierboven reeds is gezegd, door den heer Kerdijk opmerkzaam gemaakt worden op genoemd adres van den heer Feenstra c. s., waarin werd beweerd dat het stembureau te Woudsend „een stembiljet, waarop de witte cirkeltjes vóór de namen van de heeren mr Van Gilse en Heemskerk donker waren gemaakt, als een uitgebracht op den heer Heemskerk had beschouwd, omdat de stip vóór zijn naam het zwartste was." Dc commissie verklaarde op bladz. 3 van haar rapport zulk een biljet niet te hebben ge- vónden. De heeren Kerdijk en Drucker von den het daarentegen dadelijk. Nu kan het gebeuren dat een briefje, bij avondlicht gezien en na reeds honderden te voren bekeken te hebben, geheel anders toe schijnt bij daglicht, 'of omgekeerd. In deze kan dus eene dwaling allicht plaats hebben. Maar de houding der commissie komt in een geheel ander licht, als men let op de weifelende verzekering van den heerDeSavorninLohmari, in de zitting der kamer afgelegd. „Ik wil wél erkennen", zeide hij, „dat, toen het pakket van Woüdsend Werd opengemaakt, en onderzocht, ik niet gedacht heb aan het adres van den lieer Budolf Feeiistra. Wij hebben die kaarten precies zoo behandeld als de andere kaarten „Wanneer mijne herinnering mij jiiet bedriegt, is de aandacht wel een oogenblik op dit biljet gevestigd, maar onmiddellijk heeft <le commissie unaniem gezegd, afgaande op al doze beslissin gen, die zij genoiuen had: neen, 'het is duide lijk, die man is de bedoelde". Wij hebben met opzet eènige woorden ge cursiveerd, die als curiositeit dienen; vereeuwigd te worden! Want wat blijkt daaruit? De bewuste commissie van onderhoek heèit niet eens gedacht adü een der drié adressen, waarop zij vooral te letten had. Zij ging alles nauwkeurig na wat ten voor- deele van den heer Heemskerk, een verwant van haar, kon zijn, maar zij vergat dit te doen met een adres, dat niet in diens belang, maar wel in dat der andere partij, den heer Van Gilse, was. Aan zulk eën adres verwaardigde zij si er hts „een oogénblik" hare aandacht te wijden. Hoe dient de handelwijze van zulk een com missie gequalificeerd te worden? Verdient zij niet ten volle de bestraffing, die haar hierboven wórdt toegediend Jé ?qlk een handeling1 ook overmen te bren Terwijl het wetsontwerp op den leerplicht nog niet eens is ingediend, wordt er reeds tegen de invoering van dien noadzakelijken maat regel eene beweging, op touw gezet, die vol doende bewijst hoezeer men hem aan zekere zijde vreest. Wat zal het worden wanneer eenmaal d« minister zijn plannen in een vasten vorm ons ter beoordeeling aanbiedt Dan zal met grof geschut worden opgetrok ken, om zooveel mogelijk te verhinderen, dat de jeugd worde gedwongen de hoogst noodige ontwikkeling te verkrijgen. Allerlei drogredenen worden nu reeds tegen leerplicht aangevoerd, redenen, die slechts dienen om het eigenlijke hoofdmotief van den tegenstand te verbergen. Wanneer de clericale bladen eenvoudig ver klaarden wij zijn tegen leerplicht, want hoe ontwikkelder de jeugd wordt, hoe meer de kans bestaat dat onze partij, onze aanhang hun invloed verliezenwij stonden op zuiver terrein. Als zij verzekerden dat invoering van leerplicht voor hunne bijzondere scholen be zwaren oplevert, uithoofde van de verplichtingen die dan van zelf in meerdere mate op hen zullen rusten wij zouden dit beamen. Maar dat doet men niet. Men werpt het over een anderen boeg. Men spreekt van onderdrukking van het bijzonder onderwijs; waarvan in bet geheel geen sprake is. De ouders toch blijven geheel vrij in de keuze van de school, waarheen zij hunne kinderen willen zenden. Al beroept men zich, zooals wij deden, op Zwitserland, het land, waar die maatregel uit stekend werkt, het baat niet. Men heeft een ander voorbeeld bij de hand. Italië, waar dè leerplicht reeds in 1877 ingevoerd werd! Daar is het aantal analphabeten schrikbarend hoog zoo verzekert het Haagsche Dagblad. Dan is het in ons land heel wat beter. Wel kent men Hier geen algemeene analphabeten- statistiek, maar wij hebben er een van de recruten. Die bedraagt thans nog geen 5% en Italië brengt het met schooldwang nog maar tot 38.94 op 100 recruten in 1894; 56.74 in 1871; 47.74 in 1881 en 40.25 in 1891. Wacht even, roept A. K. in het Sociaal Weekblad uit. Wie zulke liedjes te goeder trouw zingen, schijnen een paar kapitale dingen te vergeten. Vooreerst, dat vergelijking met een land als Italië alléén dan iets beteekenen zou, wanneer voor den daadwerkelijken invloed van een wet op den leerplicht niet onmisbare voorwaarde ware, te worden uitgevoerd, in stede van voor negen tienden een doode letter te zijn. Even goed kan men het onbeduidende van kinine voor koortBbestrljding betoogen met het voor beeld van een gezin, waar de flesch met dat artsenijmiddel gewoonlijk ongebruikt in de kast blijft staan. Voorts, dat, al gaf onze recruten-statistiek reden tot voldaanheid zoowel als tot dankbaar heid voor zooveel de ingelijfden bij de militie betreft, daarmede nog niets zou zijn bewezen ten aanzien van de meisjes, bij wie èn het ge regelde èn de duur van het schoolbezoek schier overal nog heel wat mèer te wenschèn overlaten, dan bij de jongens, terwijl toch de toekomst van ons volk uiterst zorgelijk blijft, indien niet ook de aanstaande huisvrouwen en moeders tot eéu hooger peil van ontwikkeling worden gebracht. Bovendien, dat bij het verzamelen van gege vens voor die recruten-statistiek een zeer povere maatstaf wordt aangelegd. Analphf heeten zij, die bij hun in-dienst-treden „noch lezen noch schrijven kondei". Maar houd eens navraag in de kazernes, wat hieronder wordt verstaan, en hoe spoedig de manschappen er worden ingedeeld bij de categorie van wèl kunnen lezen en schrijven. Waarlijk, wanneer het er slechts op aankwam, dat eën ieder eenige, nauw-ontcijferbare hanepooten zetten of met zuchten en spellen een paar woorden zooge naamd lezen kon, dan zonden wij niet alleen koud blijven ter zake van den leerplicht, maar zelfs betwijfelen, of het uitgeven van millióenën voor bet volksonderwijs gerechtvaardigd ware1 Eindelijk, dat, ofschoon de vooruitgang in ernstige resultaten van bet onderwijs, onmis kenbaar en verblijdend, voor een groot deel zijn oorzaak heeft in verbeterd schoolbezoek, uit deze verbetering geenszins mag worden ge concludeerd tot de verwachting, to dien opzichte een inderdaad bevredigenden toestand to kun nen en te zullen bereiken. Alreeds 2b jaren geleden, in de dagen van wijlen het Nederlandsch Schoolverbond, is de onjuistheid van zoodanige conclusie ampel betoogd en aangetoond. Aan vankelijk werd dit toenmaals door de vrienden van dat verbond niet toegegeven maar de écn voor en de ander na is er van overtuigd ge raakt door ervaring. Zou dan thans werkelijk nog eens met sommigen van het inmiddels toongevend geworden geslacht hetzelfde debat moeten worden gevoerd AIb het niet anders kan, zal men zich, ter wille van het doel, de vervelende moeite wel moeten getroosten. Maar wij hebben er, eerlijk bekend, weinig neiging toe. En ook te goeden dunk van onze lezers, om het noodig te achten voor hèn." Terecht merkt K. opMet vrij groote zeker heid kan worden voorspeld, dat soortgelijke liedjes nog wel meer zullen worden gehoord, vóórdat de wet op den leerplicht de haven van het Staatsblad zal hebben bereikt. de intendanten, tot kapitein-intend. de eerste- luit.-kwartierm. W. A. C. Bijvoet van het 3e reg. vest.-art.bij de kwartiernu, tot eerste- luit.-kwartierm. bij zijn tegenwoordig korps de tweede-luit.-kwartierm. L. J. H. Heyman van het reg. inf.; is benoemd tot commandant van het korps pontonniers de majoor H. M. Engelhard van het le reg. vest-art. De minister van marine brengt ter kennis van belanghebbenden, dat voor vier artsen, Nederland» zijnde, die den leeftijd van dertig jaren niet hebben overschreden, de gelegenheid bestaat om als officier van gezondheid der 2e klasse bij de zeemacht te worden aangenomen, onder verplichting het rijk minstens gedurende acht achtereenvolgende jaren te dienen en onder genot eener premie van 5600, nit te betalen bij de indiensttreding. Voor nadere inlichtingen verwijzen wij naar de St. Ct van Zondag en Maandag. PROF. Mr. TREUB OVER DEN MINISTER PIERSON. Prof. Treub houdt in hetzelfde weekblad nog een kleine nabetrachting op het 3e internatio nale congres voor coöperatie, onlangs te Delft gehouden, en speciaal op de rede, waarmede de lieer Pierson, minister van financiën, het con gres opende. Hetgeen prof T. hier van den tegenwoordigen premier zegt, verdient vooral opmerking, na de scherpe, wijze, waarop hij zich in de rede, uitgesproken bij het aanvaarden van zijn professoraat te Amsterdam, over den minister uitliet i Hij schrijft„Wat de heer Pierson zeide wa,s meer en was beter, heal wat beter dan een of- ficieele gelegenheids-speech. En. het belang rijkste deel van zijn rede. was niet gericht tot de congresleden van de overzijde onzer grenzen, maar was bedoeld voor de Nederlandsche coöpe- rators en voor het Nederlandsche publiek in het algemeen. Of de minister van oordeel was, dat er zijn die hem conservatiever hebben afge schilderd dan hij is en of hij het een onge zochte gelegenheid vond te Delft daartegen op te komen, weet ik niet. Maar wel weetik, dat ik hem met onverdeelde belangstelling en met vrijwel volledige instemming hoorde, toen hij, zich kantende tegen het veronderd Manchester- dom, het onomwonden uitsprak geen tegen stander te zijn van staatstusschenkomst in sociaal-economische aangelegenheden het onomwonden uitsprak, dat in de volkshuishou ding èn de staat èn de individuen een taak hebben te vervollen en dat aan ieder daarin eén eigen sfeer van werkzaamheid toekomt, het onomwonden uitsprak, dat het even een zijdig, even gevaarlijk is de roeping van den staat, als drager van de belangen der gemeen schap, als die van de individuen als verzor gers hunner eigen belangen, In de organisatie van het economisch leven te miskennen. Zie, at had het congres geen ander beteekenis, dan dat Pierson, als minister, met de klaarblijke lijke bedoeling ronduit te zeggen, dat men bij hem geen principieele bezwaren tegen staats interventie op sociaal-economisch gebied heeft te vréezen, heeft gèsproKen gelijk hij sprak,, dan' zou alleen daardoor voor ons, Nederlanders, hét Delftsche congres van blijvend belang zijn- Dat een man als Pierson, op de plaats die hij thans inneemt, zóó beslist alle principieele tegenkanting tegen staatstusschenkomst van zich afwerpt, is een verschijnsel dat evenkeh- merkend als gelukkig is te achten." BESOEMINGES ENZ. Bij kon. besluit. zijn benoemd tot ontvanger der directe be lastingen enz.te Rijp e. a. A. W. Udo, ont vanger te Wieringente Pernis c. a. J. D. Vreede, sum. uit de dir. Amsterdamte Heyt- huysen A. J. van Eek, sum. nit de dir. Rotterdam te Dinxperlo J. C. BuTgersdijk, snrn. nit de dir. Zwolle; te 's Heerenberg J. C. A. Cazius, surn. uit de dir. 's Hertogenboschte Makkuin e. a. L. J. Smeets, sum. uit de dir. Maastricht te Zweelo c. a. W. G. S. L. de Vletter, sum. nit de dir. Amsterdamte Tubbergen c. a. P. J. J. Motké, sum. uit de dir. Amsterdamte Well H. H. Stultiens, kommies-verificateur der le categoriete Tiel (buitengemeenten) H. J. Hamer, ontvanger te Wijchen c. a.tè Leeuwar den A. Volkmaars, ontvanger te Uithuizen c. a. te Onderdendam c. a. J. H. Roggenkamp, ont vanger te Stadskanaal c. a.te Groonlo c. a. A. W. T. Berends, ontvanger te Blokzijl c. a. zjjn benoemd bi) bet pers. der mil. adm. b{j ATJEH. De jongste mail, dt. 23 Sept. nit Oost- In d i ontvangen, brengt eenig nader bericht omtrent het verdrijven van den vijand bij Lamteh, waarbij, gelijk de telegraaf reeds meldde, de luitenants J. v. Greuningen en C. F. H. Wagener zijn gesneuveld. De laatstgenoemde was voor zijn kloek ge drag op Atjeh pas den 27en Mei gedecoreerd met de Militaire Willemsorde, welke hem den tienden Sept., dus nog geen twee weken vóór zijn dood, te Kota-Radja, plechtig werd uitge reikt door den overste Van Heutsz. Daar het aantal gesneuvelde officieren in verhouding steeds veel grooter is dan dat der manschappen, heeft dit geleid tot de meening, dat de Atjeher zich in het bijzonder toelegt op het treffen der eerstbedoelden, Door deskun digen echter wordt de omstandigheid meer toe geschreven aan het feit, dat, bij aanraking met den vijand, de officieren de troepen voorgaan en ook op andere wijze meer aan het vuur zijn itgesteld by directe aanvallen en handge meen, komen zij ook gewoonlijk het eerst met den vijand in contact. Intnsschen vreest het Bat. Nieuwsblad, dat na al het voorgevallene Toekoe Oemar moei lijker dan ooit zal te bereiken zjjn. „De oude kwaal, toch zegt het blad, heeft ons weer te pakken gehad. Men was nl. gewaarschuwd, had berichten van voorgenomen vijandelijkhe den ontvangen zoo althans de van verschil lende zyden ontvangen mededeelingen niet liegen doch stoorde zich. daaraan niet en zond patrouilles op groote afstanden langs wegen, die er als voor geschapen zijn om den troep in een hinderlaag te doen vallen. Nu zal men vermoedelijk weer zeer krachtig optreden doch, zoóals ik zei, het is te vreezen dat Toekoe Oemar en zijn benden dat optreden niet zullen afwachten. Hij' kent ons door en door en zal van de oude onuitroeibare fout, die door onze heele geschiedenis loopt, wel nu en dan op zijn manier profiteeren." Er zijn, zooals men weet, den 24en Septem ber drie compagnieën van het 12de bataljon over zee naar Lhong vertrokken om Toekoe Oemar den pas af te. snijden. kleine zaal van het Schuttershof alhier als spreker op de heer M. Valk van Loosduinen; die op duidelijke en bevattelijke manier de; naar veler gelooven, ongerechtvaardigde ver oordeeling van de gebroeders Hoogerhuis trachtte in het licht te stellen. Een talrijk publiek woonde de bespreking bij. Met algemeene stemmen werd ten slotte dë volgende motie aangenomen „De openbare vergadering, uitgeschreven door den Middelburgschen Bestuurdersbond, gehouden op Zondag 24 October in de zaal van het Schuttershof De Edele Handboog te Middelburg; gehoord de verschillende besprekingen van het proces der gebroeders Hoogerhuis te Beetgum keurt de wijze, waarop bovengenoemd proces is gevoerd, ten sterkste af; is van meening dat de wettige en overtuigende bewijzen voor hunne veroordeeling ontbreken en acht deze dus onrechtvaardig en ongemo tiveerd spreekt als bare overtuiging uit, dat de on middellijke invrijheidstelling der drie gedeti neerden is een eisch van menschelijkheid en recht." Nog werd besloten dat de Rond een schrijven aan de moeder van de drie gebroeders Hooger huis zal richten, waarin medegevoel met het leed van haar en hare zoons wordt betuigd. Een collecte voor de moeder bracht/' 3.33 op. De gemeenteraad van Westkapelle besloot Zaterdag het tractement van den veld wachter J. A. Guiran van 350 op ƒ400 te UIT STAD EN PROVINCIE. .Zooals onzen lezers uit eene dezer dagen in ons blad opgenomen advertentie bekend kan zijn, heeft de firma Kleeuwens en Zn, uitgevers te Goes, het voornemen om binnenkort in den handel te brengen een album met lichtdrukken van de mooiste gezichten in de hoofdplaats van Zuid-Beveland. Wij hebben een paar proefbladen onder de oogen gehad en verklaren gaarne dat die keurig net zijn uitgevoerd. Hetalbum mot smaakvol bewerkt omslag zal 16 lichtdrukken bevatten, die o. a. in beeld brengen de sociëteit van V. Q. V., de Noordzijde van de Vest, den Oostwal, de Turfkade, de Grootekade, de Groote Markt, het Stadhuis, de Ned. Herv. kerk, de hoofdstraten en een blik geven op het orgel in de Ned. Herv. kerk en in de raadzaal van 't stadhuis. De prijs is laag gesteld, zoodat dit album zich bijzonder eigent om aan Goesenaars, hen dip ®r vroeger gewoond of vertoefd hebben, als souvenir cadeau te geven, of door dezen aan geschaft te worden. Naar men ons heden meldt, geeft het gezel schap van den Rotterdamscbe TVt'oli-schonwbnrg Donderdag a. voor zijn eerste abonnements voorstelling te Middel bu rg, in. afwij king van zijn oorspronkelijk voornemen De Zwerver van Richepin. Het is te hopen dat dit geen verandering zal brengen in het, reeds lang bekende plan van het gezelschap Le. Gras en Haspels om dit stuk Donderdag 4 November hier te g€ met Willem van Zuylen in de hoofdrol en met medewerking van mevrouw Beersmans. Zondag voormiddag trad, op uitnoodiging vandenMiddelburgschtn bestuurdersbond, inde Verder werden vastgesteld nieuwe verorde ningen op den hoofdelijken omslag, het markt- geld, het begrafenisrecht, het schoolgeld en de leges ter secretarie, en eene wijziging van die op de hondenbelasting. Bij ministerieele resolutie zijn met ingang van 1 November a. s. bevorderd tot de le categorie de verificateurs 2e cat. J. J. Risseeuw te Rotterdamtot verif. 3e cat. de kommiezen verif. de le cat. X. A. Schuit, die tevens ver plaatst is van Hanswee rt naarHarlingcn tot- kommies-verif. 2e cat. die der 3e cat. Den Braber te Vlissingcn en Hazenberg te Zierikzee. Door den gemeenteraad van B r u i n i s 8 e werd in zijne vergadering van Vrijdag de verordening op de heffing der opcenten op de personeele belasting definitief vastgesteld op: 50 opc. van de perceelen die de hunrw. van 75 niet te boven gaan55 van die wier huurw. meer dan ƒ75 en niet meer dan 112.50 bedraagt; 60 van die van 112.50 tot niet meer dan 15065 van die van 150 tot niet meer dan ƒ187.5070 van die van ƒ187.50 en meer, alsmede van de aanslagen die niet naar den grondslag der huurwaarde geheven worden. De subsidie van het burgerlijk armbestuur is, overeenkomstig advies van Ged. Staten, van 550 tot 800 verhoogd. Ingevolge haar verzoek werd de jaarw. der onderwijzeres mejuffrouw A. W. van der Berge verhoogd met 50 en derhalve gebracht op 550. Een post van 45 werd uitgetrokken voor het aanschaffen van herinnerings-medailles voor de schoolkinderen bij de huldiging der Konin gin in 1898. De gemeente-begrooting voor 1898, overeen komstig het rapport der commissie van onder zoek, eenigszin8 gewijzigd, werd voorloopig vastgesteld in ontvangst'en uitgaaf op ƒ22.552,07 met een post voor onvoorziene nitgaven ad 1133.691/* en een hoofdelijke omslag ad 4500. In de Vrijdag namiddag te Aarden- b u r g gehouden zitting van den raad waren, behalve den voorzitter, slechts 4 leden tegen woordig. Door lien werd o. a. afwijzend be schikt op een verzoek der stoomtram-maat schappij Breskens-Maldeghem om verkoop en rooiing van een olm, nabij haar laadspoor bui ten de Kaaipoort. Het raadsbesluit tot instelling eener veemarkt op Woensdag, waartegen door Gedeputeerde Staten bedenkingen zijn geopperd, bleef ge handhaafd, zoodat thans de beslissing door de regeering zal worden gevraagd. De gemcente-begrooting, voor 1898 bedra gende in ontvang en uitgaaf 15434.63 met een post voor onvoorziene uitgaven ad 955.62, werd vastgesteld, waarbij o. a. werd besloten tot verkoop van 34 olmen in de weide van F. J. Buijsse én van 13 populieren in den toegang der weide van V. Martens. Verder werden nog eenige administratieve besluiten genomen. Het is ons niet mogelijk om van alle ge. meenten uit Zeeland berichten op te nemen omtrent het vaststellen der jaarlijksche be- gTootingen. Onze correspondenten gelieven ons die dus niet te zenden, maar liever in plaats van dorre cjjfere one te melden wanneer

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 1