ZITTING VAN VRIJDAG 16 JULI 1897. 65 Na afloop vau iedere keuring wordt de uitslag door de keuringscommissie ten spoedigste medegedeeld aan Gedeputeerde Staten. Deze mededeeling bevat eene nauwkeurige beschrij ving van de goedgekeurde hengsteD, met vermelding van naam en woonplaats van eigenaar en houder, alsmede eene opgaaf vau de afgekeurde hengsten, met vermelding der redenen van atkeuriDg. Gedeputeerde Staten brengen een en ander ter open bare kennis bij aanplakbiljetten, welke door de tusscben- komst van bnrgemeeBter en wethouders in iedere ge meente worden afgekondigd. Art. 7. Hij, die zich door de beslissing der keurings commissie bezwaard acht, kan binnen 10 dagen, nadat zij is genomen, eene herkeuring aanvragen bij Gedepu teerde Staten. Hij moet bij zjjn daartoe strekkend verzoek een bedrag van f 50 storten ter provinciale griffie, tot goedmaking der kosten. Door Gedeputeerde Staten worden daarna tijd en plaats aangewezen, waar de herkeuring zal worden gehouden. Voor dit onderzoek wordt jaarlijks door Gedeputeerde Staten eene tweede commissie van 5 leden benoemd, op de wijze als in art. 5 omschreven, waarin ten mitste twee gediplomeerde veeartsen zitting hebben. Wordt bij de herkeuring de aanvrager in het gelijk gesteld, dan ontvangt hij de gestorte f 50 terug. Art. 8. De gewone en buitengewone keuringen gelden niet langer dan tot de eerstvolgende gewone keuring. De hengsten worden op den gebrand met merk. Art. 9. De leden der keurings- en herkeurings- commi8siën genieten vergoeding voor reis- en verblijf kosten naar de derde klasse van het tarief, vastgesteld bij Koninklijk besluit van 5 Januari 1884 (Staatsblad no. 4) Door de veeartsen wordt bovendien eene vacatie genoten van f 6 voor eiken dag, waarop door hen keuringen worden verricht. Art. 10. De kosten, uit de uitvoering van dit regle ment voortvloeiende, worden bestreden uit de middelen der provincie. Art. 11. Voor de toepassing van dit reglement wordt hij, bij wien de hengst opgestald is, als houder daar van aangemerkt. Art. 12. Het opsporen en constateeren van de overtredingen van dit reglement is, behalve aan de ambtenaren en beambten in het wetboek van straf vordering genoemd, opgedragen aan de provinciale veearts. Art. 13. Dit reglement treedt in werking op 1 Januari-1898. Na afloop van iedere keuring wordt de uitslag door de kenring8commiessie ten spoedigste medegedeeld aan Gedeputeerde Staten. Deze mededeeling bevat eene nauwkeurige beschrijving van alle hengsten, met ver melding van naam en woonplaats van eigenaar en houder, alsmede eene opgaaf van de redenen van af keuring. Gedeputeerde Staten brengen een en ander ter open bare kennis bij aanplakbiljetten, verschillend van kleur voor goedgekeurde en voor afgekeurde hengsteD, welke door de tusschenkomst vau burgemeester eu wethouders in iedere gemeente worden afgekondigd. Art. 7. De eigenaar of houder, die zich door de beslissing der keuringscommissie bezwaard acht, kan binnen 10 dageD, nadat zij te zijner kennis is gebracht, eene herkeuring aanvragen bij Gedeputeerde Staten. Hij moet bij zijn daartoe strekkend verzoek een bedrag van f 50 storten ter provinciale griffie, tot goedmaking der kosteD. Door Gedeputeerde Staten worden daarna tijd en plaats aangewezen, waar de herkeuring zal worden gehouden. Voor dit onderzoek wordt jaarlijks door Gedepu teerde Staten eene tweede commissie van drie buiten de provincie gevestigde gediplomeerde veeartsen be noemd. Wordt bij de herkeuring de aanvrager in het gelijk gesteld, dan ontvangt hij de gestorte f 50 terng. Art. 8. De gewone en buitengewone keuringen gel den niet langer dan tot de eerstvolgende gewone keuring. De goedgekeurde hengsten worden op een der voor hoeven gebrand met een merk, bestaande uit de letter Z en de laatste twee cijfers van bet jaar der keuring. Art. 9. De leden der keurings- en herkeurings- commissiën genieten vergoeding voor reis- en verblijf kosten naar de derde klasse van het tarief, vastgesteld bij Koninklijk besluit van 5 Januari 1884 (Staatsblad no. 4.) Door de veeartsen wordt bovendien een vacatie genoten van 6 voor eiken dag, waarop door hen keuringen worden verricht. Art, 10. De kosteD, uit de uitvoering van dit reglement voortvloeiende, worden bestreden uit de middelen der provincie. Ari. 11. Voor de toepassing van dit reglement wordt hij, bij wien de hengst opgestald is, «als houder daar van aangemerkt. Art. 12. Het opsporen en constateeren van de overtredingen van dit reglement is, behalve aan de ambtenaren en beambten in het wetboek van straf vordering genoemd, opgedragen aan de provinciale veeartsen. Art. 13. Dit reglement treedt in werking op 1 Maart 1893. Het algemeen verslag der afdeelingen, wordt klaarde dan ook, zich aan te sluiten bij de uitgebracht door den heer Snyders. meening hieromtrent door de hooge regeering ge- Aau het onderzoek in de atdeelingen hebben deel- uit en wilde nu reeds verklaren, dat bij tot ver genomen 33 leden, waaronder 6 leden van Gedepu- hooging van den post, voor dit belang op de pro- teerde Staten. vinciale begrooting voorkomende, niet zal kunnen Bij de opening der diseussiën werd in eene afdeeling medewerken, door een lid buide gebracht aan Gedeputeerde Staten De bespreking der verschillende artikelen van het voor de behartiging dezer zaak; in eene andere af- ontwerp-reglement gaf overigens aanleiding tot de deeling verklaarde een lid, dat hij tot zijn leedwezen volgende opmerkingen. niet tegenwoordig bij het nemen van het besluit, dat Art. 1. Een lid achtte het een voornaam punt, dat leidde tot het in behandeling nemen van dit reglement in dit artikel de bepaling niet is opgenomen, dat de zich alsnog wenschte te doen kennen als bekeerd hengst drie maanden in het bezit van den eigenaar vau voorstander van de meest mogelijke vrijheid in moet zijndu kan iemand quasi een hengst koopen, het gebruik van dekhengsten tot bet systeem van nit- dien laten dekken en acht dagen later weder verkoopen, sluiting van afgekeurde heogsten. Genoemd lid ver- waardoor bet reglement illusoir zal worden. Een lid Bijvoegsel van de niddelburgscbe courant van woensdag 11 Augustus 1897. 17

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 69