FEUILLETON.
voor de anti-revolutionnairen, dat het eeaige
ontwerp betreffende des persoonlgkei dienst
plicht, dat ia behaadeliag it gekomea, door
eea anti-revolutionnair kabinet was ingediend.
Maar waar aooveel aoodig ii voor legeruitgave»,
waar deskundigen too verdeeld tg», daar is
beter om te waohtea tot de meeaiagea ge
vestigd tgn ea daaraa te beslissea, daa au
aoodeloote uitgavea te doea.
Met betrekking tot de proteotie voerde de
spreker aaa, dat de voordeelea wel aan een
groot deel der verbouwers komen, waat er
xgm 96.000 landeigenaars, die telf verbouwen,
tegen 70.000 pachters, Bovendien gelooft hg
dat er genoeg goede landeigenaars zgn die
niet alle voordeel naar xioh tullen halen.
Maar al ware het anders, zou het dan nog
too erg tgn, dat de landeigenaars wat van
de graanrechten kregen. Spreker geloofde dat
dit niet onbillgk ton tgn, waar velen in de
laatste jaren telfs geen pacht ontvingea.
Verder zou er meer werk komen, en dit zou
de steden, die het middelpunt tgn eener
graanverbouwende boerenbevolking, de voor-
deelen daarvan doen plukkei en de koop-
kraoht van den burgerstand doen stggen.
In tgn repliek gaf de heer Sngders toe, dat
bg de christenen woorden en werken moeten
bewgten dat men.bg Christus begint. Maar
daarmede is niet gezegd, dat in het ohriitelgk
geloof grondslagen ea aanwijzingen voor het
staatsbestuur liggen. Dat is door spreker in
den aanvang zjjner rede ontkend, en door mr
De Veer niet weerlegd. Tooh heeft telfs dr
Kujper ten aanzien bijvoorbeeld van het
vraagstuk van de landnationalisatie erkend,
dat de Schrift geen oplossing geeft, alleen
een aanbeveling van reoht ea billijkheid,
fin waar mr De Veer had beweerd, dat
christenen alleen hebben te vragen of de
candidaat de ohristeljjke beginselen beleidt,
en hjj voor tioh nooit anders dan op een
ohristen zou stemmen, daar was het noodig
een oude boe uit de sloot te halen en te
herinneren aan den steun, door de anti-revo-
lutionnairen in Schoterland aan Domela
Nieuwenhuis geschonken.
Daarna komende op de ontkenning vaneen
verband tussohen de anti-revolutionnairen en
de katholieken, merkte de heer Sngders op,
dat dit te erger is, omdat dan, als deze par
tgen de meerderheid verkrggen, de volgende
wetgevende periode nog onvruchtbaarder zal
tgn, wanneer men het vooraf niet eens is
over de hoofdbeginselen.
Tegenover het beweren dat anti-revolution
nairen en katholieken loten van éen «tam
zgn, stelde de heer Sngders het oordeel van
De Maasbode, welk blad vroeger heef t erkend
dat samenwerking niet mogelgk was, tenzjj een
der partgen hare beginselen als een lammetje
opofferde.
De inleider beaamde wat over het werk
liedenpensioenfonds was getegd, maar juist
dat bevestigde wat hg had beweerd, dat men
de sooiale kwesties had kunnen vooropstellen
en dat gelijkgezinden op sociaal gebied had
den moeten samenwerken.
Verder wraakte hg het beweren, dat streng
geloovigen, die op staatkundig gebied vrij
zinnig zjjn, moeten uitsterven. Hjj weeB daar-
bjj op Gladstone, den leider der Ëngelsohe
vooruitstrevende!, en op vele andere Ëngel
sohe liberalen.
In een uitvoerige beantwoording van hetgeen
was aangevoerd tegen tgn betoog in zake
proteotie, wees de heer Sngders erop, dat van
de door mr De Veer bedoelde 166.000 land
gebruiken er 23.900 in. veeteelt-streken en
93.500 op zandgrond wonen. Zg hebben dus
geen belang bg graanrechten. Er big ven er
alzoo maar 50.000 op kleigrond over, en daar
van zgn de helft paohters.
De graanrechten, welke allen bezwaren,
sullen dus slechts een teer klein d6el der
landbouwers ten goede komen. Even ondeug
delijk was een beroep op het bekende boekjs
Made in Germany, dat op uitstekende wjjze,
zelfs in Duitiohland, is weerlegd.
Ha dete repliek werd de vergadering onder
dankbetuiging aan de beide sprekers en aan
de opgekomen kiezers gesloten.
▼ERKOOPINGEN ENZ
Door burgemeester en wethouders van
OBsenisse werd Donderdag aanbesteed het
vervangen van 476 meter grint- en keibaan
Hill* £11 GREVILLE.
VU.
Den anderen morgen werd in de kleedkamer
van mevrouw Maubert het volgende gesprek
gevoerd, in het bjjzjjn van mevrouw Riolos,
met wie men gewoon was sedert twintig jaar
alles in vertrouwen te bespreken.
«Céphise, kunt gjj mjj ook verklaren
waarom wjj gisteren avond geslagen room
hebben gehad, terwjjl ik jjs besteld had
Céphise keek even naar het Kanaal, dat
dien morgen erg onstuimig waB, en zei toen
vastberaden>Het kwam omdat Isaure eer
gisteren naar Cherburg wilde gaan en zich
met de boodschappen belast had, die tg bg
slot van rekening altemaal vergat."
>0 zoo", zei mevrouw Maubert met een
veelbeteekenenden zuoht, waaruit bleek dat
dergeljjke vergeetachtigheden niets nieuws
voor haar waren. «Maar waarom", ging ze
na een poos voort, als moest zjj eerst kraoht
verzamelen om nieuwe ontdekkingen te dra
gen, «waarom is er dai geen Charlotte Russe
|om»akt met de biscuitjes die van morgen
door eene keibestratiig in en bg het gehucht
Zeedorp. Raming f 3670.
Minste insohrjjver was, zooals in een deel
der oplaag van ons vorig nommer reeds is
gemeld, de heer P. J. B oogaart te Ossenisse
voor f 3379. Hem iB het werk gegund.
Verder sohreven nog in de heerenB. den
Exfcer van den Brink, te Krabbendjjke voor
f 3870, J. Kas, te Hontenisse, ad f 3800, W.
Adriaansens Pz., te HontenisBe, ad f 3778.35,
P. A. Adriaansens P.Az., te Walsoorden, ad
f 3762, P. J. Visser, te Hansweert, ad f5749,
J. F. Adriaansens Pol&iet, te Walsoorden, ad
f 8694, J. Jansen, te Terneuzen, ad f 3598, B.
van Eek, te Terneuzen, ad f 3580, J Meertens,
te Hoek, ad f 3575, A. Tholens Dingz., te
Terneuzen, ad f 3568, en L, G. Hermans, te
Ossenisse, ad f 3399.
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
Opzettelijke brandstichting.
Voor genoemde rechtbank werd heden be
handeld de zaak tegenA. K., oud 36 jaar,
kuipersknecht, geboren te Kattendjjke, wonende
te lerseke, thans verbljjvende in de straf
gevangenis te 's Gravenhage. Hem werd
ten laste gelegd, dat hjj in den nacht van
19 op 20 September 1896, tussohen half éen
en half vjjf uur, te lerseke, in den Bareapol-
der, opzetteljjk brand heeft gesticht in het
koffiehuis van H, EL M. Wouters, bewoond door
Jan Voois, welk koffiehuis stond aan den
openbaren weg op een afstand van 8 20
pas van drie bewoonde woningen, door zioh
tot genoemd koffiehuis den toegang te ver
schaffen en door middel van door hem ex-
presseljjk daarvoor medegebraohte luoiferB
den brand te steken in de petroleum, die
uit een tweetal door hem stukgeslagen lam
pen vloeidealthans aldaar op eenige
wjjze dien braad heeft gesticht, tengevolge
waarvan het geheele koffiehuis, toebehoorende
aan genoemden Wouters, met den inboedel,
toebehoorende aan Jan Voois, welk koffiehuis
alstoen tjjdeljjk onbewoond was, is afgebrand,
door welke brandstichting te duchten was:
lo gevaar voor koffiehuis en inboedel en voo:
de drie genoemde belendende woningei, met
hetgeen zioh daarin bevond, wat ondersohei-
deljjk aan de bewoners dier woningen Willem
Stroonjjder, Cornells Siereveld en Johannes
Bramsen toebehoorde, en 2o levensgevaar voot
bedoelde Stroosngder, Siereveld, Bramsen en
hunne gezinnen, die zioh toen in hunne ge
noemde woningen te bed en in slaap bevonden.
In deze zaak waren van wege het openbaar
ministerie 14 getuigen gedagvaard, waarvan
er een, wegens ziekte, niet was verschenen.
De eerste getuige Jan Voois, sohipper te
St. Annaland, verklaarde tot den 9 September
te lerseke in het bovengenoemd koffiehuis
gewoond te hebben. Dien dag verliet hjj de
herberg om ziek te St. Annaland te vestigen,
doch liet zgn gansohen inventaris vooreerst nog
in zjjne vroegere woning. In het koffiehuis*
hingen drie lampen, ten deele gevuld met
petroleum.
Te St. Annaland kreeg getuige bericht, dat,
in den nacht van 19 op 20 Sept. het huis met
al wat er in wa» verbrand was. Niets waB
geassureerd.
Hjj verklaarde dat de toegangen tot het
huis afgesloten waren.
Getuige^ heeft nimmer iets met den be
klaagde gehad.
De tweede getuige, de brigadier-titulair der
rgksveldwacht C. Maliepaard heeft in den be-
wusten nacht gezien dat het koffiehuis in brand
stond. Toen de brand uitgewoed had heeft
getuige in het puin twee beugels van lampei
gevonden.
De nabjj de herberg gelegen woningen van
Stroonjjder, Siereveld en Bramsen liepen door
den brand gevaar ook aangetast te worden.
De vonken vlogen over deze drie woningen
hees.
Getuige heeft niet kunnen nagaan, hoe de
brandstichter binnen gekomen is en ook niet
hoe de brand gestioht is.
De beklaagde staat in lerseke sleoht bekend
toen hjj er woonde was daar voortdurend
brand, terwjjl, sedert hjj de gemeente verlaten
heeft, er geen brand meer is geweest. Steeds
had men vermoeden op dezen beklaagde.
H. Snjjder, gemeente-opzichter en generale-
meegsbiacht zr» is bat
midd.c1 -Ir c .v.
••••c av .<-'•••• •i^uitjes
-hae opgegeten."
>jlxuo ad ruageljjk 1" riep mevrouw
uit, >wie is er op het denkbeeld gekomen
om die biscuitjes bg de thee te geven, waa
neer er zooveel andere droge koekjes in de
kast zgn Buiten kan men niet doen wat
men wil; men kan niet dadelgk wat anders
laten halen, zooals in de stad Ook weer
iets van Isaure?" vroeg zg op droeven tooa,:
daar Céphise niet antwoordde.
Mevrouw Riclos legde haar hand op den
arm karet vriendin en zag het jonge meisje
medelgdend aan. Zg wist hoe vaak derge-
Igke tooneelen voorvielen, in de laatste twee
jaar, sedert Isaure, die op alle kostscholen
beleefd werd weggestuurd, in het ouderlgke:
huis was teruggekeerd.
Het ongeluk wilde, dat de heer Maubert
juist op dit oogenblik binnen kwam.
«Wat is er vroeg bg, zgn vrouw be
zorgd aanziende.
»Ach, niets bgzonders, weer iets van
Isaure maar dit komt zoo dikwgls voot",
zei mevrouw heel zacht. Zg wist hoe dat
kind den slag had om haar vader buiten zioh
zeiven te brengen.
»Dat vind ik geen kleinigheid", sprak hg
eeodra hg ingelicht was. «Heeft zg niet aan
brandmeester te lerseke, heeft, bg den brand
komende, getracht bet huis te openen, wat hem
eohter liet gelukte, daar alles gesloten was
dit heeft hg zelf geconstateerd aan de voor-
zgde, terwgl een brandmeester hetzelfde heeft
gedaan aan den achterkant. Getuige kan niet
nagaan hoe de brand moet ontstaan zgn. Hg
geloofde niet dat er gevaar voor de belendende
woningen te duchten was.
W. StrooBngder, schipper te lerseke, de
volgende getuige, werd in den bewusten nacht
gewekt, wgl er braad was in de buurt. Zgns
inziens bestond er bg den brand gesn gevaar
voor zgn woningdaar de wind niet in de
richting ervan was.
C. Duinkerke, de vrouw van den vorigen
getuige, verklaarde, evenals haar mai, dat
tgdens den brand geen rook in haar huis stond
en tg ook niet ongerust was voor haar woning,
wgl de wiid niet dien kant uit was.
De scheepstimmerman C. Siereveld, daarna
gehoord, verklaarde in denzelfden geeBt als J.
Bramsen. Deze deelde nog mede, dat het buis
geheel gesloten was behalve het raam van
een opkamertje, daarvan stonden de blinden
op een kier ea was ook de spanning verwgderd.
De eerste getuige, nogmaals gehoord, be-
twgfelde dithg was overtuigd dat alles ge
sloten is geweest.
W. Hart hoorn, koopman en couranten-
om brenger, heeft in den middag van 19 Sept.
een courant bg Voois bezorgd en, wgl deze
«iet thuis was, deze door de deur gestoken.
De achterdeur was toen open. De vorige
dagen was de deur gesloten.
W. C. Bout, vrouw van J. de Roog, te Ier-
88ke, verklaarde in den bewusten naoht wel
hinder van den rook gehad te hebben, doch
ook geen vrees gekoesterd te hebben, dat de
brand op haar woning zou overslaan.
F. Stobbelaar, schipper en visscher, ver
klaarde, na door den voorzitter ten ernstigste
aangemaand te zgn de waarheid te zullen
zeggen, dat hg in den avond van 19 Sept. in
oaderscheideae herbergen geweest is, o. a. bg
Hagenaars, Daar was hg tot het uur van
sluiten in gezelaohap van dei bekl. Deze
was in het bezit van een doosje luoifers. Om
streeks 11 uren is getuige met bekl. weggegaan.
Hg had wel wat veel gedronken. Hg is met
K. den dgk opgegaan en met hem in het
visohkotje op de hooge kaai gaan zitten. Hoe
lang zjj daar gezeten hebbes, weet hg niet
preoies. Bekl. heeft toen gezegd, dat bg het
huis van Voois in brand ging steken, wat
getuige hem ontraadde.
Na het visohkotje verlaten te hebbel is
bekl. met getuige huiswaarts gegaanhun weg
voerde langs Voois.
Getuige heeft gezien dat bekl. probeerde
om daar de achterdeur ie opeien en daarii
ook slaagde; getuige is toen naar huis ge
gaan, nadat hg ook gezien had dat bekl. het
huis van Voois binnen ging en licht had ge
maakt; ook hoorde hg leven alsof er iets ge
broken werd.
Toen getuige thuis kwam wat het omstreeks
twaalf uur of half een.
Getuige begreep dat de bekl. den boel ging
in brand steken en heeft dat ook thuis ge
zegd. Aangezien getnige's vrouw zoo opspeelde,
wgl hg telaat thuis kwam, is bg maar naar
bed gegaan.
Op een vraag van d8i ambtenaar van het
O. M. verklaarde getuige nog dat bekl. ook
vroeger reeds gezegd had brand te zullen
stichten, en op een vraag van den voorzitter
waarom getuige een en ander voor den rech-
ter-oommiiiariB had verzwegen, verklaarde deze
bang voor bekl. te zgn geweest en den raad
van zgn huisgenooten gevolgd te hebben om
maar te zwggen. Eerst na de gevangenzet
ting van bekl. heeft hg durven spreken.
Eeiige dagen na des brand heeft bekl. met
getuige over het gebeurde gesproken ea heeft
die hem vezsooht hem niet te noemen als den
dader; dan bleef hg ook buiten moeite.
De bekl. beweerde met getuige omstreeks
half twaalf de herberg van Hagenaars verlaten
te hebben ea volstrekt niet in het visohkot
geweest ia zgn. Getuige was dronken, zoo
dronken dat bekl. hem aan zgn arm tot aan
huis gebraoht heeft. Toen bg dit gedaan had,
is bg naar zgn eigen woning gegaan, waar
bg een minuut of vier vgf na twaalven aan
kwam.
Getuige hield pertinent vol de waarheid ge-
zegd te hebben en ook niet zoo dronken ge-
'vlirgnwerker binnenwerk voor kasten
u, waarvan ik nooit iets vernomen heb,
dat ik ze op de rekening vond 1 En
aeoft ze eergisteren niet juist het paard dat
ik voor mgzelven houd, laten inspannen om
er boodsohappen mee te gaan doen, in plaats
van de kamenier te zenden. Als wg niet op
passen, vrouwtje, dan zgn wg over een paar
jaar geen baas meer in ons eigen huis. De
zaak komt mg heel ernstig voor, te meer
daar wg alle kans hebben, om haar bg ons
te houden en zg ons het leven heel zuur zal
maken. Laat ons de toekomst en zoo moge
lgk het tegenwoordige redden."
«Wees niet te streng", zei zgn vrouw.
Mevrouw Riolos stond uit besoheidenheid
op. Maubert weerhield haar.
»Blgf, wat ik u verzoeken mag. Bewust
of onbewust zegt Isaure zoo zelden de waar
heid, dat ik gaarne een getuige bg onze ge
sprekken heb. Ik weet nooit of ik later geen
bewgzen noodig zal hebben. Céphise, zend
uw zuster hier."
»Is het zóo erg vroeg mevrouw Riolos
toen zg weg wat.
«Ja, zóo erg. Als heel klein kind was
se al zoo. Wg hebben nooit een vertrouwe-
lgk woord uit haar kunnen krggei, «och een
waar antwoord. Waar alle hartelgkheid
schipbreuk lgdt, zal misschien gestrengheid
slagen i"
«Pas op dat gg uw vrouw geen kwaad
weest te zgn als bekl. het wil doen voorko
men hg is alleen thuis gekomen.
De bekl. wees erop dat, toen hg voor den
kantonrechter gehoord werd, bg om Stobbelaar
ta sparen verklaard heeft dat deze niet dron
ken wastoen is S. hem achterop gekomen
en heeft hg hem gevraagd wat hg gezegd
had ten einde in denzelfden geest te spreken.
De I6jarige Ph. Stobbelaar, doohter van den
vorigen getuige, verklaarde dat in den nacht
van 19 Sept. haar vader laat, omstreeks 12
uren, iB thuis gekomen. Zg deed op het klop
pen van dezen open en zag hem op een bank
voor het huis zitten. Zg zag ook in den tuin
een ander perBoon, dien zg eohter niet kende.
De man had een platten hoed op en rookte
een sigaar.
Deze getuige heeft 's nachts niets van den
brand gehoord. Toen haar vader thuis kwam,
heeft hg gezegd dat er brand zou komen bg
Voois. Niettegenstaande die mededeeiing is
het gezin maar kalm gaan slapen.
De vorige getuige hield vol den naam van
den brandstiohter ook genoemd te hebben.
Door den voorzitter gewezen op zgn on
verklaarbare onverschilligheid, antwoordde
Stobbelaar dat hg nog eea paar uur was op
gebleven om te waohtea of er al dan niet
brand zou komen, en toen de voorzitter hem
wees op het afkeurenswaardige dat hg, we
tende hoe K. bekend stoid, de politie niet
gewaarschuwd had, zeide hg dit niet te hebben
durven doen, wgl hg bang wasvoor beklaagde.
L. Stobbelaar, 19 jaar, oud varensgezel en
zoon van F. Stobbelaar, verklaarde dat zgn
vader omstreeks 12 uren is thuis gekomen.
Het gezin is tot omstreeks half twee opgeble
ven, omdat men vrees koesterde dat er iets
gebeuren zou. Zgn vader had verteld dat er
brand zou komen bg Jan Voois en dat die
gestioht zou worden door A. K. De kinderen
hebben hun vader geraden om naar bed te
gaan en getuige durfde de politie niet te
waarschuwen, omdat bg bang was dat de
persoon, die in den tuin gezien was, A. K. was.
Getuige was omstreeks half twee naar bed
gegaan, doch had niet geslapen.
Ook deze getuige werd door den voorzitter
gewezen op het laakbare van het niet voor
komen van den brand, door de politie van het
plan kennis te geven.
De bekl. verzocht aan de getuigen te vragen
waarom zg bang voor hem moesten zgn,
waarop de voorzitter hem zeide dat dit niet
noodig was; hg was de sohrik van lerseke en
de stiohter van het meeste kwaad dat daar
gebeurde.
A. J. Hagenaars, kuiper en herbergier, ver
klaarde dat de bekl. en Stobbelaar in den
avond van 19 Sept. in zgn herberg geweest
zgn. Stobbelaar had een borrel te veel ge
dronken, doch toen hg omstreekB een uur
gezeten had, giig hg goed weg.
Deze getuige heeft op dien avond niet ge
hoord dat K. over het in brand steken van de
herberg van Voois sprak, wel een paar dagen
te voren, doch toen was hg dronken.
Getuige heeft ook gezien dat K. een doosje
luoifers van hem heeft medegenomen.
Den morgen na den brand,^omstreeks een uur
of zes,is bekl.bg getuige in zgn herberg geweest
en heeft hg gezegd, dat hg heel wat spul had
gehad met den boel in brand te steken. Hg
had zoo'n donders leven gemaakt in het huis
van Voois, dat hg niet begreep, dat men het
bg Stobbelaar niet gehoord heeft. Hg zeide
ook dat hg een paar lampen stuk geslagen
had. Het was hem niet om stelen te doen.
Na zgn verhoor voor den kantonreohter had
bekl. in de herberg gezegd, dat hg daar moei
komedie gespeeld had.
Getuige verklaarde nog dat bekl. bg hem
in dienBt geweest is en tegenover hem steeds
trouw en eerlgk zich heeft gedragen.
De bekl. zeide verder dat hg een brandstiohter
is met den mond, maar getuige de brandstïob»
ter van de daad. Hg besohuldigde den ge
tuige dat hg hem gevraagd had brand bg hem
te stiohten; hg had dat geweigerd waarop ge
tuige zelf den brand gesticht en zioh met de
aBsurantiepenningen verrgkt heeft. Hg zou
bekl., opdat bg zwggen zou, een bedrag van
ongeveer f 14 gegeven hebben.
Getuige wees die beschnldigiig ver van zich.
De laatste getuige J. J. Herggers, kuipers-
knecht te Bergen op Zoom, verklaarde ook
K. te hebben hooren vertellen, dat hg bg zgn
verhoor voor den kantonrechter dezen netjes
doet", zei de goedige vriendin.
«Wat, haar kwaad doet", zei hg, zgn
vrouw vol teederheid aanzieide «dat is dat in
dit huis, waar iedereen haar liefheeft en
eerbiedigt, mgn jongste dochter alleen haar
eigen zin volgt, zich aan wetten noch regels
stoort en ongehoorzaam is, niet uit ongehoor
zaamheid, maar uit volslagen gemis aan
plichtgevoel."
Isaure kwam gemelgker, norscher dan ooit
binnen.
«Hebt gg eergisteren de boodsohappen
willei doen vroeg haar vader.
Zg keek voor zich en zweeg.
«Niemand had het u verzocht; gg hebt
het gewild, niet waar? En hebt gg de ka
menier gelast thuis te blgven
»Ja", klonk het kortaf.
«Gg hebt de helft van de boodschappen
vergeten: gg hebt geen gs besteld, gg zgt
niet in den garen- en bandwinkel geweestgg
hebt de boeken niet in de bibliotheek terug
gebracht. Dit alles heb ik van dezei en
genen vernomen. Gg hebt een ander paard
laten inspannen dan ik gelast had; gg hebt
laten uit- en inspannen. Is dat waar
Geen antwoord,
»Gg hebt bisouits bg de thee laten pre
senteeren. Wie bad u dat gelaBt?" Geen
antwoord.
«Heb ik u niet verboden bevelen te ge=
ven «onder onze voorkennis
had beetgenomen. Dat gesohiedde in dekui-
perg van Hagenaars.
Hierop werd de beklaagde ondervraagd. De
voorzitter wees hem er op dat hg bg al wat
hg uitricht steeds zioh zelf verraadt. Ook hier
wé ar. Den 13en Sept. vertelde hg reeds de
herberg van Voois in braad te zullen steken
dat deed hg ook in den avond van den 19en en
na het gedaan te hebben, vertelde hg dit bg
Hagenaars, met tal van bgzonderheden, op
den brand betrekking hebbende.
Beklaagde ontkende den brand gestioht te
hebben en beklaagde zioh erover dat na
weder evenals vroeger ook reeds gebeurde
een getuige, die veel lioht ii de zaak kon
gevei, niet gehoord is.
Aan deze getuige, de vrouw van Hagenaars,
had de beklaagde op den morgen na den
brand verteld, dat hg den naoht van den brand
geslapen had.
Hg bleef ook ontkennen dat hg Hagenaars
iets omtrent den braid verteld had.
Deze, nogmaals gehoord, bleef pertinent
volhouden, dat hg de waarheid ei niets dan
de waarheid gezegd had en hg door geen
haat of vgandsohap tegen beklaagde gedreven
was, iets meor te zeggen daa hg verantwoorden
kon.
Stobbelaar, ook nog eens gehoord, verklaarde
zeker te zgn dat de bekl. door de aohterdeur
het huis van Voois is binnengegaan.
De beklaagde verklaarde verder dat hg met
betrekking tot den brand niet gezegd heeft
dat bg den kantonreohter lekker beet gehad
had. Toen hg van Goes terugkwam, was hg
dronken. Hg verklaarde verder dat bg omtrent
branden te lerseke somtgds een maand van
te voren was iagelioht ei bekend was met
de braidstiohters. Zoo sterk dat hg reeds vóór
een perceel brandde de teekening had gezien
van het gebouw, dat er voor ia de plaats zou
komen.
De ambtenaar van hot O. M., de heer mr
Tark, begon met te zeggen dat bg hem, niet
tegenstaande de ontkentenis van beklaagde, de
overtuiging vast staat dat bekl. den brand bg
Voois gesticht heeft en dat dit naar zgne
meening wettig bewezen moet worden geacht.
Meestal worden branden gesticht uit geld
zucht, om assurantiepenniigen meester te
worden of uit wraakzucht. Dat is hier niet
het geval. Hier heeft bekl. den brand gestioht,
omdat bg bg de bewoaers van lerseke ge
vreesd wilde zgn en om voor een durfal door
te gaan.
Men was bevreesd voor bekl. en eerst toen
hg uit anderen hoofde gedetineerd was, is
men er toe durven overgaan om openbarin
gen te doen, die hem nu op de bank der
beklaagden gebraoht hebben.
Spreker stelde ia het lioht dat bekl. reeds
dagen te voren het voornemen koesterde om
den brand te stiohten en dit o. a. aan Hage»
naars heeft verteld.
De getuigenverklaringen nagaande, toonde
de ambtenaar aan dat vooral uit hetgeen door
Stobbelaar werd medegedeeld de schuld van
beklaagde is af te leiden, terwgl die ook be
vestigd wordt door de verklaring, welke hg
aan Hagenaars omtrent het gebeurde heeft
gegeven.
Hoe de beklaagde de woning, na den braid
gestioht te hebben, verlaten heeft is niet ge
bleken hg kan dat gedaan hebben door de
achterdeur of door een raam aan den voorkant,
Dat er gevaar bestond voor de woning van
Voois is gebleken, want dat huis is verbrand.
Ook dat er gevaar was voor de andere wonin
gen en de bewoners daarvan, die tgdens den
brand uitbrak te bed en slapende waren.
Beklaagde staat zeer slecht bekend en is
reeds herhaaldelgk door deze rechtbank ver
oordeeld, zonder dat dit eenigen invloed op hem
heeft.
Toch meende de ambtenaar dat een lang
durige straf misBohien nog eenigen invloed
ten goede op hem hebbei zal.
Hg vorderde daarom zgne schuldigverkla
ring aan opzettelgke braadstiohting, waardoor
gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar
voor anderen is ontstaan, en zgne veroordee-
ling tot tien jaren gevangenisstraf.
De beklaagde bleef bg zgne ontkentenis.
De uitspraak werd daarop bepaald op heden
over acht dagei.
Geen antwoord.
«Luister goed, Isaure", hernam hg met
ingehouden toorn. «Al die dingen beteekenen
niet veel, maar de voortdurende herhaling
bedreigt het gezag hier in huis; dat kan zoo niet
blgven. Er is hier éen meesteres, uw moeder;
éen meester dat ben ik! Wanneer gg u weer
verstout bevelen te geven, of, zonder ons ge
raadpleegd te hebben, het werk dat wg aan
anderen toevertrouwen op u neemt, gaat gg
naar eei Ëngelsohe of Duitiohe kostschool,
totdat gg meerderjarig zgt. Dit is de eerste
en laatste maal dat ik dreig; in het vervolg
zal ik handelen. Begrepen Ga nu heen 1"
Zg vertrok, zonder een woord, of een ge
baar, alsof zg niets gehoord had.
>Jean", zei mevrouw zaoht.
Hg kuste de hand die zg hem toestak.
«Gg moet medelgden met haar hebben-.
Het ligt aam haar verstand."
«Kindlief" zei hg, zich oprichtende «dat
is de redeneering van de wgzea, die krankzin
nigen en moordenaarz aan de maatsohappg
teruggeven, als hebbende gehandeld zonder
oordeel des onderscheids, en zoo stelt men
hen in de gelegenheid, om nieuwe misdaden
te begaan. Indien Isaure haar plicht niet
wil leerea en zioh onderwerpen aan de re
gels, die wg allen in aoht nemen, moet zg
ia een gestioht gaan nadenken over de voor
rechten der vrgheid. Ik ben er niet voo$
om de ontoerekenbare! Jen hals af te s«|n