MIDDELBURGSCHE COURANT.
N°. 230.
140® Jaargang.
1897.
Donderdag
30 September.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p.,/2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer
Middelburg 29 Sept. 8 u. vm. 61 gr. 52 Tl. G9
gr., av. 4 u. 67 gr. F. Verw. tam. kr. Z.W. w. reg.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één uur
aan bet bureau bezorgd zijn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regols 1.50; elke regel meer 20 cont. Reclames 40 cent por rege I.
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn gratis
aan het bureau te bekomen.
Middelburg 29 September.
WÖIÜNC- EN SCHOOLHYCiÊME.
Ook deze belangrijke punten zijn op liet te
Amsterdam gebonden tweede congres voor
oponbare gezondheidsregeling behandeld.
Omtrent de woning-hygiène was rap
port uitgebracht door de heeren G. van Over-
ïieek de Meijer, E. Wintgens, J. F. NV. Conrad,
H. L. Drucker en J. W. C. Teilegen.
Bij in dat rapport voorkomende „algemeene
eischen" werd op den voorgrond gesteld een
rijkswet, die algemeene voorschriften moet ge
ven, waarnaar de gemeentebesturen bij het
nemen hunner maatregelen tot het verkrijgen
van goede woningtoestanden in nieuwe buurten,
alsmede tot het verbeteren der woningtoestan
den in reeds bestaande buurten, zullen moeten
handelen. Deze wet moet aan alle gemeente
besturen de verplichting opleggen tot: het
maken van een plan voor de uitbreiding van
de bebouwde deelen der gemeentevan een
verordening op het bouwen en sloopen; van
een bewoningsverordening; van een verordening
op het onbewoonbaar verklaren en voorts de
verplichting om het afbreken van onbewoon
baar verklaarde en liet bouwen van nieuwe
woningen te bevorderen.
Die wet moet ook voorzien in behoorlijk
toezicht van rijkswege, opdat gewaakt kunne
worden voor de uitvoering en handhaving der
wet en de nog overgebleven leemten der wet
telijke voorschriften aan het licht komen.
Vervolgens werden een 16-tal eischen opge
noemd, te stellen betreffende het uitbreidings
plan, en een 26-tal eischen betreffende de
verordening op het bouwen en sloopen.
Het grootste deel der discussies was natuur
lijk gewijd aan de „algemeene eischen." Bij
deze discussie werd nog door de heeren L. M.
Hermans, I. I. Samson jr en H. H. Wollring,
laatstgenoemde als vertegenwoordiger der afd.
Amsterdam van den Alg. Ned. Timmerlieden-
verbondeen motie voorgesteld en toegelicht,
luidende als volgt:
„Het congres, enz.,
gehoord de besprekingen over de schande
lijke woningtoestanden in de volkswijken van
nagenoeg elke stad, evenzeer als ten plattende
in de dorpsachter buurten
is van oordeel dat voor de volksgezondheid
de reinheid en de zedelijkheid een voegzaam
tehuis voor de menschen noodzakelijk en een
eerste behoefte is;
besluit, dat in het bijzonder leden van
gemeenteraden die de taak op zich genomen
hebben het algemeen welzijn te behartigen,
getuigenis behooren af te leggen, dat zij kun
nen en willen aandringen op het nemen van
maatregelen ongeveer als volgt:
lo. een onderzoek in te stellen naar den
woningtoestand in hun gemeente door een
speciaal daartoe aangewezen commissie, door
de gemeenteraden daartoe benoemd en door
deskundigen uit de vakvereenigingen aangevuld
2o. het onbewoonbaar verklaren van alle
huizen, waar gevaar bij brand aanwezig is of
waar door afwezigheid van voldoende lucht
en licht, van behoorlijk drinkwater, van water
en faecaliënafvoer, enz. de gezondheid der
bewoners benadeeld wordt;
3o. het bouwen van gezonde en doelmatig
ingerichte arbeiderswoningen; voor werk
lieden inderdaad te verkrijgen waarbij dan
de voorwaarde van elke gemeente verschillend
kan wezen en van bepaalde locale omstandig
heden afhangt, mits geen ruimte worde gelaten
voor particulieren speculatiegeest."
Ook deze motie vond bijval. Op voorstel van
prof Saltet wijzigden de voorstellers sub 1 door
te lezen „door een tak van dienst of commissie",
terwijl zij onder sub 3 wilden lezen „en de ge
volgen van particulieren speculatiegeest".
Aldus gewijzigd, werd de motie bij acclamatie
in beginsel aangenomen.
De heer Breebaart, vertegenwoordiger van
den Volksbond, vreesde, bij de bespreking van
dc conclusies der commissie, dat het praktisch
niet wenschelijk zou zijn aan alle gemeenten
de genoemde verplichtingen op te leggen.
Vooral voor kleine gemeenten b. v. beneden
6000 zielen zal het niet mogelijk zijn. Dr J.
Menno Huizinga meende, dat allereerst de on
bewoonbaar-verklaring geregeld moet worden,
en partieele onbewoonbaar-verklaring kan da
delijk in bet geheele land, ook in de kleinere
gemeenten, worden ingevoerd. Do heer Tellcgen
lichtte namens de rapporteurs de conclusies
nader toe. De heer Fokker noemde ook de
onbewoonbaar-verklaring in verband met ont
eigening het voornaamste. Op zijn voorstel
werd besloten in de conclusie uit te spreken,
dat een betere onteigeningswet noiylig is- Voor
het maken van een plan van uitbreiding werd
besloten ontheffing toe te staan. De heer
ia, de burgemeester van Enschedé, juichte
Agenten.
Te Zierikzse: A. C'. de Mooi/, te Tholen: W. A.
VAN NIEJ7WSNHÜIJZEN.
een rijkswet zeer toe, omdat bij vele gemeente
besturen de belangstelling in woningtoestanden
zoo gering is. Maar een rijkstoezicht is noodig.
De verschillende voorschriften omtrent de
verordèningen lokten niet veel discussie uit en
werden bijna alle ongewijzigd aangenomen.
Omtrent bet tweede puntde school
uit een hygiënische oogpunt had dr
Th. Mouton rapport uitgebracht en eveneens
zeer breedvoerige conclusies gesteld, die ineen
toegejuichte rede door den steller werden toe
gelicht.
De scliool is, aldus luidt de eerste conclusie,
zoowel door het daar gegeven onderwijs als
door de opvoedende kracht, die van haar uit
gaat, voor de kinderen des volks een zegen,
indien de eischen voor lichaam en geest beide
worden in het oog gehouden.
Vervolgens worden verschillende voorwaar
den genoemd, waaraan voldaan moet worden,
zal de school daaraan beantwoorden, en voorts
de bezwaren die door de praktijk tegen het
vervullen dier voorwaarden rijzen. Medewer
king van de hygiënisten is voor de verzach
ting van den strijd tusschen theorie en prak
tijk onmisbaar.
Volledige vervulling van de eischen der hy
giëne is een desideratum der toekomst. Het
heden moet in tweeërlei richting aan de ver
wezenlijking daarvan arbeiden a. door de studie
der hygiëne van het kind in de schooljaren,
opdat van de school niets anders worde ge
vergd dan wat beproefd goed is; b. door de
overtuiging van wat het kind in dit opzicht
ontbreekt te planten in den geest en het hart
van hen, die, zoo in als buiten de school, tot
zijn verzorging zijn geroepen;
De vergadering heeft echter over deze con
clusie niet gestemd. Op voorstel van dr. Schaep-
man zijn ze in handen gesteld van een com
missie, die ze aan een volgend congres zal
voorleggen.
Ten slotte verdient nog vermelding, dat de
commissie voor de woning-hygiëne aangevuld
werd met den heer H. H. Wollring; en in de
commissie voor de vleeschkeuring werden be
noemd de heeren Serrurier, Van Esveld, Hen-
geveld, dr Pijnappel en dr Poels.
Tot bestuursleden worden aangewezen dr
C. J. F. Blooker, wethouder van P. W. te
Amsterdam, en dr Verspijck, inspecteur van het
geneesk. staatstoezicht te Utrecht; terwijl be
sloten werd het volgende congres te Utrecht
te houden.
EENE DEMONSTRATIE.
ij de behandeling van het adres van ant
woord op de troonrede, Dinsdag in de Tweede
kamer, kreeg men zegt de bekende schrij
ver van het Kameroverzicht in Het Vad.
terstond gelegenheid met de sociaal-democra
tische partij, of liever partijen, want de heer
Troelstra zorgde er voor terstond den heer
Van der Zwaag te desavoueeren, kennis te
maken. Met de traditie der laatste jaren, om
geen politiek debat aan het adres van ant
woord vast te knoopen, konden zij zich niet
vereenigen. Zoo de commissie, waarin het
katholieke element de meerderheid heeft, er
anders over dacht, dan was het, naar de heer
Vermeulen trachtte uit te leggen, omdat men
zich in dc Kamer nog niet goed georiënteerd
had en met het Kabinet nog niet in aanraking
was geweest. Dit is eigenlijk een verlegen
heids-argument. De heer Kerdijk, zich stootende
aan een uitdrukking van den premier, dat de
kiesrechthervorming in deze vierjarige periode
niet aan de orde zou worden gesteld, ver
klaarde, dat hij zich daarbij neerlegde, maar
dat hij het politiek debat tot de algemeene
beschouwingen over de Staatshegrooting uit
stelde. Inderdaad is dat de wijsheid der
laatste jaren, een o. i. verkeerde wijsheid, die
leidt tot tijdverspilling. Nu liet men de
sociaal-democraten praten en zes weken later,
als er veel minder tijd is, gaat men een groot
debat opzetten. Alleen genoten, als naar ge
woonte, de koeien de eer eener bijzondere
vermelding. De les in de diplomatie, die de
heer Lieftinck daaraan vastknoopte, viel bij
den premier niet in beste aarde. In elk geval
was de raad, om met kracht op te treden, wel
uitnemend, maar te allen tijde gold het als
wijze diplomatie daaraan het suaviter in rnodo
te verbinden.
Wat nu de sociaal-democratische redevoerin
gen betreft, trof in die van den heer Van der
Zwaag de naïeve zelfbewustheid, waarmede deze
man der practijk het met tien geleerden wilde
opnemen. Misschien zal eenige parlementaire
ervaring hem leeren, dat, wie in een beperkt
kringetje heeft leeren rondkijken, daarin nog
geen waarborg heeft, dat hij de volksbelangen
beter kent en beter kan behartigen dan de man,
die éen ruimen blik heeft en hoog genoeg staa
om een ruim uitzicht te hebben.
De heer Troelstra toonde zich in zoover par
lementair socialist, dat hij bij alle teleurstel
ling over de Troonrede steun toezegde ook bij
der
kleine hervormingen, h
Zwaag maar da elft -e.
ring en deze kamt -d
de jongste sociaa ji
de kleine luiden o
en een agrarische
zich te winnen,
deze maiden-speec!
hij betreurde de a:
vorming en wen-;.,
practisch echter was her x
zonder grondwetsherziening ,.i ,-u -mrecht
niet mogelijk was en toch kiesrechthervorming
te vragen. En ook minder practisch de motie
van het landelijk comité tot de zijne te maken
en op die wijze werkliedenpensioneering te
vragen, want met zulke snorkende en de
minister Pierson herinnerde het onbewezen
woorden komt men niet verder. Maar 't is waar,
over eischen van practische politiek liet hij
zich smalend uit.
En de heer Van Kol betreurde het, dat de
nieuwe minister van koloniën niet even in een
paar woorden een oplossing van den Atjeh-oor-
log had aan de hand gedaan. Ja, als het met.
woorden te vinden wareOok andere Indische
belangen had hij noode gemist en in een oog
wenk had hij een reeks noodige, maar hier ver
zwegen hervormingen opgesomd. En op den
eersten aanblik had hij gelijk: het was teleur
stellend voor wie vooruit willen, dat men over
Indië zoo niets hoorde. Maar had hij zich niet
kunnen gewonnen geven, toen de premier ver
klaarde, dat de eenige oorzaak deze was, dat
men nog onmogelijk met de Indische regeering
in overleg had kunnen treden.
In gesloten gelederen echter stemden de
sociaal-democraten met de heeren Staalman,
Ketelaar en Nolting tegen de algemeene strek
king, tegen paragraaf 3 en tegen 't geheele
adres. De eigenlijke kracht van deze demon
stratie, waar 't adres feitelijk niet anders was
dan een beleefdheidsforrou?-.ontsnapt ons. De
heer Van der Zwaag noemde het een adres
van hovelingen, niet van volksvertegenwoordi
gers. Maar ook volksvertegenwoordigers mogen
beleefd zijn tegenover de Koningin.
LEERPLICHT EN INENTING.
De Standaard zou niet onvoorwaardelijk tegen
leerplicht zijn, mits er in het voorschrift be
treffende de inenting eene uitzondering gemaakt
werd voor „ernstige" gemoedsbezwaren. Er
schijnen dus ook niet ernstige gemoedsbezwaren
te bestaan. Maar wie zal den meer of minderen
ernst van een gemoedsbezwaar beoordeelen?
Zij, die op grond van gemoedsbezwaren de ont
heffing verlangen van de verplichting om hunne
kinderen te doen vaccineeren, zullen wel altijd
volhouden, dat die bezwaren ernstig zijn.
Maar ernstig of niet ernstig, het gevolg zal
wel altijd hetzelfde wezendat langs dezen weg
verspreiding bevordert wordt van eene
ziekte, die voorheen zulke groote verwoestingen
aanrichtte, en thans door onze wet zoo krachtig
wordt beteugeld.
't Is niet uit geringschatting van de gemoeds
bezwaren, maar voor den algemeenen gezond
heidstoestand, dat de inenting wordt voorge
schreven, zegt de Arnh. Crt. terecht.
EEN NIEUWE PARTIJ.
Opnieuw verdeeldheid onder de anti-revolu-
tionnairen.
In Utrecht worden pogingen aangewend om
de anti-revolutionnairen, die wèl staan op den
grondslag der anti-revolutionnaire beginselen,
neergelegd in het programma van 1878, maar
zich niet wenschen aan te sluiten bij de anti-
revolutionnaire partij, zooals die thans optreedt
onder leiding van dr Knyper, bijeen te brengen,
ten einde zich als zelfstandige politieke partij
te organiseeren.
De commissie heeft tegen 4 Oct. te Utrecht
een vergadering belegd voor bedoelde anti-
revolutionnairen.
Naast de anti-revolutionnairen en de Chris-
telijk-historischen zal er dus een derde aan
verwante partij georganiseerd worden.
Het: „In ons isolement ligt onze kracht"
van Groen van Prinsterer aldus in toepassing
gebracht, zal zeker de kracht der partij niet
verhoogen.
BENOEMIN GEN ENZ.
Bij kon. besluit
is de kap. t/z. W. J. Derx gedetacheerd bij
het departement van marine en hem opgedragen
de betrekking van chef der afdeeüng „Perso
neel" bij genoemd departement;
is de kapitein-luitenant ter zee J. B. Sneth-
lage eervol ontheven van de tijdelijke waar
neming van bovenbedoelde betrekking
is benoemd tot bewaarder van de hypotheken,
het kadaster en de scheepsbewijzen en ontvan
ger der registratie en domeinen te Deventer
B. Haga, thans bewaarder van de hypotheken,
en de scheepsbewijzen te Sneek.
EXAMEN-EISCHEN.
Een der lezers van het Alg. Handelsblad schrijft:
„Het heeft zeker anderen niet minder dan mij
verbaasd, dat de akte-examens voor de Engel-
sche taal zoo ongunstig zijn afgeloopen. Voor
akte A. (middelbaar onderwijs) hadden zich dit
ir 51 candidaten aangemeld en niet meer
a 4 zijn geslaagd, dus nog niet 8 pCt. Bij
i vorig examen was de verhouding iets beter,
maar twee jaren geleden is het percentage ook
zeer gering geweest. Met het middelbaar
Duitsch is het meen ik niet beter gesteld.
Wat kan wel de reden zijn van deze ongun
stige cijfers Natuurlijk denkt men in de
eerste plaats aan onvoldoende voorbereiding
tot het examen.
Toch is het zeker een zeldzaamheid, dat zich
andere candidaten aanmelden dan die onder
wijs hebben genoten van deskundigen, die zei ven
in het bezit zijn der akte A of B en hun leer
lingen „rijp" hebben verklaard. Mij zijn ge
vallen bekend van personen, die op raad van
hun meesters zich al voor den tweeden keer
hebben aangemeld en toch niet geslaagd zijn.
Een candidaat van 't vorige jaar, die moest
terugkomen voor het mondelinge gedeelte
kreeg ditmaal onvoldoende voor het schifte-
lijke, ofschoon hij een jaar lang goed gewerkt
had. Een ander had een nog slechter cijfer
dan in het vorige, hoewel ook hij zijn tijd niet
had vermorst.
De grief is dan ook niet dat het examen te
zwaar is, maar dat niemand weet wanneer hij
voldoende is voorbereid. De candidaten heb
ben geen maatstaf, waarna zij kunnen afmeten
in hoever zij aan de eischen voldoen. En even
min weten dat hun meesters; anders zouden
zij niet zoovele hunner leerlingen aan een
afwyzing hebben blootgesteld, wat ook voor
hen zeker geen eer is. Daarbij komt dat het
gecorrigeerd werk niet ter inzage wordt ge
geven, en zoo tasten de candidaten geheel
in hei duister rond. Mag dat zoo blijven?"
Wij gelooven dat met bovenstaande opmer
kingen uiting wordt gegeven aan wat velen
denken, zegt de redactie van genoemd blad.
Het is zeer begrijpelijk dat een examencommis
sie haar eischen hoog stelt, waar 't geldt een
verklaring uit te reiken dat een candidaat be
voegd is anderen onderwijs tc geven, waartoe
nog heel wat meer noodig ia dan het bewijs,
dat men ijverig heeft gewerkt. Het enorm ge
tal der afgewezenen toont echter dat er iets
hapert.
Jaarlijks brengt elke commissie verslag uit
en is gewoon daarin uitvoerig aan te geven,
in welke onderdeelen de afgewezenen te kort
schoten. Naar 't schijnt, zijn die wenken niet
voldoende om den candidaten en hun onderwij
zers volkomen duidelijk te maken, wat er aan
de opleiding heeft ontbroken. Zou het niet op
den weg der commissies liggen hare opmerkin
gen aan te vullen, teneinde zoovele teleurstel
lingen te voorkomen?
Tevens is ons medegedeeld, dat de examens
in 't Engelseh voor akte B dit jaar aanmerke
lijk zijn verzwaard, doordien een. der nieuwe
examinatoren vordert dat de oude werken ook
volgens de uitspraak van dien tijd worden
gelezen.
UIT STAD EN PROVINCIE.
In de heden ochtend gehouden openbare
civiele zitting van de Arrondissements-recht-
bank te Middelburg werd door den fun-
geerenden voorzitter, den heer mr J. van der
Lek de Clercq, het woord gericht tot de aan
wezige leden der balie. Hij herinnerde hoe zij
steeds van hunne belangstelling en deelneming
doen blijken in hetgeen de rechtbank weder
vaart in haar personeel en betuigde namens
de rechtbank zijn leedwezen over het voorne
men van mr W. A. van Hoek, den deken der
orde van advokaten, om zijne rechtspractijk
neer te leggen
De voorzitter stelde in het licht, hoe het der
rechtbank gesmart heeft van mr Van Hoek op
aandoenlijke wijze de reden te vernemen, die
hem tot dat besluit bad geleid, nl. zijn gezond
heidstoestand, welke hem noopte volkomen rust
te nemen.
De spreker verklaarde namens de rechtbank,
hoe zij mr Van Hoek waardeert als een recht
schapen man en als kundig en schrander rechts
geleerde, en het betreurt dat zij voortaan zal
moeten missen de voorlichting van den rechts
geleerde, wiens voordrachten, mondeling of
schriftelijk, steeds waren goed gedacht eu vau
keurigen vorm en dan ook steeds met belang
stelling werden gevolgd.
Na gewezen te hebben op de aangename wijze,
waarop de aanraking tusschen de rechtbank
en mr Van Hoek steeds plaats had, drukte de
voorzitter de hoop uit, dat de rust, die mr V:
Hoek noodig heeft, hem zal ten goede komen,
zoodat hij nog eenmaal eene hem waardige
plaats in de maatschappij zal innemen.
I De ambtenaar van het openbaar mipisterie,
de heer mr J. A. van Hoek, sloot zich vol
komen aan bij de gesproken woorden over den
scheidenden deken der advokaten.
Al is het reeds in lang niet voorgekomen,
dat mr W. A. van Hoek tegenover het Open
baar Ministerie in strafzaken optrad, toch is
het nog niet zoo lang geleden of de herinnering
is nog levendig bij het Openbaar Ministerie aan
de humane wijze, waarop de deken optrad en
de zorg waarmede hij de belangen zijner cliën
ten behandelde. Ook het Openbaar Ministerie
hoopt van harte dat eenige tijd van rust mr Van
Hoek geheel zal herstellen en de maatschappij
dan weder nut zon hebben van zijne talenten.
De heer mr M. Jacq de Witt Hamer, oudste
lid der balie, dankte namens haar den presi
dent en den ambtenaar van het openbaar
ministerie voor de woorden van sympathie,
ten opzichte van haar deken gesproken.
Hij behoefde niet te zeggen, dat het heengaan
van den heer Van Hoek ook de balie zeer veel
leed doet, wijl de verhouding tusschen den
deken en de advocaten steeds de meest harte
lijke was.
Het verlies, dat de balie lijdt door het heen
gaan van den heer Van Hoek is daarom zoo
groot, wijl hij steeds de vaan hoog hield voor
de eerlijke rechtspraktijk.
Wij ontvingen heden op nieuw een klacht
over den dienst op de Wester-Schelde.
Een onzer lezers, die al meermalen op dit
punt teleurstelling ondervond, hoewel bij niet
behoort tot, wat men zou kunnen noemen:
vaste reizigers" met dien stooinbootdienst,
had Dinsdag weer een zeer onaangename
ervaring.
Zijn plan was dien dag des namiddags te
12.15 per boot van Vlissingen naar Terneuzen
te varen, om van daar per trein naar Hulst te
vertrekken.
Te Vlissingen was de boot echter op den
aangegeven tijd van vertrek nog niet uit Ter-
neuzen aangekomen. Eerst te 12.20 lag zij aan
den kant, waarna nog gelost en geladen moest
worden. Daarmede ging natuurlijk zooveel tijd
verloren, dat er geen kwestie meer kon zijn
den aansluitenden trein van Terneuzen op
Hulst te kunnen halen.
Onze lezer besloot daarom zijn reis op te
geven en liever huiswaarts te keeren, dan een
vergeefschen tocht te maken, daar het nu on
mogelijk voor hem was om, wat in zijn plan
lag, dien dag heen en weer naar Hulst te gaan.
En dit had natuurlijk wél kunnen geschieden
wanneer de boot op het aangegeven uur van
Vlissingen ware vertrokken.
Men deelt ons mede, dat te Middel
burg pogingen worden in het werk gesteld
tot het wederoprichten van een afdeeling van.
den Anti-Dienstvervangingsbond. Vroeger heeft
hier een dergelijke afdeeling reeds bestaan,
doch deze ging als zoodanig te nieten
kele personen bleven alleen nog als algemeen
lid bij den Bond aangesloten. Het hoofdbestuur
van den Bond tracht in alle provinciale hoofd
plaatsen afdeelingen op te richten, om van
daar uit onderafdeelingen in de verschillende
gemeenten der provincie in het leven te doen
roepen. Nu eerlang een wetsontwerp zal wor
den ingediend, waarbij zal worden voorgesteld
de plaatsvervanging af te schaffen, is het zeker
meer dan. ooit gewenscht, dat de Bond krachtig
georganiseerd zij, om zoodanig te kunnen op
treden, als noodig mocht blijken om nu eindelijk
de zegepraal van het beginsel, waarvoor hij
zooveel jaren streed, te helpen bevorderen.
Daarom juichen wjj toe, dat ook in ons ge
west zal worden getracht de tegenstanders der
plaatsvervanging tot aaneensluiting te brengen
en alzoo ook hier een organisatie in het leven
te roepen, die desnoods krachtig zal kunnen
medewerken om het beoogde doel te bereiken.
Dezer dagen zullen niet alleen zij, die nog
lid van den Bond zijn, maar ook alle anderen,
die voorstandera zijn van de afschaffing der
plaatsvervanging, tot een bijeenkomst worden
opgeroepen, alwaar tot het constitueeren eener
afdeeling zal worden overgegaan en verder al
datgene zal worden verricht, wat daarmede in
verband staat. Ieder, die den leeftijd van 18
jaar bereikt heeft, kan als begunstiger of lid
worden aangenomen. Begunstigers schenken
een gift van f 10 in eens of betalen een iaar-
lijksche contributie vau 1leden een contri
butie van minstens 25 cent. Begunstigers en
leden hebben geheel dezelfde rechten. De
toetreding behoeft dus uit dit oogpunt voor
een voorstander van het beginsel geen be
zwaar te zijn.
Waarschijnlijk zal bedoelde bijeenkomst wor
den gehouden op Vrijdagavond 8 October a. s.
in een der lokalen van de sociëteit de Vergenoe
ging op de Markt. Belangstellenden zullen
nader per advertentie tot bijwoning worden
Op voordracht van het bestuur over de
brandweer is door burg. en weth. van M i d*
d e 1 b u r g, terzake van verleende hulp bjj het