BUITENLAND. LAATSTE BERICHTEN. Marttwen vao Tarwe ea Meel. Nadat aan den burgemeester de teekenen fijner waardigheid waren overhandigd, sprak deze het volgende „Mijne Heeren In de eerste plaats past mij een woord van eerbiedige erkentelijkheid aan H. M. de Ko ningin-Regentes, die mij tot dit gewichtig ambt benoemd heeft. Door deze benoeming wordt een innige wensch van mij vervuldik heb lang begeerd een uitgebreider werkkring op Walcheren te mogen vinden. Op Walcheren geboren en opgevoed, heb ik deze stad steeds met belangstelling gadegesla gen en mij verbaasd en verheugd over hare snelle uitbreiding. Acht ik het dus een gTOot voorrecht aan het hoofd te mogen staan van deze groote stad, die thans ongeveer een eeuw geleden ook door mijn overgrootvader gedurende een drietal jaren bestuurd is, houdt u verzekerd dat ik niet gering denk over de bezwaren en moeielijk- heden, die aan deze betrekking verbonden zijn en die ik te overwinnen zal hebben. Den geheelon omvang mijner taak kan ik op dit oogenblik zelfs nog moeilijk gissen en zij is te zwaarder omdat ik geroepen wordt de opvolger te zijn van een man, die hier zoo krachtig heeft gewerkt en zooveel heeft gedaan, op eene wijze, ver boven mijn lof verheven. Een man, die het waardig was, dat gij hem uw volkomen vertrouwen en sympathie schonkt Maar wanneer ik u zeg, dat ik reeds 15 jaar in dit ambt ben werkzaam geweest, wel is waar in kleine gemeenten, doch in welken tijd ik ruimschoots de gelegenheid heb gehad om met de daaraan verbonden schaduwzijden kennis te maken, dan zult wel van mij willen vertrouwen, dat ik niet slechts gekomen ben om hier eene eereplaats in te nemen, maar met het ernstig voornemen om voortaan al mijne krachten aan de bevordering der belan gen van deze gemeente en hare ingezetenen te wijden. Het voorbeeld van mijn voorganger zal mij daarbij aanvuren en zal mij een spoorslag zijn om mij met ijver en toewijding te geven aan de mij toevertrouwde belangen, zoodat ook ik mij weldra in uw vertrouwen zal mogen ver heugen. Om iets ten nutte dezer stad te kunnen doen, heb ik de medewerking der ingezetenen, maar van u, mijne heeren, als de vertegenwoordigers der burgerij, in het bijzonder dringend noodig. Tot mijn innig leedwezen is de oudste wet houder verhinderd hier tegenwoordig te zijn» anders had ik hem mijn dank kunnen brengen voor de welwillende wijze, waarop hij mij, na mijne benoeming, is tegemoetgekomen. Aan U, mijnheer de wethouder, breng ik evenzeer mijn dank voor de welwillende ont vangst en voor dé hartelijke woorden, mij zoo even toegesproken, en voor de toezegging dat ik op de medewerking van alle leden van den raad mag rekenen. Aan uw aller steun en bijstand, mijne heeren, heb ik bijzonder behoefte. Moge er ook, bij verschil van meening, eene aangename ver standhouding tusschen ons bestaan, waar we samen onze krachten zullen wijden aan de be langen dezer gemeente. Maar niet minder heb ik uwe hulp en voor lichting noodig, mijnheer de secretaris. Ik heb het voorrecht gehad in mijne vorige betrekking een in de administratie doorkneed man tot secretaris te hebben en ik weet dus bij ervaring hoeveel het waard is met een der zaken kundige de kwesties, die zich voordoen, te kunnen bespreken. Daar ik uwe bereidwilligheid om mij bij te staan na mijne benoeming reeds herhaaldelijk heb ondervonden, heb ik volle vertrouwen dat wij vriendschappelijk zullen samen werken. Laat ,0ns wedijveren in trouwe plichtsvervul ling met een gemeenschappelijk doel voor oogende belangen dezer stad. Ik heb ook nog een woord aan U, mijnheer de ontvanger en de overige gemeente-ambte naren. Nog niet lang geleden heb ik kunnen vernemen, welk eene aangename verhouding er bestond tusschen mijn voorganger en U. Yan mijne zijde zal er een streven zijn dat die verhouding niets te wenschen overlaat. Laat mij dan ook op uwe medewerking mogen rekenen. Wanneer gij allen, ieder op de plaats die gij maakte zich zóo bezorgd over haar, dat zij haar «igen ongesteldheid vergat. Eenige dagen later werd op een middag, toen Celia in een groo- ten stoel bij den haard lag. Lord Riversdale aangediend. Eerst wilde zij hem niet ontvan gen, omdat zij zich nog niet wel voelde, maar mevrouw Twiss zei„Laat mijnheer bo ven komen" en zijn binnen komen deed haar ontroeren, want hij was wel niet Rivers zelf, maar iets in zijn honding deed haar toch zoo aan haar man denken. „Ik was bang dat gij mij weer zoudt weg zenden", zei hij, haar hartelijk de hand schud dende, „en ik heb zoo naar ii verlangd maar ik kon niet eerder weg". - „Ik ben toch blij u te zien. Gij hebt het zeker druk te Riversdale. „Ja, wij zitten nooit stil. Maar hoe gaat het u? Gij ziet er niet best uit". „Ik ben verkouden maar dat zal wel gaan" „Niets is beter dan luchtverandering voor verkoudheid. Kom de volgende week te Ri versdale. Gij weet, het is er zoo beschut en een poosje buitenleven zou u zooveel goed doen". „Dank u wel, maar dat kan niet". „Waarom zegt ge dat vroeg tante Sara. „Mylord heeft gelijk dat luchtverandering goed voor u is; maar mag ik vragen of Lady Damar ook van de partij zal' zijn V „Neendie heeft zelfs logés". „O, dan kan mijn nicht ook niet by u -komen". „Maar lieve mevrouw, ik hoop toch dat inneemt, mij uwe gewenschte medewerking verleent, dan vertrouw ik dat mijne pogingen om ten nutte van Vlissingen werkzaam te zijn, onder den zegen des Allerhoogsten, dien ik eerbiedig inroep, goede vruchten zullen dragen tot bevordering van den bloei en de welvaart der gemeente Vlissingen t" Bij beide toespraken gaven de leden van hunne instemming met het gesprokene door applaus blijk. Na rondvraag sloot hierop de voorzitter de vergadering, die door zeer vele belangstellen- den werd bijgewoond. Loting Nationale Militie, De loting voor de lichting der nationale militie van het jaar 1898 zal plaats hebben in de gemeenten en op de dagen en uren, als hieronder zijn aangewezen. Oostburg Dinsdag 19 Oct. 9 u. vra.voor Nieuwvliet, 9.15 u. vm. Groede, 10 u. vm. Bres- kens, 10.30 u. vm. Zuidzande en 10.45 u. vm. Oostburg. Sluis Woensdag 20 Oct. 9 u. vm. voor Aar denburg, 9.30 u. vm. St. Kruis, 9.45 u. vm. Cadzand, 10 u. vm. Eede, 10.15 u. vm. Retran- chement en 10.30 u. vm Sluis. Naar wij zooeven vernemen, gaat het concert van het Udel-kwartet Zaterdagavond wei! door, wegens te geringe deelneming bij het bespreken der plaatsen op heden. Terneuzen. Voor de vacante betrekking van gemeente-secretaris alhier hebben zich dertig sollicitanten aangemeld. Door de Vereeniging voor Chv. onderwijs alhier werd heden herbesteedhet leveren en plaatsen van schoolmeubelen vóór de in aan bouw zijnde school. Hiervoor was laagste inschrijver de heer A. C. Rijnberg alhier voor f 783. De heer H. J. Ganderheijden te Vlissingen schreef in vóór f 799. 's-Cravenhage. Tweede kamer. In de heden gehouden zitting is nog geen eind beslissing genomen omtrent de al of niet toe lating van den heer Yan Gilse. Na bestrijding door den heer Veegens van het standpunt der commissie omtrent de niet- toelating als kiezer van Cnossen in het stem- district IJlst, deelde de heer Kerdijk mee dat onder de door de commissie ten gunste van den heer Heemskerk geldig verklaarde biljetten een voorkomt waarop voor de namen van beide candidaten de stipjes zijn zwart gemaakt. Dit leidde tot een nader voorloopig onder zoek door de Kamer tijdens eene schorsing der zitting, en ten slotte tot aanneming van een voorstel van den voorzitter om een nader commissoriaal onderzoek te gelasten. Inmiddels gaat de Kamer heden voor eenigen tijd uiteen. Amsterdam. Bij den aanvang der berech ting van eene eerste overtreding der politiever ordening op het houden van bordeelen, zeide de verdediger den kantonrechter te wraken, aangezien deze, mr Van Ogtrop, als raadslid de verordening had helpen in het leven roepen. Hij had dus bij deze zaak belang en was min of meer partij. Overeenkomstig het verlangen van den verdediger werd de zaak geschorst en de wraking aan het oordeel der rechtbank onder worpen. Vrijdag 15 October. Rotterdam. Telegram van den make laar H. van Randwijk). De stemming was heden weifelend, het aanbod voldoende en de vraag niet groot. Donderdag 14 October. Antwerpen. Tarwe prijshoudend. Amerik. fr. 21. P a r ij s. Tarwe kalm loop. md. fr. 29.25. Beriyn. De williger telegrammen uit Noord- Amerika hebben hier op de stemming voor gij mij de eer zult aandoen van mee te komen. Denkt gij dan dat ik u alleen hier zou laten". „Gij zijt wel beleefd en nu dring ik er op aan, Celia dat gij dejuitnoodiging aanneemt: het zou onheusch zijn om die af te slaan". Celia zag hem aan en hij haar. „Gij moet mij niet onbeleefd vinden beste Riversdale, maar ik kan niet", sprak Celia op smeekenden toon. Tante Sara vond het heerlijk, dat haar nicht zoo gemeenzaam met een Lord omging en zei niets meer. „Ik zal er nu niet op aandringen; maar beloof mij te komen, zoodra gij er u toe in staat voelt," sprak Riversdale. „Dat beloof ik", antwoordde Celia, „en vertel mij nu eens hoe het met. domino Wil mot gaat. Heeft zijn reis hem goed gedaan?" „Neen, hij is eigenlijk niets beter. De baden hadden hem geholpen, maar in Parijs hebben zij een ongeluk met hun rijtuig gehad, en daarbij heeft hij zich in den rug bezeerd, 't geen door de doktoren voor heel ernstig wordt verklaard". „Dat spijt mij zeermaar hij heeft zoo'n gezond gestel en zal het misschien wel weer te boven komen!" „Ik ben er bang voor en wij knnnen hem zoo moeilijk missen." „Heb ik dien heer niet bij u ontmoet?" vroeg tante Sara, „die meer had van een land edelman dan van een dominé?" „Ja, mevrouw. Hg is meer dan vijf en tarwe een gunstigen invloed geoefend en de prijzen iets doen stijgen. Rogge heeft het tot geen rijzing kunnen brengenin beide graan soorten bleef de omzet beperkt. Pesth. Tarwe bedong volle vorige prijzen. Donderdag fl. 12.24. Dinsdag fl. 12.18. N e w - Y o r k dis. 94%vorigen dag 95%. Chicago 89%; 90. Algemeen Overzicht. Wij hebben een beetje gewacht met melding te maken van een congres, dat sedert Maan dag te Londen werd gehouden. De nationale bond voor den vrijen arbeid had een groote vergadering belegd, waarin veel besproken werd. Maar de waarde der daar gevoerde be raadslagingen hing geheel af van de beteekenis van den bond. En juist daarover liep het oor deel der Engelsche bladen uiteen. De bond toch wenscht een dam op te werpen tegen het terrorisme en de tyrannie der Trade Unions. En waar deze vergadering juist werd gehouden in de dageu, dat tegen een paar der grootste vakvereenigingen zoo heftige strijd wordt ge voerd, was er zeker aanleiding om geloof te hechten aan de opvatting van hen, die aan deze beweging alle beteekenis ontzegden en haar voor een door patroons uitgelokt relletje hielden. Yerschil lende mededeelingen, van buiten den strijd staande personen toonen echter aan, dat er werkelijk een ernstige reactie bestaat tegen de wgze, waarop de Trade Unions de belangen van haar leden ineenen te moeten behartigen, door steeds veel geld te vragen tot ondersteu ning van werkstakers, en door telkens een deel werklieden in een werkstaking te dompelen, iets dat zelfs bij de rijkste uitkeeringen toch altijd een nadeel is. Vooral de leiders der Trade Unions zgnden mannen van den nieuwen bond een doorn in het oog, daar zij, feitelijk buiten de rijen der arbeiders staande, niet deelen in het leed van Je werkstakers. Dat de tegenstanders van de Trade Unions deze grief opperen is niet onnatuurlijk. Er ligt iets stootends in, dat de zorg voor de be langen van de arbeiders een beroep is gewor den voor hen, die door de macht van het woord een zekere positie onder hun medewerklieden hebben verkregen. Maar wie nagaat hoeveel arbeid er noodig is, om een bond, vooral in dagen van strijd, te besturen, zal eveneens moeten erkennen, dat zulk een werkzaamheid heel den man eischt, dat sommigen hun mede werklieden grooter dienst kunnen bewijzen, als zij hamer of schaafbank in den steek laten en zich geheel aan hun medearbeiders wijden. Toch ligt in den bestaanden toestand zooveel scheefs, dat gemakkelijk daaruit munt is te slaan voor hen, die zich tegen de bestaande organi saties keeren. Vooral is dit het geval waar, gelijk hier, de voorzitter zich er op kon beroepen geen be zoldigd volksleider, maar een bedrijvig werk man te zijn, die genoeg ervaring heeft om tè weten dat het kapitaal niet de natuurlijke vijand van den arbeid, en een werkstaking in den regel verderfelijk is, zoodat deze niet moedwillig mag worden aangestookt, gelijk naar de voorzitter, de bootwerker Chandler, betoogde, maar al te dikwerf het geval is. Uit deze erkenning leidde hij het bewijs af, dat een groot deel der werklieden niets liever wil, dan te ontkomen aan de nadeelen van de herhaalde werkstaking, aan de ongunstige ge volgen welke deze crisissen op den bloei van hun tak van nijverheid hebben, en geheel vrij te zijn van allen druk van hun mede werklieden. Dat deze druk in vele gevallen erger is dan die van de zijde der patroons, is meermalen beweerd, en zeker niet altyd ten onrechte. Want nog gisteren werd bericht, dat de werk lieden in het district Birmingham reeds gedu rende de laatste 13 weken elke week, op bevel van de besturen hunner ambachtsvereenigingen, geld hebben moeten afzonderen om de stakende machine-makers te ondersteunen! En als men nu weet, dat deze verplichte bijdrage 4 sh. per week bedroeg, dan is het geen wonder, dat de werklieden daar weer spannig worden, en bedanken voor een verkor veertig jaar onze zielverzorger geweest." „Dat is een menschenleven." „Ja, en een zeer welbesteed leven ook." Bij het afscheid nemen zei Riversdale tot Celia: „Yergeet niet dat gij mij alle mogelijke boodschappen voor „de Hoeve" kunt opdragen, al wat gij wilt. Ik blijf den heelen winter buiten en Damer en ik kunnen alles voor u bezorgen." „Dank u. Ik zal 11 en Lady Mary af en toe eens vragen om te gaan kijken of op „de Hoeve" alles in orde is. Ik houd het tot Mei aan, en als gij mij een genoegen wilt doen, neem dan Cedric dezen winter bij u op stal, en rijd hem nu en dan. Dat zal Derk zeker prettig vinden. Bij u wordt hij goed verzorgd." „Ik zal er voor zorgen. Vaarwel, me vrouw TwissHet spijt mij dat uw nicht mij noopt het genoegen van u bij mij te zien te verdagen en dat ik op Damerhof geen betere berichten van haar kan geven. Laat dikwijls van u hoor en." De dokter van mevrouw Twiss kon haar nichtje niet zoo spoedig genezenzij werd hoe langer hoe bleeker en magerder, en ofschoon zij haar best deed om haar gewone levenswijze vol te houden, werd zij daar eindelyk te zwak voor,zoodat, er een specialiteit in consult ge roepen werd, die het geval zeer ernstig vond. Binnenkoortsen sloopten bare krachten en bet eenige raiddel was totale verandering van ting van hun loon, zoo erg als zeker geen patroon zou durven wagen. Toch mag betwijfeld worden of bet niet schromelijk overdreven was toen Chandler de 8 of 10 miljoen niet bij de Trade Unions aan gesloten Britsche werklieden tot de tegenstan ders der Unions en tot de voorstanders van den Bond rekende. Maar toch blijkt, dat er materiaal genoeg voorhanden is voorvorming van een grooten, invloedrijken bond. Het congres heeft zich krachtig verklaard voor maatregelen tot bescherming van de vrij heid van arbeid, welke telkens door de werk stakers wordt bedreigd. Van het uitzetten van posten wordt zulk een misbruik gemaakt, dat de Bond nu reeds aan de hoofden der politie mededeelde, dat als dezen niet voor betere bescherming der niet -Unionisten zorgden, de bond zelf gewapende mannen zou aanstellen. Dat een optreden als van dit congres, in deze dagen den schijn wekt van een door de patroons aangestookte beweging te zijn, is niet onnatuur lijk. Maar de bond heeft, naar werd mede gedeeld, reeds een ledental van 182.000 man, voor een belangrijk deel in het laatste jaar toegetreden. En dit cijfer is te groot, om aan een gefingeerde beweging te kunnen denken. Dat is te minder het geval, waar de grieven van den bond niet uit de lucht zijn gegrepen, en in wat werd aangevoerd zeker veel waars ligt. Toch ware het, gelooven wg, verkeerd, om wat den laatsten tijd voorvalt de Unions\te hard te vallen. Reusachtig zijn de diensten, welke deze vereenigingen, niet alleen aan de werklieden zeiven bewezen op intellectueel, materieel en pedagogisch gebied, maar ook aan het land, dat tot voor korten tijd de arbeiders beweging rustiger zag verloopen dan elders. Wel ontstonden in Engeland even talrijke als omvangrijke botsingen op industrieel gebied. Maar de groote economische en staatkundige strijd kon, dank zij het vele dat de Unions reeds hebben gedaan, in Engeland anders ge voerd worden dan op het vasteland. Dat wellicht of waarschijnlijk, onder den invloed van de steeds toenemende socialistische neigingen der leiders, de Unions wat over moedig zijn geworden, neemt deze verdiensten niet weg. Alleen dan zou dat het geval zijn, als men alles wat verkregen was, de organisatie en den invloed, op het spel zette in een strgd, welke meer om de Unionsdan om het op den voor grond getreden sociaal belang in dit geval den arbeidsdag van acht uur gaat. Maar de tijd om te beslissen, of zoo roeke loos is gehandeld, zal eerst aangebroken zijn, als men na den nu gevoerd wordenden strijd het slagveld zal kunnen overzien. Dat op dien afloop de „nationale bond van den vrijen arbeid" van veel invloed kan zijn is natuuriyk. Beknopte Mededeelingen. De Reforms heeft er van de Courier de Bruxelles van langs gekregen over het opne men van het artikel van Un Batave, maar veel indruk maakt deze betraffing niet op het blad. Op dezelfde wgze zwaait het II. v. A. de tuchtroede over de Klokke Roeland, dat het 'reeds vermelde artikel over den invloed der Duitschers te Antwerpen opnam. Het H. v. A. zegt dienaangaande „Als onze jonge klerken knap en verstandig zijn, is geen Duitschei' in staat hun het gras onder de voeten weg te maaienlaten ze zich kloppen door de jonge Duitschers, dan kan men het de handelshuizen niet kwalijk nemen, dat zij hunne landgeuooten de voorkeur geven. En daarom zeggen wij tot de jongelingen onzer stadwapent u goed, oefent uwen geest, volledigt uwe kennissen, wanneer gij de school verlaten hebt, in instellingen als het Syndicaat en dergelijke, en dan hebt ge de vreemde con currentie niet te vreezen." De Parijsche handel had bij Faure's terugkeer uit RuslanI een drieledig programma gemaaktfeestelijke ontvangst, aanbieding van een geschenk en een groot banquet in de Recon. Donderdagavond werd het laatste nummer van dit programma afgewerkt. Faure hield daarbij een tafelrede, waarin hij herinnerde aan de diepe ontroering, die hij ondervond, toen Parijs door de hartelijke toe juichingen zijn vaderlandslievende ingenomen heid toonde met de woorden, te Petersburg gewisseld. lucht en omgeving. „Gij kunt er zelf ook veel aan doen, mevrouw, door u tegen die neerslachtigheid in te zetten. Gij kunt toch niet levensmoede zijn." „0, neen!" riep Celia uiten schrikte uit haar dofheid op. „Ik wil niet zoo laf zijn om toe te geven aan die moedeloosheid. Wie weet hoeveel geluk er in de toekomst nog voor mij is weggelegd." „Als ge daarvan overtuigd zijt, komt gij er ook door. Maar gij moet hier van daan. De volgende week moogt ge niet meer in de stad zijn. Ga naar de comedie, ga veel uit en denk niet. Pak uw koffers en ga op reis. Volg de zwaluwen en trek naar het Zuiden, dan zijt gg over een paar maanden een ander mensch". Zoodra hij weg was zei mevrouw Twiss: „Waar zullen wij heengaan? Naar Italië?" „O neen, dat niet". „Dan naar Pau of Biarritz „Hebt hij iets tegen Algiers tante?' „Volstrekt niet. Ik houd wel niet van de zee, maar als het goed voor u is ga ik naar Tombocton", riep tante Sara uit, terwijl de tranen langs hare roode wangen biggelden. „Zou die hardvochtige kerel ik kan hem niet anders noemen eenig begrip hebben dat hij uw leven in gevaar brengt Ik wou dat ik hem eens een half uurtje onder vier oogen kon spreken" „Zeg dat niet, tantemaar ik schaam mij een beetje over mij zeiven. Ik wist niet dat Het is door groote wijsheid en staatkundigen zin, zeide president Faure, dat de democratie zich verhengen mag in de verkregen resultaten. De republikeinsche instellingen waarborgen den binnenlandschen vrede en verzekeren in debe trekkingen met het buitenland de vastheid van meeningen en inzichten, zonder welke niets duurzaams kan tot stand komen. President Faure deed een ernstig beroep ten gunste van de verovering der vreemde markt en noodigde geheel Frankrijk uit tot deelneming aan de groote bijeenkomst in 1900, waaraan door de vreemde mogendheden zulk een groot aandeel wordt genomen. De Engelsche onder-staatssecretaris voor oorlog Brodrick hield te Guildford een zeer opzienbarende redevoering over de noodzakelijk heid de Engelsche strijdkrachten te versterken. De Beiersche regeering heeft aan de be- grootingscommissie uit de kamer van afgevaar digden medegedeeld, dat ten aanzien van de regeling der militaire rechtspleging alleen kan worden gezegd, dat alles zich bepaalt tot be sprekingen in do commissies, en dat de volle Bondsraad de zaak nog niet behandeld heeft. Verder bleek dat Beiereu zich plaatst op het standpunt, dat deze zaak moet worden ge regeld op den grondslag van openbare en mon delinge behandeling en dat de regeering op kwam voor Beierens bijzondere rechten, Woensdag en Donderdag hebben de ob- struetionisten in den Oostenrijkschen Rijksraad weer heel wat tgd doen verloren gaan. De beslissing over de in staat van beschuldiging stelling is nog niet gevallen. Te Konstantinopel maakt men zich be zorgd over de aanwezigheid van vele afge dankte, maar nog niet naar hun woonplaats teruggezonden soldaten. Te Volo is men bezorgd over de Turksche troepenmacht, welke daar wordt saamgetrokken met het oog op de aanstaande ontruiming van Thessalië. Volgens de Standard heeft de bevolking van Thessalië werkelijk veel te lijden van de Turk sche troepen, die het vee en liet graan rooven. Volgens de Times willen de mogendhe den nu ernst maken met de regeling der zaken van Kreta, waarbij men zich niet meer aan het verzet van den sultan zal storen. Hoewel volgens de telegrammen van Maan dag het om Kohat liggende Engelsche leger Woensdag zou oprukken, is nog geen telegram komen melden, dat dit plan was uitgevoerd. In de buurt van Jamrud (tusschen Pesjawar en den Khyberpas) hadden de Afridi's eenige honderden meters telegraatlijn afgebroken en medegenomen. INGEZONDEN STUKKEN. Ingezonden stukken worden in geen geval teruggezonden. Ken -vraag. Mijnheer de redacteur Veroorloof mij, naar aanleiding der benoe ming van een lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs, in de jongste raads zitting alhier, eene enkele vraag. Op den heer Verhage als persoon zal niemand iets te zeggen hebben. Mede- en tegenstander roemen zijne beginselvaste eerlijkheid, maar hij is beslist tegenstander van het openbaar onderwijshg is voorzitter van de vereeniging voor Gereformeerd onderwijs. Daarom de vraag: Kan de heer Verhage, zonder zijne beginselen op het gebied van onderwijs te verloochenen, den eed afleggen zijn plichten tegenover het openbaar onderwijs getrouw en naar hchooren te zullen vervullen Achtend, Een voorstander van het openbaar onderwijs. Middelburg, 14 Oct. 1897. HANDELSBERICHTEN. Graanmarkten enz. Vlissingen, 15 Oct. Boter 1.Q5 a 1. Eieren 5.60 per 104 stuks. St Maartensdij k, 14 Oct. Ter vee markt waren heden aangevoerd 60 stuks hoornvee, waaronder 28 graskalverenbenevens 205 biggen. De handel in biggen was leven dig, in hoornvee slap. Prijzen werden besteed als volgtvoor tweejarige ossen f 100drie ik zoo erg ziek was; maar ik zal mijn best dopn óm gieter, te worden en de gebroken draden van mgn leven weer op te rapen, om een nieuw te weven. Het is te kostbaar om verloren te gaan." „Zoo is het goed, Celia. Houd het hoofd boven water." Van het oogenblik af dat er besloten was om naar Algiers te gaan had tante Sara geen rust meer. Zij sprak met tallooze couriers en reisagenten, schreef brieven, bezocht haren notaris haar bankier, was tegenwoordig bij samenkomsten tusschen Celia en haar gewezen voogd liep de winkels af en kocht onnoe melijk veel. De Damers kwamen afscheid nemen en boden aanbevelingsbrieven aan kennissen in Algiers aan, waarvan Celia eerst niet wilde weten maar op aanraden van Lady Mary stemde zij er in toe. „En als Derk u sehrgft zooals hij behoort te doen, zult gij dan niet doof zijn voor zijn smeekingen?" „Neen, maar ik betwijfel of hij het doen zal. In alle geval moogt gij er hem niet toe overreden. Als hij niet uit eigen beweging terugkeert, wordt de verhouding nog slechter dan te voren." Den volgenden dag verlieten zij Engeland voor vele maanden, en toeu zij er terug kwa men was er voor Celia heel wat veranderd. Wordt vervolgdi)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 3