ZITTING VAN VRIJDAG 16 JULI 1897. 67 De voorzitter* Ik stel voor de algemeene be raadslagingen te honden tegelijk met de behandeling van art. 1, wijl bij dit artikel over het lot van het geheele reglement wellicht kan worden beslist. De heer l»e Smlilt. Mijnheer de voorzitter. Na de ampele discussie in de najaarsvergadering van 1896 zal ik niet verder over deze zaak spreken maar volsta, pour a. qu4 de conscience met de verklaring, dat ik in deze tegen elke beperaing van de vrijheid ben en dus mijne stem tegen dit voorstel zal uitbrengen. Art. 1 van het reglement wordt hierop in stemming gebracht en aangenomen met 23 tegen 14 stemmen Vöor hebben gestemd de beeren Van Waesberghe JanBsens, Den Boer, Siegers, Oggel, De Casembroot, Hennequin, Van Houte, Erasmus, Vau Teylingen, Van Deinse, Hammacher, lJsebaert, Moerdijk, Fokker, Van der Have, De Bats, Van Lynden, Pompe van Meerder - voort, Kakebeeke, flombach, Dronkers, Van Bompuen Lucasse. Tegen stemden de heeren Heijse, De Smidt, Snijders, Vader van 's Gravenpolder, M. Bolle, De Jonge, Holle- stelle, Moes, Van Buren, Noordijke, Maas, Fruytier, Kloppers en Van der Meer. De artt. 2 en 3 worden goedgekeurd. Bij art. 4 zegt de heer Homliacii. Mijnheer de voorzitter. Tot mijn spijt heb ik gemerkt, dat tegen de opinie van het hoofdbestuur van de Maatschappij tot bevx.rd-.ring van Landbouw en Veeteelt in Zeeland en van dat der afdeeliDg Zetland van het Hcd. Paar denstamboek toch art. 4 is behouden geworden, zooals het in het primitief concept-reglement stond. Beide lichamen hebben eerst na rijp beraad besloten aan Ged. Staten te antwoorden, dat het hun voorkwam, dat ook bij dergelijke keuriDgen alle schijn van partij- tigheid worde vermeden, en daartoe is het zeker de aangewezen weg artikel 4 niet aan te nemen, en in plaats daarvan een artikel zooals het gesteld is door het bestuur van de afdeeliDg Zeeland van het N.P.S. aan te nemen met bij voeging aan het slot: Zij zijn ver plicht aan de keurings commissie alle verlangde in lichtingen te verstrekken. Ik geloot dat liet in het belang van de keuring is, dat ook de commissie geheel onbekend blijve met den naam van den eigenaar. Ik stel daarom voor in plaats van het voorgestelde art. 4 te lezen Art. 4. Alle eigenaars of houders die hunne hengsten wenschen aan te bieden ter kenring zijn verplicht, ten einde aan de keuring te kunnen deelnemen, met hunne hengsten op de daarvoor aangewezen plaats bij den aanvang der keuring aanwezig te zijn. Zij zijn ver plicht bij de keuring aan de keuringscommissie alle verlangde inlichtingen te verstrekken. Dit amendement wordt voldoende ondersteund. De heer JHoml»acli. Het is wellicht beter te lezen bij de keuring, want de bedoeling is natuurlijk niet dat de inlichtingen gegeven worden na afloop der ge heel e keuring, maar na de keuring van elk beest. De heer V»n Lynden* Ged. Staten hebben ge meend, dat dit geenszins noodzakelijk is, daar in art. 5 van het reglement het principe is aangenomen van keuring door veeartsen buiten de provincie. Gedepu teerde Staten stellen zich echter geen partij en laten de beslissing aan de Staten over. Het amendement van den heer Hombacb wordt hierop goedgekeurd met 34 tegen 3 stemmen. Voor hebben gestemd de heeren Van Waesberghe Janssens, Den Boer, Siegers, Oggel, De Casembroot, Henncquin, Van Houte, Erasmus, Van Teylingen, Hammacher, Snijders, Ysebaert, Moerdijk, Vader van 's Gravenpolder, M. Bolle, Fokker, Van der Have, De Bats, Van Lynden, Pompe van Meerdervoort, De Jonge, Kakebeeke, Hollestelle, Hombacb, Moes, Van Baren, Dronkers, Van Woelderen, Noordijke, Van Rompu, Lucasse, Maas, Fruijtier, Kloppers en Van der Meer. Tegen de heeren Heijse, De Smidt en Van Deinse. Bij artikel 5 zegt de heer Fruytier. Mijnbeer de voorzitter. Ik wensch op art. 5 twee amendementen voor te stellen 1°. om de woorden buiten de provincie Zeeland gevestigde", te doen vervallen 2°. om aan bet slot van het art. eene nieuwe alinea toe te voegen, luidende: „Zij mogen alleen optreden in de deelen van Zeeland buiten hun dienstkring ge legen." Ik zie volstrekt niet in, waarom alleen veeartsen, buiten de provincie wonende, moeten genomen worden. Wij bezitten een uitgelezen corps provinciale veeartsen die volkomen vertrouwbaar zijn; in menig opzicht zelfs beter dan die buiten de provincie wonende. Voor par tijdigheid behoeft men volstrekt niet bevreesd te zijn, te meer niet, nu het amendement van den heer Hom- bach op art. 4 aangenomen is en de commissie tijdens de keuring onbekend blijft met den eigenaar van den hengst en doordat het onzeu veeartsen, bij de slotalinea, verboden zal zijn in hun dienstkring te keuren. De voorzitter. Er zijn dus twee amendementen gesteld beide worden voldoende ondersteund. De heer Henneqnin. Mijnheer de voorzitter. Ik moet ten sterkste opkomen tegen de amendementen- Fruytier, in het bijzonder omdat deze strekken om een waarborg weg te nemen, welke juist door het amendement-Hombaeh is versterkt. Die waarborg wordt gezocht in de onbekendheid met het te keuren dier tot op het oogenblik der keuring; door de bepaling dat de veeartsen buiten de provincie moeten gevestigd zijn, heeft men getracht de grootst mogelijke onpar tijdigheid by de beoordeeling te verkrijgen. Dat is de bedoeling der bepaling van art. 5, die van overwegend gewicht is, al is door de aanneming van het amende- ment-Hombach do kans op de vorming van een on partijdig oordeel bevorderd. Onze veeartsen zijn volkomen eerlijk en onkreukbaar. Niemand heeft meer eerbied voor hen dan ik, maarzij staan niet altijd volkomen vry, ook al zouden zij niet keuren in de kringen waarin zij hunne practyk uit oefenen bekendheid en talrijke relaties bestaan er, die zich gewoonlijk verder uitstrekken dan hunne woon plaats. Daarom juist wenscht de Maatschappij van Landbouw de keuringen in handen van veeartsen buiten de provincie en zoude ik het zeer betreuren als in dien zin niet werd beslist. De heer Fruyfier. Mijnheer de voorzitter. Vergun mij nog een enkel woord tot nadere toelichting van mijn amendement. Als de woorden„buiten de provincie gevestigd" vervallen, dan staat het artikel nog niet in den weg als Gedeputeerde Staten veeartsen buiten de provincie willen benoemen. Mijn voorstel beoogt, om Gedeputeerde Staten in de benoeming van leden der keuringscommissie zooveel mogelijk vrij te laten. Zooals ik straks gezegd beb, ben ik niet bevreesd voor partijdigheid in het keuren. Wanneer onze veeartsen niet keuren in den kring waar zij hunne praktijk uitoefenen, zijn zij volkomen onafhankelijk van de eigenaars der hengsten. De natuurlijke verdeeliog onzer provincie in eilanden ia oorzaak, dat een provinciaal veearts zeldeo praktiseert buiten zijn ciienBtkring; zoodat de veearts teZierikzee weirig bekend is met de hengstenhouders in Noord- en Zuid-Beveland, Walcheren, Tholen, enz. eu omgekeerd de veeartsen dezer eil&aden weinig met die van Schouwen en Daiveland. Daarbij komt nog, dat een veearts uit een der noorde lijke provincies niet altijd bekend is met de richting

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 71