FEUILLETON.
ZIJN RIJKE VROUW.
PRIJZEN VAN EFFECTEN.
hart heeft voor het onderwijs, dat lieve, teedere,
vertroetelde kindje, niet gaarne onderschrijven.
Middelburg, 18 Oct. 1897. X.
Wij zijn X. erkentelijk voor zijn schrijven
waarin hij de kwestie nn in een duidelijker
licht stelt en een tipje opligt van den sluier,
die tot heden altijd heeft gelegen over de
motieven, welke de meerderheid van den raad
bewoog te handelen zooals zij tot heden deed.
In hoever zijn beweren op dit punt juist is,
weten wij niet, maar wij vermoeden toch, dat
hij niet ver van de waarheid zijn zal.
Maar juist het feit dat het publiek op de
plaats waar dit behoorde in de opeubar e
raadszitting nooit iets vernam van die
beweegredenen, is een ernstige grief, en daarin
kan misschien wel een der redenen schuilen,
waarom de commissie van toezicht volhardde bij
hare aanbeveling.
De bezwaren, welke de meerderheid in den
raad daartegen had, vernam zij nooit. Of die
bedenkingen een grondige critiek konden door
staan, of zij billijk en rechtvaardig waren, kon
zij dus niet beoordeelen.
En bovendien, zouden wij X willen vragen
bestond de kans niet dat die meerderheid tot
inkeer kwam En had die commissie van
toezicht niet het recht om, waar zij meende
een goede zaak voor te staan, een rechtvaar
dig beginsel te huldigen, te volharden bij hare
houding
Waar zou het heen, wanneer zij, die zich
op de bres stellen voor een, huns inziens, uit
muntend idee, dit lieten varen na de eerste,
de beste teleurstelling die zij ondervonden.
Die commissie heeft bovendien het recht om
aan te bevelen hen, die zij geschikt acht;
evenzeer als de raad om te benoemen wie hij
wil.
Dit als antwoord op de vragen, door X ge
daan ten opzichte van haar aau wie de ont
stane moeilijkheden tusschen beide colleges zijn
te wijten.
Wie van die beide eene minder eorrecte
houding aannam, beslisse ieder voor zich zelve.
Waarom vragen wij op onze beurt
heeft de raad niet voldaan aan het herhaaldelijk,
duidelijk gebleken verlangen der commissie?
X. verzekert, dat de raad dat niet deed
omdat hij het niet gewenscht vindt de radicale
meerderheid der commissie te versterkendat
de raad een kalme opvatting heeft van de z.g.
belangen van het onderwijs en dat zij „voor-
loopig niet wil meewerken aan bevrediging van
de meest nieuwmodische eischen voor dat
onderwijs als schoolbaden, school voeding,
schoolkleed ing enz."
Nu zijn wij genaderd aan het cardinale punt.
Maar mogen wij dan eens opmerken, dat ook
wij dat alles voorloopig niet verlangen en
waarschijnlijk de minderheid in den raad even
min.
Doch wie zegt dat
rnr M. Jacq de Witt Hamer, hoewel in
theorie voorstander van een en ander, dit
alles nn reeds gaarne in de praktijk zal toe
gepast zien
dat, stel de heer Wibaut, meer voorstander
van de praktijk in deze, ware benoemd, de
commissie van toezicht hem op dien weg zou
willen volgen
Wij betwijfelen dit sterk.
Het is ons natuurlijk niet bekend, of de com
missie met haar aanbeveling tot doel had om
in haar midden gelegenheid aan alle richtin
gen te geven zich te doen hooren, opdat zij
haar meening, hare besluiten zou kunnen toet
sen aan de eisöhen der "rechtvaardigheid, der
billijkheid en der mogelijkheid.]
Dit zou bij ons veel gewicht in de schaal
leggen.
Voor hot overige hebben wij over de gevolgen
van die radicale ideeën, het tegenhouden daar
van onze meening reeds voldoende blootgelegd
in onze eerste besclionwing over deze kwestie.
De kwestie is misschien veel eenvoudiger
de commissie kan de heeren De Witt Hamer
en Wibaut hebben aanbevolen alleen omdat zij
zijn bekwame, ijverige, welbespraakte mannen,
die hart. hebben voor het onderwijs en reeds
meermalen hun stem lieten hooren tegen maat
regelen, welke nadeelig warenjvoor hetjopenbaar
onderwijs.
Dat de raad veel deed en doet voor de be-
6. Uit het Engelsch.
VAM
Mrs ALEXANDER,
HOOFDSTUK XIX.
„Kindlief! Gij hebt zeker een nare reis
gehadriep mevrouw Twiss uit, „ik heb den
heelen dag naar den wind geluisterdik kon
n niet komen halen, omdat ik verkouden ben.
Wat zult gij blij zijn weer thuis te komen
na die lage
„O noen tante. Ik heb Oen heel goede
reis gehad, Riversdale en Preston hadden goed
voor mij gezorgd; maar ik ben heel moe
want ik heb slecht geslapen, zooals altijd
wanneer ik op veis moet. Na het eten zal het
wel beter gaan. Maar gij ziet er niet goed uit."
„Ik ben ook niet wel; maar het doet mij
goed om u te zien. Is Lord Riversdale nog
in Parijs?"
„Ja; hij komt dezer dagen ook hier."
„Daar ben ik blij om. Hij is de beste
yan den troep."
„Ja, hij is heel hartelijk; maar liij gaat
dadelijk door naar Riversdale."
„Hij hoeft gelukkig niet weer over de
zee om van daar nog eens hierheen te komen."
Mevrouw Twiss had een fijn|dineetje besteld
en was erg geraakt, dat Celja er bijna niets
van at. Dat was _een beleediging voor haar.
„Ik heb al uw lievelingskostjes laten
maken en wat geeft het nu?"
langen van het onderwijs in onze gemeente
erkennen wij gaarne, al getuigt ook veel, dat
in de laatste jaren is voorgevallen, niet altijd
van practisch en doelmatig handelen. Men
denke eens aan de scholen-bouwerij in Mid
delburg aan het besluit betreffende het maxi
mum aantal kinderen in éene klasse te plaatsen,
nl. 60, en aan dat om de hoofden der scholen
te belasten met een klasse, waardoor het kan
voorkomen, dat een onderwijzer, bij den post
van een tusschendeur staande, twee klassen
moet leiden, elk van 50 a 60 kinderen. Door
het benoemen van een paar reserve-onderwij
zeressen is wel aan dat laatste bezwaar te ge-
moet gekomen, maar toch nog gebrekkig.
Dan herinnere men zich eens de weigering
van den raad om de jaarwedden der openbare
onderwijzers te verhoogen.
In al deze gevallen besliste de raad tegen
het advies der commissie.
Maar niet daarom schreven wij dat de com
missie van toezicht meer hart toont te gevoe
len voor het onderwijs dan de meerderheid
van den raad. Wij hadden daarbij natuurlijk
meer het oog op de hangende kwestie.
En dan is het, naar onze meening, meer in
het belang van dat onderwijs, dat in eene
commissie van toezicht ook worden opgeno
men voorstanders van eene uiterste richting,
die toch in elk geval ook vrienden zich ton
nen van het volksonderwijs. Of zijn zij, vol
gens de meerderheid van den raad, gevaar
lijker dan de tegenstanders van het open
baar onderwijs, zooals de heer Vevhage en de
zijnen
Er kan een tijd komen, dat wat men)nunog
„voorloopig" niet gewenscht acht, als dringende
eiscli op den voorgrond treedt. Dan kan het
nuttig zijn dat in eene commissie van toezicht
al die eischen van nabij zijn bezien, ernstig
besproken, opdafeen oordeel daarover, in welken
geest ook, op goede gronden steune en den raad
wezenlijk tot voorlichting dienen kan.
Daarom juist zijn wij er zoo voor, om het
hoor en wederhoor" ook in deze toe te passen.
Of de commissie doen zal wat X meent, is
eene kwestie, die zij zelve heeft uit te maken.
Van veel vertrouwen in haar doen en laten
getuigt de houding, door de meerderheid van
den raad tegenover hare besluiten en aanbe
velingen aangenomen, zeker niet.
Voor het overige zij met waardeering op
gemerkt dat X door de kwestie zuiver te stel
len, ons de gelegenheid schonk ons 9tandpun1
eens nader uiteen te zetten. Red.
„ONTGROENEN" EN „BAREN".
Amsterdam, 16 October 1897.
Geachte Redacteur
Toevallig uw blad van Donderdag 14 Oct-
in handen krijgende, las ik daarin het artikel
„Ontgroenen" en „Baren". Ik wil daarover
geene critiek uitoefenen, maar ik geloof niet,
dat n mij het recht betwisten zult, u inlich
tingen te vragen omtrent de „ergerlijke too-
neelen", die, zoowel op onze inrichting als op
de andere door it genoemde, zouden zijn voor
gevallen. Van het groenen op de andere in
richtingen ben ik niet op de hoogte, daarom
kan ik die ook niet verdedigen, maar dat ei
gedurende het groenen op de K. v. M. te
Amsterdam „ergerlijke tooneelen" zouden zijn
voorgevallen, is geheel onwaar Ik spreek uit
naam van al mijne collega's, zoowel groenen
als niet-groenen en allen zijn het er over eens,
dat waar u van „ergerlijke tooneelen" spreekt,
niet alleen van schromelijke overdrijving, maar
ook van laster sprake is.
Zeer zult n ons verplichten met die z. g.
„ergerlijke tooneelen" openlijk bekend te
maken't zal dan blijken, dat er óf een groot
verschil in opinie bestaat óf tl geheel verkeerd
is ingelicht.
Ik zelf ben ook groen geweest en kan n
verklaren, dat mij nooit iets „ergerlijks" of
„vernederends" is opgedragen. Ik weet niet,
of uw blad soms in handen is gekomen van
een cadet, adelborst of bweekeling-machinist
van Hellevoetsluis; zoo dit het geval is, hoop
ik, dat ook zij tegen uw artikel zullen opko
men, en u zoodoende een juisten indruk van
het groenen op onze inrichting en andere ge
noemde zult krijgen.
U bij voorbaat mijn dank zeggende voor de
verleende plaatsruimte, teeken ik mij namens
alle Kweekelingen-Machinisten der afd. Technici.
Hoogachtend,
J. v. d. HIJDEN.
Wij wenschen den schrijver op te merken,
dat wij niet in het bijzonder eene inrichting
op het oog hadden, maar eenige instellingen
noemden, waar het „baren" in zwang is.
Hij vraagt ons om bewijzen, maar de gege
vens zijn thans voor ons niet bijdehand. Wij
willen echter nog trachten hier en daar eenige
feiten te verkrijgen en hopen die binnenkort
mede te deelen.
In afwachting daarvan zij herinnerd, dat wij
door de ervaring hebben geleerd voor een
tegenspraak als de hier bedoelde niet terstond
te moeten wijken.
Een tegenspraak werd indertijd ook gegeven,
toen de beweging tegen het ontgroenen bij de
studenten, en de misbruiken, daarbij in zwang,
ontstond, totdat eindelijk verschillende feiten
aan het licht werden gebracht door hen, die
den moed hadden te spreken.
Wat wij vernamen geeft ons aanleiding te
gelooven, dat het in deze niet anders is. Al
leen zijn met een uitvoerig antwoord uit den
aaid der zaak eenige dagen gemoeid.
Red.
BOEKEN.
„Gij zijt altijd even lief voor mij maar
ik ben heusch te moede om te eten. Morgen
zal het wel beter gaan."
- „Als ge niet eet, zult ge nooit kracht
genoeg hebben om alles te doorstaan wat u te
wachten staat."
- „Daar wil ik zoo min mogelijk aan den
ken dat is de beste manier om sterk te blijven".
- „Zeker, maar mijnheer Ridley komt gauw
om alles met u te bepraten".
„Hij had mij wel een dag rust kunnen
gunnen".
- „Er is geen tijd te verliezenik heb hem
gevraagd om zooveel mogelijk voort te maken".
- „Van avond wil ik er in geen geval over
praten. Hoe gaat het met uwe vriendinnen
Celia was den volgenden dag toch blij
haar gewezen voogd te zien en hij deed zoo
veel mogelijk zijn best om haar te sparen, maar
zij moesten toch een lang cu pijnlijk onder
houd hebben en als rechtsgeleerde moest hij
haar allerlei vragen doon over haar huwelijks
leven en afschriften verzoeken van de gewis-
e brieven. „Ik vrees dat liet een lang en
kostbaar proces zal worden, mevrouwtje en gij
moet nw ziel in lijdzaamheid bezitten," zei hij
heengaande.
„Ik zal mijn best doen. En moet ik al
dien tijd in Londen blijven?"
- „Neen, zeker niet. Gij kunt af en toe
op reis gaan en wees vooral niet neerslachtig.
Gij zult het winnen."
- „Is dat de beste troost dien gij mij geven
kan," dacht Celia; „maar men zegt da,t de
jeugd zich zoo gemakkelijk schikt. Mettertijd
zal ik dns wel vergeten, en het leven weer
leeren liefhebben."
Laat mij uw boeken zienen ik zal
u zeggen, u'ie gij zijt.
De lange avonden zijn er weer, en daarmede
is, naar ik hoop, voor zeer velen uit het volk
de tijd van lezen weêr aangebroken.
Een goed boek is een vertrouwd vriend, die
de verveling van u houdt, en u niet alleen
aangenaam en nuttig bezig houdt, maar ook
uwe kennis vermeerdert en nw gezichtskring
uitbreidt.
Hoe gezellig, als vader of een der grootere
kinderen iets voorleest, waarnaar allen onder
het verrichten van een of anderen arbeid luis
teren. Hoe gezellig ook als allen lezen, terwijl
het in de kamer zoo rustig is, dat men de
stilte hooren kan.
Maar laat mij u een raad geven (voor velen
zeker overtollig)weest zuinig op de boeken.
Meermalen was ik belast met het uitdeelen
van boeken uit de Nwfs-bibliotheek in mijne
woonplaats, en vaak was het bedroevend in
welken toestand die boeken na acht dagen
werden teruggebracht (vooral plaatwerken
Eigen Haard, Holl. Illustratie, Aarde en liaar
Volken e. d. g.) zijn, na enkele malen ter
lezing gegeven te zijn, dikwijls ontoonbaar en
onbruikbaar voor zindelijke lezers en lezeressen,
't Lijkt wel of die boeken gebruikt worden
voor speelgoed voor de .kleinste leden van bet
huisgezin. Behalve scheuren, kan men vet
vlekken, afdrukken van den voet van koffie-
en theekopjes, een enkele maal zelfs, van
glaasjes ontdekken. Het spreekt van zelf, dat
het daardoor noodzakelijke repareeren dei-
boeken nadeelig is voor het uitbreiden dei
boekerij. Het geld kan natuurlijk maar een
maal worden uitgegeven.
Mag een goed vriend u een raad geven
Vouw nooit boeken in den rug dubbel.
Leg nooit vouwen in de bladen, maar ge
bruik een stuk papier voor bladwijzer.
Maak geen z. g. „ezelsooren".
Beduimel het boek niet, zelfs niet den omslag. -
Wen vooral uwe kinderen zuinig op boeken
te zijnzij zullen daardoor leeren ook op
andere zaken zuinig te zijn.
Een vriend van het volk.
Overal, October '97.
Vertrokken en aangekomen schepen.
Hr. Ms. instructieschip Nautilus is 17 dezer
te Plymouth binnen geloopen en Hr. Ms. fregat
Koningin Emma der Nederlanden denzelfden
dag van Colombo vertrokken.
HANDELSBERICHTEN.
Graanmarkten enz.
Vlissingen, 19 Oct. Boter 1.05 a 0.95.
Eieren f 5.60 per 104 stuks.
Tante Sara was zóo blij, dat zij weer in haar
eigen huis was, dat zij verkondigde voorloopig
niet verder te willen reizen dan Folkestone
als Celia weer de wereld wilde doortrekken,
moest zij maar een juffrouw van gezelschap
meenemen.
Celia had dikwijls moeite om zich te schikken
in den omgang met hare tante en hare vrien
dinnen en verheugde zich niet weinig over een
briefje van Lady Mary, die haar meldde dat
zij in de stad was gekomen. Met welke andere
gevoelens dan vroeger betrad zij thans die ge
zellige woning en na de eerste begroeting zei
Lady Mary„Ik vind het heel naar om het
onderwerp aan te roeren, maar het moet toch,
Celia-lief. Dit is het eerste groote verdriet in
mijn leven en ik schaam mij zoo over mijn neef."
„Gij zijt de eenige die met mij over hem
moogt spreken, omdat gij toch nog liefde voor
hem gevoelt. Ik ben akelig zwakmaar ik
doe mijn best om sterker te worden."
Zij bleven nog een heelen tijd praten totdat
er bezoek werd aangediend, en wel van juf
frouw Wilmot.
„Gij weet wel de dochter van onzen
armen dominë
„Ja, zeker. Ik heb met leedwezen zijn
dood vernomen."
„Het is een groot verlies voor ons allen,
en daar hij ongelukkig zijn geld in allerlei
gewaagde ondernemingen gestoken had, heeft
de arme Geevtruida niets en moet een betrek
king zoeken. Gij hebt er toch niet tegen om
haar te ontmoeten?"
„Integendeel. Ik mocht haar altijd heel
graag lijden. Ik heb zoo met haar te doen
|wat moet het treurig zijn om arm te wezen."
Goes, 19 Oct. Ter graanmarkt van heden
waren bruineboonen 25 eeuts lager. Overigens
wareu de prijzen onveranderd.
De prijzen waren als volgtJarige tarwe
7.75 a 8.— nieuwe tarwe 7.25 a 7.75;
jarige rogge nieuwe rogge 5.25 a 5.50;
jarige wintergerst a nieuwe
wintergerst 5.a 5.50nieuwe zomer-
gerst 4.25 a 4.50haver 2.25 a 3.
paardenboonen a bruineboonen
f 7.a f 7.50; groene erwten 6.75 a 7.50;
koolzaad a kanariezaad
a f kroonerwten 7.75 a 8.25.
Boter ƒ0.90, f l'.a /"0.94 per kilo. Eieren
a 4.40, f 5.a 4.60 per 104 stuks.
Rotterdam, 18 Oct. Ter graanmarkt
van heden (Maandag) was de handelsbewe
ging in binnenland sche granen als volgt
Tarwe was wederom weinig ter markt.
Jarige kon vorige prijzen opbrengen en werd
verkocht van f 7.25 tot f 8.30 per heet. en
extra puike kwal. nog daarboven en per 100
kilo f 9.50 a f 10.25. Nieuwe vond, door
kleinen aanvoer, prijshoudend plaatsing. Per
heet. f 6.50 a f 8.30, extra puike daarboven
en per 100 kilo f 9.50 a f 10.35.
Rogge onveranderd 5 a 5.70.
Gerst blijft schaars aangevoerd. Winter
per 100 kilo 8 a 8.50. Zomer- per 100
kilo f 7 a f 7.50. Chevalier- per 100 kilo
f 8.30 a 9.
Haver alsvoren. Per heet. f 2.50 a f 3.40
en per 100 kilo f 6.50 a f 6.70.
Witteboonen waren in bepaald puike
kwal. alsvoren te plaatsen, doch goede soort
moest 25 en mindere 50 cents lager worden
afgegeven. Naar kwal. verkocht van f IS'
tot f 9.75.
Bruineboonen werden begin markt in
puike kwal. tot vorige prijzen uitgezocht, doch
later moest men eene verlaging van 25 cents
inwilligen. Naar kwal. f 6.50 a 8.
Blauwe Erwten onveranderd. Kook-
soort f 6.50 a f 7.40 en voor extra fijne kwal.
nog boven de hoogste noteering. Niet-kokende
f 6 a f 6.50.
Koolzaad verkeert in vaste stemming.
Kanariezaad flauw onveranderd. Per
heet. 4.50 a 6.50.
L ij n z a a d met ruimer aanvoernoteering
onveranderd.
Zeeuwse he ajuin. Aanvoer heden ca
10.000 balen. Prijs voor puike groote f 0.75
en voor puike mooie kleine 0.70 per 50 kilo.
Aardappelen. Spuische jammen 3.30
a f 3.75, Zeeuwsche dito 2.75 a f 2.9Ó, dito
blauwe 2.50 a 2.60, Geldersche blauwe
f 2.50 a f 2.60, Poters f 1.80 a f 1.90, Cham
pions 2 a 2.80. Redelijke aanvoer en vraag.
Zeeuwsche eieren 4.20 a 4.50
de 100 stuks.
Vlas. Op het land ging in de vorige week
nog redelijk wat om in oud vlas tot vaste
prijzen. Heden aangevoerd 10.800 steen blauw
en 2700 steen Groningschde stemming was
kalm en de handel zeer sleepend wegens de
hooge eischen der houders; er werd slechts
weinig verkocht, enkele partijtjes nieuw vlas
werden tot vorige prijzen opgeruimd,
In bnitenlandsche granen was de
handel vast.
Rogge per 2100 kilo: Petersburger f 118,
f 132Helena f 149, f 153126 <16 dito uit
zeeboot f 152; State f 146 contant; Western
Oct./Nov. afl. f 137.
Gerst per 2000 kiloZwarte Zee f 97,
f 10260/61 kilo dito stoomend 97.
Haver per 100 kiloPetersburger f 1,
f 7.25; Amerikaansche f 6.60, f 6.80.
M a i s per 2000 kilo Amerik. Mixed f 86,
f 90dito dito uit stoomboot f 85, f 86 Foxa-
nian stoomend f 99; Cinquantin f 110, f 115.
Meel. Gedurende de afgeloopen week waren
de bnitenlandsche meelofferten eerder hooger,
waardoor meel op vorige prijzen werd gehou
den, die door koopers schoorvoetend werden
ingewilligd. Heden onveranderd.
Rotterdam, 19 jJct. Ter veemarkt van
heden (Dinsdag) waren aangevoerd2552
runderen, 674 vette, 48 nuchtere kalveren,
1784 schapen, 583 varkens, 287 biggen. Run
deren le qual. 58, 2e qual. 48, 3e qual. 40,
kalveren le qual. 76, 2e qual. 64, 3e qual.
schapen le qual. 40, 2e qual. 32, 3e qual.
varkens le qual. 44, 2e qual. 41, 3e qual.
36 cent.
Antwerpen, 18 Oct. Ter veemarkt van
heden (Maandag) werden verkocht 48 ossen,
72 koeien, 33 vaarzen, 12 stieren, 20 kalveren
en schapen.
Betaald werd per kilo voor: ossen le kwal.
0.81, 2e kwal. 0.71, 3e kwal 0.61 francs. Koeien
le kwal. 2e kwal. 3e kwal.
fres. Vaarzen le kwal. 0.74, 2e kwal. 0.64,
3e kwal. 0.54, francs. 'Stieren le kwal. 0.68,
2e kwal. 0.58, 3e kwal. 0.-48 francs. Kalveren
le kwal. 1.03, 2e kwal. 0.93, 3e kwal. 0.83
francs. Schapen le kwal. 2e kwal.
3e kwal. francs.
Celia schrikte van de verandering; die het
uiterlijk van Geertruida ondergaan had. De
frissche kleur, die zoo goed stond bij haar
welig grijs haar, was verdwenen en haar ge
laat had een strakke uitdrukking gekregen.
- „Hier is een verrassing vooi' tt, Geer
truida!" zei Lady Mary.
„O, wat ben ik blij dat ik u weer eens
ontmoet, mevrouwriep Geertruida met op
rechte blijdschap uit. „Ik kwam Lady Mary
iets nieuws vertellen."
„Is het goed nieuws?"
„Dat geloof ik wel gij weet dat ik
aan het zoeken ben van een betrekking, maar
gij weet niet wat dat een werk is. De men-
schen, die iemand zoeken, schijnen altijd even
wijdig te loopen met hen die een betrekking
wenschen, althans zij ontmoeten elkaar nooit;
maar eindelijk is het mij toch gelukt iets te vin
den. Het is een waagstuk, maar ik ben benoemd
tot directrice van een Weeshuis. Ik hoop
dat ik er geschikt voor zal zijn, maar het is
nog al een groote inrichting met eon bewaar
school en een kweekschool."
„O, ga daar niet heen riep Celia uit,
„dat moet vreeselijk zijnKom liever bij mij
wonen, dan doet gij mij een grooten dienst en
ik zal er u zeer dankbaar voor zijn."
„Ik zou niets liever willen, lieve me
vrouw maar ik heb mij al aan die inrichting
verbonden."
„Schrijf dan dadelijk dat gij er van af
ziet als gij het ten minste niet al te moei
lijk vindt om bij my te komen."
„Ik denk dat het bij u nog al gemakken
lijk uit te houden zal zijn".
„Dat weet ik zeker" zei Lady Mary.
Staatsleeniiigen.
Per telegraaf
Koers van
Gisteren Heden
Oct. Oct.
NEDERLAND. pCt. Bedrag Stukken
Cert. N. W. Sch. 21/9 1000 887/j6 881/g
dito Obl3 -/ 1000 999/18 995/g
dito Cert3 1000 985/16 987/16
HONG. dito goudl. 5 100
ITALIË. Ins. 62/81 5 Lir. 100-100000 87 37
OOSTENRIJK. Obl.
Mei-November.5 fl. 1000 8411/jg 851/jfl
dito Jan.-Juli... 5 u 1000 855/g
dito dito Goud.4 200-1000 1023,'.
POLEN. OW. S. 44 4- Z.R. 600
PORT. O. B. 68/8
met ticket8 21 l/ig 211/irt
dito dito 1888/89
met ticket4l/g fr. 500 317/m 3 ll/a
RUSLAND. Cert.
Ins. 5e S. 1854 5 Z.R. 500 7S1A 7S
dito 80 gec. dito 4 125-625 981/g
dito 1889 dito 4 R. 125 981/g
dito 93 5e Em. 4 G.R. 125
dito 94 6e Em. 4 R. 125 1001/ig 1001/W
Obl. L. 1867/69 4 A 20-100
Cert. v. B. Asgu. 6 P.R 1000
dito 1884 goud 5 G.R. 125-1000 1043/.
SPANJE. O. B. Per. 4 Pes. 1000-24000
dito bin. Perpet. 4 Pr. 600-25000
TURKIJE. Gepriv. 4 fr. 500-2500 86}£ 86J^
Ceconv. serie D. 20-2000
dito dito C. u 20-100
EGYPTE. O. L. 76 4 20-100
dito sp. dito 1876 8ty« 20-100
BRAZILIË. Obl.
Londen 18884 1000 641/4
dito Obl. 1889 4 625/ig
VENEZUELA 1881 4 100-500 36}£
Indnstrieele en Finan«ieele
ondernemingen.
NEDERLAND. pCt.
N.W. en Pac. Pbr. 5 500-1000 57K &7Vs
Ned. Hand. Msch.
A. rescontr5 1000 187M
N.-I. Hand. A. 160 863/4
Zeeland Aand... 500
ito dito Pr. dito 500 2Sl£
dito Obl. 1886.. 8 u 1000
DUITSCHLAND
Cert. Rijksbank
Aand. Amsterdam R.M. 2000
OOSTENRIJK. A.
O. H. Bfl, 600
Spoorwegleeningen.
NEDERLAND. pCt.
Holl. Spoor
Mij tot Expl. van
St. Spw. Aand250 105
Ned. Ctr. Spw. A. 250 84 341/a
dito Obligatie.n 1000
N.-I. Spw. Aand. 250-1000
N.-B. Bost. OW.
gestemp. 1876/80 m '00 798U
ITALIË. Spoorw.
leening 1887/89
Vict. Em. Sp. O. 3
Zuid-Ital. Sp. O. 3
OOSTENRIJK. F.
Spw. Obl. 8
POLEN. W. W. A.
RUSLAND. Gr. Sp.
Maatsch. Obligatie 41/j
dito dito dito 4 n n»o
Balt. Spw. Aand. 3 25-1250
Kurk Ch. Az. O. 4 100 1021/g
Mosk. Smol. dito 5 1000 1077
AMERIK. Crt. P. O 6 1000 100>£ 1001/2
dit. Calif. Org. dit. 5 1000 101U
Chic,, N.-W. Cert.
dito le hypt. Cert. 7
dito Mad. Ex. Ob. 7
Menominie dito 7
N.-W. Union dito 7
Win. St Peter dito 7
dito S. W. Obl. 7
Illinois C. v. A. 7
dit. Leas L. St. Ct. 4
St.P. M. M. Obl. 7
Un. Pac. Hfdl. dit. 6
Lir. 500-2500 54^
i' 500 603/4
ii 500-5000 581/9 58S/g
Z.R. 100
500 1003/4 IOOS/4
500-1000
1000 123]
500-1000
600-1000
600-1000
500-1000
500-1000
500-1000
500-1000
600-1000
1000
Premie-Iteeningen.
NEDERL. St. Am. 8 f 100
Stad Rotterdam.8 100
BELGIË. St. Antw.
188721/q fr.
dito Brussel 1886 31fa
HONG. Staatsl. 1870 fl.
008TENRIJK.
Staatsleeningl854 4
dito 18605 11
dito 1864v
Cred. inst. 1863
RUSL. Staatsl. 1304 5
dito 18005 11
SPANJE. St. Madr. 3
TURKIJE. Spoorwl. 3
102SL
102
250 _a.
500
100
85'
360/16
348/4
S6IB/16
Speeiekoers.
GOUD I ZILVER
Wisbt. Souv. 12.05 ƒ12.15 Stukk. v. 5 fr. 8.85 ƒ2.40
St. v. 20 mk. a 11.80 11.90 Prff. Zilver 11 1.75 1.70
11 11 ƒ20 fr. 9.521/4 O.20I/3I
Geeft dat weeshuis maat op, Geertruida. Gij
en Celia zijt voor elkaar geknipt. Gy kunt
haar van groot nut zijn, Geertruida. Daar
staat mijn schrijftafel, schrijf maar dadelijk".
„Ik Vraag vier en twintig uur bedenktijd}
en die moet mevrouw Rivers ook hebben, of
schoon wij ons nog niet voor goed behoeven
te verbinden. Gij wilt er toch zeker ook eerst
met uw tante over spreken.
- „Goed. Ik zal u morgen schrijven".
- „Tante" zei Celia een paar uur later.
Ik heb juffrouw Wilmot van daag gezien. Mag
ze morgen komen ontbijten of eten
„Dat hoeft gij niet te vragen".
„Ik kan toch iemand niet zoo maar aan
uw tafel noodigen".
- „Het is even goed de uwe als de rnyne.
Maar gij zoudt wel liever nw eigen huis
hebben en dat kan ik u niet kwalijk nemen."
-„Later misschien; maar wat ik u van juf
frouw Wilmot wilde vertellengij weet zeker
dat zij onverzorgd is achter gebleven."
- „Hoe is het mogelijkEn haar vader
was toch een vrome dominé. Een raar soort
van vroomheid, als hij niet eens voor zpn
kind gezorgd heeftKon hij niet wat voor
haar sparen? Er moest een wet zijn, die de
ouders strafte, die hun kinderen arm achter
laten."
- „Gij praat alsof gij een Iersche zijt, tante".
zei Celia lachend.
„Waarom O ja, ik begrijp dat dat on
zin ismaar iedereen begrijpt toch wat ik
bedoel."
Wordt vervolgd,}