FEUILLETON. ZIJN RIJKE VROUW. zeer hebben uitgebreid. Er worden vele stam men genoemd, welke zich aan de zijde der op standelingen schaarden, meest stammen met ons en waarschijnlijk ook onzen lezers geheel onbekende namen. Als een bewijs van de stemming in Noord- ïudië kan dienen, dat uit Koerrachee een adres s gezonden aan den sultan, waarin de bevol king verklaart dat zij, hoewel schijnbaar onder danen van het Britsche bestuur, zich beschouwt te staan onder de bescherming van den sou- verein van alle Mohammedanen. Beknopte Mededeelingen. De Times beweert dat de Congo-regeering opnieuw zeer krachtige maatregelen genomen heeft tegen hare agenten, die ten opzichte der inboorlingen de grenzen van hun gezag zijn te buiten gegaan. Lord Salisbury heeft, in antwoord op eenen brief, waarin men zijne aandacht vraagt voor de wet op de burgerwacht in België en de verplichting voor vreemdelingen er deel van te maken, geantwoord dat het Engelsche gou vernement zich met de kwestie bezig houdt. De Zwitsersche regeering heeft reeds ver klaard, dat elk Zwitser, die aan de bepalingen dier wet voldoet, in zijn vaderland zijn bur gerrecht verliest, Het verhaal van de Figaro, dat Engeland reeds een verdrag met den Mahdi had gesloten, en dat de expeditie tegen hem slechts een ver tooning is, wordt in Engeland tegengesproken. Alsof men dit bericht, gesteld dat het waar- heid behelsde, zou bevestigen Ritchie, de voorzitter van den Board of Tradeis ijverig bezig om de crisis in de me taalnijverheid op te lossen. Tot dusver breidt de beweging zieh nog uit. Engeland en Frankrijk gaan de onder handelingen over de grensscheiding in het Niger-gebied hervatten. De gemeenteraad van Perpignan besloot bij de regeering aan te dringen op het over dragen van Andorra, het neutrale gebied op de Fransch—Spaansche grens, aan Spanje. Dit kleine republiekje kost Frankrijk per jaar 100.000 francs, en levert niets op. - In het kort deelden wij reeds mede, dat de deskundigen in Duitsehland ongunstig oor- deelen over de jongste manoeuvres, welke een der beide bevelhebbers deden vragen, wie er nu eigenlijk zon overblij ven om de gesneuvelden te begraven. De Franlcf. Zt. betoogt thans dat bij leger- oefeningen alle overdrijving schaadt en wijst vooral op de cavalarie-attaques, die wederom veile offers geëischt hebben. Bij de attaque op Donderdag jl. bij Kloppenlieim werden negen soldaten zwaar gewond, terwijl vier-en-twintig doode paarden op bet slagveld bleven. Een vrij williger van het 83e werd overreden en lag, met een mantel bedekt, zeer zwaar gewond kreunend op den grond. Een Beiersch ruiter werd door een schot uit den zadel geslingerd en moest naar het gasthuis weggedragen worden. Een ander ruiter brak zijn been. Twee ruiters braken hunne armen. Een paard dat niet dadelijk dood was, moest op de plaats doodgestoken worden. Zeer in strijd met de voorschriften werd er bij die gelegenheid tot op 8 pas met de losse patronen gevuurd, terwijl de afstand 100 M- moet bedragen. De Hamburgsche kooplieden hebben aan de Rijksregeering verzocht een oorlogsschip naar Guatemala te zenden, waar de Duitsche handel groote belangen heeft. Bij het bezoek van koning Humbert aan keizer Wilhelm zweeg de koning over het Drievoudig verbond en sprak alleen over zijn verbond met Duitsehland. Te Boedapest heb ben noch keizer Wilhelm noch keizer Frans Joseph het woord Drievoudig Verbond genoemd, ön alleen over hun onderling bondgenootschap gesproken. Dit trekt, de aandacht van velen. Aan het slot van zijn toost to Boedapest heeft keizer Wilhelm tot verrukking van de Hongaren, Hongaarse!» gesproken. De tegenstrijdigheid in de berichten over het ultimatum van generaal Woodford worden uit een vormkwestie verklaard. Het bedoelde stuk had niet den vorm van een ultimatum, maar was een memorandum, behelzende een duidelijke waarschuwing, dat, tenzij tegen de bijeenkomst van het congres bevredigende ver zekeringen zijn ontvangen omtrent een spoedige beëindiging van den oorlog op Cuba, het on- Uit het Engelscli. van Mrs ALEXANDER. mogelijk is te zeggen welke maatregelen de Vereenigde Staten zullen nemen om verbetering in den toestand te brengen. Veel verschil tusschen zulk een stuk en een ultimatum bestaat dus niet. De regeering der Ver. Staten zal binnen kort een verzameling diplomatieke stukken betreffende Cuba, loopende tot de jongste mede- deeling van Woodford, in het licht geven. Generaal Woodford heeft het, met het oog op eventueele betoogingen, beter geacht zijn gezin op de Fransche grens achter te laten. De Spaansche ministerraad besloot, door bemiddeling van den nuntius, eenjnota aan den paus te zenden over de zaak van den minister van financiën. Te Athene wordt de opwinding grooter hetgeen natuurlijk aan de oorlogspartij ten goede komt, waarom de regeering alles doet om de gemoederen te bedaren. De Acropolis beweert, dat de houding der oorlogspartij leidt tot een politiek, welke Griekenland ten ver- derve zal voeren. De Anti zegt, op grond van een interview van vele kamerleden, dat enkele afgevaardigden voor de hervatting van den oorlog zijn, maar de meesten laten zich zeer gereserveerd uit. De Thessaliërs prote3teeren tegen het door een blad opgeworpen denkbeeld, om hun pro vincie voorloopig in handen der Turken te laten. Dan nog liever doorvechten, meenen zij. Op het Eendrachtsplein had een groote volks vergadering plaats, waarbij de menigte den tekst van het vredesverdrag verbrandde. De Grieksche gezant te Petersburg heeft.van Moeravieff een ernstige waarschuwing gekregen. De taak van de Mogendheden is afgeloopen, zoo zeide hij, en alle door Griekenland te nemen afwijkende beslissingen stellen het land aan de grootste gevaren bloot. De Kretenaars hebben bij Kandia de Muzelmannen aangevallen, twee herders ge dood en een paar honderd stuks vee geroofd. Verder gaan zij voort met het verbranden van olijfbossclien, nu in de huurt van Rethymo. Het bericht van Kruger's ziekte is afkom stig van een blad, dat te Pretoria goede rela ties heeft, en zich steeds onderscheidde door een warme liefde voor de rechten der Boerèn. Het blad zelf deelt het bericht met groot leed wezen mede. Maar de Rhodes-bladen slaan er munt uit. INGEZONDEN STUKKEN. Ingezoudcu stukken, worden in geen. geval teruggezonden. STRAATBELASTINC. Mijnheer de Redacteur. Vergun mij eenige plaatsruimte om enkele bezwaren, die ik heb tegen de door burg. en wèth. van Middelburg ontworpen en aan den raad ter goedkeuring aangeboden straatbelas- ting, in het midden te brengen. Ik begin met de erkenning, dat het bijna on mogelijk is nieuwe belastingen te ontwerpen die algemeen billijk werken, doch ik meen dat het de taak is van den wetgever' om zooveel mogelijk de billy kheid te betrachten. M. i. is dit bij het hangende ontwerp voorbij gezien en zou dit, werd het aangenomen, de een boven den ander bevoorrechten. Sta mij toe met een paar voorbeelden aan te toonen dat, wanneer als grondslag huurwaarde en gevelbreedte genomen wordt en men dan nog de voorgestelde zeer sterke progressie invoert, den eigenaars van huizen een onevenredige last wordt opgelegd en men hen tevens onevenredig treft in de waarde hunner eigendommen. Mij is iemand bekend, eigenaar en bewoner van een perceel met een gevelbreedte van 24.37 M., welk perceel een kadastrale huurwaarde heeft van f 850. Deze zou daarvoor te betalen heb ben 24 X 4 of 96. Bovendien is hij eigenaar van een verhuurd perceel met een gevelbreedte van 17.75 M. en een huurwaarde van f 700, waar voor hij 18 X 3 of 54 betaalt. In het ge heel zou zijn aandeel in de straatbelasting dus f 150 bedragen. Een ander eigenaar van een perceel, breed 28.50 M., waarvan ik de huurwaarde schat op f 800 a f 900, zal dan worden aangeslagen van 29 X 4r f 116. Deze eigendommen verliezen dus tevens in waarde het gekapitaliseerde montant, dat zij onevenredig hoog zijn aangeslagen en dat dus duizenden bedraagt. Dit zijn sterk sprekende voorbeelden minder sterke zijn er velen aan te wijzen. Er wordt op gewezen dat de gemeentehuis houding geld noodig heeft en ik geef dat gaarne toe, maar wensch er toch even aan te herinneren dat de voortdurend sterke stijging der uitgaven voor de gemeente grootendcels het gevolg is van de toename der mingegoede bevolking. Middelburg heeft daarvoor door allerlei instellingen van weldadigheid een zeer groote aantrekkelijkheid en, zooals bekend is, werken de buitengemeenten de verhuizing, vooral van de minder geschikte lieden, sterk in de hand. Speculatieve bouwondernemingen brengen daartoe bet hare bij, doordat zij met het oog op dien toestand in grooten getale arbeiderswonin gen Btiehten op allerlei plaatsen, die vroeger onbewoonbaar waren, doch die nu gaandeweg tot bewoning geschikt moeten worden gemaakt door aanplemping en den aanleg van straten, riolen en gasleidingen. Het bewoonde gedeelte der stad heeft zich belangrijk uitgebreid, waarvan de gevolgen waren dat de politie moest versterkt worden, dat de scholen overgevuld werden en telkens vermeerderd moesten worden en eindelijk dat de uitgaven voor armwezen steeds hooger werden. Is het met het oog ook daarop nu billijk, dat die speculatieve bouwondernemers van per- ceelen met een huurwaarde beneden de f 100, volgens het ontwerp van burg. en weth., vrij worden g esteld van de betaling van deze heffing en van een soort grondlast, terwijl zij, die ge bouwen stichten van een hoogere huurwaarde, door die belasting zullen worden gedrukt. M. i. zal de verhouding der huren geheel verbroken worden en de speculatie om kleine woningen te bouwen worden aangewakkerd. Burg. en weth. van Utrecht, die eenzelfde belasting ontwierpen, stellen dan ook voor ieder perceel aan te slaaawaardoor, om een gelijke opbrengst te erlangen, de aanslag zoo veel lager kan wezen. Zij beginnen met f 0.25 por meter voor een perceel van een kadastrale huurwaarde beneden 100 (dus een zoo luttel bedrag dat dit niet op de huur kan influen- ceeren, zelfs al werd het dubbele geheven) en klimmen langzaam op tot f 2 per meter voor een perceel van eene kadastrale huurwaarde van f 1000 of meer, doch minder dan f 1500. Voor zoodanig perceel stellen burg. en weth. van Middelburg een bedrag van f 5 per meter voor. Buitendien wordt ia Utrecht een maximum der beffing van ll/2 en een minimum van 1% der huurwaarde voorgesteld. Dat voldoet naar mijn gevoelen meer aan de eischen der billijkheid. Ten slotte zij nog opgemerkt, dat de invoe ring der straatbelasting, zooals burg. en weth, die voorstellen, in menig geval alleronzedelijkst werken zal. Een verhuurder van een perceel zal gedurende den tijd dat de huur loopt een last dragen, waarvan de huurder geheel vrij blijft; terwijl, zooals ik reeds opmerkte, de last, die op de panden drukt, tevens de waarde daar van vermindert en wel in onevenredige mate en afhankelijk hiervan Of .de perceelen tot de courante of incourante behooren, IJ dankende voor de verleende plaatsruimte verblijf ik Achtend, Uw. dw. W. M i (1 d e 1 b n r g' 22 Sept. 1897. HOOFDSTUK VII. „Ik geloof (lat De Hoeve u zou lijken," zei de dominó. „Wij moesten cr eens heen rijden. Gij rijdt toch ook paard, mevrouw Rivers? „Ik heb het, wel eens gedaanmaar ik vrees dat ilc een belemmering zou zijn voor het gezelschap." „Zeg dat niet. Verluat u op mij. Ik zal er u heelhuids brengen." »Gij kunt op den dominé vertrouwen," riep Riversdale. „Hij is niet alleen een eerste ziel verzorger, maar ook een eerste ruiter." „Nu, als gij mijne tekortkomingen voor lief wilt nemen, wil ik gaarne mee gaan maar ik vind dat Derk de persoon is, die bij mij moét blijven, want die heeft mij genomen zooals ik reil en zeil". „En ik zal mij niet aan die verantwoor delijkheid onttrekken" zei Rivers en wierp zijn vrouw een vriendelijken blik toe. „Ja, mevrouw Rivers, wij zullen zorgen dat gij morgen een mak paard hebt. Ik zaj morgen ochtend een paar den deken ombinden en een van de makste paarden voor u dres- seeren als damespaard. „Als gij mijn kalm paardje wilt berijden, zult gij zien dat liet een heel lief dier is," zei juffrouw Wilmot. „Haar gang is even gemak kelijk als haar aard." „Dat klinkt heerlijk!" riep Celia uit: „maar gij dan?" „O juffrouw Wilmot kan elk paard uit mijn stal rijden en mag kiezen wolk zij hebben wil," zei Lord Riversdale. De dames verlieten de tafel en waren spoedig verdiept in een aangenaam gesprek. Juffrouw Wilmot was heel anders dan Celia zich een dominés doehter voorstelde. Goed gekleed, welopgevoed, een vrouw van de wereld, die altijd in goed gezelschap verkeerd, veel gelezen, veel gereisd had en sedert haar negentiende jaar het huishouden van haar vader bestuurde. Zy was een alleraangenaamst gezelschap. Haar jonge zuster was getrouwd in Indië, waar haar broeder ook was, en een bevel over een regiment voerde. Zij vonden een punt van aanraking in de muziek, waarvan zij beiden veel hielden. Juffr. Wilmot had een fraaie, goéd geoefende altstem en Celia speelde met smaak en gevoel, en accompagneerde uitstekend, zoodat er heel wat mnziek gemaakt werd. Met de belofte dat Celia spoedig zou komen om de pastorie en de kérk te zien, namen zij afscheid, DE PROViNICALE STOOMBOOTDIENST. Het schrijven van X. uit Terneuzen in uw nommer van Woensdag jl. trok mijne aandacht. Geregeld aankomen van de boot wordt uitzon dering, terwijl het veevervoer van het dek soms een mestput maakt. Natuurlijk, dat mag noch kan zoo blijven duren. Maar goede raad is hier ook duur. X. zegt: schaf een reis per dag af, maar eindigt met het radicaal voorstel schaf heel den dienst af en open een veer van Terneuzen naar Zuid-Beveland met een tram naar Goes en laat een paar maal per week een boot naar Hoofdplaat en Breskens een reis maken. Toen ik dat las, dacht ik aan het voorstel, voor eenige jaren door mij gedaannamelijk om den dienst op Vlissingen op te heffen en een spoor- of tramlijn van Terneuzen naar Breskens aan te leggen. Dat plan werd toen op een gehouden vergadering gunstig beoor deeld. Na overleg bleef de zaak echter voor loopig hangen. Bij indijking van den Wilhel- tuinapolder kon men dezelve weer aanpakken. De Braakman zou dan wel verder voor inpol deringen geschikt zijn, een punt van groot belang daar een ombuiging van een spoorlijn door of zuidelijk Philippine met het oog op de Belgische grens, onraadzaam scheen en ook de afstand te zeer zou vergrooten. Sedert is er heel wat veranderd. Eerstens wat men toen nog meende: met twee nieuwe; booten zal de dienst VlissingenTerneuzen stellig in orde komen, is gebleken een onjuist heid te zijn. Begon het verkeer geengrootere eischen te stellen, het zou nog iets kunnen worden, doch wat vijf jaar geleden voldoende scheen, is thans bij langen na niet meer toe-, reikend. Vroeger, toen het spoor te Vlissingen (stad) stopte, kon men nog gemakkelijk de boot halen, nu het naar de haven doorrijdt is het liaast-je-rep-je. Evenzoo met het spoor te Ter neuzen zeer dikwijls moeten tegenwoordig de reizigers van Gent in galop van het station naar de haven. Terwille van de corresponden tie en het groote verkeer moet alles vlugger en beter geschieden. De vooruitgang dwingt er ons toe, drijft alles in die richting, maar.... iu dien wedloop der beschaving is en blijft de Schelde in de lengte een beletsel, hoe berekend het bestuur van den dienst ook voor zijn taak moge zijn. Niemand kan hier afdoende ver betering aanbrengen. Bij woest weer reist niemand gaarne met onze provinciale bootenbij ijsgang en mist gaat de dienst gewoonlijk ongeregeld. Ge meenten, aan de Schelde gelegen, willen ook van den dienst profiteeren, doeh helpt men bijv. Hoedekenskerke en Hoofdplaat een beetje doelmatig, dan bederft de dienst op Vlissingen weer, en de tijd is niet verre, dat meerdere en veel sneller loopende booten in de vaart zullen moeten gebracht worden om tijdelijk eeniger- mate te kunnen voldoen. Want daarna zullen de eischen van 't snel en uitbreidend verkeer weer hooger gesteld zijn. In de lengte, zeide ik hier boven, zal de Schelde steeds een belet sel blijven voor goed verkeer. Niet in de breedte. Het schijnt mij onbegrijpelijk toe, dat men zooveel jaren beeft kunnen sukkelen met een dienst, die over land veel beter en niet duurder te regelen is. Een spoor- of tramweg door den Brakman over Biervliet en Hoofdplaat is sedert lang het aangewezen middel. Men denke aan de groote belangen, die in deze op het spel staan. Zij, die uit België op Londen reizen, zullen dan die route via Breskens Vlissingen nemen; een verbindingsweg tus schen het voormalig 4e en 6e district, waar naar men sedert lang reikhalzend uitziet, zou tot stand gekomen zijn; in tijden van oorlog ware troepenvervoer in Oostelijk en Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen niet langer onmogelijk over landde post- en politiedienst tnsschen die deelen was in eens flink geregeldde Bel gische afwateringskwestie kon mede opgelost en de Phüippinscke mosselhandel geholpen worden. En éèn uurtje na het vertrek van Terneuzen zou men te Vlissingen zijn, wat nu nooit gebeurt. Natuurlijk moeten te Bres kensVlissingen, Terneuzen-Ellewontsdijk en Walzoorden-Hansweert goede veeren bestaan. Een tram Ellewoutsdijk—Goes zou stellig nuttig zijn en wel rendeeren. Als eene nieuwe boot 135.000 gulden kost, (volgens X.), dan ge loof ik dat voor zoo'n sommetje wel liefheb bers voor 't leggen van een tram naar Goes zouden gevonden worden. En laat een lijn naar Breskens het vierdubbele kosten, in aan merking genomen de groote belangen, die op het spel staan, en de ondervinding dat een stoombootdienst op de Schelde geen vlug en doelmatig verkeer kan in 't leven roepen, moet dat ons niet tegen die kosten doen opzien. Ik vind dat het hooge belang dezer zaak dringend eischt, dat voorstanders van een be tere gemeenschap tussehen TerneuzenVlissin gen en van een verbindingsweg tnsschen het voormalig 4e en 5e district de handen ineen dienen te slaan. Er zijn vele dingen tot stand gekomen, die vrij wat wanhopiger stonden, toen ze liet eerst op 't tapijt gebracht werden. Alles bijna, wat onze eeuw grootseh en nuttigs voor 't voetlicht bracht, vond bedenkelijke ge zichten en hield den geldbuil gesloten. On dernemingsgeest en energie moesten gewoon lijk eerst bewijzen, dat liet kapitaal rendeeren zou, eer deze machtige hefboom beschikbaar kwam. Ook hier zal dit weer 't geval zijn. Doch laat allen, die het met mij eens zijn, dat in deze dient gehandeld te worden, hunne instem- Een half uur later verscheen Rivers in de kleedkamer zijner vrouw en vond haar lezende bij het open raam. Wat zag zij er jong en schoon uit! - „Wat studeert gy vroeg hij, het boek opnemende, „Bracebridge Hill, dat is een heel oude geschiedenis." „Maar heel mooi, zoo antiek en eenvoudig." „Gij schijnt hier pleizier te hebben, vrouwtje en gij hebt Riversdale heelemaal ingepakt. Hebt gij plan om altijd zoo met hem te blijven flirten „Ja zeker. Lord Riversdale is een lieve man. Ik zal den lieelen dag met hem flirten." „Wat een bekentenis! En als ik er mij eens tegen verzette, gij coquetje, zonder be ginselen „Ach Derk, gij zijt hier veel gelukkiger dan in Londen En ik ook." Denlaatsten dag van hun verblijf te Riversj dale werd besteed aan een bezoek aan „de Hoeve". Het had den vorigen dag hard ge regend, zoodat de weg hard en vrij van stof was. Het paardje van juffrouw Wilmot was goed gedresseerd, mak, en de eerste jeugd te boven, zoodat Celia baar moed voelde herle ven toen zij het zag. „Gij ziet er bijzonder lief uit," zei Rivers, zoodra zij in haar amazo nen op de trap verscheen. „Dat rijkleed zit uitstekend. Is het van „Busbine?" „Neen van Wolmershausen. Zeg Perk, als ming met dit schrijven betuigen, door 't zenden van een visitekaartje aan mijn adres, dan is reeds veel gewonnen. De verdeelde krachten kunnen dan vereenigd en nuttig aangewend worden. De bevolking van Zeeuwsch-Vlaanderen, van geheel Zeeuwsch-Vlaanderen, heeft er op de eerste plaats belang bij, maar ook Zuid-Beveland en Vlissingen. Daarom is liet naast een plaatselijk ook een provinciaal belang-. Voor het rijk is het evenmin een onverschillige zaak. Subsidies van rijk, provincie, gemeenten en polders waren dus zeker te verwachten. Als de zaak maar aangepakt wordt en goed aangepakt. Het woord is aan n, lezer. In dank voor de verleende plaatsruimte Uw dw. Chr. VERHAAK. Sas van Gent, 23 Sept. 1897. BRIEFWISSELING. Aan Dixi II. U redeneert wel veel, maar betoogt of bewijst niets. Als n, tegenover Dm, het nuttige en het noodige vati school vergaderingen op Zuid-Beveland wilt aantoonen, zullen wij u, evenals hem, plaatsruimte afstaan. Maar wees dan zaakrijk en practisch. Door een degelijke polemiek alleen kan de zaak gebaat worden. Vertrokken en aangekomen schepen. Vlissingen, 24 Sept. Binnengekomen het Eng. ss. Italia, gez. Guthrie, van Middlesbro. HANDELSBERICHTEN. Graanmarkten enz, Vlissingen, 24 Sept. Boter 1.k 1.05. Eieren f 4.80 a per 104 stuks. Amsterdam, 24 Sept. Raapolie 29. Lijn olie 15 Va a contant. Cüreghem-Anderlecht, bij Brussel, 23 Sept. Ter veemarkt van lieden (Donderdag) waren 1536 stuks runderen aangevoerd, waarvan 652 ossen, 193 stieren en 691 koeien en vaarzen. De prijs per kilo levend gewicht was voor ossen 0,74 tot 0.84 francsstieren 0.55 tot 0.65 francskoeien en vaarzen 0.55 tot 0.65 francs. PRIJZEN VAN EFFECTEN. Stastaleeniiigeii. Per telegraaf Koers van Gisteren Heden S3 2i Sept. Sept. NEDERLAND. pCt. Bedrag Stukken Cert. N. W. Sch. 21/2 1000 883/w 88S/1Ö dito OWS 1000 09% 09 X dito CertS 1000 9893S/8 HÖNG. dito goudl. 6 100 102 101% ITALIË. Ins. 02/81 5 Lir. 100-100000 877/g OOSTENRIJK. OM. Mei-November.6 fl. 1000 85- 85 dito Jan.-Juli.5 1Ö0O 857/g 85% dito dito Goud.4 200-1000 -- POLEN. Obl. S. 44 4 Z.R. 500 PORT. O. B. 63/84 met ticket3 21 s/l6 fcltyl dito dito 1888/89 met ticket41/2 fr. 500 30% 30 RUSLAND. Cert. Ins. 6e S. 1864 6 Z-.R. 500 dito 80 gec. dito 4 w 125-825 988/jg dito 1889 dito 4 R. 125 993/g dito 93 5e Em. 4 G.R. 125 997/a 993/4 dito 94 6e Em. 4 R. 125 101 1003/. Obl. L. 1867/69 4 20-100 1021/m 102 Cert. v. B. Asgn. 6 P.R 1000 dito 1884 goud 5 G;R. 126-1000 1051/a SPANJE. O. B. Per. 4 Pes. 1000-24000 58 58 dito bin. Perpet. 4 Pr. 500-25000 TURKIJE. Gepriv. 4 fr. 500-2500 87tyg Ceconv. serie D. 20-2000 211/jj 22l/4 dito dito C. 20-100 23S/4 24 EGYPTE. O. L. 76 4 20-100 dito sp. dito 1876 31/a 20-100 BRAZILIË. Obl. Londen 1883.... 4 1000 dito Obl. 1889 4 643/8 VENEZUELA 1881 4 100-500 S5S/4 35% Industricele en Financieele ondernemingen. NEDERLAND. pCt. N/W. o.tt.Tac. Pbï. 6 f ioa-iooo 5715/16 681fo Ned. Hand. Msch, A. rescontr6 11 1000 1375/16 137% N.-l. Hand. A. 11 150 863/- Zeeland Aand 11 500 16 dito dito Pr. dito ,1 500 dito Obl. 1886.. 3 11 1000 DUITSCHLAND Cert. Rijksbank Aand. Amsterdam 2000 OOSTENRIJK. A. O. H. B 6. 600 1341/i 133% het niet al te kinderachtig staat, zoudt gij dan naast mij willen blijven? Ik voel mij met niemand anders heelemaal veilig." „Hoe kunt ge zoo iets ontzettend onaan genaams van mij vergen zei Derk lachend, keek snel om zieh heen, om te zien of zij alleen waren, trok haar naar zicli toe, en kuste haar hartelijk. „Ik zal goed voor u zorgen, kind." „En geeft ge mij een wenk, als ik niet recht zit. Zij wachten op ons," voegde zij er bij, en liep snel naar beneden, terwijl Rivers haar volgde. Juffrouw Wilmot zat reeds te paard, Lord Riversdale had haar juist geholpen en Dacre stond te wachten om mevrouw Rivers den zelfden dienst te bewijzen. Celia aarzelde,, trachtte haar man te wenken, maar die sprak met juffrouw Wilmot en dus nam zij Dacrc's hulp aan en zat al in het zadel toen Derk zich naar liaar omkeerde. Juffrouw Wilmot vertelde, dat haar vader bij een zieke gehaald was en dus het genoegen moest derven van mee te gaan. Zij reden weg en Celia voelde zich zeer op haar gemak. Ri vers bleef met de houding van een beschermer naast haar, Dacre reed aan haar andere zijde en Riversdale en juffrouw Wilmot vormden de voorhoede. Nu volgden er eenige uren, die voor Celia de gelukkigste waren welke zij ooit had door gebracht, daar alhaar twijfel aan Derl^s liefde en goedkeuring geheel verdwenen. Haar geluk was zoo volkomen, dat zij buiten gewoon stil was en slechts heel kortaf ant woordde op het gebabbel van Dacre. De weg steeg geleidelijk, door een boschrijke streek. Hier en daar waren open plekken met heerlijke vergezichten in de vlakte. Het was te warm om hard te rijden behalve toen ze boven op de vlakte kwamen, waar ze vlug galoppeerden. Het paard dat Rivers bereed was nog al wild, doch spoedig voelde het de hand des meesters, zoodat Celia niet veel last had van zijne kromme sprongen. Eindelijk bereikten zij De Hoevetoen de zon reeds achter de hoogten begon te dalen. De poort was een laag bouten gebouw, waarnaast zich de portierswoning bevond, geheel met clematis en rozen begroeidde oprijlaan slin gerde tusschen boomgroepen door over een weiland, waar koeien graasden. Celia zag- reeds met het oog eener eigenares rond. „Is het geen lieve plaats?" riep zij uit. „O ja", zei Riversdale, „het ziet er heel aardig uit en het huis is ook goed en oud ouder dan Damcrhof. Vroeger liep er een gracht omheen, maar die is thans herschapen in een bloementuinalles groeit hier prachtig. Het ligt zoo beschut." Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 3