Verschillende Berichten.
BIJVOEGSEL
van de
Maandag 4 October 1897, no, 233.
Middelburg 2 October
ZEEUWSCHE OESTERS.
liet heeft er wel iets van, dat er, meer dan
wel voorheen, het oog gevestigd wordt op dit
artikel en wat daarop betrekking heeft.
Nu, het ware dan ook wel te wenschen,
schrijft men aan Mat Vaddat men aan zulk
een echt Nederlandsche industrie ook eens ging
geven wat haar toekomt en wat ze zoo bijzon
der noodig heeft, nl. reorganisatie.
Wij zagen in de laatste dagen in diverse
bladen dat onderwerp, naar waarheid en zeer
degelijk, in behandeling genomen.
O. a. in het Alg. Handelsblad, van 21 dezer
las men een artikel, dat getuigde van waar
heid, zaakkennis en duidelijke vingerwijzigingen
welken kant het uit moet, om aan het gros
der nooden, waarin cultuur van en handel in
oesters zoo peilloos diep verzonken liggen, eens
een radicaal einde te maken. Zijn wij goed
onderricht, dan wil men weten, dat daar in
zoo verre naar geluisterd wordt, dat men is te
raden gaande een onderzoek te doen instellen,
in hoeverre die aangewezen richting met vrucht
actief te maken zou zijn.
Een „onderzoek", nu, waarlijk niet te vroeg
voor zooveel zaaks doch in elk geval althans
iets. Als nu zulk een onderzoek maar uitgaan
mag van een lichaam, serieus op de hoogte
van het onderwerp, en tot in het diepst der
practijk, want daarvan zal enorm veel afhangen.
Dat men vooral geen zwakke of halve maat
regelen neme afdoende of geenxe.
En afdoende maatregelen zijn te nemen, als
men ten minste maar eerst bij de ■practijk in
allen ernst te leer wil gaan en zich niet. aan
leunen laat wat een of twee menschen zeggen
ook bij kleinen, eenvoudigen eens zien en
hooren wilbegrijpen wil, dat er schreeuwend
dom en ook minder dom egoïsme te bevechten
is, omdat er ook weer zijn, die belang .hebben
bij de ziekte en bij de ziekenkortom, er is
veel te observeer en, zij het ook, dat hot toch
alles overkomelijk is.
Wie het aanpakt zal een grootsch en een goed
werk doen, wat vele ellenden opheffen en wat,
op velerlei gebied, vele voordeelen geven zal.
En het tijdstip is er ook gunstig voor, om
dat het product beter is dan in de laatste jaren
en, zooals terecht gezegd wordt, er dit en de
eerstvolgende jaren geen overvloed van Fran-'
sclie oesters is of zijn kan.
En, Nederlandsche ondernemingsgeest, het
zou niet schaden, al wordt er nog door meer
deren op hetzelfde punt gekeken; immers, het
is lang niet zeker of B. niet beter beslagen is,
ziet en opkomt dan Awat den een afschrikt,
trekt soms bij anderen aan. Het is hier baan
maken en dat wordt door den een altijd lichter
gedacht dan door den ander, om maar niet
eens te spreken dat baan maken nog wat meer
behoeft clan de bloote lust daartoe.
Hoe het ook zij, het is te hopen, dat de
Nederlandsche annalen toch eenmaal ook nog
eens gewagen mogen van een ferme nationale
daad, in casu
„Reorganisatie van onzen zieken oesterhan-
del".
ZuyparBoissevain.
Tot voortzetting van de in de zomermaanden
afgebroken polemiek heeft dr A. Kuyper thans
een uitvoerigen tweeden brief geschreven aan
clen heer Charles Boissevain.
Dl- Kuyper schrijft daarin o. a., na er op ge
wezen te hebben, dat hij en de zijnen wel
degelijk op verschillende wijze de beweringen
van dr Vos c. a. hebben weersproken, het
volgende
„Over de feitelijkheden bestaat tussehen ons
geen geschil.
Beiderzijds geven we toe, dat op 6 Januari
'8G door ons is aangescheld aan de kosterij
der Nieuwe Kerkdat wc zijn binnengegaan
bewakers, door anderen daar geplaatst, geraden
hebben heen te gaandoor een" smid of tim
merman de deur der kerkvoogdenkamer hebben
doen openenen zeiven bewakers hebben aan
gesteld, met last om niemand toe te laten dan
met onze toestemming.
Dit alles nu kon tweeërlei zijn.
Het was misdrijf zoo we tot deze daden
onbevoegd waren. Maar ook het was ambte-
telijke plichtsvervulling, indien onze qualiteit
er ons toe riep en dwong.
Daarover, en daarover alleen loopt dan ook
al het geschil.
Als Gij, des morgens aan uw bureel op de
Pijpenmarkt aanschellende, in de gang twee
mannen vondt, die U den doorgang naar uw
eigen kamer wilden versperren, zoudt ook Gij
hen kort en bondig de deur wijzen. En als
Gij op den koop toe, de deur van uw redac
tiekamer door vreemden met een Amerikaansch
slot gesloten vondt, zoudt ook Gij op staanden
voet een smid ontbieden, om de deur te
openen, on voorts rustig uw publiek op een
nieuw Van dag tot dag vergasten gaan.
De gedachte zelfs, dat dit eigen rechting
ware, of dat Gij, recht hebbende en uw bezit
zonder eenig verzet kunnende handhaven, toch
eene bezitsactie bij den rechter had in te
dienen, zou niet in u opkomen. En als er dan
toch den volgenden dag stond, dat ge in uw
bureau geweldadig waart ingebroken, zoudt ge
dit van uw confrère weinig minder dan een
dollen streek noemen.
Welnu, in precies dit geval verkeerden wij.
Dr. Rutgers c. s. waren kerkmeesters der
Nieuwe Kerk. Als zoodanig leefden we onder
het voor dit kerkmeesterschap geldende regle
ment. Dat reglement bepaalde uitdrukkelijk,
niet door eene pas ingevoerde wijziging, maar
reeds sedert 1875, en alzoo in een elf jaar oude
bepaling, dat bij conflict met bet geestelijk
bestuur der kerk, geen censuur, van wat aard
ook, de kwaliteit van kerkmeester kon opschor
ten of vernietigen. En evenals alle andere en
oudere kerkmeesters, hadden ook wij bij de
aanvaarding van ons ambt de plechtige belofte
afgelegd, bij mogelijk conflict, de goederen en
gebouwen dor kerk nimmer aan anderen te
zullen overgeven dan op rechterlijk gewijsde
Die ambtelijke belofte zijn we nagekomen, en
het was alzoo als rechtmatige beheerders, dat
we onbevoegde inmenging van het geestelijk
bestuur in het beheer der Nieuwe Kerk te
niet hebben gedaan.
En nu moet ge niet zeggen„Ja, dat zegt
gij nu wel, maar dr Vos zegt het toch heel
anders." Immers dr Vos heeft zelt op 9 De
cember 1875, evenals wij, in het bijzijn van
getuigen, zijn handteekening geplaatst onder
deze verklaring
„Wij, ondergeteekendeu, verklaren en beloven, dat
wij, in hoedanigheid van leden der commissie tot het
bestuur over do kerkgebouwen, goederen, fondsen en
inkomsten der Nederduitsche Hervormde Gemeente te
Amsterdam, al de eigendommen, fondsen en inkomsten,
aan die gemeente toebehooreude, rechtvaardig en ten
haren meesten nutte zullen helpen besturen, en ons
stipt zullen gedragen naar de bepalingen, voor deze
Commissie vastgesteld en nooit eenigen stap zullen
doen, waardoor zonder uitdrukkelijke toestemming dei-
gemeente het beheer der goederen aan toezicht of
regeling, hoegenaamd ook, vau eenig hooger kerkelijk
of politiek college zou worden overgelaten, tenzij door
de rechterlijke uitspraak gelast".
Versta nu wel, deze ambtelijke belofte heeft
Dr Vos zelf afgelegdzoo goed als wij.
Tegenspraak is dus niet mogelijk. En nu
vraag ik u, als man van eer en publicist:
Indien gij, onder zulk een belofte, voor God
en mensclien afgelegd, op dat oogenblik kerk
meester in de Nieuwe Kerk waart geweest,
zoudt gij dan uw belofte gehoudenof zoudt
gij ze gebroken hebben?
En indien gij ze niet mocht breken, zoudt
gij dan anders hebben kunnen handelen dan wij
deden, en zoudt ook g'ij u niet plichtshalve in
het beheer hebben moeten handhaven?"
Ten slotte richt dr Kuyper tot den heer
Boissevain deze sommatie
„Zeg daarom vrij uit, dat uw overtuiging
lijnrecht tegen de mijne overstaat, en dat wat
mij plicht scheen, in uw oog vergrijp was aan
de vaderlcmdsche eenheid.
Maar eer daarin voor het minst uzelven, en
bet er de wonde van uw tegenstander door,
dat ge erkent, ridderlijk erkent, hoe uw tegen
stander op zijn standpunt, naar zijn overtui
ging, en voor zijn conciëntie niet anders han
delen mocht.
Doch dit alles raakt de zaak als zaak niet.
In geding is tussehen ons slechts één eenige
quaestie.
Deze namelijk: Wie op 6 Januari 1886 be
voegd, gerechtigd en verplicht was, om namens
cle gemeente, in het beheer der Nieuwe kerk
en kosterij op te treden.
Was dit het Classicaal bestuurdan waren
wij ingeslopen inbrekers.
Maar ook, waren wij de eenig gerechtigden
in onze qualiteit van Kerkmeesters, dan deden
wij niets dan onzen plicht, en komt de ge
weldpleging ten laste van de heeren van het
Class, bestuur.
Hierin nu hebt gij u partij gemaakt, en mij
uit dien hoofde publiekelijk als een man van
geweld aan de kaak gesteld.
Het zij zoo.
Maar dan ook van tweeën één, onderwerp
óf uw. beschuldiging aan het oordeel hetzij
van den rechter hetzij van een eereraad
óf trek haar in.
Er op rekenende, dat gij mij niet ten twee
den male nul op dit mijn billijk request zult
geven, blijf ik, onder betuiging van waardee-
rende hoogachting," enz.
SCHOOLVERGADERINGEN.
In het jongste nommer van het Sociaal
Weekblad bespreekt de heer mr A. Kerdijk het
houden van zulke bijeenkomsten, in verband
met de kwestie Schoolc-Teunissen, onzen lezers
uit ons vorig nommer bekend. Hij haalt het
schrijven van laatstgenoemde aan en verklaart
een voorstander dier bijeenkomsten te zijn,
„want de invloed, welken door die vergaderin
gen de klasse-onderwijzers erlangen op den gang
van zaken in de school, kan eenerzijds hun
toewijding en hun ijver verhoogen, en kan an
derzijds ook buitendien ten goede komen aan
de belangen in kwestie".
Doch uit ingenomenheid met zoodanige
schoolvergaderingen volgt z.i. nog niet, dat men
het moet goedkeuren, indien er niet alleen over
leg gepleegd, maar ook gestemd wordt met
bindende kracht van de aldus genomen be
sluiten. „Dit dunkt mij integendeel sterk af te
keuren, zoo schrijft hij. „Althans voorshands
en ik dien er bij te voegen vermoedelijk voor
langen tijd. Vooreerst onderstelt zulk een rege
ling mijns inziens een personeel van onderwij
zers, beantwoordend aan hoogere eischen van
leeftijd en opleiding, dan waaraan een deel
hunner thans voldoet. Bovendien acht ik haar
onbestaanbaar met de verantwoordelijkheid,
welke, volgens de wet en meestal ook volgens
de verordening, het hoofd der school te dra
gen heeft. Het hoofdbestuur van den Bond van
Nederlandsche Onderwijzers blijkt dit met mij
eens te zijn. Want nu de burgemeester van
Zutfen weigerde het hiervoren vermelde raads
besluit uit te voeren, als in strijd met de web
Dat ook de in 1885 aangebrachte wijziging van
het Reglement van 1875 geen de minste verandering
in den rechtstoestand heeft kunnen aaubrengen, is des
tijds eveneens breedvoerig aangetoond.
en bedoeld hoofdbestuur zich tot de Koningin-
Regentes heeft gewend met het verzoek, om
het raadsbesluit goed te keuren, schreef het
in zijn adresAdressanten toch zijn van oor
deel, dat het raadsbesluit niet in strijd is met
de wet op het lager onderwijs, omdat [let wel
omdat] de besprekingen op de zoogenaamde
schoolvergaderingen geen bindende kracht heb
ben."
In verband met de bekende bewering van den
heer Teunissen, dat zulke vergaderingen niets
baten als het hoofd van zijn macht niets wil
afstaanen dat de heer Schoolt nu z'n laatste
democratische veer zelf heefs uitgepikt, merkt
de heer Kerdijk op„Deze laatstverkondigde
meening van den heer Teunissen zal bij de
meesten vermoedelijk alléén in zóóver belang
stelling wekken, als zij weder eens, voor de
zooveelste maal, getuigenis geeft van veler
dwaling, als zou gezagshandhaving en demo
cratie met elkander vloeken." Z. i. heeft de
heer Teunissen, ook door den toon van zijn
geschrijf, aan de zaak der schoolvergaderingen
méér kwaad gedaan, dan een beslist tegen
stander er van zou vermogen.
Met eenigen der onderwijzers is de heer Ker
dijk eens, dat de heer Schook een onhandigheid
heeft begaan door na de stemming over de voor
stellen der onderwijzers te verklaren, dat hij ze
niet zou uitvoeren. „Dat is de fout en de reden
van de opheffing der vergadering, 't Stond
den heer Schook natuurlijk vrij van mee-
ning te veranderen; doch dan had hij hier
van kennis behooren te geven. En ware hij
dan met het voorstel gekomen, dat de ver
gadering niets te beslissen heeft over de
verdeeling van zijn tijd (dit betreft een deel
van het voorstel in quaestie), dan zou de ver
dediging daarvan op grond van de wet, in
structie of verordening niet moeilijk gevallen
zijn. Er is grond om te onderstellen, dat de
meerderheid daarin allerminst reden zou gezien
hebben om te bedanken". Maar toch recht
vaardigt dit z. i. niet, dat onderwijzers zich
blijven onttrekken.
Naar ons gevoelen zijn schoolvergaderingen
uitstekend voor scholen met talrijk personeel,
in groote steden, wanneer aan beide zijden het
streven bestaat, niet om op elkaar's rechten
inbreuk te maken, maar om in harmonie over
leg te plegen over hetgeen in hot belang van
het onderwijs nuttig en noodig is.
Op kleine scholen, van plattelandsgemeenten,
is de omgang tussehen het hoofd en de andere
onderwijzers van zelf dagelijks zoo gemakkelijk
en spreken zij elkander zoo dikwijls, dat zij
wezenlijk 's avonds niet eens vergaderingetje
behoeven te spelen. Wat zij te overleggen
hebben, kunnen zij wel in een gewoon gesprek
afdoen.
BENOEMINGEN ENZ.
Bij kon. besluit is aan II. van Lit, bode-con-
cierge bij liet provinciaal bestuur van Drenthe,
de eere-medaille der orde van Oranje-Nassau,
in zilver toegekend.
De gewone audiëntie van den minister van
justitie zal op Woensdag 6 October niet plaats
hebben.
Graphische vakken.
In opdracht en als uitvloeisel van het Natio
naal congres voor graphische vakken, gehouden
te Amsterdam den 25 en 26 Dec. 1896, werd
aan de gedelegeerden van de typographische
vereenigingen, uitmakende de permanente com
missie tot afwikkeling van de congreszaken,
opgedragen een ontwerp voor landelijk mini
mum-loon tarief en maximum-arbeidstijd in te
dieneu; en tevens een plan te ontwerpen, om
den typografen de voordeelen van het vereeni-
gingsrecht deelachtig te doen worden.
De conclusies, waartoe bovengenoemde per
manente commissie komt, zijn thans in druk
verschenen en ons toegezonden.
Wat het minimum-loon betreft, wordt groote
waarde gehecht aan het arbeidscontract. Als
basis voor het loon zijn genomen het aantal
inwoners en de plaatselijke gesteldheid, waar
voor als maatstaf de tabellen der kieswet zijn
gebezigd. Als minimum-loon worden voorge
steld f 9 per week (voor de kleinste plaatsen),
f 9 50, f 10, f 10.50, 11, f 11.50, f 12 en
f 12.50; het laatstgenoemde loon alleen te
Amsterdam.
De maximum-arbeidsdag blijft bepaald op 10
uren per dag; bij overwerk de eerste 4 werk
uren 25 pet verhooging, de volgende binnen
een etmaal 50 pet.
Ook permanente afschaffing van Zondags-
arheid wordt verlangd.
Zulk eene regeling moet het gebruik vau
„jong goed" ten nadeel© van volwassenarbei
ders, tegengaan.
Door de permanente commissie wordt voorts
een federatief verband voorgesteld van alle
graphische vereenigingen in Nederland tot ver
krijging en instandhouding van landelijk mini
mum-loon, maximum-arbeidstijd en permanente
Zondagsrust.
AT J E H.
Volgens een telegram uit Batavia aan de
N. R. Ct. is overste Van Heutsz bij keuze be
vorderd tot kolonel en benoemd tot chef van
den generalen staf.
De Fransche mail bracht Donderdag Oost-
Indische bladen, loopende tot 1 Sept.
Aan de van den civielen en militairen gou
verneur van Atjeh en onderhoorigheden ont
vangen telegrammen ontleent de Java Ct. het
volgende.
De Europeesche fuselier Meermans overleed
30 Augustus jl. aan eene op den 17en dier
maand bekomen verwonding.
Bij een tocht van de mobiele colonne via
het bivak te Lepong (in de XXVI Moekims)
op naar de warme bronnen ten zuidoosten van
Kroeng Raja en van daar over Kroeng Raja
naar Lamtoba, dat den 27en 's middags om
half vier bereikt werd, had een kort vuurge
vecht met den vijand plaats, even voorbij Alofir-
Djaloh, waarbij niet levensgevaarlijk gewond
werden de le luitenant der infanterie H. A.
Gusdorf, die een vleescliwoud in den rechter-
bovenarm bekwam, en de Amboineesche fuse
lier Bemboeloe met een schampschot aan
den buik.
De bevolking der vallei van Lamtoba bleek
zeer vredelievendde Iman wachtte met eenige
Ketjiks de colonne op.
De uit 2 compagnieën bestaande colonne van
Tjot Muntjang (welke blijkens de aangehaalde
berichten de operation tegen Lamtoba zou
steunen) rukte den 26en over Kota Bas Theuë
naar Lamtoba op, was dien dag zonder verlie
zen te lijden in licht vuurgevecht met den
vijand en bereikte den volgenden dag een
kwartier vóór de mobiele colonne de vallei
van Lamtoba.
De mobiele colonne beieikte den 30sten
Augustus jl. Kepaja Doea en kwam den vol
genden dag te Selimoen aan, na zicli vooraf
ten Oosten van Lepong Bajoe vereenigd te heb
ben met de colonne uit Gleiëng.
De mobiele colonne werd op den laatsten
dag door den vijand licht beschoten, bij welke
gelegenheid licht gewond werd de Aboineesche
fuselier Tantossa.
Na de vereeniging van beide colonnes werd
van Selimoen naar Gleiëng gemarcheerd en be
kwam onderweg de Amboineesche fuselier Ladie
tengevolge van het vuur van den vijand, die
zich in het heuvelterrein Zuid-Senoeboë genes
teld had, een lichte wond.
De colonne uit Tjot-Mantjang verliet den
30n Augustus de vallei vau Lamtoba, eu keerde
over Kota Bas Theuë naar haar garnizoen
terug, dat zij den volgenden ochtend bereikte
zonder eene ontmoeting met den vijand gehad
te hebben.
De mobiele colonne hield den len September
rustdag te Gleiëng en keerde den volgenden
dag naar Kotaradja terug.
De Europeesche fuselier Nieborg, die bij de
verdrijving van den vijand uit de omstreken
van Segli levensgevaarlijk werd gewond, is den
lsten September aan de bekomen verwonding
overleden.
ONDERWIJS.
De voordracht voor onderwijzeres op
school B te Middelburg bestaat uit de
dames: J. W. Meertens en A. A. G. Marx,
beiden alhier, en H. G. Giljam te Ylachtwedde.
De collecte voor de scholen met den
bijbel bracht dit jaar op te Gr o ede met
Breskens f 92.35, en te Z a a m s 1 a g
f 388.83.
LETTEREN EN KUNST.
Naar men ons heden meldt, wordt tegen
Woensdag 10 November een concert in het
vooruitzicht gesteld van het strijkkwartet Hugo
Heermann c. s.
Wie het lijstje van voorstellingen en con
certen nagaat, vindt daarop voor de eerstvol
gende maanden reeds heel wat, naar onze
meening te veel voor het uitgaande publiek
van Middelburg en omstreken.
Het zou jammer zijn, als men op dit punt
te veel vergde, wat zoo licht teleurstelling
berokkent aan een talentvol artist.
Bij de uitvoering van de kindercantate
Leiden's strijd en zegepraal Maandag a., in de
St. Pieterskerk te Leiden, zullen als solisten
optreden de heer Arnold Spoel (Bariton) en
mevrouw Spoel geb. Pfeiffer (Mezzo-Sopraan.)
Bij de firma Nijgh Van Ditmar ligt ter
perse Onze Afgevaardigden, bevattende portret
ten en biographieën der leden van de Eerste en
Tweede Kamer.
De omslag zal in de nationale kleuren geli
thografeerd worden.
Het boekje zal als premie worden aangebo
den aan de abonnés op de Wereldkroniek en
ook voor niet abonnés verkrijgbaar worden
gesteld.
Het jongste nommer van genoemd geïl
lustreerd tijdschrift bevat o. a. oen afbeelding
van Cordang achter zijn quadruplet met wind
vanger, bij zijn 24 uurs rit in het Cristal-
Palace te Londen.
Het portret van den wereldrecordhouder is
niet bijzonder duidelijk. De velen, die hem
te Middelburg en te Vlissingen ge
kend hebben, vóór hij „een beroemdheid" werd,
zouden zonder het onderschrift hem zeker voor
een ander aanzien.
Te Amsterdam overleed op 43-jarigen
leeftijd de schilder Ernst Signamund Witkamp,
bekend door zijn historie- en genre-schilderingen.
Naar men meldt zal te Amsterdam wor
den opgericht een maatschappij voor beetwor
telsuikerfabrieken, met een aandeelenkapitaal
van f 10,000,000 en f 5,000,000 aan obligatien.
Bijna alle beetsuikerfabrikanten in Nederland
zouden tot de vennootschap toetreden.
Vrijdag 1 Oct. herdacht de heer J. C
Pilaar, directeur van het telegraafkantoor te
Arnhem, den dag waarop hij veertig jaren ge
leden bij de Rijkstelegraaf zijne loopbaan aan
vaardde.
De heer Herman Heijermans herdacht
Vrijdag den dag, waarop hij vóór vijftig jaar
als verslaggever in dienst trad van de Nieuwe
Rott. Courant. Talrijk waren de blijken van
belangstelling en waardeering, die hem te beurt
vielen van de zijde van de directie, de redactie,
de correctoren van dat blad en van zijn col
lega's en vrienden.
Te 's Gravenhage overleed op 71-jarigen
leeftijd een bekend advokaat, de heer mr Jac.
van Gigch, als doctor in de rechten en de let
teren indertijd gelijktijdig gepromoveerd. Ook
op letterkundig gebied onderscheidde de heer
Van Gigch zich in geschrift en op het spreek
gestoelte. Een tijd lang was hij ook, jaren ge
leden, werkzaam bij het middelbaar onderwijs
te Delft. Hij heeft ook eenige handleidingen
geschreven ten gebruike bij het onderwijs in
het staatsrecht en de staathuishoudkunde.
De Schiedamsche industrie, die in de
laatste jaren klap op klap ontving, ziet zich,
volgens de Schied. Crt., nu weder opnieuw
ernstig bedreigd.
Zooals bekend is, maken de suikerfabrikanten
een bijproduct, de melasse, dat tot nu toe on
gehinderd naar Frankrijk en België werd ver
zonden. Thans is in deze rijken ook op den
invoer van melasse een inkomend recht gesteld,
waardoor die invoer van uit ons land feitelijk
onmogelijk is geworden, omdat zij niet meer
loonend is.
De fabrikanten zochten nu naar een andere
plaatsing van hun byproduct, maar, die niet
vindende, volgden zij het voorbeeld van ande
ren en begonnen uit hun melasse spiritus te
stoken. Doch die ijver en het goede resultaat
dreigen de ondergang te worden van anderen.
De we7«sse-spiritus kan gefabriceerd worden
tot zulk een geringen prijs, dat de koren-
epiritus daarbij gevaar loopt verdrongen te
worden.
De werkstaking op de stoomspinnerij
Twenthe te Almelo is weder geëindigd, de ar
beid is hervat.
Bij een dezer dagen gehouden inspectie
van de schutterij te Delft is een schutter we
gens insubordinatie uit de gelederen wegge
jaagd, en aan een ander werd f 15 boete op
gelegd, omdat hij een commando nabootste.
De vorige week werd een ingezetene van
Groningen, verdacht van onzedelijke hande
lingen gepleegd te hebben, te Haren gearres
teerd en na drie dagen, toen zijn onschuld
gebleken was, weder ontslagen. De betrokken
persoon heeft thans in de N. G-ronCourant
een relaas doen opnemen van hetgeen hem bij
en na zijne arrestatie is ten deel gevallen. Hij
beklaagt zich bijzonder over de behandeling die
hij te Haren ondervond, waar hij, slechts ver
dacht, in een hok werd opgesloten, dat min
stens met een varkenshok gelijk te stellen is.
Daar liet men hem 18 a 19 uren zitten, zonder
hem iets te eten of te drinken te geven.
Van Haren werd de man naar Groningen
vervoerd en in de gevangenis aldaar opgenomen,
daar werd hij behandeld als een boef. Einde
lijk wist bij den officier van justitie zijn
onschuld te bewijzen en werd toen, nadat deze
ambtenaar zijn spijt had betuigd over het
gebeurde, op vrije voeten gesteld.
Aan wien de schuld van dit alles, vraagt de
man ten slotte, om die vraag te beantwoorden
door op verschillende gronden den burgemeester
van Haren te beschuldigen van machtsmisbruik
en mishandeling. Hij noodigt dien ambtenaar
uit zich openlijk daartegen te verdedigen.
Als slechts de helft waar is van hetgeen d»
heer Heijkens zoo heet de betrokken per
soon schrijft ware tegenover hem een erger
lijk schandaal gepleegd.
De heer B. A. Kreps, wiens dood gemeld
is, heeft nu zelf uit Milaan geschreven dat hij,
zijne vrouw en dochter springlevend zijn en
onlangs hun zilveren bruiloft vierden.
Omtrent den moord in de Schooterbos-
straat te Rotterdam ontvangt de N. R. Ct van
zijn Berlijnschen correspondent eenige mede-
deelingen, die op de treurige zaak een nieuw
licht werpen. Volgens te Berlijn ingewonnen
inlichtingen zou de vermoorde vrouw niet
Müllers eehtgenoote, maar zijne minnares zijn,
om wie hij zijne eehtgenoote en haar thans
achtjarig zoontje in December 1895 zou hebben
verlaten. Miiller en vrouw woonden in een
achterwoning en vlak tegenover hem zekere
vrouw Hannemann en twee dochters, met de
oudste van welke Miiller in intieme verhouding
kwam. Een paar weken vóór Kerstmis ver
dwenen Miiller en het oudste meisje Hannemann
uit Berlijn zonder dat de politie erin slaagde
hen op te sporen.
Bij de vrouw van Miiller woont diens vader.
Noch de vrouw, noch de vader hebben vóór
de kennismaking van Miiller met het meisje
Hannemann ooit iets zonderlings aan hem ont
dekt, ook zijne kameraden niet met wie bij werkte.
De patroon van Miiller te Rotterdam wist
evenmin dat hij gehuwd washij meende dat
Miiller ergens kostganger was.
TeKethel viel een vierjarig knaapje voor
de woning van zijn ouders in het water; zijn
6-jarig broertje dat met hem speelde, wilde
hem redden, doch viel er insgelijks in. Dit
ongeval werd door de moeder opgemerkt, die
om haar kinderen te redden te water sprong
zij was echter zoo door den schrik bevangen,
dat zij direct haar bewustzijn verloor.
De drie drenkelingen werden gelukkig spoe
dig opgemerkt door een voorbijganger, die zich
direct gekleed te water begaf en het geluk
mocht smaken drie menschen te redden van
eeu anders wissen dood.
Te St Maarten (N.-H.) is door de justitie
een onderzoek ingesteld naar een vermoedelijk
aldaar gepleegden kindermoord. Te Almelo
is, tijdens de afwezigheid der moeder, een
tweejarig kind in een pot met kokende andijvie
gevallen en levenloos eruit gehaald. Bij een
vechtpartij te Losser heeft iemand zijn tegen
stander 8 messteken toegebracht, waarvan vijf
doodelijk. De man beweert uit zelfverdediging-
gehandeld te hebben, daar zijn tegenpartij het
op zijn leven had gemunt. De man is gear
resteerd. In het UIvenhoutsche bosch zijn
twee jachtopzieners 's nachts slaags geweest
met wildstroopers. Op een afstand van vier
meter loste een der stroopers een schot, met
het noodlottig gevolg, dat een der opzieners
de volle lading in het lichaam kreeg en ernstig
gewond is. Toen de jachtopzieners, ook de
gewonde, van hunne vuurwapenen gebruik
maakten, trokken de stroopers af.
Te Groningen is een tweejarig kind ten
gevolge van het drinken van carbol overleden.
Bij de politie te Maastricht is door een
fruithandelaar (Duitscher) aangifte gedaan, dat
hij tussehen St. Pieter en Canne door 3 per
sonen aangevallen en van zijn geld, 1600 Mark,
beroofd is. Om hem het schreeuwen te beletten,