BUITENLAND.
M\wm van Tarwe ea Meel.
PRIJZEN VAN EFFECTEN.
Vrijdag 17 Septe mber.
Wereldmarkt.
Particulier bericht.)
Rotterdam. {Telegram van den make
laar H. van Randwijk). De stemming was heden,
bij een stille markt, niet flauwer. Mais was
ruim aangeboden. Meel werd weinig gevraagd.
Donderdag 19 September.
Antwerpen. Tarwe flauw. Amerikaan-
sche fr. 21 ys. Donau Sr. 22.
P a r ij s. Tarwe kalmloop. md. fr. 29.05.
B e r 1 ij n. Ondanks de weinig bemoedigende
telegrammen nit Noord-Amerika en berichten
uit het overige buitenland, heerschte hier zoo
wel voor tarwe als rogge eene vaste stemming
de betaalde prijzen waren intusschen maar
weinig hooger.
Pest. Tarwe tot de hoogste noteering ver
handeld fl. 12.07; vorigen dag fl. 12.04.
N e w - Y o r k dis. 100 vorigen dag 1004.
Chicago 93}; 94J.
Algemeen Overzicht.
Niet alle Duitsehe bladen zijn onverdeeld
verheugd over de geestdrift der Hongaren voor
keizer Wilhelm, en voor het Drievoudig ver
bond. Zij erkennen den invloed der Hongaren
op de buitenlandsche politiek van de K. K.
monarchiezij erkennen dat de plaats van
Oostenrijk in ons werelddeel allicht anders zou
zijn, als men daar niet met de Hongaren te rekenen
had. Maar zij zijn evenmin blind voor het ver
schijnsel, dat de Hongaren meer gedreven wor
den door haat tegen de Slaven dan doorliefde
tot de Duitschers. Zij wijzen daarbij op de
tegenstelling tusschen de Magyaren en de
Duitschers, op de vervolging waaraan de laat-
sten van de zijde der eersten blootstaan, en
betoogen dat de Duitschers in Hongarije het
ten slotte geen haar beter hebben dan onder
de Czechen in Boheraon, onder de eigenlijke
Slaven in de andere deelen der monarchie.
Deze opmerkingen worden gemaakt, niet als
een onvriendelijke afwijzing van die geestdrift,
maar als een waarschuwing in het belang eener
goede verstandhouding.
Geheel ongelijk heeft men daarin niet. In
dezelfde stad, waar men Duitsehlands keizer
als vriend en landgenoot zal inhalen, waar men
kosten noch moeite heeft gespaard om hem een
schitterende ontvangst te bereiden, werden niet
langer dan een half jaar geleden de voorstel
lingen van een Duitseh tooneelgezelschap door
de Magyaren verstoord en (le tooneelspelers
mishandeld. En nu is de wensch zeker niet
onbillijk, dat de Magyaren ook bij zulke ge
legenheden toonen, het oprecht te meenen met
de vriendschap voor Duitschland.
Mogelijk is het ook, dat het bezoek des
keizers aan Boedapest, waardoor dit ook tegen
over het buitenland den rang van hoofdstad
verkrijgt, gunstig zal werken op de volksmee-
ning. Dat is vooral tc hopen voor hen, die in
de hechtheid van het Drievoudig Verbond den
waarborg voor den Europeeschen vrede zien.
Want groot zou de omkeer zijn als in Oos
tenrijk, het Slavisch element overheerschend
werd. Oostenrijks positie in het Oosten zou
veranderen, en in de uitsluitend Duitsehe ge
westen zou de Germania iridenta optreden, en
zou overal het verlangen worden geuit, zich
bij het groote Duitsehe rijk te voegen.
Die mogelijkheid wordt reeds in enkele
Duitsehe kringen besproken. Of dat geheel
een toekomst-vraagstuk is? Zonder ons op
het gebied van voorspellingen te bewegen, kan
toch worden opgemerkt, dat in de Duitsehe
streken van Oostenrijk nu reeds alles gedaan
wordt, om de banden met de zoogenoemde
Kijks-Duitschcrs nader aan te knoopen, en dat
dezen zich allerminst ongeneigd toonen, de
gestoken hand aan te nemen. Dat bleek uit
de vele inedcdeelingen over de meetings en
protest-optochten in de grensstreken van Bo-
hemen, welke telkens over de grens gingen,
om bij hun thuiskomst door de Czechische
dienders te worden afgerammeld.
Voor Europa zou het zeker een ramp zijn,
als Duitschland in Oostenrijk belangen te ver
dedigen kreeg. Dan zou er einde komen aan
de goede verstandhouding, welke tusschen beide
keizerrijken bestaat, en een triomf kan
heeten voor de Duitsehe diplomatie, die hier,
niet een kunstig in elkander gezet werk leverde,
maar die in zoo korten tijd de veeten uit dë
jaren voor '66 heeft doen vergeten, en de lan
den, die toen scherp tegenover elkander ston
den, zich zoo nauw deed aaneensluiten.
Gelukkig dat de beslist vredelievende ge
zindheid van keizer Wilhelm waarborg is tegen
een avontuurlijke politiek. Indien Duitsehlands
vorst bedacht ware op uitbreiding van zijn rijk,
dan zou niets gemakkelijker zijn dan Oosten
rijk naar het Oosten te doen opdringen en daar
door de andere provincies rijp te maken voor
hereeniging met liet groote rijk.
Maar van zulke plannen verdenkt zeker
niemand den keizer die veeleer alles zal
aanwenden om den Duitschers in Oostenrijk
een thnis te doen vinden.
In dat opzicht is Bismarck het met den
keizer eens. Aan eene Oostenrïjksche deputatie,
welke hem onlangs kwam gelukwenschen, zeide
hij, dat zij uit eerbied voor de dynastie, bij
hun nationalen strijd binnen de grenzen der
Christelijke zedelijkheid moeten blijven. Hij
wees verder vooral op de noodzakelijkheid, dat
de Duitsch-Oostenrljkers zich met de andere
nationaliteiten verstaan.
Thans waarschuwt ook de Hamb. Nach,
tegen de inmenging der Rijks-Duitschers in Oos
tenrïjksche zaken. Alle pogingen der Duitsehe
oppositie daar te lande, om in Duitschland steun
te vinden, moeten worden veroordeeld, op de
zelfde wijze als men zou doen zoo Duitsehe
oppositie in Oostenrijk steun ging zoeken.
Niet onmogelijk dat het aan dit alles ver
bonden gevaar den keizer drijft zoo te ijveren
voor het behoud van het Turksche rijk in zijn
tegenwoordige gedaante.
Over de vredesonderhandelingen geen nieuws.
De Engelsclie dagbladcorrespondenten, die nog
niet bekend waren met het reeds vermelde
communiqué der Engelsche regeering, blijven
voortgaan gunstige berichten te zenden. Daily
News vernam al dat de ambassadeurs het geheel
eens zijn, en nu dat resultaat verkregen is,
geen letter of komma in hun ontwerp willen
veranderen. Natuurlijk uit vrees dat anders de
monden weer opengaan.
Een ander bericht, dat met die gunstige op
vatting in overeenstemming is, weet aangaande
de jongste besluiten mede te deelen, dat de
mogendheden de leening voor de krijgsver-
goeding zullen garandeeren. De commissie, be
last met het instellen van een onderzoek naai
de bronnen van inkomst nit welke de dienst
dier leening moet worden bestreden, zal on
middellijk worden samengesteld onder toezicht
van alle gezanten der mogendheden te Athene.
Het blijkt hieruit, dat Salisbury de over
winning heeft behaald, en dat z.ijn voorstellen
de grondslag zijn voor de oplossing, welke ein
delijk gevonden zou zijn.
De Grieksehe kamer, die al voor eenige
dagen tegen de volgende week was bijeenge
roepen, zou dan aanstonds haar goedkeuring
aan de getroffen financieele schikkingen kun
nen verleenen.
Beknopte Mededeelingen.
De vereenigde liberalen te Waremmea heb
ben, met het oog op de herstemming van Zondag,
een motie aangenomen, waarin zij verklaren
dat het handhaven van een clericale meerder
heid, welker sterkte buiten alle evenredigheid
tot de party verhoudingen in het land staat, een
nationaal gevaar is, dat de overwinning van
den clericaal de macht der regeering zou be
vestigen, en dat het eenige middel om dat te
voorkomen is den socialistischen candidaat te
steunen.
In Frankrijk vormen de diplomaten niet
een vast corps, en worden telkens andere hoog
geplaatste ambtenaren tot gezant benoemd, en
gezanten tot hooge betrekkingen. Zoo b.v.
Lozé, die eerst prefect was, toen gezant te
Weenen en nu optreedt als gouverneur-generaal
van Algiers, ter vervanging van Cambon, die ge
zant te Brussel wordt. In het geheel heeft een
verschuiving van acht personen plaats, die allen
een andere betrekking krijgen.
De negen verdachten in de Tanauiazaak
(Arton en 8 leden of oud-leden der kamers) zijn
thans gedagvaard. Zij hebben drie dagen tijd
om tegen hun verwijzing naar de openbare zit
ting cassatie aan te teekenen.
De Fransche regeering wil den Parijsehen
raad niet in buitengewone zitting samenroepen
om de broodprijzen te bespreken. Er is nu
sprake van om den voorzitter der begrootings-
commissie in den arm te nemen, of de bijeen
roeping te doen vorderen door liet bij de wet
van 1855 vastgestelde aantal leden.
Men wil de Zuid-Afrikaansche enquête
weer uit den modder halen, schijnt het. John
Morley zou een belangrijke verklaring ten aan
zien van deze zaak afleggen.
De Nordd. Allg. kan het bericht tegen
spreken, dat keizer Wilhelm, doelende op het
Fransch-Russisch Verbond, zou hebben gezegd
„Te Petersburg hebben wij de room er afge
schept."
De Schlez. Z. wijt de plannen tot vervan
ging van Von Hohenlohe aan den wensch, met
het oog op een mogelijk conflict, een schneidig
generaal aan het hoofd der zaken te stellen.
De Berlijnsche socialiston zijn ontevreden
om den weinigen invloed, dien zij hebben op
de Vorwcirts, welk blad toch grootendeels van
hen bestaat, en waarop men veel minder invloed
heeft dan de partijgenooten buiten Berlijn op
hun plaatselijk orgaan. Op de afdeelingsver-
gaderingen in de Berlijnsche districten is be
sloten deze zaak op de partijvergadering aan
de orde te stellen.
Op dezelfde vergaderingen is gesproken over
de opheffing van het besluit geen deel te ne
men aan de Landdagverkiezingen, maar daar
over werd men het niet eens.
Te Rosenheim (Beieren) had een door
400 boeren bezochte vergadering plaats, waar
druk werd gesproken over de vorming van de
katholieke Volkspartij, terwijl de kreet „los
van bet centrum" luide werd toegejuicht. Op
vallend was, dat de vergadering werd geleid
door een katholiek geestelijke.
De politie te Boedapest heeft de groote
socialistische betooging op Zondag a; s. toege
staan. Dit besluit is niet dan na lange aarzeling
genomen, want de socialisten hadden dit ver
lof geëischt, als voorwaarde voor hun rustig
gedrag tijdens het aanstaande bezoek van
keizer Wilhelm.
De pogingen van de Spaansche regeering
om de gescheiden elementen dei-, conservatieve
partij te hereenigen, zijn mislukt. Martinos
Campos ried zijn vriemleB aan Sileala, den
leider der afgescheiden conservatieven te steunen.
Men vertelt, dat de hertog van Tetuan (die
het met de liberalen niet kan vinden, wegens
de oorvijg, door hem aan een kamerjid toege
bracht) als minister van buitenlandsche zaken
zal aftreden, en president van den Senaat wordt.
De Spaansche regeering zal een crediet
aanvragen, om een bijzondere 'politie tot het
nagaan der anarchisten in het l$ven te roepen,
Uit Konstantinopel wordt, aan de i'. Z.
gemeld, dat het leger van Edhem Pacha er
slecht aan toe is, als het in Thessalië blijft.
Het bestaat grootendeels nit Aziatische rediff-
bataljons, die niet gewoon zijn aan het strenge
winterklimaat, en bovendien geen kazernes en
winterkleeding hebben.
In Thessalië is er niets meer om zich te
voeden, en men heeft op geen ondersteuning
uit Konstautinopel te rekenen. Mocht het
leger dus niet spoedig worden terug geroepen,
dan zou het groote leger uiteen vallen.
De Italiaausche troepen op Kreta gaan
voort de door Turken bezette posten te be
zetten thans weer Vandro, Sicolia en Galata.
Djevad-pacha heeft, op grond van door
hem ontvangen bevelen, verzet aangeteekeiul
tegen de oprichting van eene internationale
rechterlijke commissie door de admiralen, en
dit op grond dat zij in strijd is met de wetten
en met de souvereine rechten van den sultan,
welke door de mogendheden erkend en ge
waarborgd zijn.
Met het oog op de agitatie in Mohamme-
daansche kringen van Egypte hebben de daar
liggende Engelsche troepen wat tochten in het
binnenland en grootere steden gemaakt, om de
bevolking eens te herinneren aan hun aanwe
zigheid.
De Engeischen zijn in Soedan bezig een
telegraaflijn tot Berber te verlengen.
Naar men meldt, wachteen de kooplieden te
Darfoer en Chordofan slechts op de opening
van nieuwe handelswegen, om hun voorraden,
0. a, gom af tc zetten.
De Daily Chronicle verneemt nader, dat
bij de verdediging van Vittoria de las Tunas
40U Spaansche soldaten zijn gesneuveld, terwijl
de commandant zelfmoord pleegde.
Generaal Weyler heeft naar Madrid geseind,
dat zijne troepenmacht voldoende is voor de
ontworpen operatiën en dat hij dus de regeering
moet verzoeken de inscheping van 5142 soldaten
uit te stellen, totdat het seizoen gunstiger zal
zijn voor hunne acclimatatie. De generaal
zegt voorts dat zijn plan is eerst de pascificatio
van het Westen te voltooien, alvorens de ope
ratiën in het Oosten aan te vangen.
Een offiiceel telegram uit Havana meldt,
dat de rebellen in de laatste gevechten 73
dooden hadden en dat 203 zich onderwierpen.
Vooral deze laatste bijvoeging doet de waarde
van deze opgave kennen. Dat zich in deze
dagen van toenemend succes 203 opstandelingen
onderwerpen, is al heel moeilijk aan te nemen.
De Engelsche banken te Montevideo
weigeren de regeering van Uruguay het half
miljoen dollars, in een vorig bericht bedoeld.
INGEZONDEN STUKKEN.
Ingezonden stukkeu worden in geen geval teruggezonden.
De droogmaking der Zuiderzee en
de grondbezitters
In de Middelburgsche courant van 11 en 13
Sept. heeft de heer I. H. C. Heijse zijne stem
verheven tegen de plannen ter drooglegging
van de Zuiderzee, voor welker verwezenlijking
thans volgens loopende geruchten eenige kans
schijnt te bestaan.
Ik heb verbaasd gestaan over de argumen
ten, waarmede hier het groote werk bestreden
wordt door iemand, die in zyn gewest als een
scherpzinnig man bekend staatmaar juist
daarom acht ik het noodig het volgende in
het midden te brengen.
Ik wil daarbij niet alle punten, door den
heer Heijse aangeroerd, bespreken. Trouwens,
het komt mij voor dat de geachte schrijver
weinig op de hoogte is van de gegevens, waarop
elk ernstig oordeel over de ZHiderzeezaak moet
berusten, nl. die welke te vinden zyn in de
Nota's der Zuiderzce-Vereeniging en in het
Rapport der Staatscommissie. Misschien ook
was hij in eene ecnigszins «grijze stemming",
zooals een Nieuwe Gidsmnn zou zeggen, toen
hij zijn stuk schreef. De vergelijking met „het
oude paard" doet mij zulks vermoeden. En
hoe anders te verklaren de bewering, dat een
der nadeelen van de Zuiderzee-droogmaking
zijn z"al de werkloosheid der polderwerkers na
afloop van het werk. Aldus redeneerend, zou
meu voor vele groote werken terug moeten
deinzen Bovendien evenals voor dit. werk,
dat minstens 36 jaar zal duren, de arbeids
krachten niet op eens alle te gelijk noodig
zullen zijn, zoo zullen zij ook door het achter
eenvolgens gereed komen van gedeelten van
het werk, geleidelijk, niet op eens, weder vrij
komen.
„Wij kunnen", zoo zegt de heer Heijse, „onzen
tijd en ons geld beter gebruiken, dan beide te
verknoeien aan een zaak die in geen enkel
opzicht het algemeen belang raakt".
Hoe is het mogelijk!
De droogmaking der Zuiderzee zou in geen
enkel opzicht het algemeen belang raken
Raakt het niet het algemeen belang, dat. aan
ons land een gebied wordt toegevoegd van on
geveer van zijne oppervlakte, bestaande
nit bijna 200.000. H. A. van de vruchtbaarste
gronden die ergens ter wereld zijn aan te wij
zen Is het soms niet een algemeen Neder-
landscli belang dat daarop zeker 200.000 bewo
ners waarschijnlijk een zeer goed, ongetwijfeld
een vrij goed bestaan zullen vinden in te
genstelling met de Zuiderzeexisschers, wier be
drijf eigenlijk geen bestaan oplevert, daar zij
o. a. 's winters voor het grootste gedeelte arm
lastig zijn? Heeft het niet te maken met het
algemeen belang, dat voor allerlei bedrijven
en beroepen een nieuw groot arbeidsveld ter
beschikking komt, niet zoo zeer gedurende het
eigenlijke werk der afsluiting en droogmaking
want daarmede zal grootendeels slechts een
bepaalde soort van werkkrachten gebaat zyn
maar van het oogenblik dat het, aangewon
nen en drooggemaakte land ter bewoning moet
worden geschikt gemaakt Raakt het niet het
algemeen belang, als door het beschikbaar komen
van veel grond tal van boerenzoons uit vele
provinciën weer land voor hun bedrijf zullen
kunnen bekomen, tégen niet veel te hooge pacht-
of koopprijzen
Dit laatste punt vooral is van het grootste
gewicht. De heer Heijse vindt echter juist die ver
meerdering van grond niet noodig, zelfs on-
gewenscht. Hij zegt„De toestand van den
landbouw is waarlijk niet van dien aard, dat
er behoefte bestaat, aan het leveren van uitge
strekte gronden, ten deele van onzekere waarde
voor een ontwijfelbaar veel te duren prijs.
Vooreerst zij er op gewezen, dat de waarde
der droog te leggen gronden volstrekt niet
„onzeker" is. Het moet toch een ieder, die
over dit onderwerp heeft nagedacht, hekend
zijn, dat binnen de af te sluiten oppervlakte
door ingenieurs 1049 horingen zijn verricht,
waaruit gebleken is dat van de 212.000 HA.;
die binnen de voorgestelde bedijkingen vallen
(staatscommissie), 194.000 HA. kleigronden zijn;
het overige is zaud, enz. en dus onvruchtbaar.
Voorts dient, hij te weten, dat de opgehoorde
monsters door 2 hoogleeraren onderzocht zijn,
die tot het besluit kwamen dat de zware klei
gronden (ongeveer */4 der oppervlakte) in hoe
danigheid gelijk zijn aan die der Ypolders, de
lichte aan die der Groninger noordelijke zee
polders. Uit die boringen zijn tevens de juiste
grenzen der grondsoorten bekend (Nota VII
der Zuiderzee-Ver.) De staatscommissie van
1892 verklaarde dan ook volmondig in haar
rapport, dat grondboringen en scheikundige
analyse op zoodanige wijze waren geschied,
dat hare resultaten volkomen betrouwbaar zijn.
Meer dan eens trachten tegenstanders dei-
drooglegging omtrent dit punt twijfel te ver
wekken, wat m. i. ongepast is, daar zeker van
alles wat betrekking heeft op de Zuiderzee
zaak niets zoo hoven allen twijfel verheven is
als de kennis van de geaardheid der gronden.
Wat „den ontwijfelbaar te duren prijs" be
treft, het is de vraag wat men „te dunr" noemt.
Voor eene maatschappij, die directe geldelijke
voordeelen beoogt, zouden waarschijnlijk de
Zuiderzeegronden te duur verkregen worden
om met verkoop, enz. winst te behalen. Maar
voor den Staat zullen die gronden niet te duur
zijn, al kostte de H.A. gemiddeld f 1500 en
al werd er slechts f 1000 in koop voor terug
ontvangen.
Het zijn de indirecte voordeelen die voor den
Staat het grootst zullen zijn. Heeft iemand
ooit de droogmaking van de Haarlemmermeer
betreurd, omdat deze aan het Rijk ruim 13.9
millioen gulden (met de intresten) gekost heeft,
terwijl de verkoop der gronden slechts 7.8
millioen heeft opgebracht?
Maar wat is er van de bewering, „dat er in
onzen tijd waarlijk geen behoefte bestaat aan
het leveren van uitgestrekte gronden."? Het
Dagblad van Zuid-Hollancl en s-Gravenhage
dat het stuk van den heer Heijse instemmend
bespreekt, is het ook op dit punt met den
schrijver eens en voegt er bij„terwijl de
tegenwoordige akkers al niet rendeerend zijn."
Dit „niet rendeerend" zijn van de tegen
woordige akkers is volkomen in strijd met de
werkelijkheid. Zelfs als er geen cent voor den
landeigenaar, eigengeërfde of pachtheer over
schoot, dan nog brengt de grond in dien zin
rente op, dat hij in het levensonderhoud van
duizenden landhouwers en hunne gezinnen enz.
voorziet. Maar zoo erg is 'tnog niet gesteld.
Ook ik hoorde wel eens in Zeeland beweren
Grond Niets meer waardalleen
enkele kleinere gewassen kunnen nog met ecnig
voordeel verbouwd worden.
Maar waarom, als ik vragen mag, dijkt men
dan nog jaarlijks zooveel gronden in die
provincie in In 1884 in den Damespolder ruim
200 HA., in 1885 in den Vergaertpolder 200 HA.,
in 1887 in den Bowiepolder 100 HA., in 1893
in den KoninginnenpoldQT 285 HA., in 1896 in
den Anha-Mariapolder 208 HA.; nu houdt men
zich bezig met de bedijking van 580 HA. van het
verdronken Land van Saeftinge, terwijl, als ik
wel ben ingelicht, weer eene nieuwe bedijking
in den Brakman wordt voorbereid.
Doet men dit alles, nu de grond „niets meer
waard" is, uit louter genoegen?
Hoe wordt, zoo wil ik vragen, het feit ver
klaard, dat men bijna niet aan een goed stuk
land met boerenwoning kan komen, en, wan
neer dit wel gelukt, slechts voor hoogen prijs
Maar veel erger nog dan deze moeilijkheid
voor kapitaalsbelegging zijn de oeconomische
gevolgen van het feit, dat er yoor boerenzoons
en in het algemeen voor hen, wier opvoeding
en levensomstandigheden hen dwingen boer te
zijn of te blijven, geen grond genoeg is om
zich te vestigen, dat er dus wel degelijk
groote behoefte aan land is, terwijl daardoor
tevens de pachten voor dezen tijd veel te hoog
worden opgedreven."
Neen, de grond is niet waardeloos geworden,
maar de hooge procenten aan landpacht van
weleer hebben uitgediend en zijn door den
lageren stand van de prijzen der producten
vervangen door een matige rente. En in het
euvel van onze dagen nn, nl. dat door gebrek
aan land de pachtprijzen in verhouding tot de
tegenwoordige, d. i. lagere markten voor den
landgebruiker te hoog worden gehouden of
opgevoerd, kan de aanwinst van eene groote
oppervlakte uitstekende gronden op afdoende
wijze voorzien.
En dat is juist een der grootste oeconomi
sche voordeelen, die verkregen kunnen worden
met de droogmaking van een gedeelte der
Zuiderzee.
De heer Heijse zegt 0, a.„Er is slechts
eene categorie, die belang kan hebben bij de
oplossing van de Zuiderzeekwestie, nl. de
heeren bankiers. Zij zijn 't die daarop azen
het ter hand nemen van deze zaak zou eene
geduchte speculatie in het leven roepen
Daargelaten, dat ook hieruit weer blijkt dat
de schrijver minder bekend is met de voorstel
len van Zuiderzec-vereeniging en Staatscom
missie. omtrent de uitgifte der gronden, die de
bedoelde speculatie uitsluit, zoo blijkt uit het
bovenstaande genoegzaam, dat, al zouden de
bankiers profiteeren, dit ook zeker met vele
anderen het geval zou zijn.
Maar ik zoude tegenover de woorden van
den heer Heijse deze willen stellen„Er is
eene categorie van personen, die meer dan
alle andere de oplossing der Zuiderzeezaak
tegenwerkt, nl. de heeren grondbezitters. Als
er wellicht reeds door deze regeering
nog een harde strijd zal moeten gestreden wor
den, alvorens tot het groote werk zal zijn be
sloten, dan zal die strijd zeker voor een groot
deel .moeten gevoerd worden tegen de groote
grondbezitters.
Zij zijn de grootste en tevens de gevaarlijkste
vijanden van de Zuiderzeezaak, al bekennen
zij dit niet openlijk. Zij toch zien zeer goed
in, dat gedurende jaren de pachtprijzen in vele
streken zullen dalen, misschien ook dat vooral
op de aanliggende zandgronden in den eersten
tijd na de droogmaking de arbeidsloonen zul
len stijgen.
Maar dat is het juist wat wij, voorstanders
van afsluiting en droogmaking der Zuiderzee,
willen hereiken en wat ook geheel in de lijn
van de politiek der tegenwoordige regeering ligt.
Wij durven er rond voor uitkomen, juist om
dat het hier geldt eene zaak van algemeen be
lang bij uitnemendheid en die wij zullen te ver
dedigen hebben tegen eigenbelang en zelfzucht.
De geschiedeuis zal er later misschien op
moeten wijzen, dat de beslissing omtrent deze
zoo bij uitstek nationale zaak nog lang door
openlijke en verkapte tegenstanders werd tegen-
ouden ook over de droogmaking van
de Haarlemmermeer is meer dan twee eeuwen
geredeneerd, terwijl dit meer intusschen voor
millioencn schade berokkende de strijd zal
toch ten slotte door de voorstanders gewonnen
worden. Want niet. menschen, maar de omstan
digheden in de eerste plaats zullen daartoe
dringen. Eu dan zal eerst recht blijken hoe
deze zaak er eene was in alle opzichten m hel
algemeen belang, het particulier belang der
grondbezitters ten spijt.
A. A. BEEKMAN,
Schiedam, 16 Sept. 1897.
AFRIKA,
Voor de zooveelste maal verschijnt in di
verse bladen eene oproeping van sollicitanten
naar eene betrekking aan de Znid-Westkust
van Afrika.
Daar ik indertijd mijn studie van den han
del op deze landstreek heb gemaakt, zij het
mij vergund heeren sollicitanten den raad te
geven zich, alvorens zij tot solliciteeren over
gaan, tot mij te wenden onder letter X aan
het bureau dezer courant, welke wel zoo wel
willend zal zijn ingekomen brieven om inlich
tingen aan mij op te zenden, zullende ik hen
gaarne voor eventueele teleurstellingen waar
schuwen.
Om slechts eene enkele vingerwijzing te geven,
verwijs ik eventueele reflectanten naar het
werk van den heer Stanley Door Afrika's don~
kerste wildernissenen wel speciaal naar die
bladzijde, waar hij schrijft over de „Hollandsche
Faetoryen, in wier nabijheid zoo menige graf
steen getuigt van teleurgestelde verwachtingen
ontloken in de borst van zoo menig veelbelo
vend jongeling," X.
HANDELSBERICHTEN.
Graanmarkten enz.
Vlissingen, 17 Sept. Boter 1.05 a ƒ0.95.
Eieren f 4.per 104 stuks.
Amsterdam, 17 Sept. Raapolie 29'/a- Lijn
olie 15*/4 a contant.
Cdregueh- Aïvderlechtbij Brussel, 16 Sept.
Ter veemarkt van heden (Donderdag) waren
1468 stuks runderen aangevoerd, waarvan 595
ossen, 192 stieren en 681 koeien en vaarzen.
De prijs per kilo levend gewicht was voor:
ossen 0.74 tot 0.84 francs; stieren 0.55 tot
0.65 francs; koeien en vaarzen 0.55 tot 0,65
francs.
Staatsleenlngen.
Koers vaii
Per telegraaf Gisteren Hedeü
16 17
Sept. Sept.
NEDERLAND. pCt. Bedrag Stuiken
Cert. N. W. Sch. 2% 1000 88
1000
1000
1000 987/ie
99
98S/„
dito Obl.
dito Cert
HONG. dito gondl.
ITALIË. Ins. 62/81 5 Lir. 100-100000 88
OOSTENRIJK. Obl.
Mei-November.5 fl. 1000 853/8 851/jfj
dito Jan.-Juli... 5 1000 8518/16 853/4
dito dito Goad4 u 200-1000
POLEN. OW. S. 44. 4. Z.R. B00 93
PORT. O. B. 53/84
met ticket3 213/g 218/g
dito dito 1888/89
met ticketéljn fr. 500
RUSLAND. Cert.
Ins. Be S. 1854 B Z.R. BOO 788/4
dito 80 gec. dito 4 n 125-635
dito 1889 dito 4 R. 126 991/g
dito 93 Be Em. 4 G.R. 126 1003/4 IOOI/4
dito 94 6e Era. 4 R. 125 1011/8 101
Obl. L. 1867/69 4 20-100 1023/8 102S/]8
Cert. V. B. Asgn. 6
dito 1884 goud B
20-100
P.R 1000
G.R. 125-1000 1053)4
SPANJE. O. B.-Per. 4 Pes. 1000-24000 57 57%
dito bin. Perpet. 4 Pr. 500-25000 45
TURKIJE. Gepriv. 4 fr. 500-2500 87
1 D.
dito dito C.
EGYPTE. O. L. 76 4
dito sp. dito 1876 31 /j
BRAZILIË. Obl.
Londen 18634 1
dito. Obl. 1889 4
VENEZUELA 1881 4 1.
20-2000
20-100
20-100
30-100
1000
100-500
22% 22 M
241/s 241/4
1061% 107
651/4
S6^
1
500-1000
58%
58
1000
1371/s
II
150
88
n
500
17
17
11
500
1000
R.M.
2000
-
fl.
600
Industrieel© en Financieele
ondernemingen.
NEDERLAND. pCt.
N.W. en r.-ic. Pbr. 5
Ned. Hand. Msch.
A. rescontr5
N.-I. Hand. A.
Zeeland Aand
dito dito Pr. dito
dito Obl. 1886.. 3
DUITSCHLAND
Cert. Rijksbank
Aand. Amsterdam
OOSTENRIJK. A.
O. H. B
Spoorwegleeningen,
NEDERLAND. pCt.
Hofl. Spoor
Mij tot Expl. van
St. Spw. Aand.
Ned. Ctr. Spw. A.
dito Obligatie.
N.-I. Spw. Aand.
N.-B. Boxt, Obl.
gestemp. 1875/80
ITALIË. Spoorw.
lecning 1887/89
Vict. Em. Sp. O. 3
Zuid-Ital. Sp. O. 3
OOSTENRIJK. F.
O. Spw. Obl. 3
POLEN. W. W. A. 5
RUSLAND. Gr. Sp.
Maatseh, OWigatie 41/3
dito dito dito 4
Balt. Spw. Aand. 3
Kurk Ch. Az. O. 4
Most. Smol. dito 5
1133/4 113%
1048/4
34 34
93
300
Lir. 500-2500
500
h 500-5000
551/16
627/8
581/a
100
600
1125
25-1250
100
1000
1*8 y»
IO3I/4 1021/8