BUITENLAND.
LAATSTE BERICHTEN.
Marttwen vao Tarwe ea Meel.
Nadat aan den burgemeester de teekenen
fijner waardigheid waren overhandigd, sprak
deze het volgende
„Mijne Heeren
In de eerste plaats past mij een woord van
eerbiedige erkentelijkheid aan H. M. de Ko
ningin-Regentes, die mij tot dit gewichtig ambt
benoemd heeft.
Door deze benoeming wordt een innige
wensch van mij vervuldik heb lang begeerd
een uitgebreider werkkring op Walcheren te
mogen vinden.
Op Walcheren geboren en opgevoed, heb ik
deze stad steeds met belangstelling gadegesla
gen en mij verbaasd en verheugd over hare
snelle uitbreiding.
Acht ik het dus een gTOot voorrecht aan het
hoofd te mogen staan van deze groote stad,
die thans ongeveer een eeuw geleden ook door
mijn overgrootvader gedurende een drietal jaren
bestuurd is, houdt u verzekerd dat ik niet
gering denk over de bezwaren en moeielijk-
heden, die aan deze betrekking verbonden zijn
en die ik te overwinnen zal hebben.
Den geheelon omvang mijner taak kan ik
op dit oogenblik zelfs nog moeilijk gissen en
zij is te zwaarder omdat ik geroepen wordt
de opvolger te zijn van een man, die hier zoo
krachtig heeft gewerkt en zooveel heeft gedaan,
op eene wijze, ver boven mijn lof verheven.
Een man, die het waardig was, dat gij hem
uw volkomen vertrouwen en sympathie schonkt
Maar wanneer ik u zeg, dat ik reeds 15 jaar
in dit ambt ben werkzaam geweest, wel is
waar in kleine gemeenten, doch in welken tijd
ik ruimschoots de gelegenheid heb gehad om
met de daaraan verbonden schaduwzijden
kennis te maken, dan zult wel van mij
willen vertrouwen, dat ik niet slechts gekomen
ben om hier eene eereplaats in te nemen, maar
met het ernstig voornemen om voortaan al
mijne krachten aan de bevordering der belan
gen van deze gemeente en hare ingezetenen te
wijden.
Het voorbeeld van mijn voorganger zal mij
daarbij aanvuren en zal mij een spoorslag zijn
om mij met ijver en toewijding te geven aan
de mij toevertrouwde belangen, zoodat ook ik
mij weldra in uw vertrouwen zal mogen ver
heugen.
Om iets ten nutte dezer stad te kunnen doen,
heb ik de medewerking der ingezetenen, maar
van u, mijne heeren, als de vertegenwoordigers
der burgerij, in het bijzonder dringend noodig.
Tot mijn innig leedwezen is de oudste wet
houder verhinderd hier tegenwoordig te zijn»
anders had ik hem mijn dank kunnen brengen
voor de welwillende wijze, waarop hij mij, na
mijne benoeming, is tegemoetgekomen.
Aan U, mijnheer de wethouder, breng ik
evenzeer mijn dank voor de welwillende ont
vangst en voor dé hartelijke woorden, mij zoo
even toegesproken, en voor de toezegging dat
ik op de medewerking van alle leden van den
raad mag rekenen.
Aan uw aller steun en bijstand, mijne heeren,
heb ik bijzonder behoefte. Moge er ook, bij
verschil van meening, eene aangename ver
standhouding tusschen ons bestaan, waar we
samen onze krachten zullen wijden aan de be
langen dezer gemeente.
Maar niet minder heb ik uwe hulp en voor
lichting noodig, mijnheer de secretaris. Ik heb
het voorrecht gehad in mijne vorige betrekking
een in de administratie doorkneed man tot
secretaris te hebben en ik weet dus bij ervaring
hoeveel het waard is met een der zaken kundige
de kwesties, die zich voordoen, te kunnen
bespreken.
Daar ik uwe bereidwilligheid om mij bij te
staan na mijne benoeming reeds herhaaldelijk
heb ondervonden, heb ik volle vertrouwen dat
wij vriendschappelijk zullen samen werken.
Laat ,0ns wedijveren in trouwe plichtsvervul
ling met een gemeenschappelijk doel voor
oogende belangen dezer stad.
Ik heb ook nog een woord aan U, mijnheer
de ontvanger en de overige gemeente-ambte
naren. Nog niet lang geleden heb ik kunnen
vernemen, welk eene aangename verhouding
er bestond tusschen mijn voorganger en U.
Yan mijne zijde zal er een streven zijn dat die
verhouding niets te wenschen overlaat. Laat
mij dan ook op uwe medewerking mogen
rekenen.
Wanneer gij allen, ieder op de plaats die gij
maakte zich zóo bezorgd over haar, dat zij haar
«igen ongesteldheid vergat. Eenige dagen later
werd op een middag, toen Celia in een groo-
ten stoel bij den haard lag. Lord Riversdale
aangediend. Eerst wilde zij hem niet ontvan
gen, omdat zij zich nog niet wel voelde,
maar mevrouw Twiss zei„Laat mijnheer bo
ven komen" en zijn binnen komen deed haar
ontroeren, want hij was wel niet Rivers zelf,
maar iets in zijn honding deed haar toch zoo
aan haar man denken.
„Ik was bang dat gij mij weer zoudt weg
zenden", zei hij, haar hartelijk de hand schud
dende, „en ik heb zoo naar ii verlangd maar
ik kon niet eerder weg".
- „Ik ben toch blij u te zien. Gij hebt het
zeker druk te Riversdale.
„Ja, wij zitten nooit stil. Maar hoe gaat
het u? Gij ziet er niet best uit".
„Ik ben verkouden maar dat zal wel gaan"
„Niets is beter dan luchtverandering voor
verkoudheid. Kom de volgende week te Ri
versdale. Gij weet, het is er zoo beschut en
een poosje buitenleven zou u zooveel goed doen".
„Dank u wel, maar dat kan niet".
„Waarom zegt ge dat vroeg tante Sara.
„Mylord heeft gelijk dat luchtverandering
goed voor u is; maar mag ik vragen of Lady
Damar ook van de partij zal' zijn V
„Neendie heeft zelfs logés".
„O, dan kan mijn nicht ook niet by u
-komen".
„Maar lieve mevrouw, ik hoop toch dat
inneemt, mij uwe gewenschte medewerking
verleent, dan vertrouw ik dat mijne pogingen
om ten nutte van Vlissingen werkzaam te zijn,
onder den zegen des Allerhoogsten, dien ik
eerbiedig inroep, goede vruchten zullen dragen
tot bevordering van den bloei en de welvaart
der gemeente Vlissingen t"
Bij beide toespraken gaven de leden van
hunne instemming met het gesprokene door
applaus blijk.
Na rondvraag sloot hierop de voorzitter de
vergadering, die door zeer vele belangstellen-
den werd bijgewoond.
Loting Nationale Militie,
De loting voor de lichting der nationale
militie van het jaar 1898 zal plaats hebben in
de gemeenten en op de dagen en uren, als
hieronder zijn aangewezen.
Oostburg Dinsdag 19 Oct. 9 u. vra.voor
Nieuwvliet, 9.15 u. vm. Groede, 10 u. vm. Bres-
kens, 10.30 u. vm. Zuidzande en 10.45 u. vm.
Oostburg.
Sluis Woensdag 20 Oct. 9 u. vm. voor Aar
denburg, 9.30 u. vm. St. Kruis, 9.45 u. vm.
Cadzand, 10 u. vm. Eede, 10.15 u. vm. Retran-
chement en 10.30 u. vm Sluis.
Naar wij zooeven vernemen, gaat het concert
van het Udel-kwartet Zaterdagavond wei! door,
wegens te geringe deelneming bij het bespreken
der plaatsen op heden.
Terneuzen. Voor de vacante betrekking
van gemeente-secretaris alhier hebben zich
dertig sollicitanten aangemeld.
Door de Vereeniging voor Chv. onderwijs
alhier werd heden herbesteedhet leveren en
plaatsen van schoolmeubelen vóór de in aan
bouw zijnde school.
Hiervoor was laagste inschrijver de heer A.
C. Rijnberg alhier voor f 783.
De heer H. J. Ganderheijden te Vlissingen
schreef in vóór f 799.
's-Cravenhage. Tweede kamer. In
de heden gehouden zitting is nog geen eind
beslissing genomen omtrent de al of niet toe
lating van den heer Yan Gilse.
Na bestrijding door den heer Veegens van
het standpunt der commissie omtrent de niet-
toelating als kiezer van Cnossen in het stem-
district IJlst, deelde de heer Kerdijk mee dat
onder de door de commissie ten gunste van den
heer Heemskerk geldig verklaarde biljetten een
voorkomt waarop voor de namen van beide
candidaten de stipjes zijn zwart gemaakt.
Dit leidde tot een nader voorloopig onder
zoek door de Kamer tijdens eene schorsing
der zitting, en ten slotte tot aanneming van
een voorstel van den voorzitter om een nader
commissoriaal onderzoek te gelasten.
Inmiddels gaat de Kamer heden voor eenigen
tijd uiteen.
Amsterdam. Bij den aanvang der berech
ting van eene eerste overtreding der politiever
ordening op het houden van bordeelen, zeide
de verdediger den kantonrechter te wraken,
aangezien deze, mr Van Ogtrop, als raadslid de
verordening had helpen in het leven roepen. Hij
had dus bij deze zaak belang en was min of
meer partij. Overeenkomstig het verlangen van
den verdediger werd de zaak geschorst en de
wraking aan het oordeel der rechtbank onder
worpen.
Vrijdag 15 October.
Rotterdam. Telegram van den make
laar H. van Randwijk). De stemming was heden
weifelend, het aanbod voldoende en de vraag
niet groot.
Donderdag 14 October.
Antwerpen. Tarwe prijshoudend. Amerik.
fr. 21.
P a r ij s. Tarwe kalm loop. md. fr. 29.25.
Beriyn. De williger telegrammen uit Noord-
Amerika hebben hier op de stemming voor
gij mij de eer zult aandoen van mee te komen.
Denkt gij dan dat ik u alleen hier zou laten".
„Gij zijt wel beleefd en nu dring ik er
op aan, Celia dat gij dejuitnoodiging aanneemt:
het zou onheusch zijn om die af te slaan".
Celia zag hem aan en hij haar.
„Gij moet mij niet onbeleefd vinden beste
Riversdale, maar ik kan niet", sprak Celia
op smeekenden toon.
Tante Sara vond het heerlijk, dat haar nicht
zoo gemeenzaam met een Lord omging en zei
niets meer.
„Ik zal er nu niet op aandringen; maar
beloof mij te komen, zoodra gij er u toe in
staat voelt," sprak Riversdale.
„Dat beloof ik", antwoordde Celia, „en
vertel mij nu eens hoe het met. domino Wil
mot gaat. Heeft zijn reis hem goed gedaan?"
„Neen, hij is eigenlijk niets beter. De
baden hadden hem geholpen, maar in Parijs
hebben zij een ongeluk met hun rijtuig gehad,
en daarbij heeft hij zich in den rug bezeerd, 't
geen door de doktoren voor heel ernstig wordt
verklaard".
„Dat spijt mij zeermaar hij heeft
zoo'n gezond gestel en zal het misschien wel
weer te boven komen!"
„Ik ben er bang voor en wij knnnen
hem zoo moeilijk missen."
„Heb ik dien heer niet bij u ontmoet?"
vroeg tante Sara, „die meer had van een land
edelman dan van een dominé?"
„Ja, mevrouw. Hg is meer dan vijf en
tarwe een gunstigen invloed geoefend en de
prijzen iets doen stijgen. Rogge heeft het tot
geen rijzing kunnen brengenin beide graan
soorten bleef de omzet beperkt.
Pesth. Tarwe bedong volle vorige prijzen.
Donderdag fl. 12.24. Dinsdag fl. 12.18.
N e w - Y o r k dis. 94%vorigen dag 95%.
Chicago 89%; 90.
Algemeen Overzicht.
Wij hebben een beetje gewacht met melding
te maken van een congres, dat sedert Maan
dag te Londen werd gehouden. De nationale
bond voor den vrijen arbeid had een groote
vergadering belegd, waarin veel besproken
werd. Maar de waarde der daar gevoerde be
raadslagingen hing geheel af van de beteekenis
van den bond. En juist daarover liep het oor
deel der Engelsche bladen uiteen. De bond
toch wenscht een dam op te werpen tegen het
terrorisme en de tyrannie der Trade Unions.
En waar deze vergadering juist werd gehouden
in de dageu, dat tegen een paar der grootste
vakvereenigingen zoo heftige strijd wordt ge
voerd, was er zeker aanleiding om geloof te
hechten aan de opvatting van hen, die aan
deze beweging alle beteekenis ontzegden en
haar voor een door patroons uitgelokt relletje
hielden.
Yerschil lende mededeelingen, van buiten den
strijd staande personen toonen echter aan, dat
er werkelijk een ernstige reactie bestaat tegen
de wgze, waarop de Trade Unions de belangen
van haar leden ineenen te moeten behartigen,
door steeds veel geld te vragen tot ondersteu
ning van werkstakers, en door telkens een deel
werklieden in een werkstaking te dompelen,
iets dat zelfs bij de rijkste uitkeeringen toch
altijd een nadeel is.
Vooral de leiders der Trade Unions zgnden
mannen van den nieuwen bond een doorn in
het oog, daar zij, feitelijk buiten de rijen der
arbeiders staande, niet deelen in het leed van
Je werkstakers.
Dat de tegenstanders van de Trade Unions
deze grief opperen is niet onnatuurlijk. Er
ligt iets stootends in, dat de zorg voor de be
langen van de arbeiders een beroep is gewor
den voor hen, die door de macht van het woord
een zekere positie onder hun medewerklieden
hebben verkregen. Maar wie nagaat hoeveel
arbeid er noodig is, om een bond, vooral in
dagen van strijd, te besturen, zal eveneens
moeten erkennen, dat zulk een werkzaamheid
heel den man eischt, dat sommigen hun mede
werklieden grooter dienst kunnen bewijzen,
als zij hamer of schaafbank in den steek laten
en zich geheel aan hun medearbeiders wijden.
Toch ligt in den bestaanden toestand zooveel
scheefs, dat gemakkelijk daaruit munt is te slaan
voor hen, die zich tegen de bestaande organi
saties keeren.
Vooral is dit het geval waar, gelijk hier, de
voorzitter zich er op kon beroepen geen be
zoldigd volksleider, maar een bedrijvig werk
man te zijn, die genoeg ervaring heeft om tè
weten dat het kapitaal niet de natuurlijke
vijand van den arbeid, en een werkstaking in
den regel verderfelijk is, zoodat deze niet
moedwillig mag worden aangestookt, gelijk
naar de voorzitter, de bootwerker Chandler,
betoogde, maar al te dikwerf het geval is.
Uit deze erkenning leidde hij het bewijs af,
dat een groot deel der werklieden niets liever
wil, dan te ontkomen aan de nadeelen van de
herhaalde werkstaking, aan de ongunstige ge
volgen welke deze crisissen op den bloei van
hun tak van nijverheid hebben, en geheel
vrij te zijn van allen druk van hun mede
werklieden.
Dat deze druk in vele gevallen erger is dan
die van de zijde der patroons, is meermalen
beweerd, en zeker niet altyd ten onrechte.
Want nog gisteren werd bericht, dat de werk
lieden in het district Birmingham reeds gedu
rende de laatste 13 weken elke week, op bevel
van de besturen hunner ambachtsvereenigingen,
geld hebben moeten afzonderen om de stakende
machine-makers te ondersteunen!
En als men nu weet, dat deze verplichte
bijdrage 4 sh. per week bedroeg, dan is het
geen wonder, dat de werklieden daar weer
spannig worden, en bedanken voor een verkor
veertig jaar onze zielverzorger geweest."
„Dat is een menschenleven."
„Ja, en een zeer welbesteed leven ook."
Bij het afscheid nemen zei Riversdale tot
Celia: „Yergeet niet dat gij mij alle mogelijke
boodschappen voor „de Hoeve" kunt opdragen,
al wat gij wilt. Ik blijf den heelen winter
buiten en Damer en ik kunnen alles voor u
bezorgen."
„Dank u. Ik zal 11 en Lady Mary af en
toe eens vragen om te gaan kijken of op „de
Hoeve" alles in orde is. Ik houd het tot
Mei aan, en als gij mij een genoegen wilt
doen, neem dan Cedric dezen winter bij u op
stal, en rijd hem nu en dan. Dat zal Derk
zeker prettig vinden. Bij u wordt hij goed
verzorgd."
„Ik zal er voor zorgen. Vaarwel, me
vrouw TwissHet spijt mij dat uw nicht mij
noopt het genoegen van u bij mij te zien te
verdagen en dat ik op Damerhof geen betere
berichten van haar kan geven. Laat dikwijls
van u hoor en."
De dokter van mevrouw Twiss kon haar
nichtje niet zoo spoedig genezenzij werd hoe
langer hoe bleeker en magerder, en ofschoon
zij haar best deed om haar gewone levenswijze
vol te houden, werd zij daar eindelyk te zwak
voor,zoodat, er een specialiteit in consult ge
roepen werd, die het geval zeer ernstig vond.
Binnenkoortsen sloopten bare krachten en bet
eenige raiddel was totale verandering van
ting van hun loon, zoo erg als zeker geen
patroon zou durven wagen.
Toch mag betwijfeld worden of bet niet
schromelijk overdreven was toen Chandler de
8 of 10 miljoen niet bij de Trade Unions aan
gesloten Britsche werklieden tot de tegenstan
ders der Unions en tot de voorstanders van
den Bond rekende. Maar toch blijkt, dat er
materiaal genoeg voorhanden is voorvorming
van een grooten, invloedrijken bond.
Het congres heeft zich krachtig verklaard
voor maatregelen tot bescherming van de vrij
heid van arbeid, welke telkens door de werk
stakers wordt bedreigd.
Van het uitzetten van posten wordt zulk
een misbruik gemaakt, dat de Bond nu reeds
aan de hoofden der politie mededeelde, dat
als dezen niet voor betere bescherming der
niet -Unionisten zorgden, de bond zelf gewapende
mannen zou aanstellen.
Dat een optreden als van dit congres, in deze
dagen den schijn wekt van een door de patroons
aangestookte beweging te zijn, is niet onnatuur
lijk. Maar de bond heeft, naar werd mede
gedeeld, reeds een ledental van 182.000 man,
voor een belangrijk deel in het laatste jaar
toegetreden. En dit cijfer is te groot, om aan
een gefingeerde beweging te kunnen denken.
Dat is te minder het geval, waar de grieven
van den bond niet uit de lucht zijn gegrepen,
en in wat werd aangevoerd zeker veel waars
ligt. Toch ware het, gelooven wg, verkeerd,
om wat den laatsten tijd voorvalt de Unions\te
hard te vallen. Reusachtig zijn de diensten,
welke deze vereenigingen, niet alleen aan de
werklieden zeiven bewezen op intellectueel,
materieel en pedagogisch gebied, maar ook aan
het land, dat tot voor korten tijd de arbeiders
beweging rustiger zag verloopen dan elders.
Wel ontstonden in Engeland even talrijke als
omvangrijke botsingen op industrieel gebied.
Maar de groote economische en staatkundige
strijd kon, dank zij het vele dat de Unions
reeds hebben gedaan, in Engeland anders ge
voerd worden dan op het vasteland.
Dat wellicht of waarschijnlijk, onder den
invloed van de steeds toenemende socialistische
neigingen der leiders, de Unions wat over
moedig zijn geworden, neemt deze verdiensten
niet weg.
Alleen dan zou dat het geval zijn, als men
alles wat verkregen was, de organisatie en den
invloed, op het spel zette in een strgd, welke
meer om de Unionsdan om het op den voor
grond getreden sociaal belang in dit
geval den arbeidsdag van acht uur gaat.
Maar de tijd om te beslissen, of zoo roeke
loos is gehandeld, zal eerst aangebroken zijn,
als men na den nu gevoerd wordenden strijd
het slagveld zal kunnen overzien.
Dat op dien afloop de „nationale bond van
den vrijen arbeid" van veel invloed kan zijn
is natuuriyk.
Beknopte Mededeelingen.
De Reforms heeft er van de Courier de
Bruxelles van langs gekregen over het opne
men van het artikel van Un Batave, maar veel
indruk maakt deze betraffing niet op het blad.
Op dezelfde wgze zwaait het II. v. A. de
tuchtroede over de Klokke Roeland, dat het
'reeds vermelde artikel over den invloed der
Duitschers te Antwerpen opnam. Het H. v. A.
zegt dienaangaande
„Als onze jonge klerken knap en verstandig
zijn, is geen Duitschei' in staat hun het gras
onder de voeten weg te maaienlaten ze zich
kloppen door de jonge Duitschers, dan kan
men het de handelshuizen niet kwalijk nemen,
dat zij hunne landgeuooten de voorkeur geven.
En daarom zeggen wij tot de jongelingen
onzer stadwapent u goed, oefent uwen geest,
volledigt uwe kennissen, wanneer gij de school
verlaten hebt, in instellingen als het Syndicaat
en dergelijke, en dan hebt ge de vreemde con
currentie niet te vreezen."
De Parijsche handel had bij Faure's
terugkeer uit RuslanI een drieledig programma
gemaaktfeestelijke ontvangst, aanbieding van
een geschenk en een groot banquet in de
Recon. Donderdagavond werd het laatste
nummer van dit programma afgewerkt.
Faure hield daarbij een tafelrede, waarin hij
herinnerde aan de diepe ontroering, die hij
ondervond, toen Parijs door de hartelijke toe
juichingen zijn vaderlandslievende ingenomen
heid toonde met de woorden, te Petersburg
gewisseld.
lucht en omgeving.
„Gij kunt er zelf ook veel aan doen,
mevrouw, door u tegen die neerslachtigheid
in te zetten. Gij kunt toch niet levensmoede
zijn."
„0, neen!" riep Celia uiten schrikte uit
haar dofheid op. „Ik wil niet zoo laf zijn
om toe te geven aan die moedeloosheid. Wie
weet hoeveel geluk er in de toekomst nog
voor mij is weggelegd."
„Als ge daarvan overtuigd zijt, komt gij er
ook door. Maar gij moet hier van daan. De
volgende week moogt ge niet meer in de stad
zijn. Ga naar de comedie, ga veel uit en denk
niet. Pak uw koffers en ga op reis. Volg de
zwaluwen en trek naar het Zuiden, dan zijt gg
over een paar maanden een ander mensch".
Zoodra hij weg was zei mevrouw Twiss:
„Waar zullen wij heengaan? Naar Italië?"
„O neen, dat niet".
„Dan naar Pau of Biarritz
„Hebt hij iets tegen Algiers tante?'
„Volstrekt niet. Ik houd wel niet van de
zee, maar als het goed voor u is ga ik naar
Tombocton", riep tante Sara uit, terwijl de
tranen langs hare roode wangen biggelden.
„Zou die hardvochtige kerel ik kan hem
niet anders noemen eenig begrip hebben
dat hij uw leven in gevaar brengt Ik wou
dat ik hem eens een half uurtje onder vier
oogen kon spreken"
„Zeg dat niet, tantemaar ik schaam mij
een beetje over mij zeiven. Ik wist niet dat
Het is door groote wijsheid en staatkundigen
zin, zeide president Faure, dat de democratie
zich verhengen mag in de verkregen resultaten.
De republikeinsche instellingen waarborgen den
binnenlandschen vrede en verzekeren in debe
trekkingen met het buitenland de vastheid van
meeningen en inzichten, zonder welke niets
duurzaams kan tot stand komen. President
Faure deed een ernstig beroep ten gunste van
de verovering der vreemde markt en noodigde
geheel Frankrijk uit tot deelneming aan de
groote bijeenkomst in 1900, waaraan door de
vreemde mogendheden zulk een groot aandeel
wordt genomen.
De Engelsche onder-staatssecretaris voor
oorlog Brodrick hield te Guildford een zeer
opzienbarende redevoering over de noodzakelijk
heid de Engelsche strijdkrachten te versterken.
De Beiersche regeering heeft aan de be-
grootingscommissie uit de kamer van afgevaar
digden medegedeeld, dat ten aanzien van de
regeling der militaire rechtspleging alleen kan
worden gezegd, dat alles zich bepaalt tot be
sprekingen in do commissies, en dat de volle
Bondsraad de zaak nog niet behandeld heeft.
Verder bleek dat Beiereu zich plaatst op
het standpunt, dat deze zaak moet worden ge
regeld op den grondslag van openbare en mon
delinge behandeling en dat de regeering op
kwam voor Beierens bijzondere rechten,
Woensdag en Donderdag hebben de ob-
struetionisten in den Oostenrijkschen Rijksraad
weer heel wat tgd doen verloren gaan. De
beslissing over de in staat van beschuldiging
stelling is nog niet gevallen.
Te Konstantinopel maakt men zich be
zorgd over de aanwezigheid van vele afge
dankte, maar nog niet naar hun woonplaats
teruggezonden soldaten.
Te Volo is men bezorgd over de Turksche
troepenmacht, welke daar wordt saamgetrokken
met het oog op de aanstaande ontruiming van
Thessalië.
Volgens de Standard heeft de bevolking van
Thessalië werkelijk veel te lijden van de Turk
sche troepen, die het vee en liet graan rooven.
Volgens de Times willen de mogendhe
den nu ernst maken met de regeling der zaken
van Kreta, waarbij men zich niet meer aan
het verzet van den sultan zal storen.
Hoewel volgens de telegrammen van Maan
dag het om Kohat liggende Engelsche leger
Woensdag zou oprukken, is nog geen telegram
komen melden, dat dit plan was uitgevoerd.
In de buurt van Jamrud (tusschen Pesjawar
en den Khyberpas) hadden de Afridi's eenige
honderden meters telegraatlijn afgebroken en
medegenomen.
INGEZONDEN STUKKEN.
Ingezonden stukken worden in geen geval teruggezonden.
Ken -vraag.
Mijnheer de redacteur
Veroorloof mij, naar aanleiding der benoe
ming van een lid der commissie van toezicht
op het lager onderwijs, in de jongste raads
zitting alhier, eene enkele vraag.
Op den heer Verhage als persoon zal niemand
iets te zeggen hebben. Mede- en tegenstander
roemen zijne beginselvaste eerlijkheid, maar hij
is beslist tegenstander van het openbaar
onderwijshg is voorzitter van de vereeniging
voor Gereformeerd onderwijs.
Daarom de vraag: Kan de heer Verhage,
zonder zijne beginselen op het gebied van
onderwijs te verloochenen, den eed afleggen
zijn plichten tegenover het openbaar onderwijs
getrouw en naar hchooren te zullen vervullen
Achtend,
Een voorstander van het
openbaar onderwijs.
Middelburg, 14 Oct. 1897.
HANDELSBERICHTEN.
Graanmarkten enz.
Vlissingen, 15 Oct. Boter 1.Q5 a 1.
Eieren 5.60 per 104 stuks.
St Maartensdij k, 14 Oct. Ter vee
markt waren heden aangevoerd 60 stuks
hoornvee, waaronder 28 graskalverenbenevens
205 biggen. De handel in biggen was leven
dig, in hoornvee slap. Prijzen werden besteed
als volgtvoor tweejarige ossen f 100drie
ik zoo erg ziek was; maar ik zal mijn best
dopn óm gieter, te worden en de gebroken
draden van mgn leven weer op te rapen, om
een nieuw te weven. Het is te kostbaar om
verloren te gaan."
„Zoo is het goed, Celia. Houd het hoofd
boven water."
Van het oogenblik af dat er besloten was
om naar Algiers te gaan had tante Sara geen
rust meer. Zij sprak met tallooze couriers en
reisagenten, schreef brieven, bezocht haren
notaris haar bankier, was tegenwoordig bij
samenkomsten tusschen Celia en haar gewezen
voogd liep de winkels af en kocht onnoe
melijk veel.
De Damers kwamen afscheid nemen en boden
aanbevelingsbrieven aan kennissen in Algiers
aan, waarvan Celia eerst niet wilde weten
maar op aanraden van Lady Mary stemde zij
er in toe. „En als Derk u sehrgft zooals hij
behoort te doen, zult gij dan niet doof zijn
voor zijn smeekingen?"
„Neen, maar ik betwijfel of hij het doen
zal. In alle geval moogt gij er hem niet toe
overreden. Als hij niet uit eigen beweging
terugkeert, wordt de verhouding nog slechter
dan te voren."
Den volgenden dag verlieten zij Engeland
voor vele maanden, en toeu zij er terug kwa
men was er voor Celia heel wat veranderd.
Wordt vervolgdi)