54 ZITTING VAN VRIJDAG 16 JULI 1897. het renteloos voorschot te verleenen, omdat men hier te doen heeft met een reeds verharden weg. Wanneer de volle som voor bet aanleggen van een keiweg wordt gegeven, dan zal de gemeente 's Heer- Arendsherke, welke toch niet hnlpbehoevend is, er voordeel bij hebben. In de eerste jaren toch zal zij aan aflossing en onderhoud minder per jaar betalen dan haar nu per jaar het onderhoud van den grint weg kost. Meent de vergadering echter het voorstel van den heer De Jonge te moeten aannemen en het volle bedrag te moeten verstrekken, dan hebben wij daarin te berusten. De heer llen Boer. Mijnheer de voorzitter. Ik vereenig mij geheel met het amendement-De Jonge, want wat is het geval. Niet alleen de gemeente 's Heer- Arendskerke, maar Heinkenszand, 'a-Heer-Abtskerke, Wissekerke en de aangrenzende polders maken van dien weg gebruik. Een lid van den gemeenteraad van 's Heer Arends- kerke deelde mij mede driemaal den weg te hebben opgenomen, de eerste maal telde hij 48, de tweede maal 56 en de derde maal 64 wagens, die heen en terug dien weg passeerden, waarvan sommigen met ongeveer 3000 kilo suikerbieten beladen waren, daardoor werden gaten in den weg gereden, in een put werd een voer puin gestort, doch den volgenden dag was er weinig of niets meer van merkbaar. Daar bovengenoemde gemeente dien weg zelf heeft verhard, komt het mij voor, dat wij daar niets mede te maken hebben, en zal ik voor het amendement-De Jonge stemmen. De heer Be Jonge. Mijnheer de voorzitter. Niet tegenstaande ik mij heb ingespannen om zéér scherp toe te luisteren, is het mij niet mogen gelukken om het juiste verband te snappen wat er volgens H H. Gedeputeerde Staten ligt, in de weigering om het volle bedrag toe te staan, en de oorzaak die tot bedoelde weigering aanleiding gaf. Die oorzaak toch kan geen andere zijn, dan de eerste verharding van dien weg maar dat kostte de provincie niets, daarentegen betaalde de gemeente allei. Nu wil het mij voorkomen dat eene gemeente die eerst een primairen weg verhardtlater zich groote sommen getroost, om dezelve te onderhou den en eerst wanneer de toestand onhoudbaar blijkt, zich wendt tot de Staten, eerder lof dan strof ver dient, en toch, is het niets anders dan een straf, voor de certte verharding, ingeval thans de helfc wordt toe gestaan terwijl zonder tegenspraak het volle bedrag zou worden gegeven, ingeval de gemeente voor ver harding nooit een cent had uitgegeven. De gemeente is niet hulpbehoevend, zegt de heer Lucasse, maar waar is dan de grens en in welken toe stand zou zij dan moeten verkeeren om de gevraagde hulp te erlangen. Met cijfers die sprekeD, meen ik straks zéér duide lijk te hebben aangetoond, dat het waarlijk geen luxe is, wanneer het verzoek wordt ingewilligd, maar dat daarvoor integendeel zeer ernstige redenen bestaan. Namens Gedeputeerde staten is gezegd, dat de ge meente er allicht voordeel van zou hebben als zij het geheele bedrag kreeg. Maar thans betaalt men voor onderhoud f 713.02, en zal als de t 11.150 wordt toe gestaan in het vervolg f 557.50 plus de kosten van het onderhoud hebben te betalen, 's Heer Arendskerke zal dus ver beneden f 100 per jaar proliteeren, tegenover het kolossale bedrag, dat vroeger door die gemeente voor dezen weg als onderhoud is betaald. Ook die rede is m. i. niet voldoende om de vraag slechts ten deele in te willigenvan daar dat ik nog maals op het volle bedrag als volkomen gerechtvaar digd blijf aandringen. De heer Heijse. Mijnheer de voorzitter. Nu ons Gedeputeerd College verzuimde op te geven, wat de heeren bewoog, om de aanvraag tot op de helft terug te brengen, acht ik het een daad van gezonde politiek, om «bene gemeente niet te laten verarmen, maar zoo mogelijk armoede te voorkomen. Ik ga dus gaarne mede met den wenk van collega De Jonge, om deze gemeente niet te straften voor het feit, dat zij nog niet noodlijdend is. Het amendement van de heer De Jonge wordt hierop in stemming gebracht en aangenomen met 27 tegen 10 stemmen. Voor stemden de heeren Den Boer, Oggel, Henue- quin, Heyse, Van Houten, De Smidt, Erasmus, Van TeylingeD, Van Deinse, Hammacher, Snijders, Ysebaert, Moerdijk, Vader van 's-Gravenpolder, Van der Have, De Bats, Pompe van Meerdervoort. De Jonge, Kake- beeke, Hooibach, Moes, Dronkers, Noordijke, Lucasse, Kloppers en Van der Meer. Tegen stemden de heeren Van Waesberghe Jans- sens, Siegers, De Casembroot, M. Bolle, Fokker, Van Lynden, Van Buren, Van Rompu, Maas en Fruytier. Het aldus geamendeerde voorstel van Gedeputeerde StateD, wordt hierop aangenomen zonder hoofde lijke stemming. De voorzitter deelt daarop mede, dat de vergade ring voor een half uur wordt geschorst. De voorzitter heropent de vergadering. Aan de orde is nu het algemeen verslag der afdeelingen betreffende het voorstel van Gedeputeerde Staten tot het verleenen van een renteloos voorschot voor ivegsverbetering aan de ge meente Zuiddorpe* Het voorstel is van deu volgenden inhoud De gemeenteraad van Zuiddorpe verzoekt in het hierachter afgedrukte adres aan uwe vergadering een renteloos voorschot te willen verleenen voor de be strating van een weg ter verbinding van de kom van die gemeente met die van de Belgische ge meente Selzaete. Hij vraagt een voorschot van f 13950, zijnde de helft der kosten van aanleg, of zooveel meer ais het aangevraagde rijkssubsidie minder dan die helft zal bedragen. De bedoelde weg, welke aangewezen is op eene bij het adres behoorende teekening met het bestek ter griffie ter inzage liggende ia niet de kortste ver binding tusschen de kommen van Zuiddorpe en Selzaeta, maar vormt eeu omweg vau ongeveer 630 M., welke omweg is gekozen ten gerieve van de bewoners der in de buurt de Oudepolder gelegen hofsteden en van de eigenarea en gebruikers van landen in den polder Zuiddorpe Noorddeel, welke polder eene vrij belang rijke bijdrage in de kosten verleent. Bovendien is in de wegsverbetering begrepen een zijtak lang ongeveer 220 M. in de kom van de buurt de Oudepolder. Daar niet de kortste weg tusschen de kommen van Zuiddorpe en Selzsete gevolgd wordt, is aan den ont worpen kunstweg het karakter van een algemeenen verkeersweg ontnomen en moet de wegsverbetering geacht worden meer in het bijzonder ten behoeve van den landbouw te strekken. Deze zal daardoor zeer worden gebaat. Bij het Belgische gehucht de Oudeburgsche sluis tot waar de weg zal worden verhard (het verdere gedeelte tot Selzaete is reeds hard gemaakt) bevindt zich een kanaal de Lange Leedevaart met losplaats, waarheen veel landbouwproducten uit de gemeente Zuiddorpe ter verdere verzending worden vervoerd, terwijl ten be hoeve van die gemeente vele benoodigdheden te dier plaatse worden gelost. Bovendien worden, volgens het adres, vele landbouw--

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 58