MIDDELRIRGSCHE COURANT.
NV 252.
140® Jaargang.
1897.
Dinsdag
26 October.
Déze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., ƒ2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 25 Oct. 8 u. vm. 40 gr. 12 u. 52 gr.,
av. 4 u. 57 gr. F. Verw. tam. kr. O. wind.
Advërtentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentie20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van It—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regeï.
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advert en tlè'n bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te Terneuzen; M. de Jonge; te Rotterdam:
Nijgh van Ditmab.
Middelburg 25 October.
gen mét de christelijke beginselen, waarvan
men altijd zoo hoog opgeeft
LEERPLICHT.
EEN MEER
DAN VERDIENDE BESTRAFFING.
Naar aanleiding der discussie in de Tweede
Kamer over het al of niet toelaten van den
heer Van Gilae liad De Standaard de vrijpos
tigheid genomen om te wijzen op de houding
van „enkele warme liberalen", die zich in de
kamerzitting van 15 October „het lot van den
heer Van Gilse aantrokken." Déze uitdrukking
heeft mr P. Brooshooft terecht warm gemaakt.
„Blijkbaar", schrijft hij in zijn Nederlander
„ia daarmee bedoeld, dat zij den heer Van
Gilse stelden boven de vraag naar recht, en
deze bedoeling is bijna onbeschaamd, na de door
ieder met verbazing en ergernis aanschouwde,
tot heden in onze parlementaire usantiën on
bekende, partijdigheid der commissie (De Sa-
vornin Lohman, Bahlmann, Van Bylandt), die
niet slechts het gebeurde met de kiezers Dou-
ma en Cnossen zoo uadeelig mogelijk voor den
heer Van Gilse interpreteerde, maar het ten
nadeele van den heer Heemskerk strekkende
briefje, bedoeld in het adres Feenstra, eenvou
dig trachtte achterwege te houden en ook zou
hebben gehouden, indien niet de heeren Kerdijk
en Drucker het hadden voor den dag gebracht.
„Deze géheele geschiedenis, ook reeds het
Opwarmen tot de indiening der bezwaren, is
zoo weinig eervol voor de clerioale partij, dat
De Standaardnaar mr P. B. doet opmérken,
„veeleer dan de houding van anderen te gis
pen, maar liever zeer beseheiden het zwijgen
er toe moest doen."
Eeno enkele toelichting onzerzijds achten wij
niet overbodig, om de zonderlinge houding
dier commissie eens nader in het licht te stellen.
Zij moest, zooals hierboven reeds is gezegd,
door den heer Kerdijk opmerkzaam gemaakt
worden op genoemd adres van den heer
Feenstra c. s., waarin werd beweerd dat het
stembureau te Woudsend „een stembiljet, waarop
de witte cirkeltjes vóór de namen van de
heeren mr Van Gilse en Heemskerk donker
waren gemaakt, als een uitgebracht op den
heer Heemskerk had beschouwd, omdat de stip
vóór zijn naam het zwartste was."
Dc commissie verklaarde op bladz. 3 van
haar rapport zulk een biljet niet te hebben ge-
vónden. De heeren Kerdijk en Drucker von
den het daarentegen dadelijk.
Nu kan het gebeuren dat een briefje, bij
avondlicht gezien en na reeds honderden te
voren bekeken te hebben, geheel anders toe
schijnt bij daglicht, 'of omgekeerd. In deze kan
dus eene dwaling allicht plaats hebben.
Maar de houding der commissie komt in een
geheel ander licht, als men let op de weifelende
verzekering van den heerDeSavorninLohmari,
in de zitting der kamer afgelegd. „Ik wil wél
erkennen", zeide hij, „dat, toen het pakket van
Woüdsend Werd opengemaakt, en onderzocht,
ik niet gedacht heb aan het adres van den lieer
Budolf Feeiistra. Wij hebben die kaarten precies
zoo behandeld als de andere kaarten
„Wanneer mijne herinnering mij jiiet bedriegt,
is de aandacht wel een oogenblik op dit biljet
gevestigd, maar onmiddellijk heeft <le commissie
unaniem gezegd, afgaande op al doze beslissin
gen, die zij genoiuen had: neen, 'het is duide
lijk, die man is de bedoelde".
Wij hebben met opzet eènige woorden ge
cursiveerd, die als curiositeit dienen; vereeuwigd
te worden!
Want wat blijkt daaruit?
De bewuste commissie van onderhoek heèit
niet eens gedacht adü een der drié adressen,
waarop zij vooral te letten had.
Zij ging alles nauwkeurig na wat ten voor-
deele van den heer Heemskerk, een
verwant van haar, kon zijn, maar zij vergat
dit te doen met een adres, dat niet in diens
belang, maar wel in dat der andere partij, den
heer Van Gilse, was.
Aan zulk eën adres verwaardigde zij si er hts
„een oogénblik" hare aandacht te wijden.
Hoe dient de handelwijze van zulk een com
missie gequalificeerd te worden?
Verdient zij niet ten volle de bestraffing, die
haar hierboven wórdt toegediend
Jé ?qlk een handeling1 ook overmen te bren
Terwijl het wetsontwerp op den leerplicht
nog niet eens is ingediend, wordt er reeds tegen
de invoering van dien noadzakelijken maat
regel eene beweging, op touw gezet, die vol
doende bewijst hoezeer men hem aan zekere
zijde vreest.
Wat zal het worden wanneer eenmaal d«
minister zijn plannen in een vasten vorm ons
ter beoordeeling aanbiedt
Dan zal met grof geschut worden opgetrok
ken, om zooveel mogelijk te verhinderen, dat
de jeugd worde gedwongen de hoogst noodige
ontwikkeling te verkrijgen.
Allerlei drogredenen worden nu reeds tegen
leerplicht aangevoerd, redenen, die slechts
dienen om het eigenlijke hoofdmotief van den
tegenstand te verbergen.
Wanneer de clericale bladen eenvoudig ver
klaarden wij zijn tegen leerplicht, want hoe
ontwikkelder de jeugd wordt, hoe meer de
kans bestaat dat onze partij, onze aanhang
hun invloed verliezenwij stonden op zuiver
terrein. Als zij verzekerden dat invoering van
leerplicht voor hunne bijzondere scholen be
zwaren oplevert, uithoofde van de verplichtingen
die dan van zelf in meerdere mate op hen
zullen rusten wij zouden dit beamen.
Maar dat doet men niet.
Men werpt het over een anderen boeg.
Men spreekt van onderdrukking van het
bijzonder onderwijs; waarvan in bet geheel
geen sprake is. De ouders toch blijven geheel
vrij in de keuze van de school, waarheen zij
hunne kinderen willen zenden.
Al beroept men zich, zooals wij deden, op
Zwitserland, het land, waar die maatregel uit
stekend werkt, het baat niet. Men heeft een
ander voorbeeld bij de hand. Italië, waar dè
leerplicht reeds in 1877 ingevoerd werd!
Daar is het aantal analphabeten schrikbarend
hoog zoo verzekert het Haagsche Dagblad.
Dan is het in ons land heel wat beter. Wel
kent men Hier geen algemeene analphabeten-
statistiek, maar wij hebben er een van de
recruten. Die bedraagt thans nog geen 5%
en Italië brengt het met schooldwang nog
maar tot 38.94 op 100 recruten in 1894;
56.74 in 1871; 47.74 in 1881 en 40.25 in 1891.
Wacht even, roept A. K. in het Sociaal
Weekblad uit.
Wie zulke liedjes te goeder trouw zingen,
schijnen een paar kapitale dingen te vergeten.
Vooreerst, dat vergelijking met een land als
Italië alléén dan iets beteekenen zou, wanneer
voor den daadwerkelijken invloed van een wet
op den leerplicht niet onmisbare voorwaarde
ware, te worden uitgevoerd, in stede van voor
negen tienden een doode letter te zijn. Even
goed kan men het onbeduidende van kinine
voor koortBbestrljding betoogen met het voor
beeld van een gezin, waar de flesch met dat
artsenijmiddel gewoonlijk ongebruikt in de kast
blijft staan.
Voorts, dat, al gaf onze recruten-statistiek
reden tot voldaanheid zoowel als tot dankbaar
heid voor zooveel de ingelijfden bij de militie
betreft, daarmede nog niets zou zijn bewezen
ten aanzien van de meisjes, bij wie èn het ge
regelde èn de duur van het schoolbezoek
schier overal nog heel wat mèer te wenschèn
overlaten, dan bij de jongens, terwijl toch de
toekomst van ons volk uiterst zorgelijk blijft,
indien niet ook de aanstaande huisvrouwen en
moeders tot eéu hooger peil van ontwikkeling
worden gebracht.
Bovendien, dat bij het verzamelen van gege
vens voor die recruten-statistiek een zeer povere
maatstaf wordt aangelegd. Analphf
heeten zij, die bij hun in-dienst-treden „noch
lezen noch schrijven kondei". Maar houd eens
navraag in de kazernes, wat hieronder wordt
verstaan, en hoe spoedig de manschappen er
worden ingedeeld bij de categorie van wèl
kunnen lezen en schrijven. Waarlijk, wanneer
het er slechts op aankwam, dat eën ieder eenige,
nauw-ontcijferbare hanepooten zetten of met
zuchten en spellen een paar woorden zooge
naamd lezen kon, dan zonden wij niet alleen
koud blijven ter zake van den leerplicht, maar
zelfs betwijfelen, of het uitgeven van millióenën
voor bet volksonderwijs gerechtvaardigd ware1
Eindelijk, dat, ofschoon de vooruitgang in
ernstige resultaten van bet onderwijs, onmis
kenbaar en verblijdend, voor een groot deel
zijn oorzaak heeft in verbeterd schoolbezoek,
uit deze verbetering geenszins mag worden ge
concludeerd tot de verwachting, to dien opzichte
een inderdaad bevredigenden toestand to kun
nen en te zullen bereiken. Alreeds 2b jaren
geleden, in de dagen van wijlen het Nederlandsch
Schoolverbond, is de onjuistheid van zoodanige
conclusie ampel betoogd en aangetoond. Aan
vankelijk werd dit toenmaals door de vrienden
van dat verbond niet toegegeven maar de écn
voor en de ander na is er van overtuigd ge
raakt door ervaring. Zou dan thans werkelijk
nog eens met sommigen van het inmiddels
toongevend geworden geslacht hetzelfde debat
moeten worden gevoerd AIb het niet anders
kan, zal men zich, ter wille van het doel, de
vervelende moeite wel moeten getroosten. Maar
wij hebben er, eerlijk bekend, weinig neiging
toe. En ook te goeden dunk van onze lezers,
om het noodig te achten voor hèn."
Terecht merkt K. opMet vrij groote zeker
heid kan worden voorspeld, dat soortgelijke
liedjes nog wel meer zullen worden gehoord,
vóórdat de wet op den leerplicht de haven van
het Staatsblad zal hebben bereikt.
de intendanten, tot kapitein-intend. de eerste-
luit.-kwartierm. W. A. C. Bijvoet van het 3e
reg. vest.-art.bij de kwartiernu, tot eerste-
luit.-kwartierm. bij zijn tegenwoordig korps de
tweede-luit.-kwartierm. L. J. H. Heyman van
het reg. inf.;
is benoemd tot commandant van het korps
pontonniers de majoor H. M. Engelhard van
het le reg. vest-art.
De minister van marine brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat voor vier artsen,
Nederland» zijnde, die den leeftijd van dertig
jaren niet hebben overschreden, de gelegenheid
bestaat om als officier van gezondheid der 2e
klasse bij de zeemacht te worden aangenomen,
onder verplichting het rijk minstens gedurende
acht achtereenvolgende jaren te dienen en onder
genot eener premie van 5600, nit te betalen
bij de indiensttreding.
Voor nadere inlichtingen verwijzen wij naar
de St. Ct van Zondag en Maandag.
PROF. Mr. TREUB OVER DEN
MINISTER PIERSON.
Prof. Treub houdt in hetzelfde weekblad nog
een kleine nabetrachting op het 3e internatio
nale congres voor coöperatie, onlangs te Delft
gehouden, en speciaal op de rede, waarmede de
lieer Pierson, minister van financiën, het con
gres opende. Hetgeen prof T. hier van den
tegenwoordigen premier zegt, verdient vooral
opmerking, na de scherpe, wijze, waarop hij zich
in de rede, uitgesproken bij het aanvaarden
van zijn professoraat te Amsterdam, over
den minister uitliet i
Hij schrijft„Wat de heer Pierson zeide wa,s
meer en was beter, heal wat beter dan een of-
ficieele gelegenheids-speech. En. het belang
rijkste deel van zijn rede. was niet gericht tot
de congresleden van de overzijde onzer grenzen,
maar was bedoeld voor de Nederlandsche coöpe-
rators en voor het Nederlandsche publiek in het
algemeen. Of de minister van oordeel was, dat
er zijn die hem conservatiever hebben afge
schilderd dan hij is en of hij het een onge
zochte gelegenheid vond te Delft daartegen op
te komen, weet ik niet. Maar wel weetik, dat
ik hem met onverdeelde belangstelling en met
vrijwel volledige instemming hoorde, toen hij,
zich kantende tegen het veronderd Manchester-
dom, het onomwonden uitsprak geen tegen
stander te zijn van staatstusschenkomst in
sociaal-economische aangelegenheden het
onomwonden uitsprak, dat in de volkshuishou
ding èn de staat èn de individuen een taak
hebben te vervollen en dat aan ieder daarin
eén eigen sfeer van werkzaamheid toekomt,
het onomwonden uitsprak, dat het even een
zijdig, even gevaarlijk is de roeping van den
staat, als drager van de belangen der gemeen
schap, als die van de individuen als verzor
gers hunner eigen belangen, In de organisatie
van het economisch leven te miskennen. Zie,
at had het congres geen ander beteekenis, dan
dat Pierson, als minister, met de klaarblijke
lijke bedoeling ronduit te zeggen, dat men bij
hem geen principieele bezwaren tegen staats
interventie op sociaal-economisch gebied heeft
te vréezen, heeft gèsproKen gelijk hij sprak,,
dan' zou alleen daardoor voor ons, Nederlanders,
hét Delftsche congres van blijvend belang zijn-
Dat een man als Pierson, op de plaats die
hij thans inneemt, zóó beslist alle principieele
tegenkanting tegen staatstusschenkomst van
zich afwerpt, is een verschijnsel dat evenkeh-
merkend als gelukkig is te achten."
BESOEMINGES ENZ.
Bij kon. besluit.
zijn benoemd tot ontvanger der directe be
lastingen enz.te Rijp e. a. A. W. Udo, ont
vanger te Wieringente Pernis c. a. J. D.
Vreede, sum. uit de dir. Amsterdamte Heyt-
huysen A. J. van Eek, sum. nit de dir. Rotterdam
te Dinxperlo J. C. BuTgersdijk, snrn. nit de
dir. Zwolle; te 's Heerenberg J. C. A. Cazius,
surn. uit de dir. 's Hertogenboschte Makkuin
e. a. L. J. Smeets, sum. uit de dir. Maastricht
te Zweelo c. a. W. G. S. L. de Vletter, sum.
nit de dir. Amsterdamte Tubbergen c. a. P.
J. J. Motké, sum. uit de dir. Amsterdamte
Well H. H. Stultiens, kommies-verificateur der
le categoriete Tiel (buitengemeenten) H. J.
Hamer, ontvanger te Wijchen c. a.tè Leeuwar
den A. Volkmaars, ontvanger te Uithuizen c. a.
te Onderdendam c. a. J. H. Roggenkamp, ont
vanger te Stadskanaal c. a.te Groonlo c. a.
A. W. T. Berends, ontvanger te Blokzijl c. a.
zjjn benoemd bi) bet pers. der mil. adm. b{j
ATJEH.
De jongste mail, dt. 23 Sept. nit Oost-
In d i ontvangen, brengt eenig nader bericht
omtrent het verdrijven van den vijand bij
Lamteh, waarbij, gelijk de telegraaf reeds
meldde, de luitenants J. v. Greuningen en C. F.
H. Wagener zijn gesneuveld.
De laatstgenoemde was voor zijn kloek ge
drag op Atjeh pas den 27en Mei gedecoreerd
met de Militaire Willemsorde, welke hem den
tienden Sept., dus nog geen twee weken vóór
zijn dood, te Kota-Radja, plechtig werd uitge
reikt door den overste Van Heutsz.
Daar het aantal gesneuvelde officieren in
verhouding steeds veel grooter is dan dat der
manschappen, heeft dit geleid tot de meening,
dat de Atjeher zich in het bijzonder toelegt op
het treffen der eerstbedoelden, Door deskun
digen echter wordt de omstandigheid meer toe
geschreven aan het feit, dat, bij aanraking met
den vijand, de officieren de troepen voorgaan
en ook op andere wijze meer aan het vuur zijn
itgesteld by directe aanvallen en handge
meen, komen zij ook gewoonlijk het eerst met
den vijand in contact.
Intnsschen vreest het Bat. Nieuwsblad, dat
na al het voorgevallene Toekoe Oemar moei
lijker dan ooit zal te bereiken zjjn. „De oude
kwaal, toch zegt het blad, heeft ons weer te
pakken gehad. Men was nl. gewaarschuwd,
had berichten van voorgenomen vijandelijkhe
den ontvangen zoo althans de van verschil
lende zyden ontvangen mededeelingen niet
liegen doch stoorde zich. daaraan niet en zond
patrouilles op groote afstanden langs wegen,
die er als voor geschapen zijn om den troep
in een hinderlaag te doen vallen. Nu zal men
vermoedelijk weer zeer krachtig optreden doch,
zoóals ik zei, het is te vreezen dat Toekoe
Oemar en zijn benden dat optreden niet zullen
afwachten. Hij' kent ons door en door en zal
van de oude onuitroeibare fout, die door onze
heele geschiedenis loopt, wel nu en dan op
zijn manier profiteeren."
Er zijn, zooals men weet, den 24en Septem
ber drie compagnieën van het 12de bataljon
over zee naar Lhong vertrokken om Toekoe
Oemar den pas af te. snijden.
kleine zaal van het Schuttershof alhier als
spreker op de heer M. Valk van Loosduinen;
die op duidelijke en bevattelijke manier de;
naar veler gelooven, ongerechtvaardigde ver
oordeeling van de gebroeders Hoogerhuis
trachtte in het licht te stellen.
Een talrijk publiek woonde de bespreking bij.
Met algemeene stemmen werd ten slotte dë
volgende motie aangenomen
„De openbare vergadering, uitgeschreven door
den Middelburgschen Bestuurdersbond, gehouden
op Zondag 24 October in de zaal van het
Schuttershof De Edele Handboog te Middelburg;
gehoord de verschillende besprekingen van
het proces der gebroeders Hoogerhuis te
Beetgum
keurt de wijze, waarop bovengenoemd proces
is gevoerd, ten sterkste af;
is van meening dat de wettige en overtuigende
bewijzen voor hunne veroordeeling ontbreken
en acht deze dus onrechtvaardig en ongemo
tiveerd
spreekt als bare overtuiging uit, dat de on
middellijke invrijheidstelling der drie gedeti
neerden is een eisch van menschelijkheid en
recht."
Nog werd besloten dat de Rond een schrijven
aan de moeder van de drie gebroeders Hooger
huis zal richten, waarin medegevoel met het
leed van haar en hare zoons wordt betuigd.
Een collecte voor de moeder bracht/' 3.33 op.
De gemeenteraad van Westkapelle
besloot Zaterdag het tractement van den veld
wachter J. A. Guiran van 350 op ƒ400 te
UIT STAD EN PROVINCIE.
.Zooals onzen lezers uit eene dezer dagen
in ons blad opgenomen advertentie bekend kan
zijn, heeft de firma Kleeuwens en Zn, uitgevers
te Goes, het voornemen om binnenkort in den
handel te brengen een album met lichtdrukken
van de mooiste gezichten in de hoofdplaats van
Zuid-Beveland.
Wij hebben een paar proefbladen onder de
oogen gehad en verklaren gaarne dat die keurig
net zijn uitgevoerd.
Hetalbum mot smaakvol bewerkt omslag
zal 16 lichtdrukken bevatten, die o. a. in beeld
brengen de sociëteit van V. Q. V., de Noordzijde
van de Vest, den Oostwal, de Turfkade, de
Grootekade, de Groote Markt, het Stadhuis, de
Ned. Herv. kerk, de hoofdstraten en een blik
geven op het orgel in de Ned. Herv. kerk en
in de raadzaal van 't stadhuis.
De prijs is laag gesteld, zoodat dit album
zich bijzonder eigent om aan Goesenaars, hen
dip ®r vroeger gewoond of vertoefd hebben, als
souvenir cadeau te geven, of door dezen aan
geschaft te worden.
Naar men ons heden meldt, geeft het gezel
schap van den Rotterdamscbe TVt'oli-schonwbnrg
Donderdag a. voor zijn eerste abonnements
voorstelling te Middel bu rg, in. afwij
king van zijn oorspronkelijk voornemen De
Zwerver van Richepin.
Het is te hopen dat dit geen verandering
zal brengen in het, reeds lang bekende plan
van het gezelschap Le. Gras en Haspels om
dit stuk Donderdag 4 November hier te g€
met Willem van Zuylen in de hoofdrol en
met medewerking van mevrouw Beersmans.
Zondag voormiddag trad, op uitnoodiging
vandenMiddelburgschtn bestuurdersbond, inde
Verder werden vastgesteld nieuwe verorde
ningen op den hoofdelijken omslag, het markt-
geld, het begrafenisrecht, het schoolgeld en de
leges ter secretarie, en eene wijziging van die
op de hondenbelasting.
Bij ministerieele resolutie zijn met ingang
van 1 November a. s. bevorderd tot de le
categorie de verificateurs 2e cat. J. J. Risseeuw
te Rotterdamtot verif. 3e cat. de kommiezen
verif. de le cat. X. A. Schuit, die tevens ver
plaatst is van Hanswee rt naarHarlingcn
tot- kommies-verif. 2e cat. die der 3e cat. Den
Braber te Vlissingcn en Hazenberg te
Zierikzee.
Door den gemeenteraad van B r u i n i s 8 e
werd in zijne vergadering van Vrijdag de
verordening op de heffing der opcenten op de
personeele belasting definitief vastgesteld op:
50 opc. van de perceelen die de hunrw. van
75 niet te boven gaan55 van die wier
huurw. meer dan ƒ75 en niet meer dan 112.50
bedraagt; 60 van die van 112.50 tot niet
meer dan 15065 van die van 150 tot
niet meer dan ƒ187.5070 van die van ƒ187.50
en meer, alsmede van de aanslagen die niet
naar den grondslag der huurwaarde geheven
worden.
De subsidie van het burgerlijk armbestuur
is, overeenkomstig advies van Ged. Staten, van
550 tot 800 verhoogd.
Ingevolge haar verzoek werd de jaarw. der
onderwijzeres mejuffrouw A. W. van der Berge
verhoogd met 50 en derhalve gebracht op
550.
Een post van 45 werd uitgetrokken voor
het aanschaffen van herinnerings-medailles voor
de schoolkinderen bij de huldiging der Konin
gin in 1898.
De gemeente-begrooting voor 1898, overeen
komstig het rapport der commissie van onder
zoek, eenigszin8 gewijzigd, werd voorloopig
vastgesteld in ontvangst'en uitgaaf op ƒ22.552,07
met een post voor onvoorziene nitgaven ad
1133.691/* en een hoofdelijke omslag ad 4500.
In de Vrijdag namiddag te Aarden-
b u r g gehouden zitting van den raad waren,
behalve den voorzitter, slechts 4 leden tegen
woordig. Door lien werd o. a. afwijzend be
schikt op een verzoek der stoomtram-maat
schappij Breskens-Maldeghem om verkoop en
rooiing van een olm, nabij haar laadspoor bui
ten de Kaaipoort.
Het raadsbesluit tot instelling eener veemarkt
op Woensdag, waartegen door Gedeputeerde
Staten bedenkingen zijn geopperd, bleef ge
handhaafd, zoodat thans de beslissing door de
regeering zal worden gevraagd.
De gemcente-begrooting, voor 1898 bedra
gende in ontvang en uitgaaf 15434.63 met
een post voor onvoorziene uitgaven ad 955.62,
werd vastgesteld, waarbij o. a. werd besloten
tot verkoop van 34 olmen in de weide van F.
J. Buijsse én van 13 populieren in den toegang
der weide van V. Martens.
Verder werden nog eenige administratieve
besluiten genomen.
Het is ons niet mogelijk om van alle ge.
meenten uit Zeeland berichten op te nemen
omtrent het vaststellen der jaarlijksche be-
gTootingen. Onze correspondenten gelieven ons
die dus niet te zenden, maar liever in plaats
van dorre cjjfere one te melden wanneer