ZITTING VAN DONDERDAG 15 JÜLI 1897. genomen 34 leden, waaronder 6 leden van Gedepu teerde Staten. In twee afdeelingen werd geene bedenking gemaakt tegen het voorstel van Gedeputeerde Staten, terwijl iD eene andere afdeeliug, na ernstige bespreking der zaak, eveneens hetzellde besloten werd met dien ver stande, dat drie leden aan Gedeputeerde Staten in overweging gaven aan het verlangen van genoemd hoofdbestuur te voldoen. De voorzitter deelt mede, dat Gedeputeerde Staten in dit verslag geene aanleiding vindeD, om wijziging te brengen in hun voorstel. Het voorstel wordt zonder beraadslaging met alge- meene stemmen aangenomen. Aan de orde is het algemeen verslag der afdeelingen betreffende bet voorstel van Gedeputeerde Staten om de beslissing op bet adres van de Ver- eeniging van Wederlanilsclie Sfeer» fabri kanten, om bij de aanbesteding van werken arbitrage toe te passen, aan bun college over te laten. Het voorstel luidt: Het bestuur der Vereeniging van Nederlandscke Steen fabrikanten verzoekt in het hierachter afgedrukte adres aan uwe vergadering, om bij mogelijke geschillen, uit aannemingen van werken voortspruitende, arbitrage toe te passen en deze bepaling voortaan in de bestekken op te nemen. Het legt daarbij over het mede hierachter afgedrukte afschrift van een adres te dier zake aan de Tweede kamer der Staten-generaal. Van het bestuur van den Noderlandschen aannemers- bond ontvingen wij een adres van gelijke strekking. Omtrent beide adressen hebben wij den hoofdingenieur van den provincialen waterstaat geraadpleegd. Zijne berichten van 29 December 1896 n°. 3228en 3229^ zal uwe vergadering hierachter afgedrukt vinden. Wij vereenigen ons met de meening van den hoofd ingenieur, dat het niet wen schel ijk is, om het beginsel van arbitrage toe te passen, zelfs niet in de gevallen, waarin dit ieeds nu bij sommige rijkswerken geschiedt en zijn daarom voornemens afwijzend te beschikken op het tot ons college gerichte verzoek van het bestuur van den NederlandscJ/en aannemersbond. Daar bij art. 159 der provinciale wet het vaststellen van de plannen en voorwaarden van aanbesteding der door u bevolen werken aan ons college is opgedragen, voor zoover uwe vergadering zich de goedkeuring daarvan niet heeft voorbehouden, hebben wij de eer u voor te stellen de beschikking op het adres der Ver- eeniging van Steenfabrikanten aan ons over te laten, waarop dan eveneens eene afwijzende beschikking zal volgen. Het adres aan de Provinciale Staten luidt Geeft met gepasten eerbied te kennen het bestuur der Vereenigino van Nederlandscke Steenfabrikanten, goedgekeurd bij koninklijk besluit van den 27*l«>Nov. 1.884 n°. 22, dat het deu 3Ift£n Oet. 11. een adres heeft verzonden aan de Tweede kamer der Staten-generaal, waarvan het de eer heeft aan Uw college een afdruk toe te zenden dat het bestuur voornoemd eerbiedig uwe medewer king vraagt om de wanverhoudingen, welke tusschen aanbesteder ea aaDnemer bestaan, te verbeteren redenen waarom bet uw college moge behagen, in afwachting van de nadere regeling der algemeene voor waarden door de Hooge regeering by mogelijke ge schillen, uit aannemingen van werken voortspruitende, op de wijze als dit bij het departement van marine, blijkens art. 21 van de A. V., vastgesteld den 265tcn Oct. 1893, geschiedt, arbitrage toe te passen en deze bepaling voortaan in de bestekken op te nemen. Het bestuur der Vereeniging van Nederlandscke Sleen- fabrikanten noodigt uw college beleefd uit hiertoe mee te willen werken. Het adres aan de Tweede kamer der Staten-generaal is van den volgenden inbond Geven met verschuldigden eerbied te kennen, de ondergeteekendeu, uitmakende bet bestuur van de Vereeniging van Nederlandscke Steenfabnknnten, goed gekeurd bij koninklijk besluit van den 27 November 1884 n°. 22, dat zij hunne volle adbaesie betuigen aan het dd. 7 October jl. aan uwe Kamer gerichte adres van het bestuur van den Nederlandschcn aannemersbond; dat het in genoemd adres gevraagde beginsel van arbitrage naar hunne bescheiden meening ook van toe passing dient te worden gebracht op de levering van alle materialen, welke ia de verschillende Rijksbestek ken worden voorgeschreven dat tegen het beginsel van arbitrage geen ernstig bezwaar kan bestaan, vermits dit niet alleen sinds jaren in het buitenland wordt toegepast, maar ook wordt gehuldigd in de algemeene voorwaarden van aanbeste ding van goederen en materialen ten behoeve van 's Rijks marine, vastgesteld den 26 October 1893, waar van artikel 21 luidt „Geschillen over de rechten en verplichtingen, voort spruitende uit overeenkomsten, welke mochten ontstaan tusschen de marine-autoriteit en den aannemer, worden onderworpen aan de beslissing van den minister. „Wensehl de aannemer niet te berusten in de be slissing van den minister, dan wordt de uitspraak omtrent het geschilpunt opgedragen aan drie scheids lieden, waarvan éen aan te wijzen door den minister, éen door den aannemer en éen door de aidus aange wezenen. „De aanvraag, om een geschil te onderwerpen aan de uitspraak van scheidslieden, moet door den aanne mer bij gezegeld verzoekschrift aan den Minister plaats hebben binnen acht dagen, nadat hem in de eerste alinea bedoelde beslissing is kenbaar gemaakt. Hij doet daarbij tegelijkertijd mededeeling van den naam van den door hem aangewezen scheidsman. De minis ter wijst den door hem gekozen scheidsman aan bin nen acht dagen, na ontvangst van de aanvraag om scheidsrechterlijke uitspraak. De aldus aangewezenen kiezen den derden scheidsman binnen veertien dagen, nadat zij met de keuze van den minister in kennis zijn gesteld. Bij gebreke aan overeenstemming in de keuze van den derden scheidsman, wordt deze door de arroDdissements-recbtbank te 'sGravenbage benoemd. „De uitspraak der scheidsleiden is beslissend voor beide partijen; zij zal moeten plaats hebben binnen een maand na de keuze van den derden scheidsman, tenzij die termijn met goedvinden van beide partijen verlengd ware. „De aannemer is verplicht, om, wanneer dit door de bevoegde autoriteit gevorderd wordt, hangende de be slissing van den minister of de uitspraak van scheids lieden, de leveringen voort te zetten. „Wordt die voortzetting niet gevorderd, dan wordt de termijn van levering verlengd met bet aantal dagen, verloopen van het ontstaan van het geschilpunt af tot aan den datum van de door den minister genomen beslissing of de uitspraak der scheidslieden. „De kosten, welke het gevolg zijn van het onderzoek en de beslissing van een geschil door scheidslieden (waaronder begrepen reis- en verblijfkosten van door dezen gehoorde personen, kosten van het voeren van pleidooien enz.), waarvan de begrooting in de arbitrale uitspraak is op te nemen, worden door de in het ongelijk gestelde partij gedragen, tenzij de scheidslieden eene

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 19