MIDDELRURGSCHE COURANT.
BUITENLAND.
140® Jaargang.
Dinsdag
12 October.
N°. 240.
1897.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p.,/2.—.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 11 Oct. 8 u. vm. 57 gr. 12 u. 08 gr.,
av. 4 u. 58 gr. F. Verw. tam. kr. W. w. regen.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan bet bureau bezorgd zijn.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent por rogol.
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Bij deze courant behoort een Bijvoegsel.
Middelburg 11 October.
Mr J. ïïesmskerk Aza. f
Weer is een talentvol lid der oude garde, een
van de overgeblevenen uit een vroeger tijd
perk heengegaan. In den hoogen ouderdom
van omstreeks 80 jaar overleed Zaterdagavond
plotseling to 's-Gravenhage mr Jan Heemskerk
Azn., eenjman, wiens talenten eerbied afdwon
gen aan zijn tegenstanders, hoe weinig dank
dezen hem ook verschuldigd zijn.
De heer Heemskerk was de zoon uit een oud
Amsterdamsch geslacht, en onderscheidde zich
in zijn studententijd aan het Atheneum
311u8tre in zijn woonplaats doorgebracht door
voor dien tijd zoo vooruitstrevende begrippen,
dat hij als „de roode Heemskerk" bekend stond,
en niemand in hem den lateren leider der
conservatieve partij kon vermoeden.
Na zijn bevordering tot meester in de rechten,
nam hij in zijn vaderstad ijverig deel aan het
openbare leven en behoorde eerst tot de mede
werkers van het liberale Algemeen Handelsblad
om later de conservatieve Amsterdamsche Cou
rant met menig artikel te verrijken.
In zijn geboorteplaats, waar hij het beroep
van advocaat uitoefende, werd hij eerst lid
van den Raad en in April 1860 lid van de
Tweede kamer, waarin hij tot September 1864
voor Amsterdam zitting had.
De heer Heemskerk, destijds raadsheer in
het provinciaalgerechtshof van Noord-Holland,
werd in de laatste dagen van Mei 1866 voor
de eerste maal geroepen een ministeriëele porte
feuille te aanvaarden.
Nadat de aanneming van een amendement-
Poortman op de Indische cultuurwet het
kabinet-Fransen van de Putte had doen aftre-
don, werd de vorming van het kabinet opge
dragen aan mr P. Mijer, die de portefeuille van
binnenlandsche zaken aan mr Heemskerk gaf.
Deze zou al spoedig meer van zich doen
sproken, en het land in eene binnenlandsche
crisis wikkelen, zoo ernstig als het sedert '48
niet had beleefd, een crisis wel waard om er
even bij stil te staan.
Drie en een halve maand na het optreden
van het kabinet werd de minister Mijer
tot aller verbazing benoemd tot gouverneur-
generaal van Nederlandsch-Indië een be
noeming welke van vele zijden af keuring vond,
èn om den korten tijd, welke verloopen was
sedert het optreden van het kabinet, èn om
dat deze benoeming bij verrassing plaats had.
en de minister Mijer, eenige uren vóór zijn
benoeming bekend werd, in de kamer nog had
gesproken, alsof hij jaren lang de portefeuille
van koloniën zou behouden, en tal van toe
zeggingen had gedaan.
Bij het adres van antwoord op de troonrede
stelde mr Keuchenius daarop een motie voor,
waarin de Kamer verklaarde de gedragslijn
van het kabinet ten opzichte van de uittreding
van den minister van koloniën mr Mijer af te
keuren, welke motie in de zitting van 26 Sep
tember 1866 met 39 tegen 23 stemmen werd
aangenomen.
Deze motie gaf het kabinet aanleiding over
te gaan tot de eerste ontbinding der
Tweede kamer, waarvan 1 October de officieele
mededeeling werd gedaan. Deze, door haar
zeldzaamheid bijzonder gewichtige regeerings-
daad kreeg terstond een nog veel grooter be-
teekenis.
De koning vaardigde een proclamatie aan
zijn „geliefde landgenooten en onderdanen" uit,
waarin werd verklaard, dat de voor orde en
eensgezindheid noodige overeenstemming en
samenwerking tusschen regeering en kamer bij
de toenmalige samenstelling der kamer niet te
verkrijgen waren dat de gedurige verwisseling
van verantwoordelijke raadslieden der kroon
allengs schadelijk zou worden, en dat de koning,
om tot bestendiging van richting te geraken,
zijn geliefd volk opriep ten einde van zijn
wenBchen te deen blijken.
Deze niet door de ministers medeonderteekende
proclamatie werd, ingevolge de bepalingen van
een door mr Heemskerk uitgelokt Kon. besluit,
in het Staatsblad geplaatst, afgekondigd en
aangeplakt.
Deze inmenging der troon in de verkiezingen,
en de wijze van afkondigen, zonder contraseign,
wekten in het land een storm van verontwaar
diging, welke nog toenam, toen de regeering
zich het monopolie van vaderlandschliefde aan
matigde door deze proclamatie te doen aan
plakken, omgeven door een kader van rood,
wit en blauw, terwijl, wat nog meer veront
waardiging wekte, bij de aan de kiezers
zonden stembriefjes een verkleinde afdruk der
proclamatie werd gevoegd.
Poor de liberale partij werd dit optreden
als een inbreuk op de rechten en vrijheden des
volks beschouwd, terwijl, toen de regeeringde
motie-Keuchenius ongrondwettig noemde, alle
hoogleeraren in de rechtswetenschap met
uitzondering van mr De Bosch Kemper hun
beroemd geworden advies uitbrachten, waarin
de grondwettigheid der motie werd gehand
haafd.
In deze zoo fel bewogen en voor bet land
zoo belangrijke dagen, werd Heemskerk's naam
verbonden aan een voor Zeeland belangrijk
feit, de opening van het kanaal door Zuid-
Beveland, welke plechtigheid door den minister
Heemskerk en drie zijner collega's werd geleid,
na afloop waarvan zij een tocht door Walcheren
maakten en te Middelburg in de bovenzaal van
St. Joris aan een feestmaal aanzaten, op den
zelfden dag (11 Oct.) dat 's konings procla
matie hier bekend werd.
Deze proclamatie en de bewering dat de
liberalen de prerogatieven der kroon hadden
aangetast, misten haar werking niet.
De regeering kon zich handhaveneen uit
slag welke tc 's Gravenhage tot allerlei betoo
gingen leidde, vooral toen de koning, kort
vóór de opening der nieuwe kamer, in zijn
residentie terugkeerde.
Maar al was het kabinet gebleven, een meer
derheid had het daarom niet, zoodat het 19
November aangevangen parlementair tijdvak er
een was van voortdurende worsteling tusschen
kamer en kabinet, en er reeds na éen jaar
(26 November 1867) een nieuwe botsing ont
stond, doordien de kamer met 38 tegen 36
stemmen de begrooting van buitenlandsche
zaken verwierp, vooral tengevolge van de hou
ding der regeering in het Luxemburg-Limburg-
scbe vraagstuk, in verband met den Duitschen
Bond. Het kabinet besloot den koning zijn
ontslag aan te bieden, op welk verzoek geene
beslissing werd genomen dan na de behan
deling der noodig geworden credietwetten.
Nadat deze waren aangenomen, werd bij kabi-
netsschrijven van 21 December verklaard, dat
Z. M. geen reden had gevonden om zijn ver
trouwen aan het kabinet te ontzeggen, en hij
mitsdien het aangeboden ontslag niet had aan
genomen.
In de eerste dagen van het jaar 1868
volgde daarop de tweede ontbinding, als gevolg
van een rapport van den ministerraad, welke
zich bereid verklaarde,„tot eenjvernieuwde poging
om, zoo God wil, nog eenigen tijd den koning
en het land te dienen, maar het daartoe onmis
baar rekende, dat zij voldoende ondersteuning
bij de volksvertegenwoordiging vond."
De nieuwe verkiezingsstrijd was al bleef
thans een proclamatie met gekleurde randjes
achterwege niet minder heftig, maar eindigde
met een nederlaag voor de regeering.
Toch bleef deze aan, gesteund door een adres
beweging uit het conservatieve kamp, (de
zoogen. verklaring van prof. Vreede).
Ook de nieuwe kamer verwierp met een
meerderheid van twee stemmen (37 tegen 35)
de begrooting van buitenlandsche zaken (28
April 1868).
In deze omstandigheden vonden 5 leden der
Eerste kamer het noodig een buitengewonen
stap te doen. Op hun verzoek kwam de Eerste
kamer buitengewoon bijeen, ter behandeling
van een voorstel om gebruik te maken van
het recht, bedoeld in art. 113 der grondwet,
en den koning een andere voordracht dan een
voorstel van wet te doen. Die voordracht zou
bestaan in een eerbiedig adres, waarin de hoop
werd uitgesproken, dat niet ten derdemale tot
ontbinding der Tweede kamer zou worden
overgegaan. Dit voorstel werd echter met 18
tegen 16 stemmen verworpen, bij welke stem
ming den doorslag gaf de overtuiging van 4
tegonstemmers, dat het ditmaal niet tot een
ontbinding zou komen.
Inderdaad werd in dien zin door den koning
besloten, zoodat den 3 Juni een nieuw kabinet
tot stand kwam, en hot eerste veelbewogen
ministerschap van den heer Heemskerk eindigde.
Gorinchem koos den staatsman daarop tot
haar afgevaardigde in de Tweede kamer, waar
hij van Februari 1869 tot September 1873 ten
tweeden male zitting had.
Den 27en Augustus 1874 trad de heer Heemskerk
ten tweede male als minister op, thans in een
door hem gevormd kabinet, dat rustiger dagen
beleefde dan het vorige kabinet Heemskerk,
en o. a. ons spoorwegnet belangrijk uitbreid
de en de wet op het Hooger Onderwijs tot
stand bracht.
Dit ministerie bleef aan tot September 1877,
toen bij het adresdebat een schoolwet-paragraaf
werd aangenomen, welke het kabinet van Kap-
peyne deed optreden.
In Mei 1883, na den val van het kabinet
Van Lynden, werd de beer Heemskerk ander
maal geroepen een kabinet te vormen. Dit be
wind onderscheidde zich door een ongekend
langen duur, op eenige dagen na 5 jaar. In
dien tijd kwam de grondswetsherziening van
1887 tot stand, voor een groot deel het werk
van Heemskerk, die daarbjj vooral zich zeer
handig toonde waar het gold de verschil
lende partijen tot toenadering en overeenstem
ming te brengen.
Het toeval wilde, dat de heer Heemskerk,
aan wiens naam het begrip van kamerontbin
ding onafscheidelijk verbonden was, tijdens zijn
derde ministerschap viermaal werd geroepen
een ontbinding uit te lokken. De eerste maal
in 1884, toen na den dood van prins Alexander
éen artikel der Grondwet gewijzigd moest
worden, de tweede maal in Mei 1885, toen de
kamer door het uittreden van mr Wintgens
op het doode punt was gekomen, de derde
maal (September 1887) in verband met de
grondwetsherziening, en de vierde maal tot
toepassing van het nieuwe kiesrecht.(Maart 1888).
Deze laatste verkiezingen gaven de meerder
heid aan de cloricalen, waarop het kabinet
(Mei 1888) aftrad.
De heer Heemskerk nam daarop weder zitting
in den Raad van State, en bleet verder op
nog andere wijzen deelnemen aan het open
bare leven.
Vooral de drankbestrijding vond in hem een
ijverig medewerker, terwijl hij nog onlangs
onze regeering op een tweetal congressen ver
tegenwoordigde.
Ook als schrijver op staatsrechtelijk gebied
stond Heemskerk hoog aangeschreven, vooral
door zijn Practijk der grondwet.
De begrafenis van mr Heemskerk zal Woens
dagvoormiddag op de algemeene begraafplaat
te 's-Gravenhage plaats hebben.
Agenten.
Te Terneuzen; M. dk Jonge; te Rotterdam
Nijgh van Ditmar.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Bij kon. besluit is aan H. A. M. van
Visvliet eervol ontslag verleend als 2e luit. bij
de d.d. schutterij te Middelburg.
- Sedert Vrijdag wordt alhier vermist
een 46 jarige dienstbode, die in dienst was bij
eene weduwe op den Kinderdijk. Een onderzoek,
bij bare familie ingesteld, heeft geen resultaat
opgeleverd. De vrouw is slecht van gezicht
en men vermoedt dat haar een ongeluk is
overkomen.
Zaterdag is door de politie alhier pro
cesverbaal opgemaakt tegen zekeren L., vracht
rijder Ie Nieuw- en St. Joosland, wegens het
zonder noodzaak, herhaaldelijk op alle plaatsen
waar hij maar raken kon, met een stok slaan
van een voor een geladen voertuig gespannen
ezel. Het feit viel voor op den Burg. De ezel
werd op den Korten Burg door den geverba
liseerde in draf gebracht en, ofschoon hij in
dien gang bleef, zelfs bij het afgaan van de
helling der Balans, toen het dier zijn loop ver
snelde, toch nog geranseld.
Zaterdagnamiddag had te Vlissingen
de twaalfjarige jongen M. B., werkzaam aan
briquetten-fabriek aldaar, het ongeluk met
zijn hand onder een pers te komen, waardoor
dat lichaamsdeel werd verbrijzeld en geampu
teerd moest worden.
De toestand van den geredden loods C. M.
Willemse, die nog steeds in de loodsenwacht
verpleegd wordt, ia en blijft zorgwekkend.
Hr Ms flottieljevaartuig Serdang, comm.
de luit. ter zee le kl. P. F. v. d. Velden Erd-
brink, wordt a. s. Dinsdag van Vlissingen
naar Hellevoetsluis gedirigeerd, om daar ver
der uitgerust te worden voor den overtocht
naar Oost-Indië.
Te Westkapelle sloegen in den
nacht van Zaterdag op Zondag, te half een
uur, de vlammen uit een partij van 3 tot 400
mutsaards koolstroo, en tronken op het erf van
P. Minderhoud Jz., in de Zuidstraat.
De hoog uitslaande vlammen deden het ergste
vreezen.
Om twee uur was de brand met emmers
water gebluscht.
Daar terzelfder tijd eenig dekstroo op het
erf van B. Timp aan de overzijde der straat
in brand stond, vermoedt men met brand
stichters te doen te hebben.
het vaartuig sprongen. Maandag en vermoede
lijk nog meer dagen zal het werk tot opruiming
worden voortgezet.
-To Renesse zijn aan strand gespoeld
twee pakken inladingsdocumenten van do
stoomschepen British Queen en Straits of Dover,
welke in bewaring werden genomen door den
heer De Kater, Britsch consulair agent te
Brouwershaven.
,Tn den nacht Van Zaterdag op Zondag
werden te Terneuzen op verschillende
plaatsendoor een vijftal personen balddadighe-
den gepleegd.
In sommige tuinen werden kooien afgesne
den; verder werden op een andere plaats een
hardsteen van een metselaar en balken midden
op de straat gelegdin de Vlooswijkstraat
haalde men twee varkenshokken weg en zette
die by een ander op de stoepop do Heeren
gracht werd een ijzeren hek stuk getrokken;
bij het Hotel de Commerce met een flesch een
glasruit ingeslagen enz., enz. De balddadigen
werden op de Heerengracht door de politie
aangesproken. Een hunner trok toen een mes,
waarop een agent hem met de eene hand
vastgreep en met de andere zijn revolver af
schoot, waarna de daders eenigszins kalmeerden.
Nadat de politie zich verwijderd had, pleegde
echter het vijftal nog meer balddadigheden.
Een onderzoek is ingesteld en onderscheidene
personen zijn gehoord.
Zondag werd, aan de Draaibrug, onder
Aardenburg, eenwielerwedstrydgehouden
door de leden van den bond in dat district.
Een talrijk publiek, dat ongetwijfeld veel groo
ter zou geweest zijn, als het weder zich beter
had laten aanzien, was aanwezig. Door negen
liefhebbers, drie aan drie, werd om het hardst
gereden van de Draaibrug over Oostburg, Zuid-
zande en Sluis naar de Draaibrug, welke af
stand in veertig minuten werd afgelegd door
den heer J. de Hullu te Zuidzande.
De heer J. A. Stoop te Aardenburg bleek
het langzaamst te kunnen rijden.
Een van de ringrljders stak 5 van de 6 ringen.
Deze verschillende wedstrijden werden opge
luisterd door muziek van de Aardenburgsche
Fanfareeen gezelschap, dat daartoe welwil
lend zijne medewerking verleende.
Met ingang van 1 Januari 1898, is, op
zijn verzoek, eervol ontslag verleend aan den
heer J. Boes, brievengaarder te Hoofd
plaat, en in zijn plaats benoemd mejufvrouw
T. Boes aldaar.
Stukken Gemeenteraad van Middelburg.
Men schrijft ons:
Aangezien gebleken is dat een commission-
nair, wiens vrouw telephoniste is, van de be-
riohten, ten haren kantore aangeboden, mis
bruik maakte voor zijn eigen zaak en aldus
zijne collega's benadeelde, hebben twintig com-
missionnairs uit Z u i d - B e v e 1 a n d zich bij
een door een deskundige opgesteld request tot
den directeur der telegraphie te 's Hage ge
wend met verzoek deze zaak te onderzoeken
en te verhinderen dat commissionnairs of
hunne echtgenooten tot telephoonhouders wor
den aangesteld. Het schijnt, dat door hen aan
geboden telephoonberichten later verzonden
werden dan zij aangeboden waren.
Te Bruinisse wasZaterdag voormid
dag omstreeks half twaalf ure de ontploffing van
de dienamietlading in het voor die gemeente
gezonken schip zoo sterk, dat de grond dreunde
en de mast en koker wit het whip los en wit
Burgemeester en wethouders stellen aan den
raad voor, naar aanleiding van bet adres van
W. K. Hering, aangaande de toepassing van
het tarief betreffende de levering van duinwa
ter ten aanzienjvan de stoomwaascherij De Vlijt,
afwijzend op het verzoek te beschikken.
Verder stellen burg. en weth. voor in te
willigen een verzoek van J. W. van Workom
tot uitgifte aan hem in erfpacht van een stuk
grond aan den Kinderdyk en de verzoeken van
W. van Uije Zn en J. P. Fokker om grond
in erfpacht aan den Koren- en den Kinderdijk
De commissie van fabricage heeft rapport
uitgebracht aangaande de gemeente-begrooting
en maakt daarin enkele opmerkingen van on
dergeschikt belang.
Met beschikking tot Hfdst. Ill afd. II art. 2
M. v. T.„Het bekrammen van de dijken van
het afgesneden gedeelte der voormalige haven
f 1500" zegt zij
„Deze vrij belangrijke, steeds klimmende en
telken jare terngkeerende nitgaaf schijnt de
vraag te wettigen of in den bestaanden toestand
ook eenige verbetering zou zijn te brengen door
de aanslibbing te bevorderen, om langs dien
weg binnen een niet te lang tijdsverloop tot
eene bedijking te geraken. Misschien ware de
vraag gemakkelijker te beantwoorden door ter
zake een onderzoek aan een bevoegd deskundige
op te dragen.
Wij vermeenen op dit punt uwe gewaar
deerde aandacht te mogen vestigen."
Eindelijk stellen burg. en weth. voor in te
willigen een verzoek van P. de Pagter c. s.
om verlenging van de huur van bleekjes op
het Smidsbolwerk.
Van J. A. Pieters is een adres ingekomen,
houdende verzoek om grond aan het Seisbol-
werk in erfpacht.
De wed. Martinus Visser heeft een adres in
gediend betreffende den tijd, waarop de jaar
markt wordt gehouden. Daarin wijst zij erop
dat de kermis te Middelburg jaarlijks vermin
dert, hetgeen naar hare meening grootendeels
eraan moet worden toegeschreven, dat andere
kermissen, die te Leiden e. a. te gelijk met de
Middelburgsche gehouden worden.
Zij verzoekt den raad om, in overleg met
dien te Vlissingen, die, naar zij vernomen heeft,
zich altijd regelt naar de kermis te Middelburg,
le bepalen dat de kennis tè Middelburg voor
taan zal beginnen de eerste Donderdag in de
maand Augustus.
Beknopte Mededeelingen.
De Panama-commissie (parlementair on
derzoek), zal Donderdag haar zittingen, welke
eenige maanden gestaakt waren, hervatten.
Zondag hield Meline te Remiremont zijn
aangekondigde rede, waarin hij de taak uiteen
zette die de nieuwe kamer wacht eu de binnen-
en buitenlandsche staatkunde der regeering
verdedigde. Hij zoide dat do brand in het
Oosten beperkt is, dank zij het optreden van
den heer Hanotaux, en dat het Europeesch
concert een levende werklijkheid is geworden,
die een hoopvol verschiet opent, dank zij hot
Fransch-Russi8ch verbond.
Te Toulouse werden voor eenige maanden
de gemeenteraadsverkiezingen door den prefect
vernietigd. Vrijdag had een nieuwe verkiezing
plaats; Maar daar er meer briefjes waren
ingeleverd dan het aantal gestemd hebbende
kiezers bedroeg, heeft de prefect weer de
nietigheid uitgesproken.
De grootste werkstaking in de Britsche
machine-nijverheid komt vooral den scheeps
bouw slecht te pas. Er stonden eenige groote
oorlogsschepen op stapel, waaraan de laatste
maanden niets kon worden gedaan.
Voor de particuliere werven, die voor de
handelsvloot werken, is de toestand nog ern
stiger. Engeland had, van het oogenblik dat
de ijzeren en stalen schepen in trek kwamen,
bijna het monopolie gehad op dit gebied, maar
kreeg in latere jaren geduchte concurrentie.
Niet alleen dat de vastelandsche maatschappijen
hun bestellingen aan Engeland konden onttrek
ken, ten bate van de nationale ny verheid, maar
het vasteland concurreert reeds tegen Engel-
sche werven, voor Britsche lynen.
Het bestuur Yan de African Steamship Cg
heeft openlijk gezegd, dat het weinig had ge
scheeld, of de levering van haar nieuwe booten
was aan Duitsche werven opgedragen, daar
deze veel goedkooper zijn. En, juist' nu
de scheepsbouw in Engeland zoo groote be
zwaren ontmoet, blijkt een in Duitschland ge
bouwde boot het Engelsche snelheids-record
te Blaan.
Te Blackburn heeft de firma Yates en Thomas
1/4 van het personeel harer machine-fabriek
ontslagen, waarop de anderen onmiddellijk het
werk staakten.
In andere fabrieken aldaar werd desgeiyks
gehandeld, zoodat het leger der uitgeslotenen
en werkstakers weer belangryk vergroot is.
De National Z. en de Freisinnige Zeitnng
hadden medegedeeld, dat Von Hohenlohe reeds
driemaal zijn ontslag had gevraagd, maar tot
antwoord had ontvangen, dat er geen opvolger
was. De Post spreekt dat thans tegen. De
rijkskanselier heeft nog geen enkele maal zijn
ontslag aangeboden.
In de Beiersche kamer heeft, by de behan
deling der oorlogBbegrooting, een merkwaardig
debat plaats gehad. De afgevaardigde Schadler
vroeg of de keizermanoeuvres niet te theatraal
en decoratief waren geweest. Hij herinnerde
aan het generaal Haeseler toegeschreven woord,
dat als het zoo toeging er niemand zou over-
biy ven om de dooden te begraven en vroeg of de
vele offers, welke de verschillende ongelukkon
hadden geëischt, wel evenredig waren aan het
nut van deze oefeningen.
De minister van oorlog verklaarde dat alles
onder verantwoordelijkheid der regeering had
plaats gehad en dat het aantal zieken en ge
kwetsten niet groot was, 2050, van wie 627
in de hospitalen werden opgenomen.
Wat de door den spreker bedoelde cavallcrie-
charge, onder leiding des keizers, betreft, deze
was ondernomen op een oogenblik, toen kou
worden aangenomen, dat de vijandelijke troepen
geen patronen meer hadden. Een motie werd
niet gesteld, zoodat het debat met deze ophel
deringen eindigde.
Eerst na een tweedaagsch dedat heeft
üe partijdag der Duitschesocialisten in
den loop van den derden dag een beslissing
genomen in de zaak van de deelneming aan
de Landdagverkiezingen. Met 160 tegen 50
stemmen is opgeheven het besluit vau ceu
vorige vergadering, om aan die verkiezingen
geen deel te nemen.
Bebel en Liebknecht stonden in dit debat
scherp tegenóver elkander.
Verder werd besloten dat de uitvoering van
dit beslu.t door de Duitsche, en niet alleen
door de Pruisische socialisten zou worden ter
hand genomen, (147 tegen 63 stemmen.)
Van de eerste motie van Bebel werden alleen
de eerste twee alineas aangenomende anderen
vervielen door het besluit, dat alle bondgenoot
schappen verbiedt, zoodat deze motie luidt;
„Deelneming aan Landdagverkiezingen in Prul»