MIDDELRURGSCHE COURANT. BUITENLAND. 140® Jaargang. Dinsdag 12 October. N°. 240. 1897. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p.,/2.—. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 11 Oct. 8 u. vm. 57 gr. 12 u. 08 gr., av. 4 u. 58 gr. F. Verw. tam. kr. W. w. regen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór één uur aan bet bureau bezorgd zijn. Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent por rogol. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Bij deze courant behoort een Bijvoegsel. Middelburg 11 October. Mr J. ïïesmskerk Aza. f Weer is een talentvol lid der oude garde, een van de overgeblevenen uit een vroeger tijd perk heengegaan. In den hoogen ouderdom van omstreeks 80 jaar overleed Zaterdagavond plotseling to 's-Gravenhage mr Jan Heemskerk Azn., eenjman, wiens talenten eerbied afdwon gen aan zijn tegenstanders, hoe weinig dank dezen hem ook verschuldigd zijn. De heer Heemskerk was de zoon uit een oud Amsterdamsch geslacht, en onderscheidde zich in zijn studententijd aan het Atheneum 311u8tre in zijn woonplaats doorgebracht door voor dien tijd zoo vooruitstrevende begrippen, dat hij als „de roode Heemskerk" bekend stond, en niemand in hem den lateren leider der conservatieve partij kon vermoeden. Na zijn bevordering tot meester in de rechten, nam hij in zijn vaderstad ijverig deel aan het openbare leven en behoorde eerst tot de mede werkers van het liberale Algemeen Handelsblad om later de conservatieve Amsterdamsche Cou rant met menig artikel te verrijken. In zijn geboorteplaats, waar hij het beroep van advocaat uitoefende, werd hij eerst lid van den Raad en in April 1860 lid van de Tweede kamer, waarin hij tot September 1864 voor Amsterdam zitting had. De heer Heemskerk, destijds raadsheer in het provinciaalgerechtshof van Noord-Holland, werd in de laatste dagen van Mei 1866 voor de eerste maal geroepen een ministeriëele porte feuille te aanvaarden. Nadat de aanneming van een amendement- Poortman op de Indische cultuurwet het kabinet-Fransen van de Putte had doen aftre- don, werd de vorming van het kabinet opge dragen aan mr P. Mijer, die de portefeuille van binnenlandsche zaken aan mr Heemskerk gaf. Deze zou al spoedig meer van zich doen sproken, en het land in eene binnenlandsche crisis wikkelen, zoo ernstig als het sedert '48 niet had beleefd, een crisis wel waard om er even bij stil te staan. Drie en een halve maand na het optreden van het kabinet werd de minister Mijer tot aller verbazing benoemd tot gouverneur- generaal van Nederlandsch-Indië een be noeming welke van vele zijden af keuring vond, èn om den korten tijd, welke verloopen was sedert het optreden van het kabinet, èn om dat deze benoeming bij verrassing plaats had. en de minister Mijer, eenige uren vóór zijn benoeming bekend werd, in de kamer nog had gesproken, alsof hij jaren lang de portefeuille van koloniën zou behouden, en tal van toe zeggingen had gedaan. Bij het adres van antwoord op de troonrede stelde mr Keuchenius daarop een motie voor, waarin de Kamer verklaarde de gedragslijn van het kabinet ten opzichte van de uittreding van den minister van koloniën mr Mijer af te keuren, welke motie in de zitting van 26 Sep tember 1866 met 39 tegen 23 stemmen werd aangenomen. Deze motie gaf het kabinet aanleiding over te gaan tot de eerste ontbinding der Tweede kamer, waarvan 1 October de officieele mededeeling werd gedaan. Deze, door haar zeldzaamheid bijzonder gewichtige regeerings- daad kreeg terstond een nog veel grooter be- teekenis. De koning vaardigde een proclamatie aan zijn „geliefde landgenooten en onderdanen" uit, waarin werd verklaard, dat de voor orde en eensgezindheid noodige overeenstemming en samenwerking tusschen regeering en kamer bij de toenmalige samenstelling der kamer niet te verkrijgen waren dat de gedurige verwisseling van verantwoordelijke raadslieden der kroon allengs schadelijk zou worden, en dat de koning, om tot bestendiging van richting te geraken, zijn geliefd volk opriep ten einde van zijn wenBchen te deen blijken. Deze niet door de ministers medeonderteekende proclamatie werd, ingevolge de bepalingen van een door mr Heemskerk uitgelokt Kon. besluit, in het Staatsblad geplaatst, afgekondigd en aangeplakt. Deze inmenging der troon in de verkiezingen, en de wijze van afkondigen, zonder contraseign, wekten in het land een storm van verontwaar diging, welke nog toenam, toen de regeering zich het monopolie van vaderlandschliefde aan matigde door deze proclamatie te doen aan plakken, omgeven door een kader van rood, wit en blauw, terwijl, wat nog meer veront waardiging wekte, bij de aan de kiezers zonden stembriefjes een verkleinde afdruk der proclamatie werd gevoegd. Poor de liberale partij werd dit optreden als een inbreuk op de rechten en vrijheden des volks beschouwd, terwijl, toen de regeeringde motie-Keuchenius ongrondwettig noemde, alle hoogleeraren in de rechtswetenschap met uitzondering van mr De Bosch Kemper hun beroemd geworden advies uitbrachten, waarin de grondwettigheid der motie werd gehand haafd. In deze zoo fel bewogen en voor bet land zoo belangrijke dagen, werd Heemskerk's naam verbonden aan een voor Zeeland belangrijk feit, de opening van het kanaal door Zuid- Beveland, welke plechtigheid door den minister Heemskerk en drie zijner collega's werd geleid, na afloop waarvan zij een tocht door Walcheren maakten en te Middelburg in de bovenzaal van St. Joris aan een feestmaal aanzaten, op den zelfden dag (11 Oct.) dat 's konings procla matie hier bekend werd. Deze proclamatie en de bewering dat de liberalen de prerogatieven der kroon hadden aangetast, misten haar werking niet. De regeering kon zich handhaveneen uit slag welke tc 's Gravenhage tot allerlei betoo gingen leidde, vooral toen de koning, kort vóór de opening der nieuwe kamer, in zijn residentie terugkeerde. Maar al was het kabinet gebleven, een meer derheid had het daarom niet, zoodat het 19 November aangevangen parlementair tijdvak er een was van voortdurende worsteling tusschen kamer en kabinet, en er reeds na éen jaar (26 November 1867) een nieuwe botsing ont stond, doordien de kamer met 38 tegen 36 stemmen de begrooting van buitenlandsche zaken verwierp, vooral tengevolge van de hou ding der regeering in het Luxemburg-Limburg- scbe vraagstuk, in verband met den Duitschen Bond. Het kabinet besloot den koning zijn ontslag aan te bieden, op welk verzoek geene beslissing werd genomen dan na de behan deling der noodig geworden credietwetten. Nadat deze waren aangenomen, werd bij kabi- netsschrijven van 21 December verklaard, dat Z. M. geen reden had gevonden om zijn ver trouwen aan het kabinet te ontzeggen, en hij mitsdien het aangeboden ontslag niet had aan genomen. In de eerste dagen van het jaar 1868 volgde daarop de tweede ontbinding, als gevolg van een rapport van den ministerraad, welke zich bereid verklaarde,„tot eenjvernieuwde poging om, zoo God wil, nog eenigen tijd den koning en het land te dienen, maar het daartoe onmis baar rekende, dat zij voldoende ondersteuning bij de volksvertegenwoordiging vond." De nieuwe verkiezingsstrijd was al bleef thans een proclamatie met gekleurde randjes achterwege niet minder heftig, maar eindigde met een nederlaag voor de regeering. Toch bleef deze aan, gesteund door een adres beweging uit het conservatieve kamp, (de zoogen. verklaring van prof. Vreede). Ook de nieuwe kamer verwierp met een meerderheid van twee stemmen (37 tegen 35) de begrooting van buitenlandsche zaken (28 April 1868). In deze omstandigheden vonden 5 leden der Eerste kamer het noodig een buitengewonen stap te doen. Op hun verzoek kwam de Eerste kamer buitengewoon bijeen, ter behandeling van een voorstel om gebruik te maken van het recht, bedoeld in art. 113 der grondwet, en den koning een andere voordracht dan een voorstel van wet te doen. Die voordracht zou bestaan in een eerbiedig adres, waarin de hoop werd uitgesproken, dat niet ten derdemale tot ontbinding der Tweede kamer zou worden overgegaan. Dit voorstel werd echter met 18 tegen 16 stemmen verworpen, bij welke stem ming den doorslag gaf de overtuiging van 4 tegonstemmers, dat het ditmaal niet tot een ontbinding zou komen. Inderdaad werd in dien zin door den koning besloten, zoodat den 3 Juni een nieuw kabinet tot stand kwam, en hot eerste veelbewogen ministerschap van den heer Heemskerk eindigde. Gorinchem koos den staatsman daarop tot haar afgevaardigde in de Tweede kamer, waar hij van Februari 1869 tot September 1873 ten tweeden male zitting had. Den 27en Augustus 1874 trad de heer Heemskerk ten tweede male als minister op, thans in een door hem gevormd kabinet, dat rustiger dagen beleefde dan het vorige kabinet Heemskerk, en o. a. ons spoorwegnet belangrijk uitbreid de en de wet op het Hooger Onderwijs tot stand bracht. Dit ministerie bleef aan tot September 1877, toen bij het adresdebat een schoolwet-paragraaf werd aangenomen, welke het kabinet van Kap- peyne deed optreden. In Mei 1883, na den val van het kabinet Van Lynden, werd de beer Heemskerk ander maal geroepen een kabinet te vormen. Dit be wind onderscheidde zich door een ongekend langen duur, op eenige dagen na 5 jaar. In dien tijd kwam de grondswetsherziening van 1887 tot stand, voor een groot deel het werk van Heemskerk, die daarbjj vooral zich zeer handig toonde waar het gold de verschil lende partijen tot toenadering en overeenstem ming te brengen. Het toeval wilde, dat de heer Heemskerk, aan wiens naam het begrip van kamerontbin ding onafscheidelijk verbonden was, tijdens zijn derde ministerschap viermaal werd geroepen een ontbinding uit te lokken. De eerste maal in 1884, toen na den dood van prins Alexander éen artikel der Grondwet gewijzigd moest worden, de tweede maal in Mei 1885, toen de kamer door het uittreden van mr Wintgens op het doode punt was gekomen, de derde maal (September 1887) in verband met de grondwetsherziening, en de vierde maal tot toepassing van het nieuwe kiesrecht.(Maart 1888). Deze laatste verkiezingen gaven de meerder heid aan de cloricalen, waarop het kabinet (Mei 1888) aftrad. De heer Heemskerk nam daarop weder zitting in den Raad van State, en bleet verder op nog andere wijzen deelnemen aan het open bare leven. Vooral de drankbestrijding vond in hem een ijverig medewerker, terwijl hij nog onlangs onze regeering op een tweetal congressen ver tegenwoordigde. Ook als schrijver op staatsrechtelijk gebied stond Heemskerk hoog aangeschreven, vooral door zijn Practijk der grondwet. De begrafenis van mr Heemskerk zal Woens dagvoormiddag op de algemeene begraafplaat te 's-Gravenhage plaats hebben. Agenten. Te Terneuzen; M. dk Jonge; te Rotterdam Nijgh van Ditmar. UIT STAD EN PROVINCIE. Bij kon. besluit is aan H. A. M. van Visvliet eervol ontslag verleend als 2e luit. bij de d.d. schutterij te Middelburg. - Sedert Vrijdag wordt alhier vermist een 46 jarige dienstbode, die in dienst was bij eene weduwe op den Kinderdijk. Een onderzoek, bij bare familie ingesteld, heeft geen resultaat opgeleverd. De vrouw is slecht van gezicht en men vermoedt dat haar een ongeluk is overkomen. Zaterdag is door de politie alhier pro cesverbaal opgemaakt tegen zekeren L., vracht rijder Ie Nieuw- en St. Joosland, wegens het zonder noodzaak, herhaaldelijk op alle plaatsen waar hij maar raken kon, met een stok slaan van een voor een geladen voertuig gespannen ezel. Het feit viel voor op den Burg. De ezel werd op den Korten Burg door den geverba liseerde in draf gebracht en, ofschoon hij in dien gang bleef, zelfs bij het afgaan van de helling der Balans, toen het dier zijn loop ver snelde, toch nog geranseld. Zaterdagnamiddag had te Vlissingen de twaalfjarige jongen M. B., werkzaam aan briquetten-fabriek aldaar, het ongeluk met zijn hand onder een pers te komen, waardoor dat lichaamsdeel werd verbrijzeld en geampu teerd moest worden. De toestand van den geredden loods C. M. Willemse, die nog steeds in de loodsenwacht verpleegd wordt, ia en blijft zorgwekkend. Hr Ms flottieljevaartuig Serdang, comm. de luit. ter zee le kl. P. F. v. d. Velden Erd- brink, wordt a. s. Dinsdag van Vlissingen naar Hellevoetsluis gedirigeerd, om daar ver der uitgerust te worden voor den overtocht naar Oost-Indië. Te Westkapelle sloegen in den nacht van Zaterdag op Zondag, te half een uur, de vlammen uit een partij van 3 tot 400 mutsaards koolstroo, en tronken op het erf van P. Minderhoud Jz., in de Zuidstraat. De hoog uitslaande vlammen deden het ergste vreezen. Om twee uur was de brand met emmers water gebluscht. Daar terzelfder tijd eenig dekstroo op het erf van B. Timp aan de overzijde der straat in brand stond, vermoedt men met brand stichters te doen te hebben. het vaartuig sprongen. Maandag en vermoede lijk nog meer dagen zal het werk tot opruiming worden voortgezet. -To Renesse zijn aan strand gespoeld twee pakken inladingsdocumenten van do stoomschepen British Queen en Straits of Dover, welke in bewaring werden genomen door den heer De Kater, Britsch consulair agent te Brouwershaven. ,Tn den nacht Van Zaterdag op Zondag werden te Terneuzen op verschillende plaatsendoor een vijftal personen balddadighe- den gepleegd. In sommige tuinen werden kooien afgesne den; verder werden op een andere plaats een hardsteen van een metselaar en balken midden op de straat gelegdin de Vlooswijkstraat haalde men twee varkenshokken weg en zette die by een ander op de stoepop do Heeren gracht werd een ijzeren hek stuk getrokken; bij het Hotel de Commerce met een flesch een glasruit ingeslagen enz., enz. De balddadigen werden op de Heerengracht door de politie aangesproken. Een hunner trok toen een mes, waarop een agent hem met de eene hand vastgreep en met de andere zijn revolver af schoot, waarna de daders eenigszins kalmeerden. Nadat de politie zich verwijderd had, pleegde echter het vijftal nog meer balddadigheden. Een onderzoek is ingesteld en onderscheidene personen zijn gehoord. Zondag werd, aan de Draaibrug, onder Aardenburg, eenwielerwedstrydgehouden door de leden van den bond in dat district. Een talrijk publiek, dat ongetwijfeld veel groo ter zou geweest zijn, als het weder zich beter had laten aanzien, was aanwezig. Door negen liefhebbers, drie aan drie, werd om het hardst gereden van de Draaibrug over Oostburg, Zuid- zande en Sluis naar de Draaibrug, welke af stand in veertig minuten werd afgelegd door den heer J. de Hullu te Zuidzande. De heer J. A. Stoop te Aardenburg bleek het langzaamst te kunnen rijden. Een van de ringrljders stak 5 van de 6 ringen. Deze verschillende wedstrijden werden opge luisterd door muziek van de Aardenburgsche Fanfareeen gezelschap, dat daartoe welwil lend zijne medewerking verleende. Met ingang van 1 Januari 1898, is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend aan den heer J. Boes, brievengaarder te Hoofd plaat, en in zijn plaats benoemd mejufvrouw T. Boes aldaar. Stukken Gemeenteraad van Middelburg. Men schrijft ons: Aangezien gebleken is dat een commission- nair, wiens vrouw telephoniste is, van de be- riohten, ten haren kantore aangeboden, mis bruik maakte voor zijn eigen zaak en aldus zijne collega's benadeelde, hebben twintig com- missionnairs uit Z u i d - B e v e 1 a n d zich bij een door een deskundige opgesteld request tot den directeur der telegraphie te 's Hage ge wend met verzoek deze zaak te onderzoeken en te verhinderen dat commissionnairs of hunne echtgenooten tot telephoonhouders wor den aangesteld. Het schijnt, dat door hen aan geboden telephoonberichten later verzonden werden dan zij aangeboden waren. Te Bruinisse wasZaterdag voormid dag omstreeks half twaalf ure de ontploffing van de dienamietlading in het voor die gemeente gezonken schip zoo sterk, dat de grond dreunde en de mast en koker wit het whip los en wit Burgemeester en wethouders stellen aan den raad voor, naar aanleiding van bet adres van W. K. Hering, aangaande de toepassing van het tarief betreffende de levering van duinwa ter ten aanzienjvan de stoomwaascherij De Vlijt, afwijzend op het verzoek te beschikken. Verder stellen burg. en weth. voor in te willigen een verzoek van J. W. van Workom tot uitgifte aan hem in erfpacht van een stuk grond aan den Kinderdyk en de verzoeken van W. van Uije Zn en J. P. Fokker om grond in erfpacht aan den Koren- en den Kinderdijk De commissie van fabricage heeft rapport uitgebracht aangaande de gemeente-begrooting en maakt daarin enkele opmerkingen van on dergeschikt belang. Met beschikking tot Hfdst. Ill afd. II art. 2 M. v. T.„Het bekrammen van de dijken van het afgesneden gedeelte der voormalige haven f 1500" zegt zij „Deze vrij belangrijke, steeds klimmende en telken jare terngkeerende nitgaaf schijnt de vraag te wettigen of in den bestaanden toestand ook eenige verbetering zou zijn te brengen door de aanslibbing te bevorderen, om langs dien weg binnen een niet te lang tijdsverloop tot eene bedijking te geraken. Misschien ware de vraag gemakkelijker te beantwoorden door ter zake een onderzoek aan een bevoegd deskundige op te dragen. Wij vermeenen op dit punt uwe gewaar deerde aandacht te mogen vestigen." Eindelijk stellen burg. en weth. voor in te willigen een verzoek van P. de Pagter c. s. om verlenging van de huur van bleekjes op het Smidsbolwerk. Van J. A. Pieters is een adres ingekomen, houdende verzoek om grond aan het Seisbol- werk in erfpacht. De wed. Martinus Visser heeft een adres in gediend betreffende den tijd, waarop de jaar markt wordt gehouden. Daarin wijst zij erop dat de kermis te Middelburg jaarlijks vermin dert, hetgeen naar hare meening grootendeels eraan moet worden toegeschreven, dat andere kermissen, die te Leiden e. a. te gelijk met de Middelburgsche gehouden worden. Zij verzoekt den raad om, in overleg met dien te Vlissingen, die, naar zij vernomen heeft, zich altijd regelt naar de kermis te Middelburg, le bepalen dat de kennis tè Middelburg voor taan zal beginnen de eerste Donderdag in de maand Augustus. Beknopte Mededeelingen. De Panama-commissie (parlementair on derzoek), zal Donderdag haar zittingen, welke eenige maanden gestaakt waren, hervatten. Zondag hield Meline te Remiremont zijn aangekondigde rede, waarin hij de taak uiteen zette die de nieuwe kamer wacht eu de binnen- en buitenlandsche staatkunde der regeering verdedigde. Hij zoide dat do brand in het Oosten beperkt is, dank zij het optreden van den heer Hanotaux, en dat het Europeesch concert een levende werklijkheid is geworden, die een hoopvol verschiet opent, dank zij hot Fransch-Russi8ch verbond. Te Toulouse werden voor eenige maanden de gemeenteraadsverkiezingen door den prefect vernietigd. Vrijdag had een nieuwe verkiezing plaats; Maar daar er meer briefjes waren ingeleverd dan het aantal gestemd hebbende kiezers bedroeg, heeft de prefect weer de nietigheid uitgesproken. De grootste werkstaking in de Britsche machine-nijverheid komt vooral den scheeps bouw slecht te pas. Er stonden eenige groote oorlogsschepen op stapel, waaraan de laatste maanden niets kon worden gedaan. Voor de particuliere werven, die voor de handelsvloot werken, is de toestand nog ern stiger. Engeland had, van het oogenblik dat de ijzeren en stalen schepen in trek kwamen, bijna het monopolie gehad op dit gebied, maar kreeg in latere jaren geduchte concurrentie. Niet alleen dat de vastelandsche maatschappijen hun bestellingen aan Engeland konden onttrek ken, ten bate van de nationale ny verheid, maar het vasteland concurreert reeds tegen Engel- sche werven, voor Britsche lynen. Het bestuur Yan de African Steamship Cg heeft openlijk gezegd, dat het weinig had ge scheeld, of de levering van haar nieuwe booten was aan Duitsche werven opgedragen, daar deze veel goedkooper zijn. En, juist' nu de scheepsbouw in Engeland zoo groote be zwaren ontmoet, blijkt een in Duitschland ge bouwde boot het Engelsche snelheids-record te Blaan. Te Blackburn heeft de firma Yates en Thomas 1/4 van het personeel harer machine-fabriek ontslagen, waarop de anderen onmiddellijk het werk staakten. In andere fabrieken aldaar werd desgeiyks gehandeld, zoodat het leger der uitgeslotenen en werkstakers weer belangryk vergroot is. De National Z. en de Freisinnige Zeitnng hadden medegedeeld, dat Von Hohenlohe reeds driemaal zijn ontslag had gevraagd, maar tot antwoord had ontvangen, dat er geen opvolger was. De Post spreekt dat thans tegen. De rijkskanselier heeft nog geen enkele maal zijn ontslag aangeboden. In de Beiersche kamer heeft, by de behan deling der oorlogBbegrooting, een merkwaardig debat plaats gehad. De afgevaardigde Schadler vroeg of de keizermanoeuvres niet te theatraal en decoratief waren geweest. Hij herinnerde aan het generaal Haeseler toegeschreven woord, dat als het zoo toeging er niemand zou over- biy ven om de dooden te begraven en vroeg of de vele offers, welke de verschillende ongelukkon hadden geëischt, wel evenredig waren aan het nut van deze oefeningen. De minister van oorlog verklaarde dat alles onder verantwoordelijkheid der regeering had plaats gehad en dat het aantal zieken en ge kwetsten niet groot was, 2050, van wie 627 in de hospitalen werden opgenomen. Wat de door den spreker bedoelde cavallcrie- charge, onder leiding des keizers, betreft, deze was ondernomen op een oogenblik, toen kou worden aangenomen, dat de vijandelijke troepen geen patronen meer hadden. Een motie werd niet gesteld, zoodat het debat met deze ophel deringen eindigde. Eerst na een tweedaagsch dedat heeft üe partijdag der Duitschesocialisten in den loop van den derden dag een beslissing genomen in de zaak van de deelneming aan de Landdagverkiezingen. Met 160 tegen 50 stemmen is opgeheven het besluit vau ceu vorige vergadering, om aan die verkiezingen geen deel te nemen. Bebel en Liebknecht stonden in dit debat scherp tegenóver elkander. Verder werd besloten dat de uitvoering van dit beslu.t door de Duitsche, en niet alleen door de Pruisische socialisten zou worden ter hand genomen, (147 tegen 63 stemmen.) Van de eerste motie van Bebel werden alleen de eerste twee alineas aangenomende anderen vervielen door het besluit, dat alle bondgenoot schappen verbiedt, zoodat deze motie luidt; „Deelneming aan Landdagverkiezingen in Prul»

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 1