MIDDELBIIRGSCHE COURANT.
XT. 249.
140" Jaargang.
1897.
Vrijdag
22 October.
Middelburg 21 October.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg '21 Oct. 8 u. vm. 52 gr. 12 u. 56 gr.,
av. 4 u.55 gr. F. Verw. zwakke wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regei,
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te Terneuzen; M. db Jonge; te Rotterdam:
Nijgh van Ditmar.
Een uitspraak van den Raad van State
in zake het pensioen, toegekend aan
"een officier.'
In verband met het opstel, onder den titel
Bumor in oasa militant yan J. R., in ons Dom
mer van 28 Juni 11., achten wij het niet van
belang ontbloot hier, op het voetspoor van het
Militair Weekblad, een uitspraak mede té doelen
van den Raad vaii State, betreffende een reclame
van een officier, wegens het hem op advies
van den militairen pensioenraad toegekend pen
sioen, en de opmerkingen, door eveneens zekeren
R. daaraan toegevoegd.
Een officier wérd na af kètiringwegens
lichaamsgebreken (astma, rheumathiek eff ver
vroegde ouderdomsgebreken) op pensioen ge-
Bteld.. Niettegenstaande de dirigeergnde officier
van gezondheid, chef yan den militair genees
kundigen" dienst in het garnizoen en de inspec
teur van dat dienstvak in hunne verklaringen
geconstateerd hadden, dat de gebreken ontstaan
waren door den dienst, werd door den M. P.
Raad niet geadviseerd tot toekenning van het
vol pensioen (art. 14 wet 28 Aug. 1851 Stbl.
-no 129), maar tot het pensioenbedrag berekend
naar het aantal dienstjaren (art.. 15 dier wet.)
Die raad verklaarde in zijn advies: „dat, gé.
lijk genoemde inspecteur aanneemt, die.gebré
ken door' den dienst zouden zijn ontstaan, kan
de raad .echter door de overgelegde stukken
geenszins bewezen achten."
Nadat een verzoek aan Hare Majesteit was
ingediend om nopens zijne bezwaren den Raad
van State té hooren, wérd aan den reclamant
gelegenheid gegeven ter Secretarie van dien
Raad inzage te nemen van de bescheiden, be
treffende zijne zaak (waarvan door laatstge
noemden R., daartoe'door[eén gelegaliseerde en
geregistreerde verklaring van reclamant gemach
tigd, gebruik werd gemaakt) en zijne bezwaren
te doen kennen. Hierop werd dóór den officier
een memorie aan den Raad van State inge
diend, waarin verklaard werd, dat hij door
eigen ervaring eveneens ovèrtuigd was, dat
zijne gebreken door de dienstverrichtingen ont
staan en gaandeweg verergerd waren, en dat
hij vermeende dat hem, volgens art. 22 der wet
van 28 Augustus 1851 (Stbl. no. 129), vol pen
sioen toegekend had behooren te worden.
Volgens dat artikel moeten niet alleen de
aard en de gevolgen, maar ook de oorzaak der
lichaamsgebreken bij militair geneeskundig
onderzoek, dus door niemand anders, zijn
erkend.
Daar de M. P. Raad voor 5/7 gedeelte samen
gesteld is uit léden, die geen ondervinding van
den dienst bij de Landmacht hebben, en in
diens uitspraak genegeerd werd, dat de ge
breken door den dienst waren ontstaan, ver
trouwde men dat de Raad van State een be
slissing zoude nemen in do kwestie ofdeM. P.
Raad al dan niet, en op welke gronden, bevoegd
was af te wijken van de verklaring omtrent
het militair geneeskundig onderzoek, in art. 22
bedoeld.
Wie meenden, dat de rechtsquaestie, de
wetsinterpretatie door den Raad van State bij
een der eerste reclames, waarin zij wérd opge
worpen, zoude zijn uitgemaakt, zagen zich be
drogen. Die Raad stelde zich bij zijn advies,
zoowel op het ook voor hem onbekend terrein
van den militairen dienst, als op medisch ge
bied en adviseerde tot afwijzing van het ver
zoek om vol pensioen op grond„dat uit de.
geneeskundige verklaring van den chef van
dep geneeskundigen dienst bij het garnizoen
blijkt, dat de gebreken, waaraan reclamant
lijdt, met meer grond zijn toe te schrijven aan
zijn gestel, dan dat zij kunnen worden aange
nomen als een gevolg van de werkzaamheden,
aan zijne betrekking verbonden.",
Geen woord alzoo over art. 22, zegt R.
nu verder, geen syllabe over rechten na een
46jarige interpretatie van art. 41 der wet van
28 Augustus. 1851 (Stbl. no 128), geen wenk
aan den M. P. Raad om gelijke pensioenen,
toe te kennen als die vóór 1897 werden
verleend. Het resultaat van. het beroep is alzoo
in alle opzichten negatief, en zij, die meénen,
dat art. 22 geheel moet gevolgd worden, blijven
onbekend hoe het volgens rechtsgeleerden op
gevat dient te worden. Er is niet wederlegd,
dat als de aard en de gevolgen der lichaams
gebreken door den mil. geneesk. dienst doch
daarentegen de oorzaak door een ander lichaam
•wordt bepaald, het recht op het pensioen ver
kort wordt.
Nu er bij een college geen geloof wordt ge
hecht aan de verklaringen van de militaire
geneeskundigennu een ander college dat
•j Het luidtooriaak, de aard en de gevolgen
Don de verwonding, verminking, Wei»- of livhatunigebreken,
die recht op pentioen geven, moeten i\j militair geneet-
jtendig ondereoek egn erkend
sanctioneert door een redeneering als deze
enkele glasblazers kregen geen tering van hun
beroepvele glasblazers kregen wel tering,
doch omdat anderen het niet kregen moet het
bij de teringlijders toegeschreven worden aan
het gestelniet aan hun eigenaardig en gevaar
lijk .beroep; nu eene soortgelijke redeneering
op'militairen wordt toegepast, kunnen zij, die
reeds gereclameerd hebben en zij, die dit üog
zouden willen doen, zich niet vleien met een
gunstig, resultaat op hunne poging totrerhoo-
ging van hun pensioen. Een procedure is
wegens de groote kosten niet geraden, en zoo
verwachten wij in de toekomst alleen heil van
een herziening van de beide wetten van 1851,
en van een herziening van de pensioensbedragen
in dien zin, dat de bij do wet van 29 Mei 1877
(Stbl. no. 114) gestelde maxima reeds eerder
dan na 40-jarigen dienst verkregen kunnen
worden.
Reeds in den Militaire Gids no. 3 van dit
jaar, bij den aanvang van de pensioen-débacles,
werd een schéma gegeven hoe de kwestie in
en door of in en niet door den dienst veron-
zijdigd zou kunnen worden. Wij vermeenen
belangstellenden daarnaar te mogen verwijzen.
Met dit artikeltje is het alléén de bedoeling de
uitspraak van den Raad van State op een
reclame meer algemeen bekend te maken.
Gevaarlijk generaliseeren.
Bij de. behandeling van het adres yan ant
woord, op de troonrede verklaarde de afgevaar
digde voor Schoterland Van der: Zwaag, dat in
die rede de toestand des lands veel te roos
kleurig was geschilderd, en zeide o. a.„Al
moge ik nu hier zijn te midden van menschen,
die zich hebben gelaafd aan de verschillende
bronnen van wetenschap aan de academiën1, en
dus dienaangaande hun mindere zijn wan
neer het aankomt op wetenschap aangaande de
algemeene toestanden, opgedaan in den boezem
des volks, dan meen ik dat ik opweeg tegen
tien vah déze heeren, en dat ik krachtens deze
wetenschap het récht heb om te Spreken zoo
als ik?doe."
In het jongste nommer van het Soc. Weekblad
brengt mr A. Kerdijk deze opmerkingen ter
sprake. Hij erkent, dat er veel waars is in de
woorden van het lid voor Schoterland, maar
daar staat tegenover dat zij, die weinig of niet
buiten hun eigen kring treden, gevaar loopen
uit beperkte waarneming te snel algemeene
gevolgtrekkingen te maken. En nu leverde de
heer Van der Zwaag, volgens mr Kerdijk, door
zijn redevoering bij de troonrede hiervaneen
voorbeeld.
De heer V. d. Zwaag zeide o. a. dat spek
en vleesch, naar hij geloofde, lager genoteerd
zijn dan in vroegere jaren» In dat opzicht sprak
hij naar hij zeide van vroegere ervaring,
omdat hij slachter is geweest.
Met die bijvoeging wilde de heer Van der
Zwaag blijkbaar zeggen uit eigen waarneming
de meening te putten, dat er tegenwoordig door
het Nederlandsch volk minder vleesch en spek
wordt verbruikt, dan voorheen.
Die meening nu noemt de heer Kerdijk on
juist. Wel mogelijk, dat zij klopt op de werke
lijkheid in het kleine gedeelte des lands, hetwelk
de heer Van der Zwaag persoonlijk kent. Maar
dan ging hij toch overijld te werk, toen hij
daaruit eene gevolgtrekking afleidde voor ons
land in zijn geheel.
Indien de afgevaardigde voor Schoterland in
handen wil nemen het Onderzoek naar het ge
bruik van sommige voedings- en genotmiddelen
in 1895 uitgegeven door de centrale commissie
voor de statistiek, en indien hij, met behulp
van -het bureau dier commissie, de daarin ver
melde cijfers wil bijwerken voor het jongste
vijfjarig tijdperk 189296, dan zal hij wel is
waar zien, dat er, terzake van het vleeach-
verbruik door ons volk, geen volstrekt zekere
gegevens zijn maar hij zal toch ontwaren, dat
die gegevens, na zoo zorgvuldig mogelijke be
rekening en raming, tot eene meer bemoedi
genden slotsom voeren dan de zijne.
„Beginnen wij met rund- en kalfsvleesch.
Neemt men niet enkel in aanmerking het aantal
geslachte beesten, maar ook den in- en uitvoer
van versch en gezouten, gerookt en gedroogd
vleesch, dan vindt men over het tijdperk
18531896 de navolgende verhoudingscijfers
van verbruik per hoofd der bevolking in:
1853-56: 100; 1857-61: 98.17; 1862-66: 132.42;
1867-71145.211872-76153.43 1877-81
164.621882-86 -.151.831887-91166.67 en in
1892-96: 152.93.
Een zeer aanzienlijke vermeerdering dus, of
schoon niet zonder schommeling, en behoudens
laatstelijk, een achteruitgang, waarop ik zoo aan
stonds nog terugkom.
Een vermeerdering overigens, waarmede ge
paard gaat die van het verbruik van varkens-
vleesch. Terwijl ik aanstip, dat vermoedèlijk
het gemiddelde gewicht van varkens in den
loop der jaren evengoed gestegen is, als dat der
runderen, is de uitkomst der becijfering, door
de centrale commissie yooï de statistiek naar
zoo goed mogelijke schatting gemaakt, en met
inachtneming van verschillen tusschen in- en
uitvoer, deze, dat gemiddeld per 100 hoofd der
bevolking zijn verbruikt in: 1853-5611.33
stuks 1857-6111.38; 1862-66: 11.46; 1867-71:
11.52 1872-7613.941877-8114.23-1882-86:
13.64; 1887-91: 14.20; en in 1892-96:17.19
stuks.
ier derhalve, met éen enkele uitzondering,
een onafgebroken stijging, welke voor het
jongste tijdvak van vijf jaren zelfs buitenge
woon groot is geweest en mede in aanmerking
moet komen, waar de boven aangewezen daling
van het verbruik van rund- on kalfsvleesch in
datzelfde tijdvak de aandacht trekt.
Voor dit tijdvak moet trouwens, in verband
met die daling, nog op iets anders worden
gelet; namelijk op het, althans in sommige
steden toegenomen verbruik van paardevleesch,
hetwelk waarschijnlijk bij velen met minder
goed voorziene beurs in de plaats van rund
of kalfsvleesch is getreden. Nu ontbreken
algemeene gegevens daaromtrentmaar wij
weten toch, dat in de hieronder genoemde
steden zijn geslacht (na aftrek vanafgekeur.de)
gemiddeld in élk der jaren
Te Amsterdam van 188791 1974 stuks en
van 189296 2319 stuks, Rotterdam 1214. en
1643, Den Haag 474 en 1001, Utrecht 93 en
134, Haarlem 548 en 611, Arnhem 220 en 112,
Nijmegen 45 en 138, Gouda 164 en 192, totaal
dus van 8791 4732 stuks en van 9296
6150 stuks. Alles tè zamen genomen derhalve
stellig niet het resultaat, zöoals de heer Yan
der Zwaag had verwacht.
Men zou zoo schrijft mr Kerdijk ten
slotte men zou mijn bedoeling miskennen,
zoo men vermoedde; öat de lust, om dezen op
de vingers te tikken, mijn pen hóeft bestuurd.
Oök, zoo men onderstelde, dat ik het vleesch-
verbruik beschouw als een afdoenden of als den
meest-beteekenenden maatstaf van de volkswel
vaart. En evenzeer, zoo men meende, dat ik een
bijdrage wenschte te leveren voor een lofzang
op den econoiuischen' toestand van ons volk
al verblijdt mij elk teeken van vooruitgang,
al sluiten te velen, die vervuld zijn met zorg
of met ergernis over het heden, de óógen voor
verbetering ïn vergelijking met het verleden,
toch is die verbetering ook mij een magere
troost bij het aanschouwen en het overdenken
van toestanden op den huidigen dag.
Wat ik 'met deze regelen beoogde, is niets
dan ditdoor een voorbeeld ih het licht te
stellen, hoe gevaarlijk het is, voor een algemeen
oordeel af te gaan op hètgeën men weet, of
meent te weten, van zijn kleine, altijd beperkte
omgeving; en hoe noodig het is, voor een
ieder, voor den zoogenaamden man der praktijk
bovenal, zijn gezichtskring te verruimen met
de hulpmiddelen der wetenschap. Zouden er
niet Telen zijn in andere kringen zoowel als
in dien der werklieden, maar misschien onder
deze laatsten toch wel de meesten voor wie
die waarschuwing evenmin overbodig is als...
wellicht voor mijzelven er bij
TWEEDE K1HEH,
De uitslag van de Woensdag in het district
Enkhuizen plaats gehad hebbende verkiezing
voor een lid der Tweede kamer is dat' i
stemming moet plaats hebben tussehen de
heeren H. RAAT (R. Kath.) en A. KOOL(L.),
die respectievelijk 2625 en 2308 van de 6946
geldig uitgebrachte stemmen verkregen.
Verder waren uitgebracht op de heeren C.
Y. Gerritsen (Rad.) 1386 en N. Sluis (A.) 491
van buiten waren er velen gekomen om den
tooneelspeler-declamator te zien en te hooren.
De heer Van Zuylen, die echter nog zeer te
kampen had met zijne ernstige ongesteldheid,
had een dankbaar publiek en zeer veel succes.
Te Goes werd onlangs eene ham op
eene verkeerde vrachtkar gelegd, zoodat dit
voorwerp 's avonds zijne bestemming niet
bereikte. De eigenaar der verkeerde kar liet
het aan de noodige zorg voor juiste adresseer ing
ontbreken, naar aanleiding waarvan de ham
werd verbruikt in zijn eigen huis.
De bedoeling, welke daarbij voorzat, was
echter niet kwaad, daar hij de waarde van het
vleesch wilde vergoeden. Men werd het in-
tusschen niet eens over éen prijs, zoodat de
kwestie onopgelost bleef. Dientengevolge is
proces-verbaal tegen den vrachtrijder der ver
keerde kar opgemaakt.
De politie arre teerde Woensdag middag
twee jongelingen H. en M. van 's-Heeren-
hoek als verdacht van den vermelden diefstal
den arbeider G. te 's-H e e r-A rends-
kerke. De eene werd te 's-Heerenhoek en
de andere te 's-Heer-Arendskerke in bet arrestan
ten lokaal opgesloten.
De Woensdag te S t M a a r t e n s d ij k
door de afdeeling Tholen der Maatschappij
van Landbouw en Veeteelt in Zeeland gehouden
vergadering was zeer slecht bezochtvan de 22
bestuursleden waren slechts 8 en van de 236
gewone leden slechts 6 aanwezig.
Na behandeling van eenige huishoudelijke
zaken werden aan de geslaagden bij het dezen
zomer gehouden examen in het hoefbe
slag, n.l. do smeden Van Dijk te Tholen en
Rombout te Oud-Vosmeer, diploma's uitgereikt,
terwijl dit aan den smid Van Elsücker te St
Philipsland, thans niet tegenwoordig, nader zal
worden ter hand gesteld.
Met een waardeerend woord van den voor
zitter werden deze keurig gelithografeerde
platen overhandigd en onder dankbetuiging
door de betrokken personen aanvaard. Mede
gedeeld werd, dat in de eerst volgende verga
ring van bet hoofdbestuur der Maatschappij
zal worden beslist of de cursus voor het hoef
beslag nog zal worden voortgezet. Verschillende
stukken wérden vérder aan de aanwezige leden
BENOEMINGEN ENZ.
By kon. besluit
zijn benoemd: tot ontvangor der registratie
voor de burgelijke akten en der successierech
ten té 's-Hertogenbosch P. H Velsen, thans
ontvanger der registratie en domeinen te IJs-
selmondetot ontvanger der registratie en do
meinen te Alkmaar H. 9. van Slooten, thans
ontvanger te Winschoten
is aan de navolgende reserve-officieren van
gezondheid 2de kl., wegens eindiging van hun
dienstverband, een eervol ontslag verleend uit
hunne betrekking tot do landmacht, te weten
dr. N. H. Frank, dr. P. F. Vermast, en P. H.
H. Hillen.
is benoemd tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau de heer S. C. Korteweg, lid van het
hoofdbestuur der Hollandsche Maatschappij
Landbouw.
UIT STAD EN PROVINCIE.
De oud-commissaris der koningin van Zee
land, jhr mr W. M. de Brauw, zond aan
burgemeesters in Zeeland als contra-souvenir
zijn welgelijkend portret in kabinetsformaat en
van zijne handteekening voorzien. GCrt.)
Woensdag gaf de heer Willem van
Zuylen in de Nieuwe schouwburgzaal de Prins
van Oranje te G o es een voordrachtenavond met
ongeveer hetzelfde programma als bier. De
opkomst op de drie rangen was goed en ook
Verschillende Berichten.
De kapitein-kwartiermeester J. F. Eich-
boltz, van het O. I. leger, met verlot wegens
langdurigen dienst te Middelburg, wiens verlof
uit. December a.s. eindigt, ontving de opdracht
om zich op 6 Nov. a.s. met het st. Bromo we
der naar Indië te begeven.
Door de kamer van koophandel en fabrie
ken te Haarlem is aan den heer M. Schnijlenburg,
inspecteur der directe belastingen, invoerrech
ten en accijnzen, aldaar, wegens zijn overplaat
sing naar 's Gravenhage, in een schrijven haar
dank betuigd voor de welwillendheid en den
steun, door hem steeds aan de kamer bewezen.
- Op den lsten Mei 11. werd te Egmond
aan Zee geopendeen Herstellingsoord voor
onvermogende patiënten uit de gasthuizen te
Amsterdam of door verschillende doctoren aldaa r
voor opname en verpleging aanbevolen.
Van den dag der opening af tot heden, Don
derdag, werden 124 patiënten in de stichting
geheel kosteloos verzorgd en verpleegd, waar
voor alweder de bekende menschen vriend, de
heer P. W. Janssen te Amsterdam, aan de
directrice, mejuffrouw Van Hall, en de com
missie van toezicht de middelen verschafte.
De laatste patiënten, 40 in getal, werden
heden onder geleide der directrice en twee
verpleegsters te Amsterdam teruggebracht^ en
't was velen hunner duidelijk aan te zien, dat
bet verblijf aan 't frissche zeestrand hun veel
goed had gedaan.
Nn weder bericht de directie van de
Nieuwe Amsterdammer, dat dit blad voorloopig
niet meer verschijnen zal.
Eenige discussie ontspon zich nog over de
vraag of, ingeval er in zekere afdeeling maar
vijf van de acht prijzen toegekend worden,
zooals dézen zomer bij de Augustuskeuringen
had plaats gehad, de plaatsvervangers dan aan
spraak kunnen maken op de overige niet toe
gekende pry zen. De meeningen waren hier
omtrent verschillend; het hoofdbestuur der Mij,
zullen inlichtingen gevraagd worden.
ONDERWIJS.
Te Rotterdam zijn voor het examen vrije-
en ordeoefeningen geslaagd de heer J. J. Ge
luk to Bruinisse en mej. C. A. de Wilde
te G o e s.
Over den opvolger van wijlen prof. Plugge,
den nieuwbenoemden hoogleeraar in de pharma-
cie en toxicologie te Groningen, dr. Eijkman,
schrijft men in de Zutf. Ct. het volgende
„Dr. Eijkman is, evenals zijn voorganger, in
Japan geweest. Na een verblijf van enkele
jaren in Japan, is hy naar Europa teruggekeerd
en heeft geruimen tijd gewerkt met prof Van
't Hof te Amsterdam. Voor een negental jaren
werd hij, nadat Plagge voor de eer vau het
professoraat te Leiden bedankt had, daar de
laatste liever in Groningen wilde blijven, in
diens plaats benoemd. Doch Eijkman meende
toen te moeten bedanken, daarde toestand van
het pharmacoutisch laboratorium destijds te
Leiden van dien aard was, dat hij geen kans
zag, daar met vrucht te werken.
De Groningsche Hoogeschool mag zich nu
gelukkig achten een man van Eijkman's be
kwaamheden aan zich te kunnen verbinden.
Het gebeurt zelden dat iemand voor Leiden
bedankt om Groningen aan te nemen j het om
gekeerde holaas wel. Voor eenige maanden had
een onzer noordelijke bladen do kleine onbe
scheidenheid een voordracht op te geven voor
de vacaturó-Plugge. Zij bestond, als we ons
wel herinneren, uit dr. Joh. v. d. Moer van
Deventer, dr. K. Gorter van Groningen en dr.
A. Lam van Rotterdam. Het schijnt dus dat
de Koningin van haar recht gebruik heeft ge
maakt, om buiten de voordracht om te benoe
men. Waar zulk een gelukkige keuzo is gedaan,
mag deze benoeming door een ieder met vol
doening worden begroet. Immers dr. Eijkman
heeft als geleerde reeds zooveel binnenlandsche
vermaardheid, dat hy ten spijt van de voor
dracht de aangewezen persoon was. Nog eens,
wij kannen de Groningsche hoogeschool geluk
wenschen met haar nieuwen boogleeraar."
Op de Hooimarkt. te Rotterdam is een
50-jarige vrouw in haar woning in de jenever
gestikt.
In den nacht van Zondag op Maandag
is op het Kolenpad der gemeente Nieuw-IIel-
voet een fatsoenlijke, getrouwde vrouw geweld
dadig aangerand en na haar verweer mishandeld
en in de sloot geworpen, waar ze eerst na een
groot uur uit kwam. Na een moeilijk onder
zoek is het gelukt den vermoedelijken dader
een marinematroos op te sporen.
Op den Vleuten8clien weg te Utrecht
waren twee nog zeer jonge kinderen aan 't
spelen. Een van hen stak den ander zoo on
gelukkig met een scherp voorwerp in het oog,
dat het er letterlijk uithing.
Een akelige daad. In sommige
bladen kwam dezer dagen een advertentie voor,
waarin medegedeeld wordt, dat dr W. J. Kolft',
arts te Nijmegen, op noodlottige wyze zou zijn
overleden. Dit bericht is geheel onwaar. In
den laatsten tijd schijnt de heer K. van ano
nieme zijde brieven te ontvangen, zoodat het
vermoeden voor de hand ligt, dat deze lage
mystificatie van dezelfde zijde komt.
Te Groningen-halte is Dinsdagavond uit
den trein, die om 7.52 van daar naar Delfzijl
vertrekt, een reiziger gevallen en op de plaats
doodgebleven.
De reiziger was aan de halte in den trein ge
stapt. Aan het station Sauwert misten de mede
reizigers hem. Er werd naar de halte getelegra
feerd, men ging de lijn op en vond op onge
veer 100 pas van het station 'tlijk van den
man. De wagens waren blijkbaar midden over
het lichaam gegaan. Men heeft de indentiteit
van den persoon niet kunnen vaststellen.
Het lijk is naar het academisch ziekenhuis
overgebracht.
Te Sloten (Fr.) stond Dinsdag morgen een
boerenwagen op den nok van eeno hooge schuur.
Bij wijze van grap hadden eenige jongelieden
by nacht den wagen uit elkander genomen, de
gedeelten naar boven gebracht en daar in elkan
der gezet. Daar het dak bij "die" evoluties ge
havend werd, heeft de eigenaar van de schuur
een klacht by de politie ingediend.
In 1882 ging te Venlo een kassiersfirma
failliet. Het deficit bedroeg ruim twee milli-
oen gulden, meest gelden van handswerklieden
en kleine burgers. Thans hebben de schuld-
eischers, dus na 15 jaren, aanschrijving ge
kregen om 3,7/s» ten honderd, als derde en
laatste uitkeering hunner geverifieerde vor
deringen, in ontvangst te nemen. In hét geheel
is 23,7/ti uitgekeerd.
Een inwoner van Gebroek (nabij Roer
mond) werd in den nacht van Zondag op
Maandag, tijdens zijn terugkeer van de kermis
te Hom, op den Hornerweg door twee tot nog
toe onbekende personen aangevallen en deer
lijk mishandeld, waarbij hij een steek in 't hoofd,
een in den rug en een in de zijde bekwam.
Op een afstand van minstens een uur was de
weg met bloedsporen bedekt.
'tls geen lofspraak, wanneer -men van
iemand verklaart, dat zijn opinie op politiek
of welk ander gebied ook in 40 jaren niet is
veranderd. 'tWil zeggen, dat hij geene onder
vinding heeft opgedaan, niet op feiten gelet,
niet nagedacht heeft. Men prijst geen dooden
boom, geen stilstaand water.
Victor Hugo,