FEUILLETON.
ZIJN RIJKE VROUW.
zeer hebben uitgebreid. Er worden vele stam
men genoemd, welke zich aan de zijde der op
standelingen schaarden, meest stammen met
ons en waarschijnlijk ook onzen lezers
geheel onbekende namen.
Als een bewijs van de stemming in Noord-
ïudië kan dienen, dat uit Koerrachee een adres
s gezonden aan den sultan, waarin de bevol
king verklaart dat zij, hoewel schijnbaar onder
danen van het Britsche bestuur, zich beschouwt
te staan onder de bescherming van den sou-
verein van alle Mohammedanen.
Beknopte Mededeelingen.
De Times beweert dat de Congo-regeering
opnieuw zeer krachtige maatregelen genomen
heeft tegen hare agenten, die ten opzichte der
inboorlingen de grenzen van hun gezag zijn
te buiten gegaan.
Lord Salisbury heeft, in antwoord op
eenen brief, waarin men zijne aandacht vraagt
voor de wet op de burgerwacht in België en de
verplichting voor vreemdelingen er deel van
te maken, geantwoord dat het Engelsche gou
vernement zich met de kwestie bezig houdt.
De Zwitsersche regeering heeft reeds ver
klaard, dat elk Zwitser, die aan de bepalingen
dier wet voldoet, in zijn vaderland zijn bur
gerrecht verliest,
Het verhaal van de Figaro, dat Engeland
reeds een verdrag met den Mahdi had gesloten,
en dat de expeditie tegen hem slechts een ver
tooning is, wordt in Engeland tegengesproken.
Alsof men dit bericht, gesteld dat het waar-
heid behelsde, zou bevestigen
Ritchie, de voorzitter van den Board of
Tradeis ijverig bezig om de crisis in de me
taalnijverheid op te lossen. Tot dusver breidt
de beweging zieh nog uit.
Engeland en Frankrijk gaan de onder
handelingen over de grensscheiding in het
Niger-gebied hervatten.
De gemeenteraad van Perpignan besloot
bij de regeering aan te dringen op het over
dragen van Andorra, het neutrale gebied op de
Fransch—Spaansche grens, aan Spanje. Dit kleine
republiekje kost Frankrijk per jaar 100.000
francs, en levert niets op.
- In het kort deelden wij reeds mede, dat
de deskundigen in Duitsehland ongunstig oor-
deelen over de jongste manoeuvres, welke een
der beide bevelhebbers deden vragen, wie er nu
eigenlijk zon overblij ven om de gesneuvelden
te begraven.
De Franlcf. Zt. betoogt thans dat bij leger-
oefeningen alle overdrijving schaadt en wijst
vooral op de cavalarie-attaques, die wederom
veile offers geëischt hebben. Bij de attaque op
Donderdag jl. bij Kloppenlieim werden negen
soldaten zwaar gewond, terwijl vier-en-twintig
doode paarden op bet slagveld bleven. Een vrij
williger van het 83e werd overreden en lag,
met een mantel bedekt, zeer zwaar gewond
kreunend op den grond.
Een Beiersch ruiter werd door een schot uit
den zadel geslingerd en moest naar het gasthuis
weggedragen worden. Een ander ruiter brak zijn
been. Twee ruiters braken hunne armen. Een
paard dat niet dadelijk dood was, moest op de
plaats doodgestoken worden.
Zeer in strijd met de voorschriften werd er
bij die gelegenheid tot op 8 pas met de losse
patronen gevuurd, terwijl de afstand 100 M-
moet bedragen.
De Hamburgsche kooplieden hebben aan
de Rijksregeering verzocht een oorlogsschip
naar Guatemala te zenden, waar de Duitsche
handel groote belangen heeft.
Bij het bezoek van koning Humbert aan
keizer Wilhelm zweeg de koning over het
Drievoudig verbond en sprak alleen over zijn
verbond met Duitsehland. Te Boedapest heb
ben noch keizer Wilhelm noch keizer Frans
Joseph het woord Drievoudig Verbond genoemd,
ön alleen over hun onderling bondgenootschap
gesproken. Dit trekt, de aandacht van velen.
Aan het slot van zijn toost to Boedapest
heeft keizer Wilhelm tot verrukking van
de Hongaren, Hongaarse!» gesproken.
De tegenstrijdigheid in de berichten over
het ultimatum van generaal Woodford worden
uit een vormkwestie verklaard. Het bedoelde
stuk had niet den vorm van een ultimatum,
maar was een memorandum, behelzende een
duidelijke waarschuwing, dat, tenzij tegen de
bijeenkomst van het congres bevredigende ver
zekeringen zijn ontvangen omtrent een spoedige
beëindiging van den oorlog op Cuba, het on-
Uit het Engelscli.
van
Mrs ALEXANDER.
mogelijk is te zeggen welke maatregelen de
Vereenigde Staten zullen nemen om verbetering
in den toestand te brengen.
Veel verschil tusschen zulk een stuk en een
ultimatum bestaat dus niet.
De regeering der Ver. Staten zal binnen
kort een verzameling diplomatieke stukken
betreffende Cuba, loopende tot de jongste mede-
deeling van Woodford, in het licht geven.
Generaal Woodford heeft het, met het oog
op eventueele betoogingen, beter geacht zijn
gezin op de Fransche grens achter te laten.
De Spaansche ministerraad besloot, door
bemiddeling van den nuntius, eenjnota aan den
paus te zenden over de zaak van den minister
van financiën.
Te Athene wordt de opwinding grooter
hetgeen natuurlijk aan de oorlogspartij ten
goede komt, waarom de regeering alles doet
om de gemoederen te bedaren. De Acropolis
beweert, dat de houding der oorlogspartij leidt
tot een politiek, welke Griekenland ten ver-
derve zal voeren. De Anti zegt, op grond van
een interview van vele kamerleden, dat enkele
afgevaardigden voor de hervatting van den
oorlog zijn, maar de meesten laten zich zeer
gereserveerd uit.
De Thessaliërs prote3teeren tegen het door
een blad opgeworpen denkbeeld, om hun pro
vincie voorloopig in handen der Turken te
laten. Dan nog liever doorvechten, meenen zij.
Op het Eendrachtsplein had een groote volks
vergadering plaats, waarbij de menigte den
tekst van het vredesverdrag verbrandde.
De Grieksche gezant te Petersburg heeft.van
Moeravieff een ernstige waarschuwing gekregen.
De taak van de Mogendheden is afgeloopen,
zoo zeide hij, en alle door Griekenland te nemen
afwijkende beslissingen stellen het land aan de
grootste gevaren bloot.
De Kretenaars hebben bij Kandia de
Muzelmannen aangevallen, twee herders ge
dood en een paar honderd stuks vee geroofd.
Verder gaan zij voort met het verbranden van
olijfbossclien, nu in de huurt van Rethymo.
Het bericht van Kruger's ziekte is afkom
stig van een blad, dat te Pretoria goede rela
ties heeft, en zich steeds onderscheidde door
een warme liefde voor de rechten der Boerèn.
Het blad zelf deelt het bericht met groot leed
wezen mede.
Maar de Rhodes-bladen slaan er munt uit.
INGEZONDEN STUKKEN.
Ingezoudcu stukken, worden in geen. geval teruggezonden.
STRAATBELASTINC.
Mijnheer de Redacteur.
Vergun mij eenige plaatsruimte om enkele
bezwaren, die ik heb tegen de door burg. en
wèth. van Middelburg ontworpen en aan den
raad ter goedkeuring aangeboden straatbelas-
ting, in het midden te brengen.
Ik begin met de erkenning, dat het bijna on
mogelijk is nieuwe belastingen te ontwerpen
die algemeen billijk werken, doch ik meen dat
het de taak is van den wetgever' om zooveel
mogelijk de billy kheid te betrachten. M. i. is
dit bij het hangende ontwerp voorbij gezien en
zou dit, werd het aangenomen, de een boven
den ander bevoorrechten.
Sta mij toe met een paar voorbeelden aan te
toonen dat, wanneer als grondslag huurwaarde en
gevelbreedte genomen wordt en men dan nog de
voorgestelde zeer sterke progressie invoert, den
eigenaars van huizen een onevenredige last
wordt opgelegd en men hen tevens onevenredig
treft in de waarde hunner eigendommen.
Mij is iemand bekend, eigenaar en bewoner van
een perceel met een gevelbreedte van 24.37 M.,
welk perceel een kadastrale huurwaarde heeft
van f 850. Deze zou daarvoor te betalen heb
ben 24 X 4 of 96. Bovendien is hij eigenaar
van een verhuurd perceel met een gevelbreedte
van 17.75 M. en een huurwaarde van f 700, waar
voor hij 18 X 3 of 54 betaalt. In het ge
heel zou zijn aandeel in de straatbelasting dus
f 150 bedragen.
Een ander eigenaar van een perceel, breed
28.50 M., waarvan ik de huurwaarde schat op
f 800 a f 900, zal dan worden aangeslagen
van 29 X 4r f 116.
Deze eigendommen verliezen dus tevens in
waarde het gekapitaliseerde montant, dat zij
onevenredig hoog zijn aangeslagen en dat dus
duizenden bedraagt.
Dit zijn sterk sprekende voorbeelden minder
sterke zijn er velen aan te wijzen.
Er wordt op gewezen dat de gemeentehuis
houding geld noodig heeft en ik geef dat
gaarne toe, maar wensch er toch even aan te
herinneren dat de voortdurend sterke stijging
der uitgaven voor de gemeente grootendcels
het gevolg is van de toename der mingegoede
bevolking. Middelburg heeft daarvoor door
allerlei instellingen van weldadigheid een zeer
groote aantrekkelijkheid en, zooals bekend is,
werken de buitengemeenten de verhuizing,
vooral van de minder geschikte lieden, sterk
in de hand.
Speculatieve bouwondernemingen brengen
daartoe bet hare bij, doordat zij met het oog op
dien toestand in grooten getale arbeiderswonin
gen Btiehten op allerlei plaatsen, die vroeger
onbewoonbaar waren, doch die nu gaandeweg
tot bewoning geschikt moeten worden gemaakt
door aanplemping en den aanleg van straten,
riolen en gasleidingen.
Het bewoonde gedeelte der stad heeft zich
belangrijk uitgebreid, waarvan de gevolgen
waren dat de politie moest versterkt worden,
dat de scholen overgevuld werden en telkens
vermeerderd moesten worden en eindelijk dat
de uitgaven voor armwezen steeds hooger
werden.
Is het met het oog ook daarop nu billijk,
dat die speculatieve bouwondernemers van per-
ceelen met een huurwaarde beneden de f 100,
volgens het ontwerp van burg. en weth., vrij
worden g esteld van de betaling van deze heffing
en van een soort grondlast, terwijl zij, die ge
bouwen stichten van een hoogere huurwaarde,
door die belasting zullen worden gedrukt.
M. i. zal de verhouding der huren geheel
verbroken worden en de speculatie om kleine
woningen te bouwen worden aangewakkerd.
Burg. en weth. van Utrecht, die eenzelfde
belasting ontwierpen, stellen dan ook voor
ieder perceel aan te slaaawaardoor, om een
gelijke opbrengst te erlangen, de aanslag zoo
veel lager kan wezen. Zij beginnen met f 0.25
por meter voor een perceel van een kadastrale
huurwaarde beneden 100 (dus een zoo luttel
bedrag dat dit niet op de huur kan influen-
ceeren, zelfs al werd het dubbele geheven) en
klimmen langzaam op tot f 2 per meter voor
een perceel van eene kadastrale huurwaarde
van f 1000 of meer, doch minder dan f 1500.
Voor zoodanig perceel stellen burg. en weth.
van Middelburg een bedrag van f 5 per meter
voor.
Buitendien wordt ia Utrecht een maximum
der beffing van ll/2 en een minimum van 1%
der huurwaarde voorgesteld.
Dat voldoet naar mijn gevoelen meer aan de
eischen der billijkheid.
Ten slotte zij nog opgemerkt, dat de invoe
ring der straatbelasting, zooals burg. en weth,
die voorstellen, in menig geval alleronzedelijkst
werken zal. Een verhuurder van een perceel zal
gedurende den tijd dat de huur loopt een last
dragen, waarvan de huurder geheel vrij blijft;
terwijl, zooals ik reeds opmerkte, de last, die
op de panden drukt, tevens de waarde daar
van vermindert en wel in onevenredige mate
en afhankelijk hiervan Of .de perceelen tot de
courante of incourante behooren,
IJ dankende voor de verleende plaatsruimte
verblijf ik
Achtend,
Uw. dw.
W.
M i (1 d e 1 b n r g' 22 Sept. 1897.
HOOFDSTUK VII.
„Ik geloof (lat De Hoeve u zou lijken," zei
de dominó. „Wij moesten cr eens heen rijden.
Gij rijdt toch ook paard, mevrouw Rivers?
„Ik heb het, wel eens gedaanmaar ik
vrees dat ilc een belemmering zou zijn voor
het gezelschap."
„Zeg dat niet. Verluat u op mij. Ik zal
er u heelhuids brengen."
»Gij kunt op den dominé vertrouwen," riep
Riversdale. „Hij is niet alleen een eerste ziel
verzorger, maar ook een eerste ruiter."
„Nu, als gij mijne tekortkomingen voor
lief wilt nemen, wil ik gaarne mee gaan
maar ik vind dat Derk de persoon is, die bij
mij moét blijven, want die heeft mij genomen
zooals ik reil en zeil".
„En ik zal mij niet aan die verantwoor
delijkheid onttrekken" zei Rivers en wierp zijn
vrouw een vriendelijken blik toe.
„Ja, mevrouw Rivers, wij zullen zorgen
dat gij morgen een mak paard hebt. Ik zaj
morgen ochtend een paar den deken ombinden
en een van de makste paarden voor u dres-
seeren als damespaard.
„Als gij mijn kalm paardje wilt berijden,
zult gij zien dat liet een heel lief dier is," zei
juffrouw Wilmot. „Haar gang is even gemak
kelijk als haar aard."
„Dat klinkt heerlijk!" riep Celia uit:
„maar gij dan?"
„O juffrouw Wilmot kan elk paard
uit mijn stal rijden en mag kiezen wolk zij
hebben wil," zei Lord Riversdale. De dames
verlieten de tafel en waren spoedig verdiept
in een aangenaam gesprek. Juffrouw Wilmot
was heel anders dan Celia zich een dominés
doehter voorstelde. Goed gekleed, welopgevoed,
een vrouw van de wereld, die altijd in goed
gezelschap verkeerd, veel gelezen, veel gereisd
had en sedert haar negentiende jaar het
huishouden van haar vader bestuurde.
Zy was een alleraangenaamst gezelschap.
Haar jonge zuster was getrouwd in Indië,
waar haar broeder ook was, en een bevel over
een regiment voerde.
Zij vonden een punt van aanraking in de
muziek, waarvan zij beiden veel hielden. Juffr.
Wilmot had een fraaie, goéd geoefende altstem
en Celia speelde met smaak en gevoel, en
accompagneerde uitstekend, zoodat er heel wat
mnziek gemaakt werd. Met de belofte dat Celia
spoedig zou komen om de pastorie en de kérk
te zien, namen zij afscheid,
DE PROViNICALE STOOMBOOTDIENST.
Het schrijven van X. uit Terneuzen in uw
nommer van Woensdag jl. trok mijne aandacht.
Geregeld aankomen van de boot wordt uitzon
dering, terwijl het veevervoer van het dek
soms een mestput maakt. Natuurlijk, dat mag
noch kan zoo blijven duren. Maar goede raad
is hier ook duur. X. zegt: schaf een reis per
dag af, maar eindigt met het radicaal voorstel
schaf heel den dienst af en open een veer van
Terneuzen naar Zuid-Beveland met een tram
naar Goes en laat een paar maal per week een
boot naar Hoofdplaat en Breskens een reis
maken.
Toen ik dat las, dacht ik aan het voorstel,
voor eenige jaren door mij gedaannamelijk
om den dienst op Vlissingen op te heffen
en een spoor- of tramlijn van Terneuzen naar
Breskens aan te leggen. Dat plan werd toen
op een gehouden vergadering gunstig beoor
deeld. Na overleg bleef de zaak echter voor
loopig hangen. Bij indijking van den Wilhel-
tuinapolder kon men dezelve weer aanpakken.
De Braakman zou dan wel verder voor inpol
deringen geschikt zijn, een punt van groot
belang daar een ombuiging van een spoorlijn
door of zuidelijk Philippine met het oog op de
Belgische grens, onraadzaam scheen en ook de
afstand te zeer zou vergrooten.
Sedert is er heel wat veranderd. Eerstens
wat men toen nog meende: met twee nieuwe;
booten zal de dienst VlissingenTerneuzen
stellig in orde komen, is gebleken een onjuist
heid te zijn. Begon het verkeer geengrootere
eischen te stellen, het zou nog iets kunnen
worden, doch wat vijf jaar geleden voldoende
scheen, is thans bij langen na niet meer toe-,
reikend. Vroeger, toen het spoor te Vlissingen
(stad) stopte, kon men nog gemakkelijk de boot
halen, nu het naar de haven doorrijdt is het
liaast-je-rep-je. Evenzoo met het spoor te Ter
neuzen zeer dikwijls moeten tegenwoordig de
reizigers van Gent in galop van het station
naar de haven. Terwille van de corresponden
tie en het groote verkeer moet alles vlugger
en beter geschieden. De vooruitgang dwingt
er ons toe, drijft alles in die richting, maar....
iu dien wedloop der beschaving is en blijft de
Schelde in de lengte een beletsel, hoe berekend
het bestuur van den dienst ook voor zijn taak
moge zijn. Niemand kan hier afdoende ver
betering aanbrengen.
Bij woest weer reist niemand gaarne met
onze provinciale bootenbij ijsgang en mist
gaat de dienst gewoonlijk ongeregeld. Ge
meenten, aan de Schelde gelegen, willen ook
van den dienst profiteeren, doeh helpt men
bijv. Hoedekenskerke en Hoofdplaat een beetje
doelmatig, dan bederft de dienst op Vlissingen
weer, en de tijd is niet verre, dat meerdere en
veel sneller loopende booten in de vaart zullen
moeten gebracht worden om tijdelijk eeniger-
mate te kunnen voldoen. Want daarna zullen
de eischen van 't snel en uitbreidend verkeer
weer hooger gesteld zijn. In de lengte, zeide
ik hier boven, zal de Schelde steeds een belet
sel blijven voor goed verkeer. Niet in de
breedte. Het schijnt mij onbegrijpelijk toe, dat
men zooveel jaren beeft kunnen sukkelen met
een dienst, die over land veel beter en niet
duurder te regelen is. Een spoor- of tramweg
door den Brakman over Biervliet en Hoofdplaat
is sedert lang het aangewezen middel. Men
denke aan de groote belangen, die in deze
op het spel staan. Zij, die uit België op Londen
reizen, zullen dan die route via Breskens
Vlissingen nemen; een verbindingsweg tus
schen het voormalig 4e en 6e district, waar
naar men sedert lang reikhalzend uitziet, zou
tot stand gekomen zijn; in tijden van oorlog
ware troepenvervoer in Oostelijk en Westelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen niet langer onmogelijk
over landde post- en politiedienst tnsschen
die deelen was in eens flink geregeldde Bel
gische afwateringskwestie kon mede opgelost
en de Phüippinscke mosselhandel geholpen
worden. En éèn uurtje na het vertrek van
Terneuzen zou men te Vlissingen zijn, wat
nu nooit gebeurt. Natuurlijk moeten te Bres
kensVlissingen, Terneuzen-Ellewontsdijk en
Walzoorden-Hansweert goede veeren bestaan.
Een tram Ellewoutsdijk—Goes zou stellig
nuttig zijn en wel rendeeren. Als eene nieuwe
boot 135.000 gulden kost, (volgens X.), dan ge
loof ik dat voor zoo'n sommetje wel liefheb
bers voor 't leggen van een tram naar Goes
zouden gevonden worden. En laat een lijn
naar Breskens het vierdubbele kosten, in aan
merking genomen de groote belangen, die op
het spel staan, en de ondervinding dat een
stoombootdienst op de Schelde geen vlug en
doelmatig verkeer kan in 't leven roepen, moet
dat ons niet tegen die kosten doen opzien.
Ik vind dat het hooge belang dezer zaak
dringend eischt, dat voorstanders van een be
tere gemeenschap tussehen TerneuzenVlissin
gen en van een verbindingsweg tnsschen het
voormalig 4e en 5e district de handen ineen
dienen te slaan. Er zijn vele dingen tot stand
gekomen, die vrij wat wanhopiger stonden,
toen ze liet eerst op 't tapijt gebracht werden.
Alles bijna, wat onze eeuw grootseh en nuttigs
voor 't voetlicht bracht, vond bedenkelijke ge
zichten en hield den geldbuil gesloten. On
dernemingsgeest en energie moesten gewoon
lijk eerst bewijzen, dat liet kapitaal rendeeren
zou, eer deze machtige hefboom beschikbaar
kwam.
Ook hier zal dit weer 't geval zijn. Doch
laat allen, die het met mij eens zijn, dat in
deze dient gehandeld te worden, hunne instem-
Een half uur later verscheen Rivers in de
kleedkamer zijner vrouw en vond haar lezende
bij het open raam. Wat zag zij er jong en
schoon uit!
- „Wat studeert gy vroeg hij, het boek
opnemende, „Bracebridge Hill, dat is een heel
oude geschiedenis."
„Maar heel mooi, zoo antiek en eenvoudig."
„Gij schijnt hier pleizier te hebben, vrouwtje
en gij hebt Riversdale heelemaal ingepakt. Hebt
gij plan om altijd zoo met hem te blijven
flirten
„Ja zeker. Lord Riversdale is een lieve
man. Ik zal den lieelen dag met hem flirten."
„Wat een bekentenis! En als ik er mij
eens tegen verzette, gij coquetje, zonder be
ginselen
„Ach Derk, gij zijt hier veel gelukkiger
dan in Londen En ik ook."
Denlaatsten dag van hun verblijf te Riversj
dale werd besteed aan een bezoek aan „de
Hoeve". Het had den vorigen dag hard ge
regend, zoodat de weg hard en vrij van stof
was. Het paardje van juffrouw Wilmot was
goed gedresseerd, mak, en de eerste jeugd te
boven, zoodat Celia baar moed voelde herle
ven toen zij het zag. „Gij ziet er bijzonder
lief uit," zei Rivers, zoodra zij in haar amazo
nen op de trap verscheen. „Dat rijkleed zit
uitstekend. Is het van „Busbine?"
„Neen van Wolmershausen. Zeg Perk, als
ming met dit schrijven betuigen, door 't zenden
van een visitekaartje aan mijn adres, dan is
reeds veel gewonnen. De verdeelde krachten
kunnen dan vereenigd en nuttig aangewend
worden.
De bevolking van Zeeuwsch-Vlaanderen, van
geheel Zeeuwsch-Vlaanderen, heeft er op de eerste
plaats belang bij, maar ook Zuid-Beveland en
Vlissingen. Daarom is liet naast een plaatselijk
ook een provinciaal belang-. Voor het rijk is
het evenmin een onverschillige zaak. Subsidies
van rijk, provincie, gemeenten en polders waren
dus zeker te verwachten. Als de zaak maar
aangepakt wordt en goed aangepakt.
Het woord is aan n, lezer.
In dank voor de verleende plaatsruimte
Uw dw.
Chr. VERHAAK.
Sas van Gent, 23 Sept. 1897.
BRIEFWISSELING.
Aan Dixi II. U redeneert wel veel, maar
betoogt of bewijst niets. Als n, tegenover
Dm, het nuttige en het noodige vati school
vergaderingen op Zuid-Beveland wilt aantoonen,
zullen wij u, evenals hem, plaatsruimte afstaan.
Maar wees dan zaakrijk en practisch. Door
een degelijke polemiek alleen kan de zaak
gebaat worden.
Vertrokken en aangekomen schepen.
Vlissingen, 24 Sept. Binnengekomen
het Eng. ss. Italia, gez. Guthrie, van Middlesbro.
HANDELSBERICHTEN.
Graanmarkten enz,
Vlissingen, 24 Sept. Boter 1.k 1.05.
Eieren f 4.80 a per 104 stuks.
Amsterdam, 24 Sept. Raapolie 29. Lijn
olie 15 Va a contant.
Cüreghem-Anderlecht, bij Brussel, 23 Sept.
Ter veemarkt van lieden (Donderdag) waren
1536 stuks runderen aangevoerd, waarvan 652
ossen, 193 stieren en 691 koeien en vaarzen.
De prijs per kilo levend gewicht was voor
ossen 0,74 tot 0.84 francsstieren 0.55 tot
0.65 francskoeien en vaarzen 0.55 tot 0.65
francs.
PRIJZEN VAN EFFECTEN.
Stastaleeniiigeii.
Per telegraaf
Koers van
Gisteren Heden
S3 2i
Sept. Sept.
NEDERLAND. pCt. Bedrag Stukken
Cert. N. W. Sch. 21/2 1000 883/w 88S/1Ö
dito OWS 1000 09% 09 X
dito CertS 1000 9893S/8
HÖNG. dito goudl. 6 100 102 101%
ITALIË. Ins. 02/81 5 Lir. 100-100000 877/g
OOSTENRIJK. OM.
Mei-November.6 fl. 1000 85- 85
dito Jan.-Juli.5 1Ö0O 857/g 85%
dito dito Goud.4 200-1000 --
POLEN. Obl. S. 44 4 Z.R. 500
PORT. O. B. 63/84
met ticket3 21 s/l6 fcltyl
dito dito 1888/89
met ticket41/2 fr. 500 30% 30
RUSLAND. Cert.
Ins. 6e S. 1864 6 Z-.R. 500
dito 80 gec. dito 4 w 125-825 988/jg
dito 1889 dito 4 R. 125 993/g
dito 93 5e Em. 4 G.R. 125 997/a 993/4
dito 94 6e Em. 4 R. 125 101 1003/.
Obl. L. 1867/69 4 20-100 1021/m 102
Cert. v. B. Asgn. 6 P.R 1000
dito 1884 goud 5 G;R. 126-1000 1051/a
SPANJE. O. B. Per. 4 Pes. 1000-24000 58 58
dito bin. Perpet. 4 Pr. 500-25000
TURKIJE. Gepriv. 4 fr. 500-2500 87tyg
Ceconv. serie D. 20-2000 211/jj 22l/4
dito dito C. 20-100 23S/4 24
EGYPTE. O. L. 76 4 20-100
dito sp. dito 1876 31/a 20-100
BRAZILIË. Obl.
Londen 1883.... 4 1000
dito Obl. 1889 4 643/8
VENEZUELA 1881 4 100-500 S5S/4 35%
Industricele en Financieele
ondernemingen.
NEDERLAND. pCt.
N/W. o.tt.Tac. Pbï. 6
f
ioa-iooo
5715/16 681fo
Ned. Hand. Msch,
A. rescontr6
11
1000
1375/16 137%
N.-l. Hand. A.
11
150
863/-
Zeeland Aand
11
500
16
dito dito Pr. dito
,1
500
dito Obl. 1886.. 3
11
1000
DUITSCHLAND
Cert. Rijksbank
Aand. Amsterdam
2000
OOSTENRIJK. A.
O. H. B
6.
600
1341/i 133%
het niet al te kinderachtig staat, zoudt gij dan
naast mij willen blijven? Ik voel mij met
niemand anders heelemaal veilig."
„Hoe kunt ge zoo iets ontzettend onaan
genaams van mij vergen zei Derk lachend,
keek snel om zieh heen, om te zien of zij
alleen waren, trok haar naar zicli toe, en kuste
haar hartelijk. „Ik zal goed voor u zorgen,
kind."
„En geeft ge mij een wenk, als ik niet
recht zit. Zij wachten op ons," voegde zij er
bij, en liep snel naar beneden, terwijl Rivers
haar volgde.
Juffrouw Wilmot zat reeds te paard, Lord
Riversdale had haar juist geholpen en Dacre
stond te wachten om mevrouw Rivers den
zelfden dienst te bewijzen. Celia aarzelde,,
trachtte haar man te wenken, maar die
sprak met juffrouw Wilmot en dus nam zij
Dacrc's hulp aan en zat al in het zadel toen
Derk zich naar liaar omkeerde.
Juffrouw Wilmot vertelde, dat haar vader
bij een zieke gehaald was en dus het genoegen
moest derven van mee te gaan. Zij reden weg
en Celia voelde zich zeer op haar gemak. Ri
vers bleef met de houding van een beschermer
naast haar, Dacre reed aan haar andere zijde
en Riversdale en juffrouw Wilmot vormden de
voorhoede.
Nu volgden er eenige uren, die voor Celia
de gelukkigste waren welke zij ooit had door
gebracht, daar alhaar twijfel aan Derl^s
liefde en goedkeuring geheel verdwenen.
Haar geluk was zoo volkomen, dat zij buiten
gewoon stil was en slechts heel kortaf ant
woordde op het gebabbel van Dacre. De weg
steeg geleidelijk, door een boschrijke streek.
Hier en daar waren open plekken met heerlijke
vergezichten in de vlakte. Het was te warm
om hard te rijden behalve toen ze boven op
de vlakte kwamen, waar ze vlug galoppeerden.
Het paard dat Rivers bereed was nog al wild,
doch spoedig voelde het de hand des meesters,
zoodat Celia niet veel last had van zijne kromme
sprongen.
Eindelijk bereikten zij De Hoevetoen de zon
reeds achter de hoogten begon te dalen. De
poort was een laag bouten gebouw, waarnaast
zich de portierswoning bevond, geheel met
clematis en rozen begroeidde oprijlaan slin
gerde tusschen boomgroepen door over een
weiland, waar koeien graasden. Celia zag-
reeds met het oog eener eigenares rond.
„Is het geen lieve plaats?" riep zij uit.
„O ja", zei Riversdale, „het ziet er heel
aardig uit en het huis is ook goed en oud
ouder dan Damcrhof. Vroeger liep er een
gracht omheen, maar die is thans herschapen
in een bloementuinalles groeit hier prachtig.
Het ligt zoo beschut."
Wordt vervolgd.)