ZITTING VAN VRIJDAG 16 JULI 1897. De heer Van de* Have. Door de verwerping van het amendement van den heer Heijse is ook miju amendement verworpen. Bij het aankoopju van een hengst wordt door buitenlanders zeer gelet opeornage en daarom wilde ik dit onder de erfelijke gebreken gerangschikt zien. De voorzitter* Om het amendement thans nog in te trekken is m. i. het verlof der vergadering noodig. Ik wensch te vragen of zij dat verlof geeft. De vergadering blgkt dit te doen. Tbaus komt in stemming het amendement van den heer ÏÏombach betreffende slecht gevormde beenen. Dit wordt aangenomen met 23 tegen 14 stemme n Voor stemmen de heeren Dan Boer, Siegers, Oggel, De Casembroot, Hennequin, Van Deinse, Hammaeheri Ysebaert, Moerdijk, Vader van 'a-Gravenpolder, Fok- ker, Van der Have, De Bats, Pompe van Meerder voort, Kakebeeke, Hombach, Moes, Van Buren, Dronkers, Van Rompu, Fruijtier, Kloppers en Van der Meer. Tegen stemmen de heeren Van Waesberghe Janssens, Ileijse, Van Houte, De Smidt, Erasmus, Van Teijlingen, Snijders, M. Bolle, Van Lyadea, De Jonge, Holle8telle, Noordijke, Lucasse en Maas. De overige artikelen geven tot geen beraadslaging aanleiding. Na goedkeuring daarvan wordt het geheele regle ment in stemming gebracht en a a ngenome n met 23 tegen 14 stemmen. Voor stemmen de heeren Van Waesberghe Jans sens, Den Boer, Siegers, Oggel, De Casembroot, Hen nequin, Van Houte, Erasmus, Van Teijlingen, Van Deinse, Hammacher, Ysebaert, Moerdijk, Fokker, De Bats, Van LyndeD, Pompe van Meerdervoort, Kake beeke, Hombach, Van Buren, Drookers, Van Rompu en Lucasse. Tegen stemmen de heeren Heijse, De Smidt, Snij ders, Vader van 's Gravenpolder, M. Bolle, Van der Have, De Jonge, Hollestelie, Moes, Noordyke, Maas, Fruijtier, Kloppers en Van der Meer. Verantwoording van fx'edepnteerde Staten wegens de enkel Provinciale en huishou delijke inkomsten en uitgaven over 1S95. Volgens de hierbij overgelegde rekening, waarvan de cijfers door de Algemeene Rekenkamer zijn deug delijk verklaard onder dagteekeDing van 6 Mei 1897, hebben de inkomsten en middelen over bet dienstjaar 1895, geraamd op f 477.317,27, opgebracht f 482.383,93s, terwijl de uitgaven en behoeften, mede geraamd op f 477.317,27, hebben vereischt f 405.227,34zoodat het dienstjaar 1895 een voordeelig slot oplevert vau f 77.156,59s. De volgende inkomsten en middelen hebben meer opgeleverd, dan waarop zij geraamd waren a. de opcenten op de hoofdsom der belasting op de gebouwde eigendommen f 597,56 b. idem op de ongebouwde eigendommen f 101,93 c. idem op de personeele belasting f 1.638,52s d. de opbrengst der tolpachten, tengevolge van nieuwe verpachting der tollea ia 't voormalig 5de district f 160,00 e. als voren wegens de rechten op het gebruik van de steigers f 632,20 teruggaven wegens verplegingskosten van arme krankzinnigen tengevolge van de opneming van meer patiënten in gestichten, dan waarop bij de begrooting gerekend was f 818,69 g. de opbrengst wegens verkoop van puin uit aan de Provincie in eigendom toebehoorende wegen f 519,85 h. rente van op prolougatie uitgezet kasgeld (uitge trokken voor memorie, 583.16 een jaar bnur van het tolhuis op den weg van Walzoorden naar Hulst bij Rustwat f 15 storting door de Zeeuwsche Spoorbootmaatschappij te Middelburg van 70 der netto overwinst over 1895, volgens het besluit der Staten van 7 November 1890 no 7 f 5.252.78s storting door het calamiteus waterschap Ellewoutsdijk en den calamiteuzen polder Borssele, wegens te veel ontvangen bedrag voor de kosten van zeewering en oeververdediging f 5.070te zamen (uitgetrokken bij den Memoriepost „andere ontvangsten" enz.) f 10.337.78s; te zamen eene hoogere opbrengst van t 15.389.70. Et is minder ontvangen dan geraamd wegens a. huur van het woonhuis op het oule kerkplein te Middelburg wijk D no 74, wegens de ten gevolge van nieuwe verhuring bedongen lagere huursom dan waarop was gerekend f 80; b. rente van de op het grootbosk der 2yB natio nale schuld ingeschreven kapitaal voor het verleenen van pensioen aan de weduwen en weezen van ambte naren van den provincialen waterstaat wegens te hooge raming van het artikel f 18.75 c. opbrengst der uitgifte van het Provinciaal blad wegens opzegging van twee abonnementen f 11. d. teruggaven ven rentelooze voorschotten voor wegsverbetering, omdat minder is gemandateerd, dan waarop bij de vaststelling der begrooting was gerekend f 210.25s e. kortingen en bijdragen vau ambtenaren van den provincialen waterstaat voor bet verleenen van pensi oen aan hunne weduwen en weezen, door mutatie in het personeel, waardoor de kortingen minder bedroegen dan de raming f 3.03 f. teruggaaf van op prolongatie uitgezette gelden, daar van het' toegestaan maximum ad f 50.000, slechts f 40.000 is uitgezet, f 10.000; te zamen eene mindere opbrengst van f 10.323.03s. Er is alzoo meer ontvangen dan geraamd f 5.066.66s. Op grond van meer behoefte is machtiging tot af- en overschrijving gevraagd en verkregen op verschillende posten. Voorts wordt ter verantwoording nog medegedeeld: lo. dat de besluiten, waarbij de begrootiDg der enkel Proviociale en huishoudelijke inkomsten en uit gaven is gewijzigd, na Koninklijke goedkeuring zijn' afgekondigd in de Provinciale bladen no. 125 van 1894 en 79 van 1895 2o. dat buiten de in de overgelegde rekening ver antwoorde inkomsten geene andere, het dienstjaar 1895 betreffende, zijn ontvangen 3o. dat door de ontvangers der Provinciale heffingen naar behooreu rekening ea verantwoording is gedaan 4o. dat de uitgevoerde werken, welke niet in het onderhoudsbestek waren opgenomen, vooraf door den hoofdingenieur bij den Provincialen waterstaat zijn geraamd en de daartoe betrekkelijke overeenkomsten, of staten van kosten door ons zijn goedgekeurd en dat al hetgeen de Provincie over het dienstjaar 1895 verschuldigd was, voor zooveel noodig, na onder zoek der schuldvorderingen in tijds betaalbaar is ge steld, wat de wegen en werken betreft, na mededee- ling van den hoofdingenieur dat de in de declaratiën bedoelde uitvoering naar behooren had plaats gehad. Het ontwerp-besluit luidt De Staten van de provincie Zeeland, gezien den door Gedeputeerde Staten overgelegde, door de Algemeene rekenkamer deugdelijk verklaarde rekening en hunne verautwoording van de enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven van dat gewest, over het dienstjaar 1800 vijf en negentig; gelet op art. 120 der provinciale wet besluiten: goed te keuren het gehouden beheer van Gedepu teerde Staten van Zeeland, met betrekkingtot de in-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 74