FEUILLETON. voor de anti-revolutionnairen, dat het eeaige ontwerp betreffende des persoonlgkei dienst plicht, dat ia behaadeliag it gekomea, door eea anti-revolutionnair kabinet was ingediend. Maar waar aooveel aoodig ii voor legeruitgave», waar deskundigen too verdeeld tg», daar is beter om te waohtea tot de meeaiagea ge vestigd tgn ea daaraa te beslissea, daa au aoodeloote uitgavea te doea. Met betrekking tot de proteotie voerde de spreker aaa, dat de voordeelea wel aan een groot deel der verbouwers komen, waat er xgm 96.000 landeigenaars, die telf verbouwen, tegen 70.000 pachters, Bovendien gelooft hg dat er genoeg goede landeigenaars zgn die niet alle voordeel naar xioh tullen halen. Maar al ware het anders, zou het dan nog too erg tgn, dat de landeigenaars wat van de graanrechten kregen. Spreker geloofde dat dit niet onbillgk ton tgn, waar velen in de laatste jaren telfs geen pacht ontvingea. Verder zou er meer werk komen, en dit zou de steden, die het middelpunt tgn eener graanverbouwende boerenbevolking, de voor- deelen daarvan doen plukkei en de koop- kraoht van den burgerstand doen stggen. In tgn repliek gaf de heer Sngders toe, dat bg de christenen woorden en werken moeten bewgten dat men.bg Christus begint. Maar daarmede is niet gezegd, dat in het ohriitelgk geloof grondslagen ea aanwijzingen voor het staatsbestuur liggen. Dat is door spreker in den aanvang zjjner rede ontkend, en door mr De Veer niet weerlegd. Tooh heeft telfs dr Kujper ten aanzien bijvoorbeeld van het vraagstuk van de landnationalisatie erkend, dat de Schrift geen oplossing geeft, alleen een aanbeveling van reoht ea billijkheid, fin waar mr De Veer had beweerd, dat christenen alleen hebben te vragen of de candidaat de ohristeljjke beginselen beleidt, en hjj voor tioh nooit anders dan op een ohristen zou stemmen, daar was het noodig een oude boe uit de sloot te halen en te herinneren aan den steun, door de anti-revo- lutionnairen in Schoterland aan Domela Nieuwenhuis geschonken. Daarna komende op de ontkenning vaneen verband tussohen de anti-revolutionnairen en de katholieken, merkte de heer Sngders op, dat dit te erger is, omdat dan, als deze par tgen de meerderheid verkrggen, de volgende wetgevende periode nog onvruchtbaarder zal tgn, wanneer men het vooraf niet eens is over de hoofdbeginselen. Tegenover het beweren dat anti-revolution nairen en katholieken loten van éen «tam zgn, stelde de heer Sngders het oordeel van De Maasbode, welk blad vroeger heef t erkend dat samenwerking niet mogelgk was, tenzjj een der partgen hare beginselen als een lammetje opofferde. De inleider beaamde wat over het werk liedenpensioenfonds was getegd, maar juist dat bevestigde wat hg had beweerd, dat men de sooiale kwesties had kunnen vooropstellen en dat gelijkgezinden op sociaal gebied had den moeten samenwerken. Verder wraakte hg het beweren, dat streng geloovigen, die op staatkundig gebied vrij zinnig zjjn, moeten uitsterven. Hjj weeB daar- bjj op Gladstone, den leider der Ëngelsohe vooruitstrevende!, en op vele andere Ëngel sohe liberalen. In een uitvoerige beantwoording van hetgeen was aangevoerd tegen tgn betoog in zake proteotie, wees de heer Sngders erop, dat van de door mr De Veer bedoelde 166.000 land gebruiken er 23.900 in. veeteelt-streken en 93.500 op zandgrond wonen. Zg hebben dus geen belang bg graanrechten. Er big ven er alzoo maar 50.000 op kleigrond over, en daar van zgn de helft paohters. De graanrechten, welke allen bezwaren, sullen dus slechts een teer klein d6el der landbouwers ten goede komen. Even ondeug delijk was een beroep op het bekende boekjs Made in Germany, dat op uitstekende wjjze, zelfs in Duitiohland, is weerlegd. Ha dete repliek werd de vergadering onder dankbetuiging aan de beide sprekers en aan de opgekomen kiezers gesloten. ▼ERKOOPINGEN ENZ Door burgemeester en wethouders van OBsenisse werd Donderdag aanbesteed het vervangen van 476 meter grint- en keibaan Hill* £11 GREVILLE. VU. Den anderen morgen werd in de kleedkamer van mevrouw Maubert het volgende gesprek gevoerd, in het bjjzjjn van mevrouw Riolos, met wie men gewoon was sedert twintig jaar alles in vertrouwen te bespreken. «Céphise, kunt gjj mjj ook verklaren waarom wjj gisteren avond geslagen room hebben gehad, terwjjl ik jjs besteld had Céphise keek even naar het Kanaal, dat dien morgen erg onstuimig waB, en zei toen vastberaden>Het kwam omdat Isaure eer gisteren naar Cherburg wilde gaan en zich met de boodschappen belast had, die tg bg slot van rekening altemaal vergat." >0 zoo", zei mevrouw Maubert met een veelbeteekenenden zuoht, waaruit bleek dat dergeljjke vergeetachtigheden niets nieuws voor haar waren. «Maar waarom", ging ze na een poos voort, als moest zjj eerst kraoht verzamelen om nieuwe ontdekkingen te dra gen, «waarom is er dai geen Charlotte Russe |om»akt met de biscuitjes die van morgen door eene keibestratiig in en bg het gehucht Zeedorp. Raming f 3670. Minste insohrjjver was, zooals in een deel der oplaag van ons vorig nommer reeds is gemeld, de heer P. J. B oogaart te Ossenisse voor f 3379. Hem iB het werk gegund. Verder sohreven nog in de heerenB. den Exfcer van den Brink, te Krabbendjjke voor f 3870, J. Kas, te Hontenisse, ad f 3800, W. Adriaansens Pz., te HontenisBe, ad f 3778.35, P. A. Adriaansens P.Az., te Walsoorden, ad f 3762, P. J. Visser, te Hansweert, ad f5749, J. F. Adriaansens Pol&iet, te Walsoorden, ad f 8694, J. Jansen, te Terneuzen, ad f 3598, B. van Eek, te Terneuzen, ad f 3580, J Meertens, te Hoek, ad f 3575, A. Tholens Dingz., te Terneuzen, ad f 3568, en L, G. Hermans, te Ossenisse, ad f 3399. RECHTSZAKEN. Arrondissements-rechtbank te Middelburg. Opzettelijke brandstichting. Voor genoemde rechtbank werd heden be handeld de zaak tegenA. K., oud 36 jaar, kuipersknecht, geboren te Kattendjjke, wonende te lerseke, thans verbljjvende in de straf gevangenis te 's Gravenhage. Hem werd ten laste gelegd, dat hjj in den nacht van 19 op 20 September 1896, tussohen half éen en half vjjf uur, te lerseke, in den Bareapol- der, opzetteljjk brand heeft gesticht in het koffiehuis van H, EL M. Wouters, bewoond door Jan Voois, welk koffiehuis stond aan den openbaren weg op een afstand van 8 20 pas van drie bewoonde woningen, door zioh tot genoemd koffiehuis den toegang te ver schaffen en door middel van door hem ex- presseljjk daarvoor medegebraohte luoiferB den brand te steken in de petroleum, die uit een tweetal door hem stukgeslagen lam pen vloeidealthans aldaar op eenige wjjze dien braad heeft gesticht, tengevolge waarvan het geheele koffiehuis, toebehoorende aan genoemden Wouters, met den inboedel, toebehoorende aan Jan Voois, welk koffiehuis alstoen tjjdeljjk onbewoond was, is afgebrand, door welke brandstichting te duchten was: lo gevaar voor koffiehuis en inboedel en voo: de drie genoemde belendende woningei, met hetgeen zioh daarin bevond, wat ondersohei- deljjk aan de bewoners dier woningen Willem Stroonjjder, Cornells Siereveld en Johannes Bramsen toebehoorde, en 2o levensgevaar voot bedoelde Stroosngder, Siereveld, Bramsen en hunne gezinnen, die zioh toen in hunne ge noemde woningen te bed en in slaap bevonden. In deze zaak waren van wege het openbaar ministerie 14 getuigen gedagvaard, waarvan er een, wegens ziekte, niet was verschenen. De eerste getuige Jan Voois, sohipper te St. Annaland, verklaarde tot den 9 September te lerseke in het bovengenoemd koffiehuis gewoond te hebben. Dien dag verliet hjj de herberg om ziek te St. Annaland te vestigen, doch liet zgn gansohen inventaris vooreerst nog in zjjne vroegere woning. In het koffiehuis* hingen drie lampen, ten deele gevuld met petroleum. Te St. Annaland kreeg getuige bericht, dat, in den nacht van 19 op 20 Sept. het huis met al wat er in wa» verbrand was. Niets waB geassureerd. Hjj verklaarde dat de toegangen tot het huis afgesloten waren. Getuige^ heeft nimmer iets met den be klaagde gehad. De tweede getuige, de brigadier-titulair der rgksveldwacht C. Maliepaard heeft in den be- wusten nacht gezien dat het koffiehuis in brand stond. Toen de brand uitgewoed had heeft getuige in het puin twee beugels van lampei gevonden. De nabjj de herberg gelegen woningen van Stroonjjder, Siereveld en Bramsen liepen door den brand gevaar ook aangetast te worden. De vonken vlogen over deze drie woningen hees. Getuige heeft niet kunnen nagaan, hoe de brandstichter binnen gekomen is en ook niet hoe de brand gestioht is. De beklaagde staat in lerseke sleoht bekend toen hjj er woonde was daar voortdurend brand, terwjjl, sedert hjj de gemeente verlaten heeft, er geen brand meer is geweest. Steeds had men vermoeden op dezen beklaagde. H. Snjjder, gemeente-opzichter en generale- meegsbiacht zr» is bat midd.c1 -Ir c .v. ••••c av .<-'•••• •i^uitjes -hae opgegeten." >jlxuo ad ruageljjk 1" riep mevrouw uit, >wie is er op het denkbeeld gekomen om die biscuitjes bg de thee te geven, waa neer er zooveel andere droge koekjes in de kast zgn Buiten kan men niet doen wat men wil; men kan niet dadelgk wat anders laten halen, zooals in de stad Ook weer iets van Isaure?" vroeg zg op droeven tooa,: daar Céphise niet antwoordde. Mevrouw Riclos legde haar hand op den arm karet vriendin en zag het jonge meisje medelgdend aan. Zg wist hoe vaak derge- Igke tooneelen voorvielen, in de laatste twee jaar, sedert Isaure, die op alle kostscholen beleefd werd weggestuurd, in het ouderlgke: huis was teruggekeerd. Het ongeluk wilde, dat de heer Maubert juist op dit oogenblik binnen kwam. «Wat is er vroeg bg, zgn vrouw be zorgd aanziende. »Ach, niets bgzonders, weer iets van Isaure maar dit komt zoo dikwgls voot", zei mevrouw heel zacht. Zg wist hoe dat kind den slag had om haar vader buiten zioh zeiven te brengen. »Dat vind ik geen kleinigheid", sprak hg eeodra hg ingelicht was. «Heeft zg niet aan brandmeester te lerseke, heeft, bg den brand komende, getracht bet huis te openen, wat hem eohter liet gelukte, daar alles gesloten was dit heeft hg zelf geconstateerd aan de voor- zgde, terwgl een brandmeester hetzelfde heeft gedaan aan den achterkant. Getuige kan niet nagaan hoe de brand moet ontstaan zgn. Hg geloofde niet dat er gevaar voor de belendende woningen te duchten was. W. StrooBngder, schipper te lerseke, de volgende getuige, werd in den bewusten nacht gewekt, wgl er braad was in de buurt. Zgns inziens bestond er bg den brand gesn gevaar voor zgn woningdaar de wind niet in de richting ervan was. C. Duinkerke, de vrouw van den vorigen getuige, verklaarde, evenals haar mai, dat tgdens den brand geen rook in haar huis stond en tg ook niet ongerust was voor haar woning, wgl de wiid niet dien kant uit was. De scheepstimmerman C. Siereveld, daarna gehoord, verklaarde in denzelfden geeBt als J. Bramsen. Deze deelde nog mede, dat het buis geheel gesloten was behalve het raam van een opkamertje, daarvan stonden de blinden op een kier ea was ook de spanning verwgderd. De eerste getuige, nogmaals gehoord, be- twgfelde dithg was overtuigd dat alles ge sloten is geweest. W. Hart hoorn, koopman en couranten- om brenger, heeft in den middag van 19 Sept. een courant bg Voois bezorgd en, wgl deze «iet thuis was, deze door de deur gestoken. De achterdeur was toen open. De vorige dagen was de deur gesloten. W. C. Bout, vrouw van J. de Roog, te Ier- 88ke, verklaarde in den bewusten naoht wel hinder van den rook gehad te hebben, doch ook geen vrees gekoesterd te hebben, dat de brand op haar woning zou overslaan. F. Stobbelaar, schipper en visscher, ver klaarde, na door den voorzitter ten ernstigste aangemaand te zgn de waarheid te zullen zeggen, dat hg in den avond van 19 Sept. in oaderscheideae herbergen geweest is, o. a. bg Hagenaars, Daar was hg tot het uur van sluiten in gezelaohap van dei bekl. Deze was in het bezit van een doosje luoifers. Om streeks 11 uren is getuige met bekl. weggegaan. Hg had wel wat veel gedronken. Hg is met K. den dgk opgegaan en met hem in het visohkotje op de hooge kaai gaan zitten. Hoe lang zjj daar gezeten hebbes, weet hg niet preoies. Bekl. heeft toen gezegd, dat bg het huis van Voois in brand ging steken, wat getuige hem ontraadde. Na het visohkotje verlaten te hebbel is bekl. met getuige huiswaarts gegaanhun weg voerde langs Voois. Getuige heeft gezien dat bekl. probeerde om daar de achterdeur ie opeien en daarii ook slaagde; getuige is toen naar huis ge gaan, nadat hg ook gezien had dat bekl. het huis van Voois binnen ging en licht had ge maakt; ook hoorde hg leven alsof er iets ge broken werd. Toen getuige thuis kwam wat het omstreeks twaalf uur of half een. Getuige begreep dat de bekl. den boel ging in brand steken en heeft dat ook thuis ge zegd. Aangezien getnige's vrouw zoo opspeelde, wgl hg telaat thuis kwam, is bg maar naar bed gegaan. Op een vraag van d8i ambtenaar van het O. M. verklaarde getuige nog dat bekl. ook vroeger reeds gezegd had brand te zullen stichten, en op een vraag van den voorzitter waarom getuige een en ander voor den rech- ter-oommiiiariB had verzwegen, verklaarde deze bang voor bekl. te zgn geweest en den raad van zgn huisgenooten gevolgd te hebben om maar te zwggen. Eerst na de gevangenzet ting van bekl. heeft hg durven spreken. Eeiige dagen na des brand heeft bekl. met getuige over het gebeurde gesproken ea heeft die hem vezsooht hem niet te noemen als den dader; dan bleef hg ook buiten moeite. De bekl. beweerde met getuige omstreeks half twaalf de herberg van Hagenaars verlaten te hebben ea volstrekt niet in het visohkot geweest ia zgn. Getuige was dronken, zoo dronken dat bekl. hem aan zgn arm tot aan huis gebraoht heeft. Toen bg dit gedaan had, is bg naar zgn eigen woning gegaan, waar bg een minuut of vier vgf na twaalven aan kwam. Getuige hield pertinent vol de waarheid ge- zegd te hebben en ook niet zoo dronken ge- 'vlirgnwerker binnenwerk voor kasten u, waarvan ik nooit iets vernomen heb, dat ik ze op de rekening vond 1 En aeoft ze eergisteren niet juist het paard dat ik voor mgzelven houd, laten inspannen om er boodsohappen mee te gaan doen, in plaats van de kamenier te zenden. Als wg niet op passen, vrouwtje, dan zgn wg over een paar jaar geen baas meer in ons eigen huis. De zaak komt mg heel ernstig voor, te meer daar wg alle kans hebben, om haar bg ons te houden en zg ons het leven heel zuur zal maken. Laat ons de toekomst en zoo moge lgk het tegenwoordige redden." «Wees niet te streng", zei zgn vrouw. Mevrouw Riolos stond uit besoheidenheid op. Maubert weerhield haar. »Blgf, wat ik u verzoeken mag. Bewust of onbewust zegt Isaure zoo zelden de waar heid, dat ik gaarne een getuige bg onze ge sprekken heb. Ik weet nooit of ik later geen bewgzen noodig zal hebben. Céphise, zend uw zuster hier." »Is het zóo erg vroeg mevrouw Riolos toen zg weg wat. «Ja, zóo erg. Als heel klein kind was se al zoo. Wg hebben nooit een vertrouwe- lgk woord uit haar kunnen krggei, «och een waar antwoord. Waar alle hartelgkheid schipbreuk lgdt, zal misschien gestrengheid slagen i" «Pas op dat gg uw vrouw geen kwaad weest te zgn als bekl. het wil doen voorko men hg is alleen thuis gekomen. De bekl. wees erop dat, toen hg voor den kantonrechter gehoord werd, bg om Stobbelaar ta sparen verklaard heeft dat deze niet dron ken wastoen is S. hem achterop gekomen en heeft hg hem gevraagd wat hg gezegd had ten einde in denzelfden geest te spreken. De I6jarige Ph. Stobbelaar, doohter van den vorigen getuige, verklaarde dat in den nacht van 19 Sept. haar vader laat, omstreeks 12 uren, iB thuis gekomen. Zg deed op het klop pen van dezen open en zag hem op een bank voor het huis zitten. Zg zag ook in den tuin een ander perBoon, dien zg eohter niet kende. De man had een platten hoed op en rookte een sigaar. Deze getuige heeft 's nachts niets van den brand gehoord. Toen haar vader thuis kwam, heeft hg gezegd dat er brand zou komen bg Voois. Niettegenstaande die mededeeiing is het gezin maar kalm gaan slapen. De vorige getuige hield vol den naam van den brandstiohter ook genoemd te hebben. Door den voorzitter gewezen op zgn on verklaarbare onverschilligheid, antwoordde Stobbelaar dat hg nog eea paar uur was op gebleven om te waohtea of er al dan niet brand zou komen, en toen de voorzitter hem wees op het afkeurenswaardige dat hg, we tende hoe K. bekend stoid, de politie niet gewaarschuwd had, zeide hg dit niet te hebben durven doen, wgl hg bang wasvoor beklaagde. L. Stobbelaar, 19 jaar, oud varensgezel en zoon van F. Stobbelaar, verklaarde dat zgn vader omstreeks 12 uren is thuis gekomen. Het gezin is tot omstreeks half twee opgeble ven, omdat men vrees koesterde dat er iets gebeuren zou. Zgn vader had verteld dat er brand zou komen bg Jan Voois en dat die gestioht zou worden door A. K. De kinderen hebben hun vader geraden om naar bed te gaan en getuige durfde de politie niet te waarschuwen, omdat bg bang was dat de persoon, die in den tuin gezien was, A. K. was. Getuige was omstreeks half twee naar bed gegaan, doch had niet geslapen. Ook deze getuige werd door den voorzitter gewezen op het laakbare van het niet voor komen van den brand, door de politie van het plan kennis te geven. De bekl. verzocht aan de getuigen te vragen waarom zg bang voor hem moesten zgn, waarop de voorzitter hem zeide dat dit niet noodig was; hg was de sohrik van lerseke en de stiohter van het meeste kwaad dat daar gebeurde. A. J. Hagenaars, kuiper en herbergier, ver klaarde dat de bekl. en Stobbelaar in den avond van 19 Sept. in zgn herberg geweest zgn. Stobbelaar had een borrel te veel ge dronken, doch toen hg omstreekB een uur gezeten had, giig hg goed weg. Deze getuige heeft op dien avond niet ge hoord dat K. over het in brand steken van de herberg van Voois sprak, wel een paar dagen te voren, doch toen was hg dronken. Getuige heeft ook gezien dat K. een doosje luoifers van hem heeft medegenomen. Den morgen na den brand,^omstreeks een uur of zes,is bekl.bg getuige in zgn herberg geweest en heeft hg gezegd, dat hg heel wat spul had gehad met den boel in brand te steken. Hg had zoo'n donders leven gemaakt in het huis van Voois, dat hg niet begreep, dat men het bg Stobbelaar niet gehoord heeft. Hg zeide ook dat hg een paar lampen stuk geslagen had. Het was hem niet om stelen te doen. Na zgn verhoor voor den kantonreohter had bekl. in de herberg gezegd, dat hg daar moei komedie gespeeld had. Getuige verklaarde nog dat bekl. bg hem in dienBt geweest is en tegenover hem steeds trouw en eerlgk zich heeft gedragen. De bekl. zeide verder dat hg een brandstiohter is met den mond, maar getuige de brandstïob» ter van de daad. Hg besohuldigde den ge tuige dat hg hem gevraagd had brand bg hem te stiohten; hg had dat geweigerd waarop ge tuige zelf den brand gesticht en zioh met de aBsurantiepenningen verrgkt heeft. Hg zou bekl., opdat bg zwggen zou, een bedrag van ongeveer f 14 gegeven hebben. Getuige wees die beschnldigiig ver van zich. De laatste getuige J. J. Herggers, kuipers- knecht te Bergen op Zoom, verklaarde ook K. te hebben hooren vertellen, dat hg bg zgn verhoor voor den kantonrechter dezen netjes doet", zei de goedige vriendin. «Wat, haar kwaad doet", zei hg, zgn vrouw vol teederheid aanzieide «dat is dat in dit huis, waar iedereen haar liefheeft en eerbiedigt, mgn jongste dochter alleen haar eigen zin volgt, zich aan wetten noch regels stoort en ongehoorzaam is, niet uit ongehoor zaamheid, maar uit volslagen gemis aan plichtgevoel." Isaure kwam gemelgker, norscher dan ooit binnen. «Hebt gg eergisteren de boodsohappen willei doen vroeg haar vader. Zg keek voor zich en zweeg. «Niemand had het u verzocht; gg hebt het gewild, niet waar? En hebt gg de ka menier gelast thuis te blgven »Ja", klonk het kortaf. «Gg hebt de helft van de boodschappen vergeten: gg hebt geen gs besteld, gg zgt niet in den garen- en bandwinkel geweestgg hebt de boeken niet in de bibliotheek terug gebracht. Dit alles heb ik van dezei en genen vernomen. Gg hebt een ander paard laten inspannen dan ik gelast had; gg hebt laten uit- en inspannen. Is dat waar Geen antwoord, »Gg hebt bisouits bg de thee laten pre senteeren. Wie bad u dat gelaBt?" Geen antwoord. «Heb ik u niet verboden bevelen te ge= ven «onder onze voorkennis had beetgenomen. Dat gesohiedde in dekui- perg van Hagenaars. Hierop werd de beklaagde ondervraagd. De voorzitter wees hem er op dat hg bg al wat hg uitricht steeds zioh zelf verraadt. Ook hier wé ar. Den 13en Sept. vertelde hg reeds de herberg van Voois in braad te zullen steken dat deed hg ook in den avond van den 19en en na het gedaan te hebben, vertelde hg dit bg Hagenaars, met tal van bgzonderheden, op den brand betrekking hebbende. Beklaagde ontkende den brand gestioht te hebben en beklaagde zioh erover dat na weder evenals vroeger ook reeds gebeurde een getuige, die veel lioht ii de zaak kon gevei, niet gehoord is. Aan deze getuige, de vrouw van Hagenaars, had de beklaagde op den morgen na den brand verteld, dat hg den naoht van den brand geslapen had. Hg bleef ook ontkennen dat hg Hagenaars iets omtrent den braid verteld had. Deze, nogmaals gehoord, bleef pertinent volhouden, dat hg de waarheid ei niets dan de waarheid gezegd had en hg door geen haat of vgandsohap tegen beklaagde gedreven was, iets meor te zeggen daa hg verantwoorden kon. Stobbelaar, ook nog eens gehoord, verklaarde zeker te zgn dat de bekl. door de aohterdeur het huis van Voois is binnengegaan. De beklaagde verklaarde verder dat hg met betrekking tot den brand niet gezegd heeft dat bg den kantonreohter lekker beet gehad had. Toen hg van Goes terugkwam, was hg dronken. Hg verklaarde verder dat bg omtrent branden te lerseke somtgds een maand van te voren was iagelioht ei bekend was met de braidstiohters. Zoo sterk dat hg reeds vóór een perceel brandde de teekening had gezien van het gebouw, dat er voor ia de plaats zou komen. De ambtenaar van hot O. M., de heer mr Tark, begon met te zeggen dat bg hem, niet tegenstaande de ontkentenis van beklaagde, de overtuiging vast staat dat bekl. den brand bg Voois gesticht heeft en dat dit naar zgne meening wettig bewezen moet worden geacht. Meestal worden branden gesticht uit geld zucht, om assurantiepenniigen meester te worden of uit wraakzucht. Dat is hier niet het geval. Hier heeft bekl. den brand gestioht, omdat bg bg de bewoaers van lerseke ge vreesd wilde zgn en om voor een durfal door te gaan. Men was bevreesd voor bekl. en eerst toen hg uit anderen hoofde gedetineerd was, is men er toe durven overgaan om openbarin gen te doen, die hem nu op de bank der beklaagden gebraoht hebben. Spreker stelde ia het lioht dat bekl. reeds dagen te voren het voornemen koesterde om den brand te stiohten en dit o. a. aan Hage» naars heeft verteld. De getuigenverklaringen nagaande, toonde de ambtenaar aan dat vooral uit hetgeen door Stobbelaar werd medegedeeld de schuld van beklaagde is af te leiden, terwgl die ook be vestigd wordt door de verklaring, welke hg aan Hagenaars omtrent het gebeurde heeft gegeven. Hoe de beklaagde de woning, na den braid gestioht te hebben, verlaten heeft is niet ge bleken hg kan dat gedaan hebben door de achterdeur of door een raam aan den voorkant, Dat er gevaar bestond voor de woning van Voois is gebleken, want dat huis is verbrand. Ook dat er gevaar was voor de andere wonin gen en de bewoners daarvan, die tgdens den brand uitbrak te bed en slapende waren. Beklaagde staat zeer slecht bekend en is reeds herhaaldelgk door deze rechtbank ver oordeeld, zonder dat dit eenigen invloed op hem heeft. Toch meende de ambtenaar dat een lang durige straf misBohien nog eenigen invloed ten goede op hem hebbei zal. Hg vorderde daarom zgne schuldigverkla ring aan opzettelgke braadstiohting, waardoor gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor anderen is ontstaan, en zgne veroordee- ling tot tien jaren gevangenisstraf. De beklaagde bleef bg zgne ontkentenis. De uitspraak werd daarop bepaald op heden over acht dagei. Geen antwoord. «Luister goed, Isaure", hernam hg met ingehouden toorn. «Al die dingen beteekenen niet veel, maar de voortdurende herhaling bedreigt het gezag hier in huis; dat kan zoo niet blgven. Er is hier éen meesteres, uw moeder; éen meester dat ben ik! Wanneer gg u weer verstout bevelen te geven, of, zonder ons ge raadpleegd te hebben, het werk dat wg aan anderen toevertrouwen op u neemt, gaat gg naar eei Ëngelsohe of Duitiohe kostschool, totdat gg meerderjarig zgt. Dit is de eerste en laatste maal dat ik dreig; in het vervolg zal ik handelen. Begrepen Ga nu heen 1" Zg vertrok, zonder een woord, of een ge baar, alsof zg niets gehoord had. >Jean", zei mevrouw zaoht. Hg kuste de hand die zg hem toestak. «Gg moet medelgden met haar hebben-. Het ligt aam haar verstand." «Kindlief" zei hg, zich oprichtende «dat is de redeneering van de wgzea, die krankzin nigen en moordenaarz aan de maatsohappg teruggeven, als hebbende gehandeld zonder oordeel des onderscheids, en zoo stelt men hen in de gelegenheid, om nieuwe misdaden te begaan. Indien Isaure haar plicht niet wil leerea en zioh onderwerpen aan de re gels, die wg allen in aoht nemen, moet zg ia een gestioht gaan nadenken over de voor rechten der vrgheid. Ik ben er niet voo$ om de ontoerekenbare! Jen hals af te s«|n

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 2