FEUILLETON.
ZIJN RIJKE VROUW.
BIJVOEGSEL
VA.U DE
Maandag 25 October 1897, no. 251.
Middelburg 23 October.
Stukken Gemeenteraad van Middelburg.
STRAAT- EN INKOMSTEN BELASTING.
'Naar aanleiding van liet advies der commissie
van financiën betreffende de door burg. en
weth. voorgedragen verordening tot heffing
van eene belasting wegens de gebouwde eigen
dommen, die zelve of wier aanhoorigheden
aan de openbare straten of wegen der gemeente
belenden, schrijven burg. en weth. aan den
raad het volgende
„Ad art. 1. Een definitie van het woord
„belenden" komt ons onnoodig voor. Het door
de commissie bedoelde water is nagenoeg altijd
óf eene aanhoorigheid van liet eigendom óf het
maakt eene integreerend deel uit van dien weg.
Ad art. Tegen de door dc commissie in
overweging gegeven aanvulling bestaat bij ons
geen overwegend bezwaar.
Ten aanzien van dit artikel echter geven wij
u bij nadere beschouwing van het voorloopig
opgemaakte kohier nog in overweging het
laatste lid van dat artikel te doen luiden
„Bij perceelen tot en met eene huurwaarde
van f 199 komt goene meerdere gevolbreedtc
dan van 5 meter, bij perceelen van eene huur
waarde van f 200 tot en met f 299 komt geene
meerdere gevelbreedte dan van 10 meter in
aanmerking."
Ad art. 5. Wij geven u in overweging (naar
wij vertrouwen, in den geest van het advies
der commissie) liever aan dat artikel toe te
voegen de woorden: „tl. die gedurende het be
lastingjaar meer dan zes maanden achtereen
onbewoond of ongebruikt zijn, mits bij den
aanvang en het einde hiervan schriftelijk worde
kennis gegeven aan burgemeester en wethouders
en deze voortdurend in staat worden gesteld
zich van de juistheid daarvan te overtuigen."
Ad art. 0. Om aan de hier door de commissie
gemaakte bedenking behoorlijk te gemoet te
komen achten wij ons niet wel in staat.
Wel echter wenschen wij u in overweging te
geven aan dat artikel nog toe te voegen de
volgende alinea
„De perceelen, welke in de niet aaneenge-
bouwde gedeelten van de wijken li tot en met
V staan en naar het oordeel van den gemeen
teraad geacht moeten worden geenerlei of zoo
goed als geenerlei genot te hebben van de in
art. 1 bedoelde straten of wegen en de ver
lichting, worden van de belasting vrijgesteld."
Wat nu aangaat het voorkomende in het
rapport der commissie betreffende de artt. 5
en G der door ons voorgedragen verordening
op de heffing cener plaatselijke directe belas
ting naar het inkomen in de gemeente merken
wij op, dat ook wij er niet zeker van zijn, dat
die verordening de vereischte koninklijke goed
keuring zal verkrijgen en vestigen wij uwe
aandacht op de redevoeringen, door den ex-
minister Van Houten in de vergadering dei-
Tweede kamer den 31 Maart 1897 gehouden, naar
aanleiding waarvan de tegenwoordige minister
Goeman Borgesius toen opmerkte, dat tot op
dat tijdstip in de Kamer vrij algemeen de op
vatting was, dat de regeering door de hijvoe
ging in art. 243, „afwijking van dezen regel is
geoorloofd" enz. te kennen wilde geven, dat
in bijzondere omstandigheden, vooral wanneer
de bestaande verordeningen meer progressie
toelaten, niet ruw zou worden ingegrepen,
maar die progressie, als zij maar niet aanmer
kelijk verschilde van de Benthamsclie, wel in
stand zou kunnen blijven. Intusschen zeide
toen de regeering dat dit de bedoeling niet
was en dat in geen geval meer progressie ge
oorloofd zijn zoude. Naar het schijnt is de
bedoeling alleen deze, dat kleine onregelmatig
heden, kleine afwijkingen van het Benthamsclie
stelsel, wat den vorm betreft, over het hoofd
40. Uit het Engelsch.
VAN
Mrs ALEXANDER
HOOFDSTUK XXII.
„Derk had mij", zoo vervolgde Celia, „in
het eerst wel lief en ik geloof dat het plicht
ware geweest, later te doen alsof het
nog zoo was, maar ik ben heel blij dat hij
het niet gedaan heeft. O Riversdale, praat
mij niet meer van liefde of trouwen. Ilc ge
loof dat wij volstrekt niet bij elkaar passen".
„Wat ben ik een ezel dat ik zoo gauw
gesproken heb. Nu heb ik mijn eigen zaak
bedorven. Vergeet als 't u blieft, dat ik zoo
dwaas ben geweest! Laat ons weer vrienden
zijn als voorheen. Ik beloof niet dat ik alle
hoop opgeef, maar ik zal n niet lastig vallen.
Verban mij niet uit uw bijzijn".
„Ik zou u erg missen, dat verzeker ik u
laat ons dit onderhoud vergeten en over
iets anders beginnen".
„Dank uIk zal mij voortaan behoor
lijk gedragen".
Zij spraken nog een poos over het
nieuwe huis totdat. Geertruida thuis kwam
en Riversdale afscheid nam. Celia dacht niet
zullen worden gezien. Daarentegen echter be
riep zich de minister (Van Houten) weer op
de belasting-verordening van Amsterdam, die
zijns inziens, ondanks enkele afwijkingen, wel
gehandhaafd zou kunnen worden. En hierte
gen merkte de heer Borgesius toch juist op,
dat men, de verordening op den hoofdelijken
omslag in Amsterdam inziende, zal moeten er
kennen dat dit nu juist geen pronkjuweel van
regelmatige progressie is.
Van dat alles waren wij ons bij het ontwer
pen der voorgedragen verordening bewust, doch
de bewuste laatste zinsnede van art. 243 lezen
de en herlezende, konden wij toen evenmin als
nu daaruit opmaken, dat de in vergelijking van
Amsterdam zoo geringe progressie, welke hier
is ingevoerd, daarmede in strijd zou zijn. Liefst
nu zouden wij die progressie behouden zien en
het is hierom dat bij den twijfel, in welke be-
teekenis bedoelde zinsnede dient te worden op
gevat, wij het maar geraden moeten blijven
achten de artikelen 5 en 6 onveranderd te laten
en eene beslissing van de regeering dienaan
gaande af te wachten."
Nog is bij den raad ingekomen een adres van de
naamlooze vewaootachapMidt/clhargscli e Bouw- en
VerhnirrmaatscJiappij, waarin zij te kennen geeft
dat zij zich door eene belasting wegens ge
bouwde eigendommen aan de openbare straat
belendende bezwaard gevoelt, omdat de meeste
eigendommen der vennootschap op contract zijn
verhuurd, waaronder er zijn op vijf jaren; dat
derhalve de heffing dier belasting in de eerste
jaren niet op de huurders is te verhalen en
alzoo geheel zal drukken op de vennootschap.
Van het bestuur der naamlooze vennootschap
de Concert- en Gehoorzaal te Middelburg is een
adres ingekomen, waarin het wijziging verzoekt
van het tarief voor de levering van duinwater
wat betreft de heffing voor brandkranen.
Met betrekking tot de adressen van den
Middelburgsehen bestmirdersbond en de arbei
ders kiesvereeniging Ontwikkelingbetreffende
maximum-arbeid en minimum loon, stellen burg.
en weth. voor, in verband met een vroeger
genomen besluit, adressanten mede te deelen
dat aan hunne verzoeken niet kan worden
voldaan.
BENOEMINGEN ENZ.
Bij kon. besluit
is benoemd tot raadsheer in den Hoogen
Raad der Nederlanden jhr inr S. Laman Trip,
thans president der arr. rechtbank te Zutphen
is benoemd tot reserve-tweede-luit. bij bet
wapen der inf., en wel bij het 8e reg. inf., de
vaandrig I. H. Misset, van genoemd regiment
is benoemd tot ridder in de orde van den
Nederlmdschen Leeuw de gepensionneerde O.-I.
hoofdambtenaar J. H. Scliuylenburg, voorzitter
der commissie, ingesteld om den minister van
koloniën van advies te dienen omtrent hetgeen
gedaan zou kunnen worden tot verbetering van
den toestand van de kolonie Curasao, inzon
derheid van hare financiën en van het rechts
wezen op de onderhoorige eilanden
is ingesteld eene staatscommissie, aan welke
is opgedragen te onderzoeken, welke maatrege
len behooren te worden genomen ter voorko
ming van, voor de volksgezondheid schadelijke
verontreiniging der openbare wateren en van
dit onderzoek verslag uit te brengen, eventueel
onder bijvoeging van een of meer wetsontwer
pen met memorie van toelichting
en zijn benoemd tot lid en voorzitter dier
commissie mr A. F. baron van Lynden, refe
rendaris bij het dep. van binnenlandsche zaken,
te 's Gravenhagetot lid en lsteu secretaris J.
Menno Huizinga, inspecteur voor het genees
kundig staatstoezicht voor Zuid-nolland, te
's Gravenhagetot lid en 2den secretaris II.
Wortman, ingenieur van den rijks-waterstaat,
te 's Gravenhagetot ledendr. L. Aronstein,
hoogleeraar aan de Polytechn. school te Delft
II. E. de Bruyn, hoofdingenieur, belast met den
algemeenen dienst van den rijkswaterstaat, te
's GravenhageII. F. Bultman, lid van de Eerste
kamer, voorzitter van het Nederlandsch Lmd-
bouw-comité, te Haarlemmermeermr H. A.
Hooft, hoofdcommies bij het dep. van water
staat, enz. te 's Gravenhage; mr II. Ph. de
Kanter, advocaat en procureur te Haarlem
dr J. Ariëns Kappers, directeur van de R. II.
B., lid van den geneesk. raad voor Friesland
en Groningen, te Leeuwardendr II. P. Kap-
teyn, geneeskundige, lid van den geneesk. raad
verder aan dit onderhoud, maar verdiepte zich
geheel in het meubileeren van haar huis en
toen het gereed was, werd zij met bezoeken
overstroomd. Zij was zoo opgewekt en vroo-
lijk, dat Lady Mary er verbaasd van was toen
zij in de stad kwam en ook een en al bewon
dering voor den goeden smaak, dien Celia aan
den dag legde hij de keuze van haar huisraad,
haar toilet en hare rijtuigen, ofschoon niets
overdreven weelderig of kostbaar was.
„Mevrouw Rivers zal wel veel overhou
den", zei Damer tot zijn vrouw.
„Wel mogelijk. Ik ben zoo blij, dat zij
geen zweem van geldtrots bezit; maar zij
geeft heel veel weg, geloof ik."
„Zegt Geertruida dat?"
„Neen, die vertelt niets, maar uit enkele
gegevens heb ik toch wel begrepen, dat Celia
veel behoeftigen bijstaat, vooral arme edel
lieden."
„Zij zal veel beetgenomen worden."
„Daar heeft Riversdale het ook altijd
over."
„Hij stelt veel belang in haar."
Na verloop van een paar maanden was Celia
algemeen bekend in de groote wereld. Voor
eerst werd haar rijkdom overdreven. Voorts
verleende haar intimiteit met Lady Mary haar
een zekeren glans en dan gaf haar onverschil
ligheid voor alle vleierij haar een groote mate
van onafhankelijkheid.
voor Gelderland en Utrecht, te Abcoude-Baam-
bruggeH. J. Loviuk, directeur der Neder-
landsche Heidemaatschappij te Wageningen; dr
W. P. Ruysch, adviseur voor de medische en
veterinaire politie bij het dep. van binnenl.
zaken, te 's Gravenhagedr C. H. H. Spronck,
hoogleeraai- aan de Rijks-universiteit te Utrecht;
mr E. de Vries, dijkgraaf van het hoogheem
raadschap van Rijnland, te Leiden.
UITZENDING INDIE.
Als een flinke daad van den minister van
koloniën brengt de beer R. A- van Sandick in
Iitsulinde hem warme hulde voor de mededee-
ling in de jjfpats-Courantdat in de 3 eerst
volgende jaren telkens gerekend kan worden
op de uitzending van 10 jongelieden, die hier te
lande voor het grootamhtenaar-examen geslaagd
zijn. Nu weten zij, die op de Indische inrich
ting studeeren, ten minste eenige jaren to vo
ren, waaraan zij zich hebben te houden. De
vooruitzichten voor hen zegt de heer v. S.
zijn voorzeker niet schitterend. Maar de
minister heeft de zenuwachtige gejaagdheid en
onrust opgeheven, die het Indische sensatie-
bericht (dat er in de eerste vier jaar geen amb
tenaren zouden worden uitgezonden volko
men onnoodig, hier te lande had opgewekt.
Uit naam van allen, die in de Indische instel
ling belangstellen, wordt aan minister Cremer
daarvoor dank gebracht.
ONDERWIJS.
De heer W. L. L. Carol, geboren te
Middelburg, legde aan de universiteit te
Amsterdam, met gunstig gevolg liet le natuur
kundig examen af.
Donderdag vierde, onder vele blijken van
belangstelling, de heer L. J. Soeterste St.-An-
n al and den dag, waarop hij vóór 25 jaar de
betrekking van onderwijzer in die gemeente
aanvaardde.
Van onderwijzers uit het eiland Tholen, den
gemeenteraad, gemeente ambtenaren en school
kinderen uit zijn klasse ontving hij fraaie ca-
deaux's avonds werd hem door het muziek
gezelschap een serenade gebracht.
Mei. M. A. de Haas te Buiksloot slaagde
te Haarlem voor het examen vrije- en orde
oefeningen der gymnastiek.
De collecte voor de Scholen met den Bijbel
bracht dit jaar op te Aagtekerke f 32.75,
Biezelinge met Kapelle en Eversdijk f 58.75
en te Biggekerke met Meliskerke, Mariakerke
en Krommenhoeke f 50.65.
Onder de nagiften komt voor Vlissingen met
f 11, en Zaamslag met f 12.02.
KERKNIEUWS.
De heer dr Wagenaar, predikant bij de
Geref. gem. B te Arnhem, heeft het beroep naai
de Geref. gem. C te Middelburg aange
nomen.
Van de onlangs zooveel geruchtmakende
rechtszaak tegen den predikant van Kapelle,
die voor eenigen tijd te K1 o e t i n g e een
huwelijk inzegende zonder 'schriftelijk bewijs
van den ambtenaar van den burgelijken stand,
dat bet huwelijk voltrokken was volgens de
wet, zal niets lcomen, omdat, naar men aan de
G. Crt. meldt, de bevoegde rechter ze te onbe
duidend acht. Een storm in een glas water dus
RECHTSZAKEN.
De Amsterdamsclie rechtbank veroordeel
de Vrijdag twaalf personen wegens bet stuk
slaan van ruiten in de gevangenis aan den
Amstelveenscken weg tot 4 maanden gevan
genisstraf. De eisch was, evenals bij vorige ge
vallen, 6 maanden.
Door de rechtbank te Alkmaar is een sla
gersknecht, die een hondje moedwillig den
staart afsneed, na het dier in de slachtplaats
gelokt te hebben, veroordeeld tot drie weken
gevangenisstraf.
Verschillende Berichten.
De kapitein van het Oost-Indische leger
J. II. A. P. Overman, die, volgens uit Indië
ontvangen bericht, te Atjeli is overleden, trad
in 1879 op 18-jarigen leeftijd als cadet in dienst
aan de Kon. Mil. Academie, werd 10 Juli 1883
benoemd tot 2e-luit. der inf. van genoemd leger
en vertrok nog in datzelfde jaar naar Indië.
Kort na zijne bevordering tot le-luit., den
9en Juni 1888, vertrok hij naar Atjeli, waar
Hare Woensdagavonden waren zeer bezocht
en het regende steeds uitnoodïgingen voor
haar en Geertruida, maar zij sloegen stand
vastig alle bals en groote partijen af.
Dank zij haar vriendschap met Preston
kwamen er ook verscheiden letterkundigen bij
haar aan huis, zoodat Geertruida zich ontzaglijk
gelukkig en dankbaar gevoelde, dat zij het zoo
goed getroffen had, ofschoon zij steeds voorzag
dat de plaats van den ontrouwen echtgenoot
eenmaal weer ingenomen zou worden. Zij vond
Preston den meest geschikten man voor Celia
en twijfelde geen oogenblik aan zijn gezind
heid maar zou Celia willen
HOOFDSTUK XXIII.
Zoo waren er meer dan twee jaren kalm en
gelukkig voorbijgegaan, toen op zekeren avond
Lord Riversdale verscheen met een langen,
mageren man, met een gebruind gelaat, zwart
haar en droeve oogen, dien hij voorstelde als
dr Maclean.
„Een oud vriend van ons, niet waar,
Geertruida?" voegde bij er bij. Celia zag dat
zij bloosde en verbleekte terwijl zij hem de
hand gaf en zei„Ja, een vriend dien ik in
lang niet gezien heb."
„Ik dacht dat Maclean nooit weer terug
kwam" zei Riversdale„maar nu wil hij zich
na al zijne onderzoekingsreizen in Londen
vestigen."
„Na veel wederwaardigheden is de for
hij aan onderscheidene krijgsverrichtingen heeft
deelgenomen. In 1895 ging hij met verlof naar
Nederland, bracht zijn verloftijd grootendeels
door te Breda, werd daar 14 Oct. van dat
jaar benoemd tot kapitein en keerde verleden
jaar naar Indië terug, alwaar hij kort na zijn
aankomst te Atjeli werd gedetacheerd, waar
hij thans op 3Gjarigen leeftijd is overleden.
De overledene was drager van het eereteeken
voor belangrijke krijgsbedrijven.
De minister van justitie stelt met allen
ernst en veel ijver een onderzoek in naar de
zaak der gebroeders Hoogerhuis. Bij zijn be
zoek aan de gevangenis te Leeuwarden bezocht
hij een der gebroeders.
In de algemeene vergadering van het
Genootschap ter bevordering der natuur-, genees-
en heelkmdc, Woensdag te Amsterdam gehou
den, is o. a. tot lid benoemd de heer C. L. M.
Lambrechtsen van Ritthem, civiel-ingenieur, di
recteur van publieke werken te Amsterdam.
Aan den Amsterdamseheu raad is voor
gesteld de beide gasfabrieken te naasten (iets
dat 18 miljoen zal kosten) en de fabrieken in
eigen beheer te nemen.
Aan de eene zijde van de Raadhuistraat,
tusschen de Heeren- en Keizersgracht aldaar,
zal een winkelgalerij worden gebouwd. De
gemeente zal den grond daar voor f 150 de M2.
verkoopen.
De Amsterdamsche kamer van koophan
del had in haar verslag over 1896 o.a. gezegd
„Verschillende fabrikanten verlieten ons land
en vestigden zich te Antwerpen, alwaar de
loonstandaard veel lager is
Het hoofdbestuur van den Diamantwerkers-
bond weerspreekt dit en zegt dat in 1896 geen
enkele diamantfabrikant zijn bedrijf van Am
sterdam naar Antwerpen verplaatst beeft. En
evenmin is het waar, dat te Antwerpen de
loonstandaard veel lager is sommige tarieven
zijn er ongetwijfeld lager dan te Amsterdam,
doch de loonen, door de werklieden daar ge
middeld verdiend, zijn stellig niet lager in
tegendeel.
Een hoofdgrief van het hoofdbestuur is, dat
berichten, als die van verhuizing van verschil
lende fabrikanten naar Antwerpen, meer en
meer de mecning ingang doen vinden, dat het
de werklieden-organisatie is, die door haar op
treden de fabrikanten verjaagt en de nijverheid
vernietigt, terwijl, naar de meening van het
hoofdbestuur, inderdaad het tegendeel het
geval is.
De eigenaar van Sonsbeek, de heer Van
Heeckeren te Arnhem heeft, volgens nadere
mededeeling van Het Fad., al zijn eigendom
men bij de stad, waaronder ook het gansche
landgoed met heerenhuis, boerderijen enz., uit
de hand verkocht aan den heer H. Kooy Jr,
medevennoot van een combinatie, die onder
den naam van de Russische houthandel uitge
breide zaken drijft in dat materiaal met Rusland.
Ook zijn het landgoed Vrijland, waarop de
heer Van Heeckeren in den laatsten tijd ver
blijf houdt en het Deelen-woud bij Schaars-
bergen onder zeker voorbehoud in deze over
dracht begrepen.
Velen hopen (en waarschijnlijk de koopers
ook) dat de gemeente Arnhem het binnen den
muur gelegen Sonsbeek zal overnemen en het
zoo behouden zal blijven voor de wandeling.
Voor de huldebetooging der gezamenlijke
Nederlandsche liefhebberij-muziekgezelschappen
(harmonie- en fanfare-korpsen) bij gelegenheid
der a. s. kroningsfeesten hebben zich tot heden
reeds meer dan 200 gezelschappen tot deelne
ming aangemeld Eene vergadering der voor
zitters dezer gezelschappen zal binnenkort te
Utrecht of Arnhem plaats hebben. Alsdan zal
een definitief bestuur worden gekozen en vast
gesteld worden, wanneer, waar en op welke
wijze de betooging zal plaats hebben. In geen
geval kan deze op den feestdag zelve gehou
den worden, daar dien dag de gezelschappen
in hun eigen gemeente noodig zullen zijn tot
opluistering van te houden festiviteiten.
Een tegenvaller. De eerste maal dat
een circa 4 a 5 meter groote spiegelruit in het
venster van een nieuw magazijn te Dordrecht
werd ingezet nu 14 dagen geledenstootte
deze tegen het kapitéel van een der ijzeren
kolommen, zoodat zij aan scherven viel. Don
derdag arriveerde een nieuwe spiegelruit en
zonder ongevallen werd die in een minimum
van tijd ingezet. Het gevaarlijke werk was
afgeloopende schilders waren bezig de ruit
schoon te maken, en de timmerlieden om de
tuin mij eindelijk gunstig geweest, en nu wil
ik beproeven of ik in de hoofdstad praktijk
kan krijgen. Dat is altijd mijn streven ge
weest ik weet niet of gij u nog herinnert
dat ik u vroeger wel eens mijne wenschen
daaromtrent heb meegedeeld?", vroeg hij aan
Geertruida.
„Ja, dat herinner ik mij," zei zij met een
zucht. Maclean nam naast haar plaats en zij
spraken zacht samen, terwijl Riversdale aan
Celia vertelde, dat hij de zoon was van hun
ouden dokter, en een speelnoot uit zijn jeugd,
die als scheepsdokter op zee was gegaan en
nooit meer iets van zich had laten hooren.
„Hij placht Geertruida's cavalier te zijn",
voegde hij er ten slotte bij.
„Zoo waarlijkzei Celia.
„Hij heeft gisterenavond bij mij gegeten
en vertelde lieel interessant van zijne reizen.
Hij is in onderhandeling met een ouden dokter
in Bloomsbury om zijn praktijk over te nemen.
„Zoo, zoozei Celia op een bezorgden
toon.
„Ja, juist", antwoordde de ander met een
veelbeteekenenden blik.
Celia lachte, maar het vermoeden, dat bij
haar gewekt was, vervolgde haar steeds en
werd ook'4spoedig bewaarheid. Nadat dr Mac
lean een paar keer bij haar gedineerd had,
deelde Geertruida haar met. eenige aarzeling
mede, dat zij het aanzoek had aangenomen
van haren ouden aanbidder, die indertijd zijn
schroeven van het deksel, waarmede de kist
was gesloten geweest, daarin te slaan (in plaats
van te draaien), toen op eens een hamer van
den steel vloog en den benedenhoek der pas
geplaatste ruit verbrijzelde.
Door de Rotterdamsche politie is, in eene
inrichting van een caféhouder aan de Gedempte
Botersloot, een vrouw aangehouden, die zich
met haar elfjarig zoontje door inbraak toegang-
tot dat café verschaft had. Om binnen te ko
men was de knaap door het raampje van het
privaat geklommen en had, eenmaal binnen,
voor zijne moeder de deur geopend. Dit was
reeds de tweede maal, dat beiden daar inbraken.
In de woning der vrouw werden verschillende
voorwerpen, aan den caféhouder hehoorende, in
beslag genomen. Verdacht van medeplichtig
heid is ook gearresteerd de man die met de
vrouw samenwoonde.
Bij de loting voor de nationale militie te
Leidschendam waren vele lotelingen zwaar be
schonken. Een jongeling uit de gemeente Vern
is door het overmatig gebruik van sterken
drank plotseling overleden. Op de kermis te
Venendaal beet bij een vechtpartij een boei
den neus van zijn tegenpartij af.
Naar aanleiding van het bericht, dat te
's-Gravenhage een gewezen brievenbesteller ge
arresteerd zou zijn, betrapt op het lichten van
brievenbussen, meldt men nu weer dat er nog
geen arrestatie plaats had, en dat alles nog
slechts op praatjes berust.
Te Voorburg doen zich gevallen van
typhus voor. Men wil de oorzaak zoeken in
besmette melk.
Te Rijswijk is een man van de in gang
zijnde stoomtram gesprongen, waardoor hij viel
en een hersenschudding bekwam.
Te Utrecht mist men sedert eenige dagen
den directeur van de Utrechtsche Tramweg-
maatschappij men wil dat hij de stad verlaten
heeft zonder orde op zijne zaken te stellen.
Audientiën van kamerleden zijn niets bij
zonders en komen meer voor, maar zeldzaam
is het wel dat een burgemeester officieel „ter
kennis brengt" dat een kamerlid in de raad
zaal „zitting zal houden, ten einde lien, die
dit mochten verlangen, in de gelegenheid te stel
ten hem te spreken". Dit geval heeft zich te
Ilindeloopen voorgedaan.
De brigadier-titulair der ryksveldwacht te
Ooyen is Donderdag van verdere rechtsvervol
ging ontslagen.
Een woestaard heeft in het Limburgsclie
dorp Gruitrode bij een twist zijn tegenstander
met een stalen riek in het lichaam gestoken,
zoodat de ingewanden zichtbaar werden. De
ongelukkige bleef op de plaats dood. De dader
is onmiddellijk in hechtenis genomen.
Op een examen moet onlangs het volgen
de zijn voorgevallen
„Wat weet ge van de werking van de
milt?" vraagt een professor aan een candidaat,
die examen in de medicijnen doet.
„De werking van de milt stammelt deze,
die gevoelt, dat het voor een aanstaand medi
cus betamelijk is, daarmede niet onbekend te
zijn,, „ach, ja, professor, ik heb het geweten,
maar ik kan 't me op 't oogenblik volstrekt
niet herinneren.
Rampzaligeroept de hooggeleerde hem
toe, „geen starveling heeft het ooit geweten,
en jij, die het wist, jij gaat het vergeten
Aan het Belgische grensstation Esschen
zijn weder 64 stuks vee uit Nederland voor den
invoer in België geweigerd. Slechts een enkel
stuk vee werd verdacht verklaard, waarop de
geheele lading werd afgekeurd en naar Neder
land teruggezonden. De teleurgestelde koop
lieden, die de beesten op de Tielsche markt
duur hadden gekocht, gaven in hun spijt dan
ook volmondig te kennen, dat zij den handel
in Hollandsch vee onmogelijk kunnen volhou
den. Twintig verdachte beesten zijn Donderdag
nacht te Roosendaal in eene schuur geslacht.
Het bericht omtrent de opheffing der le
klasse op de Belgische Staatsspoorwegen moet
in een opzicht worden verbeterd. Er is nl.
besloten dat de tweede klasse wordt afgeschaft,
maar dat de rijtuigen le klasse voortaan in het
gebruik komen voor het vervoer van reizigers
tegen 2e lclasse-vrachtprijzen. Maar in elk ge
val zullen er voortaan slechts twee klassen zijn.
Als de tegenstanders van overheidsexploi-
tatie van vervoermiddelen langs statistischen
weg het nut van particuliere exploitatie zullen
willen aantoonen, dan beleven zij een gouden
land had verlaten, omdat hij niet kon blijven
in de nabijheid van haar, die boven zijn bereik
was. Dit was dus de reden waarom Geertruida
een oude vrijster was geworden.
„Hij heeft eenig geld overgelegd", zei zij
en neemt met de praktijk ook het huis van
zijn voorganger over."
„Watin BloomsburyDat is vreeselijk
ver weg!"
„Wat doet er dat toe
„O, Geertruida! Wat zijt gij verliefd"
riep Celia uit en zij lachten beiden hartelijk.
Het huwelijk werd in alle stilte voltrokken
en daar Geertruida geen afscheid had te nemen
van een ouderlijk huis of dierbare bloedver
wanten, was Celia verwonderd dat zij bij al
haar geluk toch zoo aangedaan was toen zij
vertrok.
„Neem haar mee", had zij Lady Mary in
gefluisterd „zij zal zich zoo akelig eenzaam
voelen, als ik weg ben. Het is geen inbeel
ding van mij. Neem haar mee
„Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan,
maar ik zal het beproeven".
Tot haar verbazing nam Celia de uitnoodi-
ging terstond aan. Den volgenden dag ver
trokken zij naar Damerhof.
Het verblijf aldaar was echter niet zoo opvroo-
lijkend voor Celia als Lady Mary gedacht had.
Er werden te veel herinneringen opgewekt»
maar zij liet het niet blijken. Alleen Preston,