46 ZITTING VAN VRIJDAG 16 JULI 1891. den aanleg of het verbeteren van wegen van secun dair belang gezien het besluit dier Staten van den lOen Novem ber 1882 no. 15, medegedeeld bij besluit van 24 No vember 1882 no. 124, Provinciaal blad no. 117 van 1882 overwegende: dat het hoogst noodzakelijk is, den achterweg naar Hansweert (no. 9 van den ligger der wegen en voet paden). loopende van den rijksweg bij den oostelijken kanaaldijk, oost- en noordoostwaarts tot den zandweg (stationsweg) bij de begraafplaats, te verbeteren dat deze weg ia de kortste verbinding van het dorp met Hansweert, dit belangrijk onderdeel der gemeente en deze weg, thans een aardeweg, niettegenstaande de vele kosten, daaraan reeds besteed, door verschillende opzandingen, in den zomer goed begaanbaar, doch in den winter, vooral bij vele regens, onbegaanbaar en onrij- baar is, waardoor dan ook alle vervoer meestal moet geschieden over den zanddijk naar den kanaaldijk, welke weg 15 a 20 minuten langer is dan den ach terweg dat deze toestand, vooral voor de bewoners van Hansweert, een zeer groot ongerief is dat niet alleen locaal belang hierbij betrokken is, maar het ook voor de overige gemeenten in het Oos telijk gedeelte van Zuid-Beveland, met het oog op de losplaats aan het kanaal te Hansweert, op den stoom- bootdienst WalsoordenVlake en meer andere mid delen van vervoer, van veel belang zou zijn, van deze korte verbinding gebruik te kunnen maken -, dat dus eene verharding van bedoelden achterweg mede zou zijn in hefc algemeen belang dat dus de gemeente Kruiningen, nu voornoemd be sluit door de Provinciale staten is genomen tot het verleenen van rentelooze voorschotten ook voor wegen van secundair belang, zeer zeker voor het verharden van meergenoemden achterweg in aanmerking kan komen voor een renteloos voorschot; besluit: aan de Staten der provincie Zeeland ten behoeve der gemeente Kruiningen aan te vragen een ren teloos voorschot uit de provinciale fondsen groot f 3000, tot verharding van den achterweg naar Hansweert, (no 9 van den ligger), loopende van den rijksweg bij den oostelijken kanaaldijk oost- en noord-oostwaaits tot den zandweg (stationsweg) bij de begraafplaats uitdrukkelijk te verklaren, dat de gemeenteraad zieh zal gedragen overeenkomstig het besluit der Provinciale staten van Zeeland van den lOden November 1882, no 15; voor de geregelde teruggaaf en voor het voortdurend behoorlijk onderhoud van voornoemden te begrinden weg, al de bezittingen en inkomsten der gemeente te verbinden te bewilligen, dat, ingeval van nalatigheid in de teruggaaf ot in het onderhoud van den weg, deze, met zijne inkomsten en al wat daartoe behoort, door de Staten des verkiezende voor rekening der provincie in beheer en onderhoud worde genomen, of aan anderen in beheer en onderhoud worde gegeveD, onverminderd bet verhaal op de nalatige gemeente hierbij over te leggen het bestek en de voorwaarden voor de openbare aanbesteding in duplo, eene tee- keuiog op kleine schaal, aanwijzende den te verbeteren weg en eene begrooting van kosten. De heer Pompe van Meerde*voort brengt het algemeen verslag der afdeelingen uit. Aan het onderzoek in de afdeelingen hebben deel genomen 36 leden, waaronder 6 leden van Gedepu teerde Staten. Vrij algemeen vereenigden de leden der verschillende afdeelingen zich met het voorstel van Gedeputeerde j Staten, vooral bij den twijfel die er bestaat omtrent de te verkrijgen verkorting door de verharding van den betrokken weg, ofschoon eeoige leden de inwilli ging van het verzoek in het belang van Kruiningen billijk en wenschelijk achtten. Blijkens mededeeling van den voorzitter vonden Gedeputeerde Staten in dit verslag geene aanleiding, om wijziging te brengen in hun voorstel. De beer Van Deinse. Mijnheer de voorzitter. Ik heb met leedwezen gezien dat beeren Gedeputeerde Staten hebben voorgesteld op dit verzoek afwijzend te beschikken en wel voornamelijk op grond dat bij besluit van 6 Juli 1883 een gelijk verzoek door de Staten is afgewezen. Daarbij is echter door heeren Gedeputeerde Staten voorbij gezien dat de toesta* d sedert 1883 aanmerkelijk is gewijzigd en dat bij besluit van 14 Jnli 1896 een andere maatstaf is aangelegd ter beoordeeling der aanvragen om subsidie. De gemeente Kruiningen verkeert in een buitenge- wonen toestand omdat de bedoelde Achterweg de naasts verbinding vormt tusschen de kom der gemeente Krui ningen en een belangrijk deel der gemeente n). Hans weert. Er is wel is waar een gemeenschapsweg, maar dat is een omweg. Hansweert is bovendien een haven plaats van vrij groot belang en verharding van de ver binding van de havenplaats met de kom der gemeente is zeer wenschelijk. Door Gedeputeerde Staten is bet verschil in afstand slechts ongeveer 280 M. genoemd, maar die berekening is er op gebaseerd dat zij genomen is uit het midden der los- en laadplaatsdat is niet juist omdat de toe gang tot het dorp Hansweert geschieden moet over de schutsluis. Het middelpunt waar de schippers liggen, is dikwijls vóór de sluis en rekent men zoo, dan wordt de omweg eene van een 15 minuten gaans. Bovendien is aan de sluis en het begin van den Achterweg eene ambtenaarskolonie van beteekenis, verder moeten de inwoners van Kruiningen die den Katholieken godsdienst belijden naar de kerk te Hans weert en de Protestanten uit Hansweert naar de kerk te Kruiningen. Yoor die allen is het van groot belang dat zij van de kortste verbinding knnnen gebrnik ma ken, evenzeer als de schipperij daar groot belang bij heeft. Ik stel daarom voor, iu afwijking van betgeen hee ren Gedeputeerde Staten voorstellen, het verzoek niet af te wijzeu maar het toe te staan en het volgende besluit te nemen. De Provinciale Staten der provincie Zeeland, besluiten: in te willigen de aanvraag van den gemeenteraad van Kruiningen om een renteloos voorschot van ten hoogste 3000 tot verharding van den achterweg naar Hansweert, bekend onder no. 9 van den ligger der wegen loopende van den rijksweg bij den oostelijken kanaaldijk oost- en noordoostwaarts tot deD Zandweg (stationsweg) bij de begraafplaats, onder bepaling: a. dat de voorwaarden vervat in het provinciaal blad no. 117 van 1882 van toepassing zijn, behoudens deze wijziging van de daar vermelde punten 1 en 2, dat de eerste jaarlijbsche teruggaaf plaats bebbe voor 31 December vaa het burgerlijk jaar, volgende op dat waarin het renteloos voorschot is verstrekt, en van het 2e lid van punt II, flat, ingeval het werk voor een mindere som wordt aangenomen, dan waarop het voor schot is berekend, het voorschot tot gelijke som zal worden verminderd b. dat het bestek door Gedeputeerde Staten worde goedgekeurd. Dit voorstel wordt voldoende ondersteund en kan dus een punt van behandeling uilmaken. De heer Lucasse. Mijnheer de voorzitter. Gedepu teerde Staten kunnen met het amendement van deu

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 50