MIDDELRURGSCHE COURANT.
Donderdag
7 October.
N°. 236.
140° Jaargang.
1897.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 6 Oct. 8 u. vm. 44 gr. 12 u. 49 gr.,
av. 4 u. 51 gr. F. Verw. tam. kr. O. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags Vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per re{
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op yoordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te Terneuzen; M. de Jonge; te Rotterdam
Nijgh van Ditmar.
Middelburg 6 October.
ÏÏ63r gevoel dan verstand.
Nu men op het punt staat eene beweging
op touw te zetten, om tal van tot oordeelen
onbevoegden een woord te laten meespreken
inzake den Atjehkrijg, is het zeker niet onge
past om, zooals een paar groote bladen reeds
deden, er op te wijzen dat er thans allerminst
reden is om dien weg in to slaan.
Een nieuw lid der Tweede kamer, vooral
een als de heer Van Kol, in Indië bekend, al
is hij dan ook op militair gebied en in Atjeh,
naar wij raeenen, een vreemdeling, moge den
Atjeh-oorlog aangrijpen als een middel om zich
eens te doen gelden, bijzondere reden is er
anders ditmaal niet om dien krijg te bespreken.
Bovendien, veteranen in het parlementaire leven
hebben dit al vóór hem gedaan en met het
zelfde succes, dat wij hem voorspellen.
Dit zal dan ook wel weer van weinig of
geen beteekenis zijn.
Nu waren die kamerleden ten minste zoo ver
standig, om hunne vrouwen te laten bniten
de kwestie, wat met den heer Van Kol het plan
niet schijnt te zijn.
Zijne echtgenoote, iemand met "fijn gevoel
en vol medelijden wat haar juist zoo sym
pathiek maakt als vrouw zal oen beweging
in het leven roepen om alle vrouwen te doen
verklaren, dat zij zoo gaarne een ei: ode aan dien
oorlog zagen gemaakt.
Dit is eene verklaring die bijna geheel
Nederland zal onderschrijvenvan (Ren eersten
minister af tot de minste burgeres of burger toe.
Waar wij dus hierboven hot woard „onbe
voegden" bezigden, slaat dit niet uitsluitend
op de sexe, die men in 't gelid wil brengen,
maar in 't algemeen op allen, die over het
lastige vraagstuk van den Atjeh-oorlog zoo
gemakkelijk een woord meespreken, maar de
kwestie niet kunnen beoordeelen. En dït geldt
het gros der Nederlanders.
En nu moge het als théatralen achtergrond,
om effect te maken, voor een man als Van Kol
in de Kamer aardig zijn om bij zijne bespre
king met pathos te kunnen uitroepen: „Zie,
zoovele vrouwen, zoovele moeders, zoo vele be
minden schenken adhaesie aan mijn roepstem,"
het dood nuchtere verstand zegt dj At dit in
deze niet kan gelden.
Het gevoel is daarbij eene slec'hte raad
gever.
Wij zitten nu eenmaal met Atj«h in een
lastig parket.
Over de aanleiding tot, over het gewettigde
van dien oorlog is al veel gesel meven en ge
wreven. Maar het gaat niet aan over dien
krijg met een machtspreuk lio/t anathema uit
te spreken. Wij herinneren /altijd maar aan
wijlen den heer Elout van Fjoeterwoude, die,
onpartijdig of liever tegenov er den heer Fran
sen van de Putte stellig nie t onbevooroordeeld,
toch heeft verklaard dat de oorlog onvermij
delijk was.
Maar al ware dit niet het geval j al ware de
krijg nog zoo ongemotiveerd gewe- pst, dat helpt
ons op dit oogenblik niet. Nu geldt alleen
deze vraagZijn wij op den goed .en weg deze
moeilijke kwe.stie tot een bevredi gende oplos
sing te brengen?
Jaren lang is over eene oplo ssing beraad
slaagd verschillende stelsels zijn toegepast,
juist dat veranderen van stelsel., is zeker ten
nadeele van een beslissing gewee pt. Maar van
bevoegde zijde, door hen die der toestand van
nabij kennen, beter dan de hee <s en mevrouw
Van Kol en duizenden vrouwen cn mannen in
ons land, wordt nu verzekerd Jat wij op den
goeden weg zijn,
Daartegenover kunnen nu alle j/gevoelsuitingen
wel zwijgenen moeten wijk ;en alle bewerin
gen, vroeger niet zonder grond geuit en
ook nog zeker wel te uiten» -dat er zijn die
den oorlog om hun eigen bekog;gaande houden.
Laat dit zoo zijn, t'sgeiaover hen staat
thans eene sterke macht, dae in. 's lands beiang
den goeden weg volgt.
Wij hebben nu:
een minister van koloniën "die het eimdo
tvenscht
dat einde tot het voornaamste deel van zijn
taak rekent; en
een militair hoofd in Atjeh, die in dezelfde
richting zich beweegt.
Ziedaar drie machtige factoren om het ver
trouwen te wettigen, door zoovelen met ons
uitgesproken.
Wat zal daartegenover nu nog eene commissie
uitrichten, zooals de heer Van Kol die wenscht
Wat voor nut kan het hebben, nu wij op weg
zijn tot eene goede oplossing, te gaan discus
sieeren over de vraag „in hoeverre wij in den
gruwelijken oorlog met Atjeh het recht en de
mcnschelijkheid aan onze zijde hebben"
En dat wij die oplossing nabij zijn, wordt
door tal van Indische bladen bevestigd.
Zoowel het Bat. Nieuwsblad als het Soerab.
tlandelsblad erkennen, dat wij in Atjeh op den
goeden weg zijn; wat het Hbld. dezer dagen
te meer opmerkelijk noemde, omdat laatst
genoemd blad langen tijd de juistheid der
gevolgde richting had betwijfeld.
In Deli wordt alles, wat in het aangrenzende
Atjeh geschiedt, met begrijpelijke aandacht
gevolgd. En de ter zake kundige redacteur
van de Deli-Courant vroeger officier van
den Generalen Staf bij het Indische leger
schreef o. a.
,In de geheele vlakte van Groot-Atjeh
heerscht nu onze overmacht, dank zij der rns-
telooze surveillance onzer troepen, dank zij
den meer en meer met land en volk vertrouwd
gerakenden, met civiel gezag belasten officieren.
Ons spionnenstelsel breidt zich meer en meer
pit; er kan bijna niets meer op til zijn onder
de verspreide kwalijkgezinden, of wij worden
ervan verwittigd. De geheele vlakte, van
Oleh-leh tot Selimoen, hebben we onder den
voet en die vlakte dat is Atjeh. De Atje-
hers, die lust hebben zich in het gebergte te
vestigen, kunnen we daar, als ze op een eer
biedigen afstand blijven, gerust laten ;.op den
duur zullen ze wel voor en na terugkomen,
want ze zijn daar van allen handel en verkeer
De oorlogsparty, die nog in Pedir mocht
huizen, heeft zulk een gevoeligen knak gekre
gen, dat haar prestige in de landstreek niet
veel meer kan beteekeneneen tweede tocht,
later van de andere zijde en met dezelfde be
kwaamheid ondernomen, zal dat zeker aan het
licht brengen.
De hoofdzaak van de onderwerping of liever
tenonderbrenging van Atjeh is volbrachtdat
men dit lichtpunt toch goed aan de onwetenden
in onze natie onder de aandacht brengeWat
nu nog te verrichten valt, is iceker volstrekt
niet onbelangrijk, doch kan gerangschikt
worden onder de zaken der tweede orde."
Met recht sprak 28 Sept. de minister Pier-
son in de Tweede kamer, volgens de Handelin
gen, dan ook het volgende aan het adres van
den heer Yan Kol:
„Door hem is een zeer belangrijk punt over
het hoofd gezien, en wel de groote afstand
tusschen Indië en Nederland. Hier te lande
maatregelen te nemen, waarvoor adviezen noodig
zijn, gaat betrekkelijk spoedig, maar het kost
zeer veel tijd om maatregelen te beramen
omtrent Indië, want omtrent elke zaak moet
men correspondeeren. Dat is de reden, waarom
de paragraaf omtrent de Koloniën niet zoo
uitvoerig is, als zij misschien anders had kunnen
zijn. Deze regeering is slechts sinds twee
maanden aan het bewind, zoodat de gelegenheid
tot correspondentie met Indië nog ontbroken
heeft.
Mocht de geachte spreker er aan twijfelen
of de Minister van Koloniën in het bijzonder
en dit Kabinet in het algemeen, ten opzichte
van de Koloniale politiek eene vooruitstrevende
richting is toegedaan, dan kan ik hieromtrent
de Kamer volkomen geruststellen. Maatregelen
te beramen, teneinde in Indië den toestand te
verbeteren, behoort tot de stellige wenschen
der Regeering."
Over Atjeh vind ik geene gelegenheid tot
uitvoerige beschouwingen, want de geachte
spreker zelf verwees ons naar het debat over
de a. s. Indische begrooting. Te recht gewaagde
hij van een gruwzamen oorlog, indien hij be
doelde, dat ons zulk een oorlog wordt aange
daan. Het is dan ook noodig onzerzijds met
kracht en nadruk in Atjeh op te treden. Deze
regeering is ten aanzien van het vraagstuk der
gedaan, dat de eischen der menschelijkbeid het
best worden nageleefd, wanneer het thans door
de Indische regeering gevolgde stelsel gevolgd
blijft.
Wij achten dit het middel om te voorkomen,
dat de oorlog onnoodig wordt gerekt. De be
volking zal des te spoediger terugkeeren tot
vreedzame bewerking van den grond, naarmate
zij de overtuiging heeft, dat de bescherming,
aan hen, die tot onderwerping zijn gekomen,
door de gewapende macht verleend, hun blij
vend ten deel zal vallen.
Ik stel er eenigen prijs op dit van deminis-
terstafel uit te spreken, opdat, waar gesproken
is van een gruwzamen oorlog, tevens begrepen
worde, dat van den kant van het Nederlandsche
gouvernement al het noodige verricht wordt
en zal worden om door krachtdadige handha
ving van haar gezag dezen oorlog spoedig te
beëindigen. Reeds de menschelijkheid verbiedt,
dat onzekerheid met betrekking tot onze voor
nemens dienaangaande wordt toegelaten."
Men ziet: voor den heer Van Kol is het
oogenblik voor bespreking van de kwestie niet
gunstig.
En voor de beweging, door zijne echtgenoote
op touw te zetten, nog veel minder.
Handteekeningen zal zij op hare adressen
voldoende kunnen krijgen. Ala het gevoel
slechts spreekt, dan is er geen twijfel of de
betuigingen van instemming stroomen toe.
Maar practisch nut kan daardoor niet gesticht
worden.
In de Tweede kamer zal men niet anders
kunnen doen, dan die adressen ter griffie depo-
neeren.
Om dat povere resultaat te verkrijgen is het
wezenlijk niet noodig een agitatie in het leven
te roepen, die slechts krachtsverspilling zijn kan.
Zen daarom he'-' gezonuc verstand niet eens
een woordje kunnen meespreken bij de vrouw,
die deze beweging in het leven wil roepen, en
haar doen besluiten van haar plan af te zien
en te wachten totdat er een ander vraagstuk
aan de orde komt, waarbij de stem van de
vrouw in Nederland meer recht heeft zich te
doen hooren en meer kans om gehoord te wor
den en een heilzamen invloed uit te oefenen
Er zijn tal van sociale vraagstukken, waarbij
zij waarlijk meer recht heeft van meespreken
dan bij de kwestie van den Atjeh-krijg, in de
phase waarin deze ten minste thans verkeert.
een gouverneur-géneraal vaa Ijtdië die zic.ty Atjeh-politiek met beslistheid de meening toe;
DE RIJKSPOSTSPAARBANK.
Wij ontvingen het verslag betrekkelijk den
dienst van deze bank in 1896 en ontleenen
daaraan het volgende:
Het aantal in omloop zijnde boekjes bedroeg
op 31 Dec. 1895 499.963 en op 31 Dec. 1896
561.989. Het vermeerderde dus met 62.026
stuks of 12.4 pet.
Het totaal bedrag der inlagen op 31 Dec.
1896 was 916.519 ad f 28.640.484.12' of 125.677
en f 5.420.511,98 meer dan in 1895.
Het gemiddelde bedrag van elke inlage be
droeg f 31.25.
In Zeeland werden gedaan 833 inlagen
van postzegels van 5 en 1693 van 1 cent en
verder 2173 van f 0.25, 3908 van 0.20 tot
beneden f 1, 19.879 van f 1 tot beneden f10,
10.869 van f 10 tot beneden 100, 3247 van
f 100 tot en met f 800, 109 van boven f 800
tot en met f 1200, 7 van boven f 1200 tot en
met f 2400 en 1 boven f 2400, samen alzoo
42.719 inlagen.
Het aantal terugbetalingen was 348.451 ad
f 21.191.322.025 of 38.939 on f 3.463.891.65
meer dan in 1895.
Het gemiddeld bedrag van elke terugbetaling
was f 60.81°.
Wat de provincie Zeeland betreft werden
terugbetaald 9574 en welbenedèn f 1 182,
van f 1 tot beneden f 10 2356, van f 10 649,
boven f 10 tot beneden f 25 1409, van f
838, van boven f 25 tot f 100 1797, van f 100
630, van boven f 100 tot f 800 1665, van
boven f 800 tot en met f 1200 44, van boven
f 1200 tot en met f 2400 4.
In Zeeland was het saido der inlagen en
terugbetalingen op 31 Dec. 1895 f 1.886.098.34,
in 1896 werd ingelegd f 1.281.424,92 en terug
betaald f 850.764.55, zoodat het saldo der in
lagen en terugbetalingen op 31 Dec. 1896 be
droeg f 2.316.758.71°.
Op 31 Dec. 1895 waren 21750 boekjes in
omloop en op 31 Dec. 1896 24640.
Op 31 Dec. 1896 was aan de Zeeuwsche in
leggers verschuldigd f 2.640.836.61°, of gemid
deld op elk boekje f 107.17°.
Het aantal kantoren in die provincie was 103,
In de bijlagen tot het verBlag zijn verschil-
nde gewichtige bijzonderheden graphiseh ge
schetst.
Verder bevat het verslag een statistiek van
boekjes, staande ten name van werklieden,
welke statistiek ook ditmaal reden tot tevre
denheid geeft.
In een begeleidend schrijven vestigt de direc
teur de aandacht op de in 1896 in werking
getreden verhooging van het rentegevend maxi
mum, dat, volgens de oude wet, voor een
ieder f 800 bedroeg tot f 1200 (en voor ver-
eenigingen, stichtingen en fondsen van maat
schappelijk of godsdienstig belang, of tot on
derling hulpbetoon, zelfs tot f 2400)benevens
op de bevoegdheid, den inleggers verleend, om
door fcusschenkomst der rijkspostspaarbank te
doen aankoopenInschrijvingen op naam in
een der Grootboeken van de Nationale Schuld,
rentegevende obligatiën ten laste van den Staat,
of certificaten, aan toonder, van inschrijving
in een dier Grootboeken.
De ervaring heeft geleerd, dat de bevoegd
heid, waarvan hier sprake, nog verre van al
gemeen bekend is. En zij heeft te méér be
teekenis, wijl den inleggers, die op deze wijze
hun tegoed, geheel of gedeeltelijk, lieten con-
verteoren, het recht is toegekend, om, door
bemiddeling van den directeur der rijkspost
spaarbank, de verschijnende Grootboek-renten
voortdurend kosteloos te doen innen
welke renten alsdan, als gewone inlagen, op
het spaarbankboekje worden bijgeschreven, en
dus zoo gemakkelijk mogelijk, ten post
kantore hunner woonplaats, door
die inleggers in ontvang kunnen worden ge
nomen.
NIEUWE ORGANISATIE.
Op de dezer dagen te Utrecht gehouden ver
gadering van „antirevolutionairen, die wel
staan op den grondslag der antirevolutionaire
beginselen, neergelegd in het program van 1878,
maar zich niet wenschen aan te sluiten bij de
antirevolutionaire partijzooaïs die thans optreedt
onder leiding van dr. Kuyper"eene vergade
ring, die vrij talrijk bezocht was, ismetalge-
meene stemmen besloten tot het vormen van'
een eigen organisatie. Hoewel niet een der aan
wezigen eenig bezwaar opperde tegen het pro
gram van 1878 als zoodanig, was toch de over-
groote meerderheid van meening, dat het vor
men van eigen organisatie tengevolge moest
hebben een nieuwe formuleering van de sinds
1878 beleden beginselen, omdat een program kan
beschouwd worden als het eigendom te zijn
eener partij. Het ontwerpen van zulk een pro
gram, met het doel om dit later aan de
kiesvereenigingen voor te leggen, is opgedra
gen aan eene commissie. (Ned
kon niet meer baten. Men vermoedt dat hij
door den val zich inwendig beeft bezeerd of
wel eene hersenschudding heeft gekregen.
Men meldt ons uit Y 1 i s s i n g e n
De leden der eertijds zoo bloeiende scherp-
sehnttersvereeniging Vlissingen besloten Dins
dag hunne zomeroefeningen "met een wedstrijd.
Veel animo was er niet, slechts een tiental
nam aan dien strijd deel. Op de personeele baan
behaalde de heer H. de Pagter, met 51 punten,
den eersten prijsde heeren M. Visser, J. de
Munck, H. N. Rotteveel en J. W. II. Brouwer
schoten resp. 45, 43, 42 en 40 punten.
Op de vrije baan ging 't goed. Daar werden
34, 33, 31, 30, 30, 28 en 26 punten in 3
schoten behaald, resp. door de heeren H. de
Pagter, C. Dommisse Tcz., G. Laernoes, J. W.
H. Brouwer, II. N. Rotteveel, M. Visser en S.
Polak.Van de uitgenoodigde zustervereenigingen
was alleen Medioburgum door een lid ver
tegenwoordigd.
Toen Dinsdagmiddag een overzetpont, die
door eene sleepboot getrokken werd, van
Vlissingen naar Veere werd gebracht, zonk ze,
ongeveer voor het licht, geplaatst aan den
draai, die het kanaal bij Kleverskerke
maakt. Vanwege den waterstaat wordt de lig
plaats 's daags aangewezen door een drijvend
rood vlaggetje en 's nachts door een rood licht.
De heer W. M. Geill, officier van gezond
heid 1ste klasse bij het Ned. Indische leger,
thans met verlof hier te lande en woonachtig
te N i s s e, is door de Nederlandsche regeering
benoemd tot afgevaardigde voor Nederland en
koloniën op het, 11 Oct. a.s. te Berlijn te
openen lepra-congres.
De heer Geill heeft bijzondere studie ge
maakt van de melaatschheid.
Nabij het station 's-Heer-Arend s-
kerke kwam Dinsdag een span paarden met
een met suikerbieten geladen wagen in een wa
tergang te recht, doordien een der paarden
schrikte. Met groote moeite gelukte het eenigen
personen, de paarden en den wagen op het
droge te halen, nadat eerst het tuig stuk ge
sneden was.
De wagen was tot verder vervoer niét meer
bruikbaarde voerman was gelukkig niet meer
op den wagen; hij kwam dus met den schrik vrij,
Een oesterkweekcr te Wemeldinge
heeft 240 jonge kreeften aangeschaft, om met
het kweeken van deze dieren een proef te
nemen. Genoemde dieren vertoeven in een
oesterput, die aan den binnenkant van den
dijk ligt, terwijl aan hun verlangen om versch
zeewater kan voldaan worden.
BENOEMINGEN ENZ.
Bij kon. besluit is, voor den tijd van twee
jaren (de heen- en terugreis daaronder begrepen);
gedetacheerd hij de landmacht in West-Indië,
de tweede-luitenant P. F. W. van Romondt,
van het 2de reg. inf.
Aanstaanden Zaterdag verleent de minister
van binnenlatidsche zaken geene audiëntie.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Bij koninkl. besluit is het eereteeken tot
belooning van eervollen, langdurigen, werkelij-
ken dienst bij de schutterijen toegekend aan
H. Snijders, majoor-commandant van de dienst
doende schutterij te Middelburg, en aan
A. A. C. Theewis, korporaal-muzikant, en P-
J. Bossaert, tamboer, beiden bij de dienst
doende schutterij te Z i e r i k z e e.
Blijkens het zgn. Maandboekje overleden
in de maand September te Middelburg
30 personen.
De leeftijd der overledenen was heneden het
jaar 13, van 1 tot 5 jaar 2, van 5 tot 10 jaar
I, van 20 tot 25 jaar 1, van 45 tot 50 jaar
1, van 50 tot 55 jaar 1, van 65 tot 70 jaar
7, van 70 tot 75 jaar 1, van 80 tot 85 jaar
1, van 85 tot 90 jaar 1, en van 90 tot 95 jaar 1.
De ziekten der overledenen waren kinder,
diarrhoea 7, beroerte 4, kanker en hartgebrek
ieder 3, onvolkomen ontwikkeling, kliertering
en longtering ieder 2 0» verder ouderdom,
suikerziekte, longontsteking, keelziekte en lever
ziekte ieder 1. Zonder behandeling overleden
2 personen.
Dinsdagmorgen had te Vlissingen
een zekere Van der K., werkzaam op den aan
de werf dor Schelde in aanbouw zijnden kruiser
Zeelandhet ongeluk te vallen, oogenschijnlijk
zonder ernstige gevolgen, waardoor hij dan ook
te half een uur, bij het afgaan der werf, ge
woon naar huis kon gaan. Alhoewel hij, thuis
komende, zich niet wel gevoelde, begaf hij zich
toch nog naar zijn schoonouders, op nog al
een grooten afstand van zijne woning. Daar
gekomen, werd zijn ongesteldheid van zulk een
ernstigen aard, dat hij kort daarna overleed.
De inmiddels ontboden geneeskundige hulp
Te rekenen van 11 October aanstaande
zal het Rijkstelegraafkantoor met telephoon-
dienst te R e n e s s e, op werkdagen van 7
30 m. tot 10 u. 30 m. voor-, 12 u. 30 m. tot
2 u. 30 m. en 4 u. 30 m. tot 6 u. 30 m. na
middags, voor het verkeer geopend zijn.
Te Hontenisse brandde Maandagnacht
door onbekende oorzaak het schuurtje van den
landbouwer P. Bogaart af. Alles was tege
brandschade verzekerd.
In den afgeloopen nacht is in de Öost-
haven te Terneuzen gezonken een z. g.
vletter van schipper De Klerk uit Vlissingen,
geladen met brikken. Het scheepje, dat met
het achtereind op het slik zat, schepte aan den
voorkant water, en schoot, toen het meer en
meer vervulde, naar het midden der haven. De
opvarenden, schipper en knecht, die lagen te
slapen, werden nog juist bijtijds gewaarschuwd
door den waker van de daar liggende nieuwe
a&nleg-ponton voor de Prov. booten.
Indien het vaartuig vanwege den eigenaar
binnen een bepaalden tijd niet wordt gelicht,
zal het door den waterstaat, als hinderlijk voor
de scheepvaart, worden opgeruimd.
Dinsdag werd de heer A. N. de Weert
plechtig geïnstalleerd als pastoor bij de R. C.
gemeente te Oostburg. Zijne parochianen
hadden hunne ingenomenheid hiermede aan den
dag gelegd door verfraaiing van het gedeelte
straat voor de pastorie en de R. C. kerk, ter
wijl de pastorie zelve en vooral de kerk inwen
dig eenvoudig doch smaakvol waren versierd.
Verscheidene katholieken hadden de driekleur
uitgestoken, terwijl 's avonds door demuziok-
verceniging aan den heer De Weert een serenade
werd gebracht.
EEN VREESELIJKE RAMP,
Omtrent het ongeluk, Zondagavond bij het
loodswezen te Vlissingen voorgevallen en
reeds in hoofdzaak door ons medegedeeld,
worden ons nog de Volgende bijzonderheden
gemeld.
Op den genoemden avond, ongeveer te half
tien, werd het wachthebbend personeel van het
loodswezen gewaarschuwd, dat er een stoomschip
langs het Oostgat naar binnenkwam, wat, als
naar gewoonte, het sein was voor beide loods
wezens, om den vreedzaraen strijd te water met