ZITTING VAN VRIJDAG 16 JULI 1897.
49
voorzitter dat het algemeen verslag der aideelingen
aan beeren Gedeputeerde States aanleiding zou gege
ven hebben tot wijziging van hun voorstel, dat strekt
om het verzoek van Krabbendijke te wijzen van de hand.
Krabbendijke is een zeer arme gemeente, die ge
bukt gaat onder een schuldenlast van f 25000. De
hoofdelijke omslag wordt geheven tot een bedrag van
f 4000 en op de personeele belasting worden 50 op
centen geheven. Cm het onderwijs te kunnen gaande
boudeD, wordt de gemeente door het rijk met f 3800
gesubsidieerd.
Nu is die gemeente genoodzaakt tot eene wegsver-
beteriug over te gaan en die verbetering is op geene
andere wijze tot stand te brengen dan door keien.
Het betreft hier verder geen weg van secundair maar
een van primair belang en daarvoor vraagt de gemeente
een subsidie van 6270.
Op den weg dien het hier geldt, heeft een verbazend
vervoer van suikerbieten plaats en elk jaar wordt de
weg zoodanig stuk gereden, dat die niet dan met groote
moeite en ko3ten als grintweg te behouden is.
De baven die Krabbendijke beeft is voor die gemeente
een schadepost daar het station al het vervoer tot
zich trekt.
Ik zou gaarne zien, mijnheer de voorzitter, dat het
verzoek der gemeente Krabbendijke kon worden toe
gestaan, want reeds laDg is gebleken dat de zware klei
van den weg het pekkerige slijk aan de wielen der
voertuigen den steenslag uit den weg haalt.
Ik doe daarom bet voorstel bet verzoek van Krab
bendijke niet af te wijzen, maar die gemeente het ge
vraagde renteloos voorschot te geven.
De voorzitter. De heer Den Boer stelt voor
In te willigen de aanvraag van den gemeenteraad
van Krabbendijke om eeu renteloos voorschot uit de
provinciale fondsen tot bet vervangen van de bestaande
verharding door keibestrating op een gedeelte van den
grintweg naar KruiniDgen, ter lengte van 680 M. vol
gens de overgelegde teekening, tot een maximum van
f 6270
te bepalen dat de verstrekking van dat voorschot
zal geschieden onder voorwaaiden vervat in het Pro
vinciaal blad 111 vaD 1882, behoudens wat de
daarin vermelde punten 1 en 2 betreft, dat de eerste
jaarlijksche teruggaaf plaats hebbe op 31 December
van bet burgerlijk jaar, volgende op dat waarin het
renteloos voorschot is verstrekt, en verder onder voor
waarde dat zoo de aannemingssom der ontworpen
wegsverbeteriDg beueden hst aangevraagd bedrag blijft
het subsidie met dat verschil zal worden verminderd.
Ik opeu hierover eo over het voorstel van Gedepu
teerde Staten de beraadslagingen.
De heer Kmcasse. Mijnheer de voorzitter. Door
Gedeputeerde Stat au wordt erkend, dat Krabbendijke
eene arme gemeente is en dat zij als zoodanig wel
aanspraak zou hebben op een renteloos voorschot.
Eveneens geven Gedeputeerde Staten toe dat het zeer
wenschelijk en noodig zou zijn, dat de weg opnieuw
werd verhard. Ook het gevraagde bedrag zou voor
hen geen beletsel zijn om voor te stellen het verzoek
4oe te staan.
Maar het geldt is hier niet een gewoon geval. Voor
de verharding van dezen weg ia reeds een renteloos
voorschot uit de provinciale kas gegeven en Gedepu
teerde Staten meenen, dat vastgehoudeu moet worden
aan het eenmaal aangenomen, beginsel, dat wanneer
eenmaal de provincie in de verhardiag of verbetering
van een weg, zooals ia deze het geval is, heelt bijge
dragen, dit voor een tweede maal niet mag plaats
hebben. Gaat men toch daartoe over dan is het te
vreezen, dat voor tal van andere wegen dergelijke ver
doeken zullen gedaan worden. Want dan is over het
Bijvoegsel van de Mlddelburgsclie courant van Vi-Jjdi
beginsel heengestapt en dan is niet te voorzien wat
dat aan de provincie kosten zal.
Gaarne zon ons college Krabbendijke helpen, maar
wij meenen om den wille van het beginsel zulk een
voorstel niet te mogen doen.
Of bovendien bet verieenen van een renteloos voor
schot aan Krabbendyke om den weg te verharden baar
in de eerste jaren veel financieel voordeel zou ople
veren is te betwijfelen. De onderhoudskosten van be
doelden grintweg bedroegen in de 5 laatste jaren voor
Krabbendijke gemiddeld f 375.82 per jaar. Het onder
houd van een keiweg, dien men nu wenscbt aan te
leggen, zou de gemeente in de eerste 15 jaren op
f 90 's jaars te staan komen en voor de volgende 5
jaren op f 160 's jaars. Wordt uit de Provinciale kas
aan de gemeente een renteloos voorschot gegeven van
f 6270 dan moet de gemeente gedurende 20 jaar aan
aflossing betalen een bedrag van f 313.50 's jaars. In
de 15 eerste jaren zal zij dus voor onderhoud en af
lossing moeten betalen f 403.50, dus meer dan nu het
onderhoud van den grintweg kost en in de volgende
5 jaren f 473.50 of bijna f 100 meer dan nu. Eerst
daarna zal zij slechts f 160 per jaar aan onderhoud te
betalen hebben.
De gemeente kan zich ook nog op een andere wijs
helpen nl. door bet sluiten van eene annuïteitsleening.
Dan betaalt zij stel dat zij een dergelijke leening
aangaat voor 50 jaren en tegen 3£ per jaar aan
aflossing en rente slechts f 267.29. In de 15 eerste
jaren zou dan aan aflossing, rente en onderhoud moe
ten betaald wordeu f357.29 en vervolgens f427.29's jaars.
Wij meenen derhalve, dat Krabbendijke ook zonder
een renteloos voorschot wel te helpen zou zijn. Maar
vooral bet feit, dat reeds eenmaal een voorschot voor
denzelfdeu weg gegeven is, leidde er ons toe voor te
stellen op het verzoek afwijzend te beschikken.
De beer Den Boer. Ik wensch er nog even op
te wijzen, dat bet hier een bijzonder geval geldt.
Krabbendijke zou verder niet de eerste gemeente zijn
die voor de tweede maal een renteloos voorschot ont
ving. Blijkens de noot bij bet voorstel van Gedepu
teerde Staten is in 1864 aan Biervliet ook gegeven.
In het vorig jaar is besloten dat ook wegen van
secundair belang zoo mogelijk door rentelooze voor
schotten zouden gesteund worden en hier geldt het geen
weg van secundair maar een van primair belang.
De gemeente beeft, ik zeide het reeds, een schuld
van ƒ25000 en er nu nog f 6720 bij te leeneD, dat
gaat hare draagkracht te boven.
De heer l'ompe van Jleepdervoort, Ik wensch,
mijnheer de voorzitter, even mijn stem te motiveeren,
die ik voor het voorstel van den heer Den Boer zal
uitbrengen. De weg zelf verkeert in eeu zeldzaam
desolaten toestand; vroeger is het een grintweg ge
weest, doch nu is hij dat volstrekt niet meer. Door
het vervoer van suikerbieten vaD en naar bet station
Krabbendijke, zoowel uit den omtrek van die gemeente
als van Waarde en Kruiningen, welk vervoer met zeer
zwaar beladen wagens geschiedt, is de weg totaal stuk
g: reden en moet hij dringend verbeterd worden. De
gemeente is zoo arm dat zij zelf daartoe buiten staat is,
hetwelk blijkt uit het feit dat, zooals reeds is opgemerkt,
het rijk eene extra subsidie geelt van f 1800 voor de
onderwijskosten en men weet, eer dat verleend wordt
moet wel deugdelijk gebleken zijn dat de gemeente
in armoedige omstandigheden verkeert. Het eenig
bezwaar van Gedeputeerde Staten ia dan ook dat
reeds vroeger een renteloos voorschot verleend is. Maar
mynheer de voorzitter, dat bezwaar weegt by mij niet,
omdat her, geloof ik, niet geheel juist is.
Wat toch lees ik in het voorstel van Gedeputeerde
Staten? Dat in 1855, niet aan Krabbendijke, maar aan
ij 6 Augustus 1897. 13