Verschillende Berichten. BIJVOEGSEL van de Maandag 4 October 1897, no, 233. Middelburg 2 October ZEEUWSCHE OESTERS. liet heeft er wel iets van, dat er, meer dan wel voorheen, het oog gevestigd wordt op dit artikel en wat daarop betrekking heeft. Nu, het ware dan ook wel te wenschen, schrijft men aan Mat Vaddat men aan zulk een echt Nederlandsche industrie ook eens ging geven wat haar toekomt en wat ze zoo bijzon der noodig heeft, nl. reorganisatie. Wij zagen in de laatste dagen in diverse bladen dat onderwerp, naar waarheid en zeer degelijk, in behandeling genomen. O. a. in het Alg. Handelsblad, van 21 dezer las men een artikel, dat getuigde van waar heid, zaakkennis en duidelijke vingerwijzigingen welken kant het uit moet, om aan het gros der nooden, waarin cultuur van en handel in oesters zoo peilloos diep verzonken liggen, eens een radicaal einde te maken. Zijn wij goed onderricht, dan wil men weten, dat daar in zoo verre naar geluisterd wordt, dat men is te raden gaande een onderzoek te doen instellen, in hoeverre die aangewezen richting met vrucht actief te maken zou zijn. Een „onderzoek", nu, waarlijk niet te vroeg voor zooveel zaaks doch in elk geval althans iets. Als nu zulk een onderzoek maar uitgaan mag van een lichaam, serieus op de hoogte van het onderwerp, en tot in het diepst der practijk, want daarvan zal enorm veel afhangen. Dat men vooral geen zwakke of halve maat regelen neme afdoende of geenxe. En afdoende maatregelen zijn te nemen, als men ten minste maar eerst bij de ■practijk in allen ernst te leer wil gaan en zich niet. aan leunen laat wat een of twee menschen zeggen ook bij kleinen, eenvoudigen eens zien en hooren wilbegrijpen wil, dat er schreeuwend dom en ook minder dom egoïsme te bevechten is, omdat er ook weer zijn, die belang .hebben bij de ziekte en bij de ziekenkortom, er is veel te observeer en, zij het ook, dat hot toch alles overkomelijk is. Wie het aanpakt zal een grootsch en een goed werk doen, wat vele ellenden opheffen en wat, op velerlei gebied, vele voordeelen geven zal. En het tijdstip is er ook gunstig voor, om dat het product beter is dan in de laatste jaren en, zooals terecht gezegd wordt, er dit en de eerstvolgende jaren geen overvloed van Fran-' sclie oesters is of zijn kan. En, Nederlandsche ondernemingsgeest, het zou niet schaden, al wordt er nog door meer deren op hetzelfde punt gekeken; immers, het is lang niet zeker of B. niet beter beslagen is, ziet en opkomt dan Awat den een afschrikt, trekt soms bij anderen aan. Het is hier baan maken en dat wordt door den een altijd lichter gedacht dan door den ander, om maar niet eens te spreken dat baan maken nog wat meer behoeft clan de bloote lust daartoe. Hoe het ook zij, het is te hopen, dat de Nederlandsche annalen toch eenmaal ook nog eens gewagen mogen van een ferme nationale daad, in casu „Reorganisatie van onzen zieken oesterhan- del". ZuyparBoissevain. Tot voortzetting van de in de zomermaanden afgebroken polemiek heeft dr A. Kuyper thans een uitvoerigen tweeden brief geschreven aan clen heer Charles Boissevain. Dl- Kuyper schrijft daarin o. a., na er op ge wezen te hebben, dat hij en de zijnen wel degelijk op verschillende wijze de beweringen van dr Vos c. a. hebben weersproken, het volgende „Over de feitelijkheden bestaat tussehen ons geen geschil. Beiderzijds geven we toe, dat op 6 Januari '8G door ons is aangescheld aan de kosterij der Nieuwe Kerkdat wc zijn binnengegaan bewakers, door anderen daar geplaatst, geraden hebben heen te gaandoor een" smid of tim merman de deur der kerkvoogdenkamer hebben doen openenen zeiven bewakers hebben aan gesteld, met last om niemand toe te laten dan met onze toestemming. Dit alles nu kon tweeërlei zijn. Het was misdrijf zoo we tot deze daden onbevoegd waren. Maar ook het was ambte- telijke plichtsvervulling, indien onze qualiteit er ons toe riep en dwong. Daarover, en daarover alleen loopt dan ook al het geschil. Als Gij, des morgens aan uw bureel op de Pijpenmarkt aanschellende, in de gang twee mannen vondt, die U den doorgang naar uw eigen kamer wilden versperren, zoudt ook Gij hen kort en bondig de deur wijzen. En als Gij op den koop toe, de deur van uw redac tiekamer door vreemden met een Amerikaansch slot gesloten vondt, zoudt ook Gij op staanden voet een smid ontbieden, om de deur te openen, on voorts rustig uw publiek op een nieuw Van dag tot dag vergasten gaan. De gedachte zelfs, dat dit eigen rechting ware, of dat Gij, recht hebbende en uw bezit zonder eenig verzet kunnende handhaven, toch eene bezitsactie bij den rechter had in te dienen, zou niet in u opkomen. En als er dan toch den volgenden dag stond, dat ge in uw bureau geweldadig waart ingebroken, zoudt ge dit van uw confrère weinig minder dan een dollen streek noemen. Welnu, in precies dit geval verkeerden wij. Dr. Rutgers c. s. waren kerkmeesters der Nieuwe Kerk. Als zoodanig leefden we onder het voor dit kerkmeesterschap geldende regle ment. Dat reglement bepaalde uitdrukkelijk, niet door eene pas ingevoerde wijziging, maar reeds sedert 1875, en alzoo in een elf jaar oude bepaling, dat bij conflict met bet geestelijk bestuur der kerk, geen censuur, van wat aard ook, de kwaliteit van kerkmeester kon opschor ten of vernietigen. En evenals alle andere en oudere kerkmeesters, hadden ook wij bij de aanvaarding van ons ambt de plechtige belofte afgelegd, bij mogelijk conflict, de goederen en gebouwen dor kerk nimmer aan anderen te zullen overgeven dan op rechterlijk gewijsde Die ambtelijke belofte zijn we nagekomen, en het was alzoo als rechtmatige beheerders, dat we onbevoegde inmenging van het geestelijk bestuur in het beheer der Nieuwe Kerk te niet hebben gedaan. En nu moet ge niet zeggen„Ja, dat zegt gij nu wel, maar dr Vos zegt het toch heel anders." Immers dr Vos heeft zelt op 9 De cember 1875, evenals wij, in het bijzijn van getuigen, zijn handteekening geplaatst onder deze verklaring „Wij, ondergeteekendeu, verklaren en beloven, dat wij, in hoedanigheid van leden der commissie tot het bestuur over do kerkgebouwen, goederen, fondsen en inkomsten der Nederduitsche Hervormde Gemeente te Amsterdam, al de eigendommen, fondsen en inkomsten, aan die gemeente toebehooreude, rechtvaardig en ten haren meesten nutte zullen helpen besturen, en ons stipt zullen gedragen naar de bepalingen, voor deze Commissie vastgesteld en nooit eenigen stap zullen doen, waardoor zonder uitdrukkelijke toestemming dei- gemeente het beheer der goederen aan toezicht of regeling, hoegenaamd ook, vau eenig hooger kerkelijk of politiek college zou worden overgelaten, tenzij door de rechterlijke uitspraak gelast". Versta nu wel, deze ambtelijke belofte heeft Dr Vos zelf afgelegdzoo goed als wij. Tegenspraak is dus niet mogelijk. En nu vraag ik u, als man van eer en publicist: Indien gij, onder zulk een belofte, voor God en mensclien afgelegd, op dat oogenblik kerk meester in de Nieuwe Kerk waart geweest, zoudt gij dan uw belofte gehoudenof zoudt gij ze gebroken hebben? En indien gij ze niet mocht breken, zoudt gij dan anders hebben kunnen handelen dan wij deden, en zoudt ook g'ij u niet plichtshalve in het beheer hebben moeten handhaven?" Ten slotte richt dr Kuyper tot den heer Boissevain deze sommatie „Zeg daarom vrij uit, dat uw overtuiging lijnrecht tegen de mijne overstaat, en dat wat mij plicht scheen, in uw oog vergrijp was aan de vaderlcmdsche eenheid. Maar eer daarin voor het minst uzelven, en bet er de wonde van uw tegenstander door, dat ge erkent, ridderlijk erkent, hoe uw tegen stander op zijn standpunt, naar zijn overtui ging, en voor zijn conciëntie niet anders han delen mocht. Doch dit alles raakt de zaak als zaak niet. In geding is tussehen ons slechts één eenige quaestie. Deze namelijk: Wie op 6 Januari 1886 be voegd, gerechtigd en verplicht was, om namens cle gemeente, in het beheer der Nieuwe kerk en kosterij op te treden. Was dit het Classicaal bestuurdan waren wij ingeslopen inbrekers. Maar ook, waren wij de eenig gerechtigden in onze qualiteit van Kerkmeesters, dan deden wij niets dan onzen plicht, en komt de ge weldpleging ten laste van de heeren van het Class, bestuur. Hierin nu hebt gij u partij gemaakt, en mij uit dien hoofde publiekelijk als een man van geweld aan de kaak gesteld. Het zij zoo. Maar dan ook van tweeën één, onderwerp óf uw. beschuldiging aan het oordeel hetzij van den rechter hetzij van een eereraad óf trek haar in. Er op rekenende, dat gij mij niet ten twee den male nul op dit mijn billijk request zult geven, blijf ik, onder betuiging van waardee- rende hoogachting," enz. SCHOOLVERGADERINGEN. In het jongste nommer van het Sociaal Weekblad bespreekt de heer mr A. Kerdijk het houden van zulke bijeenkomsten, in verband met de kwestie Schoolc-Teunissen, onzen lezers uit ons vorig nommer bekend. Hij haalt het schrijven van laatstgenoemde aan en verklaart een voorstander dier bijeenkomsten te zijn, „want de invloed, welken door die vergaderin gen de klasse-onderwijzers erlangen op den gang van zaken in de school, kan eenerzijds hun toewijding en hun ijver verhoogen, en kan an derzijds ook buitendien ten goede komen aan de belangen in kwestie". Doch uit ingenomenheid met zoodanige schoolvergaderingen volgt z.i. nog niet, dat men het moet goedkeuren, indien er niet alleen over leg gepleegd, maar ook gestemd wordt met bindende kracht van de aldus genomen be sluiten. „Dit dunkt mij integendeel sterk af te keuren, zoo schrijft hij. „Althans voorshands en ik dien er bij te voegen vermoedelijk voor langen tijd. Vooreerst onderstelt zulk een rege ling mijns inziens een personeel van onderwij zers, beantwoordend aan hoogere eischen van leeftijd en opleiding, dan waaraan een deel hunner thans voldoet. Bovendien acht ik haar onbestaanbaar met de verantwoordelijkheid, welke, volgens de wet en meestal ook volgens de verordening, het hoofd der school te dra gen heeft. Het hoofdbestuur van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers blijkt dit met mij eens te zijn. Want nu de burgemeester van Zutfen weigerde het hiervoren vermelde raads besluit uit te voeren, als in strijd met de web Dat ook de in 1885 aangebrachte wijziging van het Reglement van 1875 geen de minste verandering in den rechtstoestand heeft kunnen aaubrengen, is des tijds eveneens breedvoerig aangetoond. en bedoeld hoofdbestuur zich tot de Koningin- Regentes heeft gewend met het verzoek, om het raadsbesluit goed te keuren, schreef het in zijn adresAdressanten toch zijn van oor deel, dat het raadsbesluit niet in strijd is met de wet op het lager onderwijs, omdat [let wel omdat] de besprekingen op de zoogenaamde schoolvergaderingen geen bindende kracht heb ben." In verband met de bekende bewering van den heer Teunissen, dat zulke vergaderingen niets baten als het hoofd van zijn macht niets wil afstaanen dat de heer Schoolt nu z'n laatste democratische veer zelf heefs uitgepikt, merkt de heer Kerdijk op„Deze laatstverkondigde meening van den heer Teunissen zal bij de meesten vermoedelijk alléén in zóóver belang stelling wekken, als zij weder eens, voor de zooveelste maal, getuigenis geeft van veler dwaling, als zou gezagshandhaving en demo cratie met elkander vloeken." Z. i. heeft de heer Teunissen, ook door den toon van zijn geschrijf, aan de zaak der schoolvergaderingen méér kwaad gedaan, dan een beslist tegen stander er van zou vermogen. Met eenigen der onderwijzers is de heer Ker dijk eens, dat de heer Schook een onhandigheid heeft begaan door na de stemming over de voor stellen der onderwijzers te verklaren, dat hij ze niet zou uitvoeren. „Dat is de fout en de reden van de opheffing der vergadering, 't Stond den heer Schook natuurlijk vrij van mee- ning te veranderen; doch dan had hij hier van kennis behooren te geven. En ware hij dan met het voorstel gekomen, dat de ver gadering niets te beslissen heeft over de verdeeling van zijn tijd (dit betreft een deel van het voorstel in quaestie), dan zou de ver dediging daarvan op grond van de wet, in structie of verordening niet moeilijk gevallen zijn. Er is grond om te onderstellen, dat de meerderheid daarin allerminst reden zou gezien hebben om te bedanken". Maar toch recht vaardigt dit z. i. niet, dat onderwijzers zich blijven onttrekken. Naar ons gevoelen zijn schoolvergaderingen uitstekend voor scholen met talrijk personeel, in groote steden, wanneer aan beide zijden het streven bestaat, niet om op elkaar's rechten inbreuk te maken, maar om in harmonie over leg te plegen over hetgeen in hot belang van het onderwijs nuttig en noodig is. Op kleine scholen, van plattelandsgemeenten, is de omgang tussehen het hoofd en de andere onderwijzers van zelf dagelijks zoo gemakkelijk en spreken zij elkander zoo dikwijls, dat zij wezenlijk 's avonds niet eens vergaderingetje behoeven te spelen. Wat zij te overleggen hebben, kunnen zij wel in een gewoon gesprek afdoen. BENOEMINGEN ENZ. Bij kon. besluit is aan II. van Lit, bode-con- cierge bij liet provinciaal bestuur van Drenthe, de eere-medaille der orde van Oranje-Nassau, in zilver toegekend. De gewone audiëntie van den minister van justitie zal op Woensdag 6 October niet plaats hebben. Graphische vakken. In opdracht en als uitvloeisel van het Natio naal congres voor graphische vakken, gehouden te Amsterdam den 25 en 26 Dec. 1896, werd aan de gedelegeerden van de typographische vereenigingen, uitmakende de permanente com missie tot afwikkeling van de congreszaken, opgedragen een ontwerp voor landelijk mini mum-loon tarief en maximum-arbeidstijd in te dieneu; en tevens een plan te ontwerpen, om den typografen de voordeelen van het vereeni- gingsrecht deelachtig te doen worden. De conclusies, waartoe bovengenoemde per manente commissie komt, zijn thans in druk verschenen en ons toegezonden. Wat het minimum-loon betreft, wordt groote waarde gehecht aan het arbeidscontract. Als basis voor het loon zijn genomen het aantal inwoners en de plaatselijke gesteldheid, waar voor als maatstaf de tabellen der kieswet zijn gebezigd. Als minimum-loon worden voorge steld f 9 per week (voor de kleinste plaatsen), f 9 50, f 10, f 10.50, 11, f 11.50, f 12 en f 12.50; het laatstgenoemde loon alleen te Amsterdam. De maximum-arbeidsdag blijft bepaald op 10 uren per dag; bij overwerk de eerste 4 werk uren 25 pet verhooging, de volgende binnen een etmaal 50 pet. Ook permanente afschaffing van Zondags- arheid wordt verlangd. Zulk eene regeling moet het gebruik vau „jong goed" ten nadeel© van volwassenarbei ders, tegengaan. Door de permanente commissie wordt voorts een federatief verband voorgesteld van alle graphische vereenigingen in Nederland tot ver krijging en instandhouding van landelijk mini mum-loon, maximum-arbeidstijd en permanente Zondagsrust. AT J E H. Volgens een telegram uit Batavia aan de N. R. Ct. is overste Van Heutsz bij keuze be vorderd tot kolonel en benoemd tot chef van den generalen staf. De Fransche mail bracht Donderdag Oost- Indische bladen, loopende tot 1 Sept. Aan de van den civielen en militairen gou verneur van Atjeh en onderhoorigheden ont vangen telegrammen ontleent de Java Ct. het volgende. De Europeesche fuselier Meermans overleed 30 Augustus jl. aan eene op den 17en dier maand bekomen verwonding. Bij een tocht van de mobiele colonne via het bivak te Lepong (in de XXVI Moekims) op naar de warme bronnen ten zuidoosten van Kroeng Raja en van daar over Kroeng Raja naar Lamtoba, dat den 27en 's middags om half vier bereikt werd, had een kort vuurge vecht met den vijand plaats, even voorbij Alofir- Djaloh, waarbij niet levensgevaarlijk gewond werden de le luitenant der infanterie H. A. Gusdorf, die een vleescliwoud in den rechter- bovenarm bekwam, en de Amboineesche fuse lier Bemboeloe met een schampschot aan den buik. De bevolking der vallei van Lamtoba bleek zeer vredelievendde Iman wachtte met eenige Ketjiks de colonne op. De uit 2 compagnieën bestaande colonne van Tjot Muntjang (welke blijkens de aangehaalde berichten de operation tegen Lamtoba zou steunen) rukte den 26en over Kota Bas Theuë naar Lamtoba op, was dien dag zonder verlie zen te lijden in licht vuurgevecht met den vijand en bereikte den volgenden dag een kwartier vóór de mobiele colonne de vallei van Lamtoba. De mobiele colonne beieikte den 30sten Augustus jl. Kepaja Doea en kwam den vol genden dag te Selimoen aan, na zicli vooraf ten Oosten van Lepong Bajoe vereenigd te heb ben met de colonne uit Gleiëng. De mobiele colonne werd op den laatsten dag door den vijand licht beschoten, bij welke gelegenheid licht gewond werd de Aboineesche fuselier Tantossa. Na de vereeniging van beide colonnes werd van Selimoen naar Gleiëng gemarcheerd en be kwam onderweg de Amboineesche fuselier Ladie tengevolge van het vuur van den vijand, die zich in het heuvelterrein Zuid-Senoeboë genes teld had, een lichte wond. De colonne uit Tjot-Mantjang verliet den 30n Augustus de vallei vau Lamtoba, eu keerde over Kota Bas Theuë naar haar garnizoen terug, dat zij den volgenden ochtend bereikte zonder eene ontmoeting met den vijand gehad te hebben. De mobiele colonne hield den len September rustdag te Gleiëng en keerde den volgenden dag naar Kotaradja terug. De Europeesche fuselier Nieborg, die bij de verdrijving van den vijand uit de omstreken van Segli levensgevaarlijk werd gewond, is den lsten September aan de bekomen verwonding overleden. ONDERWIJS. De voordracht voor onderwijzeres op school B te Middelburg bestaat uit de dames: J. W. Meertens en A. A. G. Marx, beiden alhier, en H. G. Giljam te Ylachtwedde. De collecte voor de scholen met den bijbel bracht dit jaar op te Gr o ede met Breskens f 92.35, en te Z a a m s 1 a g f 388.83. LETTEREN EN KUNST. Naar men ons heden meldt, wordt tegen Woensdag 10 November een concert in het vooruitzicht gesteld van het strijkkwartet Hugo Heermann c. s. Wie het lijstje van voorstellingen en con certen nagaat, vindt daarop voor de eerstvol gende maanden reeds heel wat, naar onze meening te veel voor het uitgaande publiek van Middelburg en omstreken. Het zou jammer zijn, als men op dit punt te veel vergde, wat zoo licht teleurstelling berokkent aan een talentvol artist. Bij de uitvoering van de kindercantate Leiden's strijd en zegepraal Maandag a., in de St. Pieterskerk te Leiden, zullen als solisten optreden de heer Arnold Spoel (Bariton) en mevrouw Spoel geb. Pfeiffer (Mezzo-Sopraan.) Bij de firma Nijgh Van Ditmar ligt ter perse Onze Afgevaardigden, bevattende portret ten en biographieën der leden van de Eerste en Tweede Kamer. De omslag zal in de nationale kleuren geli thografeerd worden. Het boekje zal als premie worden aangebo den aan de abonnés op de Wereldkroniek en ook voor niet abonnés verkrijgbaar worden gesteld. Het jongste nommer van genoemd geïl lustreerd tijdschrift bevat o. a. oen afbeelding van Cordang achter zijn quadruplet met wind vanger, bij zijn 24 uurs rit in het Cristal- Palace te Londen. Het portret van den wereldrecordhouder is niet bijzonder duidelijk. De velen, die hem te Middelburg en te Vlissingen ge kend hebben, vóór hij „een beroemdheid" werd, zouden zonder het onderschrift hem zeker voor een ander aanzien. Te Amsterdam overleed op 43-jarigen leeftijd de schilder Ernst Signamund Witkamp, bekend door zijn historie- en genre-schilderingen. Naar men meldt zal te Amsterdam wor den opgericht een maatschappij voor beetwor telsuikerfabrieken, met een aandeelenkapitaal van f 10,000,000 en f 5,000,000 aan obligatien. Bijna alle beetsuikerfabrikanten in Nederland zouden tot de vennootschap toetreden. Vrijdag 1 Oct. herdacht de heer J. C Pilaar, directeur van het telegraafkantoor te Arnhem, den dag waarop hij veertig jaren ge leden bij de Rijkstelegraaf zijne loopbaan aan vaardde. De heer Herman Heijermans herdacht Vrijdag den dag, waarop hij vóór vijftig jaar als verslaggever in dienst trad van de Nieuwe Rott. Courant. Talrijk waren de blijken van belangstelling en waardeering, die hem te beurt vielen van de zijde van de directie, de redactie, de correctoren van dat blad en van zijn col lega's en vrienden. Te 's Gravenhage overleed op 71-jarigen leeftijd een bekend advokaat, de heer mr Jac. van Gigch, als doctor in de rechten en de let teren indertijd gelijktijdig gepromoveerd. Ook op letterkundig gebied onderscheidde de heer Van Gigch zich in geschrift en op het spreek gestoelte. Een tijd lang was hij ook, jaren ge leden, werkzaam bij het middelbaar onderwijs te Delft. Hij heeft ook eenige handleidingen geschreven ten gebruike bij het onderwijs in het staatsrecht en de staathuishoudkunde. De Schiedamsche industrie, die in de laatste jaren klap op klap ontving, ziet zich, volgens de Schied. Crt., nu weder opnieuw ernstig bedreigd. Zooals bekend is, maken de suikerfabrikanten een bijproduct, de melasse, dat tot nu toe on gehinderd naar Frankrijk en België werd ver zonden. Thans is in deze rijken ook op den invoer van melasse een inkomend recht gesteld, waardoor die invoer van uit ons land feitelijk onmogelijk is geworden, omdat zij niet meer loonend is. De fabrikanten zochten nu naar een andere plaatsing van hun byproduct, maar, die niet vindende, volgden zij het voorbeeld van ande ren en begonnen uit hun melasse spiritus te stoken. Doch die ijver en het goede resultaat dreigen de ondergang te worden van anderen. De we7«sse-spiritus kan gefabriceerd worden tot zulk een geringen prijs, dat de koren- epiritus daarbij gevaar loopt verdrongen te worden. De werkstaking op de stoomspinnerij Twenthe te Almelo is weder geëindigd, de ar beid is hervat. Bij een dezer dagen gehouden inspectie van de schutterij te Delft is een schutter we gens insubordinatie uit de gelederen wegge jaagd, en aan een ander werd f 15 boete op gelegd, omdat hij een commando nabootste. De vorige week werd een ingezetene van Groningen, verdacht van onzedelijke hande lingen gepleegd te hebben, te Haren gearres teerd en na drie dagen, toen zijn onschuld gebleken was, weder ontslagen. De betrokken persoon heeft thans in de N. G-ronCourant een relaas doen opnemen van hetgeen hem bij en na zijne arrestatie is ten deel gevallen. Hij beklaagt zich bijzonder over de behandeling die hij te Haren ondervond, waar hij, slechts ver dacht, in een hok werd opgesloten, dat min stens met een varkenshok gelijk te stellen is. Daar liet men hem 18 a 19 uren zitten, zonder hem iets te eten of te drinken te geven. Van Haren werd de man naar Groningen vervoerd en in de gevangenis aldaar opgenomen, daar werd hij behandeld als een boef. Einde lijk wist bij den officier van justitie zijn onschuld te bewijzen en werd toen, nadat deze ambtenaar zijn spijt had betuigd over het gebeurde, op vrije voeten gesteld. Aan wien de schuld van dit alles, vraagt de man ten slotte, om die vraag te beantwoorden door op verschillende gronden den burgemeester van Haren te beschuldigen van machtsmisbruik en mishandeling. Hij noodigt dien ambtenaar uit zich openlijk daartegen te verdedigen. Als slechts de helft waar is van hetgeen d» heer Heijkens zoo heet de betrokken per soon schrijft ware tegenover hem een erger lijk schandaal gepleegd. De heer B. A. Kreps, wiens dood gemeld is, heeft nu zelf uit Milaan geschreven dat hij, zijne vrouw en dochter springlevend zijn en onlangs hun zilveren bruiloft vierden. Omtrent den moord in de Schooterbos- straat te Rotterdam ontvangt de N. R. Ct van zijn Berlijnschen correspondent eenige mede- deelingen, die op de treurige zaak een nieuw licht werpen. Volgens te Berlijn ingewonnen inlichtingen zou de vermoorde vrouw niet Müllers eehtgenoote, maar zijne minnares zijn, om wie hij zijne eehtgenoote en haar thans achtjarig zoontje in December 1895 zou hebben verlaten. Miiller en vrouw woonden in een achterwoning en vlak tegenover hem zekere vrouw Hannemann en twee dochters, met de oudste van welke Miiller in intieme verhouding kwam. Een paar weken vóór Kerstmis ver dwenen Miiller en het oudste meisje Hannemann uit Berlijn zonder dat de politie erin slaagde hen op te sporen. Bij de vrouw van Miiller woont diens vader. Noch de vrouw, noch de vader hebben vóór de kennismaking van Miiller met het meisje Hannemann ooit iets zonderlings aan hem ont dekt, ook zijne kameraden niet met wie bij werkte. De patroon van Miiller te Rotterdam wist evenmin dat hij gehuwd washij meende dat Miiller ergens kostganger was. TeKethel viel een vierjarig knaapje voor de woning van zijn ouders in het water; zijn 6-jarig broertje dat met hem speelde, wilde hem redden, doch viel er insgelijks in. Dit ongeval werd door de moeder opgemerkt, die om haar kinderen te redden te water sprong zij was echter zoo door den schrik bevangen, dat zij direct haar bewustzijn verloor. De drie drenkelingen werden gelukkig spoe dig opgemerkt door een voorbijganger, die zich direct gekleed te water begaf en het geluk mocht smaken drie menschen te redden van eeu anders wissen dood. Te St Maarten (N.-H.) is door de justitie een onderzoek ingesteld naar een vermoedelijk aldaar gepleegden kindermoord. Te Almelo is, tijdens de afwezigheid der moeder, een tweejarig kind in een pot met kokende andijvie gevallen en levenloos eruit gehaald. Bij een vechtpartij te Losser heeft iemand zijn tegen stander 8 messteken toegebracht, waarvan vijf doodelijk. De man beweert uit zelfverdediging- gehandeld te hebben, daar zijn tegenpartij het op zijn leven had gemunt. De man is gear resteerd. In het UIvenhoutsche bosch zijn twee jachtopzieners 's nachts slaags geweest met wildstroopers. Op een afstand van vier meter loste een der stroopers een schot, met het noodlottig gevolg, dat een der opzieners de volle lading in het lichaam kreeg en ernstig gewond is. Toen de jachtopzieners, ook de gewonde, van hunne vuurwapenen gebruik maakten, trokken de stroopers af. Te Groningen is een tweejarig kind ten gevolge van het drinken van carbol overleden. Bij de politie te Maastricht is door een fruithandelaar (Duitscher) aangifte gedaan, dat hij tussehen St. Pieter en Canne door 3 per sonen aangevallen en van zijn geld, 1600 Mark, beroofd is. Om hem het schreeuwen te beletten,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 5