MIDDELRURGSCHE COURANT. Donderdag 7 October. N°. 236. 140° Jaargang. 1897. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermometer Middelburg 6 Oct. 8 u. vm. 44 gr. 12 u. 49 gr., av. 4 u. 51 gr. F. Verw. tam. kr. O. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags Vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per re{ Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op yoordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Terneuzen; M. de Jonge; te Rotterdam Nijgh van Ditmar. Middelburg 6 October. ÏÏ63r gevoel dan verstand. Nu men op het punt staat eene beweging op touw te zetten, om tal van tot oordeelen onbevoegden een woord te laten meespreken inzake den Atjehkrijg, is het zeker niet onge past om, zooals een paar groote bladen reeds deden, er op te wijzen dat er thans allerminst reden is om dien weg in to slaan. Een nieuw lid der Tweede kamer, vooral een als de heer Van Kol, in Indië bekend, al is hij dan ook op militair gebied en in Atjeh, naar wij raeenen, een vreemdeling, moge den Atjeh-oorlog aangrijpen als een middel om zich eens te doen gelden, bijzondere reden is er anders ditmaal niet om dien krijg te bespreken. Bovendien, veteranen in het parlementaire leven hebben dit al vóór hem gedaan en met het zelfde succes, dat wij hem voorspellen. Dit zal dan ook wel weer van weinig of geen beteekenis zijn. Nu waren die kamerleden ten minste zoo ver standig, om hunne vrouwen te laten bniten de kwestie, wat met den heer Van Kol het plan niet schijnt te zijn. Zijne echtgenoote, iemand met "fijn gevoel en vol medelijden wat haar juist zoo sym pathiek maakt als vrouw zal oen beweging in het leven roepen om alle vrouwen te doen verklaren, dat zij zoo gaarne een ei: ode aan dien oorlog zagen gemaakt. Dit is eene verklaring die bijna geheel Nederland zal onderschrijvenvan (Ren eersten minister af tot de minste burgeres of burger toe. Waar wij dus hierboven hot woard „onbe voegden" bezigden, slaat dit niet uitsluitend op de sexe, die men in 't gelid wil brengen, maar in 't algemeen op allen, die over het lastige vraagstuk van den Atjeh-oorlog zoo gemakkelijk een woord meespreken, maar de kwestie niet kunnen beoordeelen. En dït geldt het gros der Nederlanders. En nu moge het als théatralen achtergrond, om effect te maken, voor een man als Van Kol in de Kamer aardig zijn om bij zijne bespre king met pathos te kunnen uitroepen: „Zie, zoovele vrouwen, zoovele moeders, zoo vele be minden schenken adhaesie aan mijn roepstem," het dood nuchtere verstand zegt dj At dit in deze niet kan gelden. Het gevoel is daarbij eene slec'hte raad gever. Wij zitten nu eenmaal met Atj«h in een lastig parket. Over de aanleiding tot, over het gewettigde van dien oorlog is al veel gesel meven en ge wreven. Maar het gaat niet aan over dien krijg met een machtspreuk lio/t anathema uit te spreken. Wij herinneren /altijd maar aan wijlen den heer Elout van Fjoeterwoude, die, onpartijdig of liever tegenov er den heer Fran sen van de Putte stellig nie t onbevooroordeeld, toch heeft verklaard dat de oorlog onvermij delijk was. Maar al ware dit niet het geval j al ware de krijg nog zoo ongemotiveerd gewe- pst, dat helpt ons op dit oogenblik niet. Nu geldt alleen deze vraagZijn wij op den goed .en weg deze moeilijke kwe.stie tot een bevredi gende oplos sing te brengen? Jaren lang is over eene oplo ssing beraad slaagd verschillende stelsels zijn toegepast, juist dat veranderen van stelsel., is zeker ten nadeele van een beslissing gewee pt. Maar van bevoegde zijde, door hen die der toestand van nabij kennen, beter dan de hee <s en mevrouw Van Kol en duizenden vrouwen cn mannen in ons land, wordt nu verzekerd Jat wij op den goeden weg zijn, Daartegenover kunnen nu alle j/gevoelsuitingen wel zwijgenen moeten wijk ;en alle bewerin gen, vroeger niet zonder grond geuit en ook nog zeker wel te uiten» -dat er zijn die den oorlog om hun eigen bekog;gaande houden. Laat dit zoo zijn, t'sgeiaover hen staat thans eene sterke macht, dae in. 's lands beiang den goeden weg volgt. Wij hebben nu: een minister van koloniën "die het eimdo tvenscht dat einde tot het voornaamste deel van zijn taak rekent; en een militair hoofd in Atjeh, die in dezelfde richting zich beweegt. Ziedaar drie machtige factoren om het ver trouwen te wettigen, door zoovelen met ons uitgesproken. Wat zal daartegenover nu nog eene commissie uitrichten, zooals de heer Van Kol die wenscht Wat voor nut kan het hebben, nu wij op weg zijn tot eene goede oplossing, te gaan discus sieeren over de vraag „in hoeverre wij in den gruwelijken oorlog met Atjeh het recht en de mcnschelijkheid aan onze zijde hebben" En dat wij die oplossing nabij zijn, wordt door tal van Indische bladen bevestigd. Zoowel het Bat. Nieuwsblad als het Soerab. tlandelsblad erkennen, dat wij in Atjeh op den goeden weg zijn; wat het Hbld. dezer dagen te meer opmerkelijk noemde, omdat laatst genoemd blad langen tijd de juistheid der gevolgde richting had betwijfeld. In Deli wordt alles, wat in het aangrenzende Atjeh geschiedt, met begrijpelijke aandacht gevolgd. En de ter zake kundige redacteur van de Deli-Courant vroeger officier van den Generalen Staf bij het Indische leger schreef o. a. ,In de geheele vlakte van Groot-Atjeh heerscht nu onze overmacht, dank zij der rns- telooze surveillance onzer troepen, dank zij den meer en meer met land en volk vertrouwd gerakenden, met civiel gezag belasten officieren. Ons spionnenstelsel breidt zich meer en meer pit; er kan bijna niets meer op til zijn onder de verspreide kwalijkgezinden, of wij worden ervan verwittigd. De geheele vlakte, van Oleh-leh tot Selimoen, hebben we onder den voet en die vlakte dat is Atjeh. De Atje- hers, die lust hebben zich in het gebergte te vestigen, kunnen we daar, als ze op een eer biedigen afstand blijven, gerust laten ;.op den duur zullen ze wel voor en na terugkomen, want ze zijn daar van allen handel en verkeer De oorlogsparty, die nog in Pedir mocht huizen, heeft zulk een gevoeligen knak gekre gen, dat haar prestige in de landstreek niet veel meer kan beteekeneneen tweede tocht, later van de andere zijde en met dezelfde be kwaamheid ondernomen, zal dat zeker aan het licht brengen. De hoofdzaak van de onderwerping of liever tenonderbrenging van Atjeh is volbrachtdat men dit lichtpunt toch goed aan de onwetenden in onze natie onder de aandacht brengeWat nu nog te verrichten valt, is iceker volstrekt niet onbelangrijk, doch kan gerangschikt worden onder de zaken der tweede orde." Met recht sprak 28 Sept. de minister Pier- son in de Tweede kamer, volgens de Handelin gen, dan ook het volgende aan het adres van den heer Yan Kol: „Door hem is een zeer belangrijk punt over het hoofd gezien, en wel de groote afstand tusschen Indië en Nederland. Hier te lande maatregelen te nemen, waarvoor adviezen noodig zijn, gaat betrekkelijk spoedig, maar het kost zeer veel tijd om maatregelen te beramen omtrent Indië, want omtrent elke zaak moet men correspondeeren. Dat is de reden, waarom de paragraaf omtrent de Koloniën niet zoo uitvoerig is, als zij misschien anders had kunnen zijn. Deze regeering is slechts sinds twee maanden aan het bewind, zoodat de gelegenheid tot correspondentie met Indië nog ontbroken heeft. Mocht de geachte spreker er aan twijfelen of de Minister van Koloniën in het bijzonder en dit Kabinet in het algemeen, ten opzichte van de Koloniale politiek eene vooruitstrevende richting is toegedaan, dan kan ik hieromtrent de Kamer volkomen geruststellen. Maatregelen te beramen, teneinde in Indië den toestand te verbeteren, behoort tot de stellige wenschen der Regeering." Over Atjeh vind ik geene gelegenheid tot uitvoerige beschouwingen, want de geachte spreker zelf verwees ons naar het debat over de a. s. Indische begrooting. Te recht gewaagde hij van een gruwzamen oorlog, indien hij be doelde, dat ons zulk een oorlog wordt aange daan. Het is dan ook noodig onzerzijds met kracht en nadruk in Atjeh op te treden. Deze regeering is ten aanzien van het vraagstuk der gedaan, dat de eischen der menschelijkbeid het best worden nageleefd, wanneer het thans door de Indische regeering gevolgde stelsel gevolgd blijft. Wij achten dit het middel om te voorkomen, dat de oorlog onnoodig wordt gerekt. De be volking zal des te spoediger terugkeeren tot vreedzame bewerking van den grond, naarmate zij de overtuiging heeft, dat de bescherming, aan hen, die tot onderwerping zijn gekomen, door de gewapende macht verleend, hun blij vend ten deel zal vallen. Ik stel er eenigen prijs op dit van deminis- terstafel uit te spreken, opdat, waar gesproken is van een gruwzamen oorlog, tevens begrepen worde, dat van den kant van het Nederlandsche gouvernement al het noodige verricht wordt en zal worden om door krachtdadige handha ving van haar gezag dezen oorlog spoedig te beëindigen. Reeds de menschelijkheid verbiedt, dat onzekerheid met betrekking tot onze voor nemens dienaangaande wordt toegelaten." Men ziet: voor den heer Van Kol is het oogenblik voor bespreking van de kwestie niet gunstig. En voor de beweging, door zijne echtgenoote op touw te zetten, nog veel minder. Handteekeningen zal zij op hare adressen voldoende kunnen krijgen. Ala het gevoel slechts spreekt, dan is er geen twijfel of de betuigingen van instemming stroomen toe. Maar practisch nut kan daardoor niet gesticht worden. In de Tweede kamer zal men niet anders kunnen doen, dan die adressen ter griffie depo- neeren. Om dat povere resultaat te verkrijgen is het wezenlijk niet noodig een agitatie in het leven te roepen, die slechts krachtsverspilling zijn kan. Zen daarom he'-' gezonuc verstand niet eens een woordje kunnen meespreken bij de vrouw, die deze beweging in het leven wil roepen, en haar doen besluiten van haar plan af te zien en te wachten totdat er een ander vraagstuk aan de orde komt, waarbij de stem van de vrouw in Nederland meer recht heeft zich te doen hooren en meer kans om gehoord te wor den en een heilzamen invloed uit te oefenen Er zijn tal van sociale vraagstukken, waarbij zij waarlijk meer recht heeft van meespreken dan bij de kwestie van den Atjeh-krijg, in de phase waarin deze ten minste thans verkeert. een gouverneur-géneraal vaa Ijtdië die zic.ty Atjeh-politiek met beslistheid de meening toe; DE RIJKSPOSTSPAARBANK. Wij ontvingen het verslag betrekkelijk den dienst van deze bank in 1896 en ontleenen daaraan het volgende: Het aantal in omloop zijnde boekjes bedroeg op 31 Dec. 1895 499.963 en op 31 Dec. 1896 561.989. Het vermeerderde dus met 62.026 stuks of 12.4 pet. Het totaal bedrag der inlagen op 31 Dec. 1896 was 916.519 ad f 28.640.484.12' of 125.677 en f 5.420.511,98 meer dan in 1895. Het gemiddelde bedrag van elke inlage be droeg f 31.25. In Zeeland werden gedaan 833 inlagen van postzegels van 5 en 1693 van 1 cent en verder 2173 van f 0.25, 3908 van 0.20 tot beneden f 1, 19.879 van f 1 tot beneden f10, 10.869 van f 10 tot beneden 100, 3247 van f 100 tot en met f 800, 109 van boven f 800 tot en met f 1200, 7 van boven f 1200 tot en met f 2400 en 1 boven f 2400, samen alzoo 42.719 inlagen. Het aantal terugbetalingen was 348.451 ad f 21.191.322.025 of 38.939 on f 3.463.891.65 meer dan in 1895. Het gemiddeld bedrag van elke terugbetaling was f 60.81°. Wat de provincie Zeeland betreft werden terugbetaald 9574 en welbenedèn f 1 182, van f 1 tot beneden f 10 2356, van f 10 649, boven f 10 tot beneden f 25 1409, van f 838, van boven f 25 tot f 100 1797, van f 100 630, van boven f 100 tot f 800 1665, van boven f 800 tot en met f 1200 44, van boven f 1200 tot en met f 2400 4. In Zeeland was het saido der inlagen en terugbetalingen op 31 Dec. 1895 f 1.886.098.34, in 1896 werd ingelegd f 1.281.424,92 en terug betaald f 850.764.55, zoodat het saldo der in lagen en terugbetalingen op 31 Dec. 1896 be droeg f 2.316.758.71°. Op 31 Dec. 1895 waren 21750 boekjes in omloop en op 31 Dec. 1896 24640. Op 31 Dec. 1896 was aan de Zeeuwsche in leggers verschuldigd f 2.640.836.61°, of gemid deld op elk boekje f 107.17°. Het aantal kantoren in die provincie was 103, In de bijlagen tot het verBlag zijn verschil- nde gewichtige bijzonderheden graphiseh ge schetst. Verder bevat het verslag een statistiek van boekjes, staande ten name van werklieden, welke statistiek ook ditmaal reden tot tevre denheid geeft. In een begeleidend schrijven vestigt de direc teur de aandacht op de in 1896 in werking getreden verhooging van het rentegevend maxi mum, dat, volgens de oude wet, voor een ieder f 800 bedroeg tot f 1200 (en voor ver- eenigingen, stichtingen en fondsen van maat schappelijk of godsdienstig belang, of tot on derling hulpbetoon, zelfs tot f 2400)benevens op de bevoegdheid, den inleggers verleend, om door fcusschenkomst der rijkspostspaarbank te doen aankoopenInschrijvingen op naam in een der Grootboeken van de Nationale Schuld, rentegevende obligatiën ten laste van den Staat, of certificaten, aan toonder, van inschrijving in een dier Grootboeken. De ervaring heeft geleerd, dat de bevoegd heid, waarvan hier sprake, nog verre van al gemeen bekend is. En zij heeft te méér be teekenis, wijl den inleggers, die op deze wijze hun tegoed, geheel of gedeeltelijk, lieten con- verteoren, het recht is toegekend, om, door bemiddeling van den directeur der rijkspost spaarbank, de verschijnende Grootboek-renten voortdurend kosteloos te doen innen welke renten alsdan, als gewone inlagen, op het spaarbankboekje worden bijgeschreven, en dus zoo gemakkelijk mogelijk, ten post kantore hunner woonplaats, door die inleggers in ontvang kunnen worden ge nomen. NIEUWE ORGANISATIE. Op de dezer dagen te Utrecht gehouden ver gadering van „antirevolutionairen, die wel staan op den grondslag der antirevolutionaire beginselen, neergelegd in het program van 1878, maar zich niet wenschen aan te sluiten bij de antirevolutionaire partijzooaïs die thans optreedt onder leiding van dr. Kuyper"eene vergade ring, die vrij talrijk bezocht was, ismetalge- meene stemmen besloten tot het vormen van' een eigen organisatie. Hoewel niet een der aan wezigen eenig bezwaar opperde tegen het pro gram van 1878 als zoodanig, was toch de over- groote meerderheid van meening, dat het vor men van eigen organisatie tengevolge moest hebben een nieuwe formuleering van de sinds 1878 beleden beginselen, omdat een program kan beschouwd worden als het eigendom te zijn eener partij. Het ontwerpen van zulk een pro gram, met het doel om dit later aan de kiesvereenigingen voor te leggen, is opgedra gen aan eene commissie. (Ned kon niet meer baten. Men vermoedt dat hij door den val zich inwendig beeft bezeerd of wel eene hersenschudding heeft gekregen. Men meldt ons uit Y 1 i s s i n g e n De leden der eertijds zoo bloeiende scherp- sehnttersvereeniging Vlissingen besloten Dins dag hunne zomeroefeningen "met een wedstrijd. Veel animo was er niet, slechts een tiental nam aan dien strijd deel. Op de personeele baan behaalde de heer H. de Pagter, met 51 punten, den eersten prijsde heeren M. Visser, J. de Munck, H. N. Rotteveel en J. W. II. Brouwer schoten resp. 45, 43, 42 en 40 punten. Op de vrije baan ging 't goed. Daar werden 34, 33, 31, 30, 30, 28 en 26 punten in 3 schoten behaald, resp. door de heeren H. de Pagter, C. Dommisse Tcz., G. Laernoes, J. W. H. Brouwer, II. N. Rotteveel, M. Visser en S. Polak.Van de uitgenoodigde zustervereenigingen was alleen Medioburgum door een lid ver tegenwoordigd. Toen Dinsdagmiddag een overzetpont, die door eene sleepboot getrokken werd, van Vlissingen naar Veere werd gebracht, zonk ze, ongeveer voor het licht, geplaatst aan den draai, die het kanaal bij Kleverskerke maakt. Vanwege den waterstaat wordt de lig plaats 's daags aangewezen door een drijvend rood vlaggetje en 's nachts door een rood licht. De heer W. M. Geill, officier van gezond heid 1ste klasse bij het Ned. Indische leger, thans met verlof hier te lande en woonachtig te N i s s e, is door de Nederlandsche regeering benoemd tot afgevaardigde voor Nederland en koloniën op het, 11 Oct. a.s. te Berlijn te openen lepra-congres. De heer Geill heeft bijzondere studie ge maakt van de melaatschheid. Nabij het station 's-Heer-Arend s- kerke kwam Dinsdag een span paarden met een met suikerbieten geladen wagen in een wa tergang te recht, doordien een der paarden schrikte. Met groote moeite gelukte het eenigen personen, de paarden en den wagen op het droge te halen, nadat eerst het tuig stuk ge sneden was. De wagen was tot verder vervoer niét meer bruikbaarde voerman was gelukkig niet meer op den wagen; hij kwam dus met den schrik vrij, Een oesterkweekcr te Wemeldinge heeft 240 jonge kreeften aangeschaft, om met het kweeken van deze dieren een proef te nemen. Genoemde dieren vertoeven in een oesterput, die aan den binnenkant van den dijk ligt, terwijl aan hun verlangen om versch zeewater kan voldaan worden. BENOEMINGEN ENZ. Bij kon. besluit is, voor den tijd van twee jaren (de heen- en terugreis daaronder begrepen); gedetacheerd hij de landmacht in West-Indië, de tweede-luitenant P. F. W. van Romondt, van het 2de reg. inf. Aanstaanden Zaterdag verleent de minister van binnenlatidsche zaken geene audiëntie. UIT STAD EN PROVINCIE. Bij koninkl. besluit is het eereteeken tot belooning van eervollen, langdurigen, werkelij- ken dienst bij de schutterijen toegekend aan H. Snijders, majoor-commandant van de dienst doende schutterij te Middelburg, en aan A. A. C. Theewis, korporaal-muzikant, en P- J. Bossaert, tamboer, beiden bij de dienst doende schutterij te Z i e r i k z e e. Blijkens het zgn. Maandboekje overleden in de maand September te Middelburg 30 personen. De leeftijd der overledenen was heneden het jaar 13, van 1 tot 5 jaar 2, van 5 tot 10 jaar I, van 20 tot 25 jaar 1, van 45 tot 50 jaar 1, van 50 tot 55 jaar 1, van 65 tot 70 jaar 7, van 70 tot 75 jaar 1, van 80 tot 85 jaar 1, van 85 tot 90 jaar 1, en van 90 tot 95 jaar 1. De ziekten der overledenen waren kinder, diarrhoea 7, beroerte 4, kanker en hartgebrek ieder 3, onvolkomen ontwikkeling, kliertering en longtering ieder 2 0» verder ouderdom, suikerziekte, longontsteking, keelziekte en lever ziekte ieder 1. Zonder behandeling overleden 2 personen. Dinsdagmorgen had te Vlissingen een zekere Van der K., werkzaam op den aan de werf dor Schelde in aanbouw zijnden kruiser Zeelandhet ongeluk te vallen, oogenschijnlijk zonder ernstige gevolgen, waardoor hij dan ook te half een uur, bij het afgaan der werf, ge woon naar huis kon gaan. Alhoewel hij, thuis komende, zich niet wel gevoelde, begaf hij zich toch nog naar zijn schoonouders, op nog al een grooten afstand van zijne woning. Daar gekomen, werd zijn ongesteldheid van zulk een ernstigen aard, dat hij kort daarna overleed. De inmiddels ontboden geneeskundige hulp Te rekenen van 11 October aanstaande zal het Rijkstelegraafkantoor met telephoon- dienst te R e n e s s e, op werkdagen van 7 30 m. tot 10 u. 30 m. voor-, 12 u. 30 m. tot 2 u. 30 m. en 4 u. 30 m. tot 6 u. 30 m. na middags, voor het verkeer geopend zijn. Te Hontenisse brandde Maandagnacht door onbekende oorzaak het schuurtje van den landbouwer P. Bogaart af. Alles was tege brandschade verzekerd. In den afgeloopen nacht is in de Öost- haven te Terneuzen gezonken een z. g. vletter van schipper De Klerk uit Vlissingen, geladen met brikken. Het scheepje, dat met het achtereind op het slik zat, schepte aan den voorkant water, en schoot, toen het meer en meer vervulde, naar het midden der haven. De opvarenden, schipper en knecht, die lagen te slapen, werden nog juist bijtijds gewaarschuwd door den waker van de daar liggende nieuwe a&nleg-ponton voor de Prov. booten. Indien het vaartuig vanwege den eigenaar binnen een bepaalden tijd niet wordt gelicht, zal het door den waterstaat, als hinderlijk voor de scheepvaart, worden opgeruimd. Dinsdag werd de heer A. N. de Weert plechtig geïnstalleerd als pastoor bij de R. C. gemeente te Oostburg. Zijne parochianen hadden hunne ingenomenheid hiermede aan den dag gelegd door verfraaiing van het gedeelte straat voor de pastorie en de R. C. kerk, ter wijl de pastorie zelve en vooral de kerk inwen dig eenvoudig doch smaakvol waren versierd. Verscheidene katholieken hadden de driekleur uitgestoken, terwijl 's avonds door demuziok- verceniging aan den heer De Weert een serenade werd gebracht. EEN VREESELIJKE RAMP, Omtrent het ongeluk, Zondagavond bij het loodswezen te Vlissingen voorgevallen en reeds in hoofdzaak door ons medegedeeld, worden ons nog de Volgende bijzonderheden gemeld. Op den genoemden avond, ongeveer te half tien, werd het wachthebbend personeel van het loodswezen gewaarschuwd, dat er een stoomschip langs het Oostgat naar binnenkwam, wat, als naar gewoonte, het sein was voor beide loods wezens, om den vreedzaraen strijd te water met

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 1