MIDDELBURGSCHE COURANT.
N°. 119,
140' Jaargang.
1897.
Vrijdag
21 Mei.
Middelburg 20 Mei.
ELLENDE.
MONSTERVERBOND.
Dom courant verschijnt d a g e I tj k amet uitsondering van Zon- en Feestdagen;
Pifs, per kwartaal, soowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franoo p.p^ 2.-aj
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
VhenoHetev.
Middelburg 20 Mei 8 u. vm. 58 gr. m. 12 u.
69 gr., av. 4 o. 66 gr. F. Verw. zwakke N. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten dea middags vóór éém
uur aan het bureau besorgd zjjn.
Advertenties: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bg abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zgn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te Zieriksee: A. C. de Mooii, te Tholea: W.
A. VAX NrBTTWENHtoZB».
Als men eon klein staaltje wil leeren kennei
van de ellende, die do oorlog teweegbrengt,
dan moet men gaan naar de Wagenaarstraat
98 te Amsterdam. Daar vindt men zekeren
Pietet Tolstxa, een iuselier, die Dinsdag met
de Lawoe uit Indië terugkeerde.
De jongen is 22 jaar oud en blind
gesohotsn.
Toen een redacteur van het Hbld hem be-
zocht, sat Tolstra tegenover een nog krach-
tigen man, die zich als de vader bekend
maakte, als een mager, uitgeteerd jongeling,
met blnek-bruine wangen, glazige, doffe oogen,
die bjjaa schuil gingen aohter de dichtgevallen
ledenhet hoofd steunende op den arm.
Tevergeefs trachtte de redaoteur een gesprek
met hem aan te knoopen, teneinde hem wat
op te monteren. Slechts nu en dsn antwoordde
bjj met een enkel woord op zgn vragen, om
dan weder in doffe mg merg terug te zinken.
De moeder liet een photographic zien,
voorstellende een kiappen, stoeren jongen
soldaat, met een paar open heldere kgkers,
die moedig de wereld inzagen.
»Wat een flinke vent was hg toen, hél"
fluisterde zjj. >Ooh," mgnheer, »het is een
ellende, pas aan het begin van het leven, en
dan al blind!"
Dat is nog maar een zeer klein staaltje van
de gruwelen en den jammer, die een oorlog
aanricht, maar toch is het al treurig genoeg
Als iemand ziek is, wordt al gedaan om hem
te genesen; als iemand een ongeluk treft,
omringt men hem met de meeste zorgen
komt een mensoh om, algemeen maakt het
diepen indruk; een ramp als die te Parjjs
schokt de gansohe wereld.
Bjj oorlogen besohouwt men de zaken
eenigszins anders. Dan is het of al die ellende,
nl die gruwelen van zelf spreken. Men heelt
wonden, zeker. Maar men plaatst xioh op een
geheel ander standpunt. Men gaat nog al-
tjjd voort met dien gruwel der menschen te
verheerlijken, den oorlog te verheffsn, over
dreven lofliederen te zingen op moed, dap
perheid, militaire deugden en wat niet al
meer.
Wordt het tooh niet meer en meer tjjd de
volkeren, de jeugd vooral te doordringen van
het besef dat de oorlog een noodzakelijk kwaad
is, hetwelk helaas 1 nog niet genoeg wordt be
dwongen; dat veohten een mensch vernedert,
tensjj dat gesohiedt uit zeer noodzakelijke
tegenweer, en dat het honderd percent beter
is voor zgn vaderland te leven en op het ge
bied van wetenschap, kuist, het helen van
maatschappelijke wonden lauweren te oogsten!
Gelukkig echter dat in die richting de
geesten xioh meer en meer bewegendat
sleohts in den uitersten nood naar de wapenen
wordt gegrepen. Maar tooh, nog te veel vorderen
krijgstoerustingen van de moreele en flaantieele
krachten van het volk.
Op dat gebied kan niet genoeg worden aan
gedrongen op verbetering bjj de volkeren, de
regeeringen, de vorsten; kan ook bjj de jeugd
niet voldoende het besef worden opgewekt en
levendig gehouden dat de roeping der vol
keren, van algemeen menscheljjk standpunt,
is, niet elkaar te haten en te vernielen, maar
op handelsgebied en in meer verheven zin
elkaar de overwinning te betwisten.
Daarom juiohen wjj zoozeer toe, wat keizer
Wilhelm telkens en telkens weer jegens
Frankrgk doetdoor taotvolle daden van
vriendelijkheid en deelneming, door bewjjzen
van waavdeering van groote mannen in de
republiek te trachten het Fransohe volk voor
zich te winnen, het zachter en billjjker vooral
tegenover hem en de Duitsohe natie te stem
men, de klove, die beide rjjken scheidt, te
dempen.
Als hjj op éen punt zich een tactvol man
toont, dan is het wel in deze.
In een waardeerend woord, door een
Franichman over hem geschreven, naar aan
leiding van xjjn betuiging van deelneming
in zake de ramp te Parjjs, werd hg een vjj-
£td van Frankrjjk genoemd. Dit geschiedde
waarscbjjnljjk als tegenstelling met den csaar,
die een vriend van Frankrjjk heet. Anders
vinden wjj die qual fioatie niet gelukkig.
Keizer Wilhelm tooh, die aan den oorlog
van 1870—71 part nooh deel heeft gehad hjj
was toen een jongen van elf jaar -8- kan
tooh allerminst vijandschap jegens de Fran-
8ohen koesteren. Hjj heeft tegenover hen
geen veete, en meermalen bewees hjj zjjne
bewondering voor dit land, zjjn volk, ajjne
kunst en zjjae literatuur.
De hoofdpersonen uit den oorlog van 1870 71
zgn trouwens bgna allen verdwenen, wat
eene verzoening tussohen beide landen des
te gemakkelijker maakt.
Zoo ook was een heugljjk versofajjnsel de
ontvangst die het philharmonisch orkest uit
Berljjn, onder leiding van Nikisob, te Parjjs
te beurt vielde overwinning die dit daar
behaalde.
Dit zgn al te maal goede teekenen voor de
toekomst, waarvoor het armzalig chauvinisme
en de bekrompen ideeën van een deel van
het plebs wel zullen moeten wjj ken.
Maar tooh kan het zgn nut hebben voort
durend het besef levendig te houden, dat wjj
op dit gebied nog lang niet zgn waar wjj
moeten wezendat er nog heel wat gedaan
moet worden door de regeeringen tóor in
deze het juiste standpunt is ingenomendat
zjj nog een meer verhevener taak hebben te
vervullen dan steeds voor militaire doelein
den den volkeren nieuwe lasten op te leggen
dat de weg der arbitrage meer en meer moet
worden gevolgd.
En bjj de volkeren zelven moet het besef
doordringen, dat tegeiover een al te enghar
tig begrip van vaderlandsliefde moet staan
een Tnim begrip dat alle volkeren menschen
zgn, niet geroepen elkaar te vernielen, maar
wel te helpen en elkanders goede zjjden te
waardeeren.
Zoo alleen kunnen wjj langzaam maar
zeker naderen tot het tjjdstip, waarop de
oorlog uit een beschaafde maatschappij voor
goed zal worden verbannen.
Het lssndbomweomtté en beieher-
meide rechten.
Zooals in het vorig nommer in 't kort ge
meld werd, heeft de commissie uit het Land
bouw-comité betreffende beschermende rechten
haar verslag over het al of niet heffen van
invoerrechten op landbouwproducten uitge
bracht.
Haar besohoqwingen en besprekingen resu-
meerende, vermeent een deel der commissie
de volgende conclusie aan het oordeel van
het comité te moeten onderwerpen
I. »Het heffen van invoerreohten op granen
zal den landbouw in het algemeen in geen
gezonderen toestand brei gen", omdat
a. zoodanige bescherming de energie van
den landbouwer in het algemeen zal tegen
houden en slechts aan een klein deel van
dien stand kan ten goede komen
b. het heffen van een invoerrecht op een en
kel product (tarwe) hem niet voldoeide zal
kunnen helpen en het bedrjjf van een bouw-
boer in een verkeerde richting zal drjjven;
c. het beginsel van bescherming tot meer
dere besohermiig leidt en dientengevolge niet
alleen de landbouw, maar ook andere takken
van r jj verheid recht daarop kunnen doen gelden.
d. het niet bewezen is, dat de toestanden
in protectionistische landen beter zgn dan
hier te lande.
Een ander deel der commissie, in twee
groepen gesplitst, zich niet kunnende veiee-
nigen met vorenstaande conclusie, heeft ieder
in een afzonderljjke nota van hun meening
bljjk doen geven, welke beide nota's achter
het rapport zgn toegevoegd.
De in de tweede vergadering aanwezig zjjn-
de leden kunnen xioh echter wel met de hier
volgende, aan het comité te onderwerpen
ooiclusiën vereenigen
II. >Het is noodig, dat de regeering de
Staatzzorg voor den landbouw uitbreidt; ge
lijkstelling van den landbouw met andere be
langen bevordertmiddelen van verkeer
steunt; proefnemingen tot ontwikkeling van
verschillende cultures, als din van vlas, van
zaden enz., subsidieert; het landbouwonderwijs
bevordertmeerdere proefstations oprichtxui-
velooiBulenten en landbouwleeraren in meer
beperkten kring, dan thans gesohiedt, aan
stelt; het vervoer van vee, van landbouw-
voortbrengselen en landbouwbenoodigdheden
vergemakkeljjktde handelsrelatiën op land
bouwgebied uitbreidt; knoeiergen van voedings
middelen, allereerst door wjjxiging der boter-
wet, tegengaat, enz."
III. Afsohafflng van accjjnien op suiker,
vleeiob, zout en andere belemmeringen voor
binnenlandsohe producten tegenover die van
bet buitenland is gewen echt.
Zoolang dit niet kan geschieden, wordt het,
noodig geacht, dat herziening der tarieven ge
schiedt, omdat in sommige gevallen de Neder-
landsohe produoenten aohterstaan bjj de bui
tenlanders en een gelijkstelling als billjjk mag
worden beschouwd.
De leden dr G. W. Bruinsma, J. K. Rienks,
J. J. van Weel, jhr A. Michiels van Kessenich,
A. van Leeuwen kunnen zich niet vereenigen
met de oonolusie I en hebben in een afzonder
lijke nota hun afwjjkeade meeniig ontwik
keld en goedgekeurd het voorstel van een
hunner medeleden, luidende»Een invoerrecht
op tarwe (en tarwemeel) is weoBoheljjk en wel
in den vorm van een schaalreeht, waardoor de
prjjs van een heotoliter tarwe wordt gebracht
op een minimum bedrag van f 7.50."
De heer J. Rinkes Borger, die eveneens niet
met conclusie 1 meeging, zegt aan het slot
van een door hem ingediende nota, dat er, met
het oog op den treurigen toestand van den
landbouwer, z. i. niets andere overbljjft dan
te doen, wat andere Staten doen, nl. den
landbouw kunstmatig beschermen.
Wjj hebben ook van het «monsterverbond"
tussohen Katholieken en anti-re volutionnairen
gesproken, en kunnen ons du* aantrekken wat
daarover dezer dagen in de pers geschreven
is, zegt de Amh. Ct. Wie in die uitdrukking
een groot woord zien zonder meer, praten
zich zelf voorbjj. Het verbond van Rome en
Dordt tot verdelging van de liberale partjj
is geheel iets anders dan het eventueele steu
nen van elkanders candidaten door bijvoor
beeld de oud-liberalen en de vooruitBtreven-
den, waar niet ieder een eigen oandidaat
heeft gesteldwie de twee gevallen geljjk
•telt, onüeracLüidt aiot ea licht dus verkeerd
Voor.
Het eigenaardige, monsteraohtige van het
verbond tussohen katholieken en anti-revolu-
tionnairen ligt d&arin, dat de beide partjjen
ljjnreoht tegenover elkander staan in die
levensopvatting, waarin zjj beweren samen te
gaan. Beiden hebben den mond vol van
«Christelgke regeering", maar als 'top de
toepassing zou aankomen, zou de volstrekte
onwaarheid van die leuze san den dag
komen. Dan zou bljjken dat ze onder diezelfde
uitdrukking heel wat anders verstaan, en ze
zouden elkander met nog veel meer woede en
haat aanvallen en verscheuren als ze nu de
liberalen denken en hopen te doen.
Het monsterachtige en zedelooxe van het
verbond ligt in het opzetteljjk misverstand
waarop het gebaseerd is. Tusaohem de oud-
liberalen en de vooruitstrevende liberalen be
staan geschillen, zeer zekermaar richting en
doel zgn dezelfde, alleen over de middelen is
men 't niet eens. Dit alles wordt in het andere
stembusverbond gemist. Het eenige doel, waar
omtrent overeenstemming bestaat ishet uit
roeien van de liberale partjj, Dit is eohter
maar een oogenblikkeljjk, tjjdeljjk oogmerk
was dat bereikt, dan zouden de maskérs af
geworpen en de voormalige bondgenooten
handgemeen moeten worden, of wel werke
loos blgven zitten. Van partgen, die zekere
hoofdbeginselen met elkander gemeen hebben,,
is vruchtbare samenwerking mogeljjk. Maar
van heterogene partgen is geen samengaan,
geen fusie deskbaar. Alleen oonfuaie is te
wachten, wanneer die de handen izééaslaai.
van een regeerings-oommissaris, wordt toege
schreven aan de meaning van den gouverneur-
generaal, dat de afval van Toeköe Djohai
nooit zulk een omvangt jjk gevolg had kannes
hebben, als die thans heeft, en voor on* volk
veel ernstiger bad kunnen tjj*, indien
Toekoe Djohan niet die plaats in de Atjehsohe
politiek ware toegekend, die hg destjjds innam.
Ten opzichte van den tegenwoordigen toe
stand op Atjeh verklaart de minister nogmaals
dat de thans gevolgde gedragsljjn, naar zjjne
meening, wel het uitzicht opent, dat bjj bin
nen een afsienbaar asntal jaren, zonder uit
putting onzer flsnncieele en militaire krach
ten, tot een bevredigend resultaat k«t voeren.
Nu de verandering van gedragsljjn niet,
geljjk in 1884, van de Reg. z -lve is uitgegaan,
maar uit den drang der omstandigheden is
geboren, heeft de Reg., xoodra.zjj daartoe door
de ontvangst der voorstellen van de Indische
regeering in staat wa«, aan de Staten-generaal
uitvoerig en openhartig blootgelegd hoe de
staat van zaken was en welke gedragalgn,
ook h. i., nu verder moet worden gevolgd. De
min. kan niet inzien, dat die handelwijze uit
een constitutioneel oogpunt aan bedenking
onderhevig zou zgn.
Op de vraag welk strategisoh object en welk
politiek doel de regeering met de tegenwoor
dige gedragsljjn denkt te bereiken, antwoordt
de min. met een verwjjsiig naar de in het
vorig jaar als een stelsel van aotief optreden
omschreven gedragsljjn.
Of, en zoo ja welke maatregelen genomen
zullen moeten worden tegen de zioh in bet
Pedirsohe ophoudende hoofden van het verzet
maakt in Indië nog een punt van over
weging uit.
Op 1 Jan. waren in Atjeh en onderhoorig-
heden gelegerd 305 officieren en 7873 militai
ren. Da minuter acht ook thans het Indische
leger volkomen in staat om de in Atjeh te vol
brengen taak te bljjven volhouden.
De ongunstige berichten omtrent den ge
zondheidstoestand in Atjeh worden in een
offioieel rapport gelogenstraft.
De werving hier te lande levert zeer gun
stige resultaten op.
De oorlogsuitgaven overschreden in Indië
over 1896 de ramiig met bgna 4 millioen en
de hoogere uitgaven in Indië over 1897 wor
den op ruim 21/, millioen geschat.
ATJ8 H.
Bjj de Eerste kamer is ontvangen de memo
rie van antwoord van den minister van koloniën
op de beschouwingen over onze gedragsljjn in
Atjeh naar aanleiding van den voorgeztelden
aanleg van stoomtramwegen in Groot-Atjeb.
Hjj bljjft er bjj dat de minister van koloniën
de verantwoordelijkheid van alles wat inlidië
gebeurt tegenover de kamer draagt, tevens
ontkennende dat wat in Atjeh is gesohied in
•trjjd zou zgn met de verzekeringen door hem
aan de kamer gegeven en dat de tegenwoor
dige gedragslijn niet uit den drang der om
standigheden kan zgn voortgesproten. Hjj
verzekert dat het de Gouverneur-generaal was
die optrad voorde handhaving der beginselen
van 1884, maar dat de tegenwoordige gedrags
lijn is voortgesproten uit het verzoek van dei
Gouverneur van Atjeh in 1895 tot betere be-
vestigiig onzer posten in Groot Atjefa, maat-
relen ten aanzien waarvan met den nieuw-
benoemden legercommandant eene overeen
stemming werd verkregen, berustende op het
geen de Gouverneur van Atjeh zelf had
voorgesteld.
Dat de waardeering, die de vorige gouver
neur van Atjeh gedurende zjjn bestuur on
dervond, gevolgd kon worden door het zenden
Bjj kon. besluit:
is aan G. A. van den Berg, gewezen adjunct-
directeur in de strafgevangenis te Utrecht,
verleend een pensioen van f 884 'sjaarsj
ia de eesste-luit. jhr F. A. G. Beel&ertsvan
Blokland, van het 4de reg. inf. op pensioen
gesteld, voor vjjf jaar en ad f 400 jaarsei
is de kapitein M. J. Perk, van het4iereg.
vesting-art., op pensioen gesteld ad f 1545
's jaars.
DIT STAD EK PROVINCIE
Zooals oize lezers weten stelden Woens
dag in de gemeenteraadszitting van M i d d e 1-
b u r g een viertal leden omtrent het plan van
den gemeentebouwmeeiter betreffende de rio-
leeriag voor het advies ia te winnen vaneen
ingenieur.
Dit amendement werd gesteld in banden
<?aa burg. ea wetb. om advies.
In verband daarmee heeft, naar wjj verne
men, de commissie van fabrioage haar ontslag
genomen..
Maakten wjj onlangs melding van een
drietal gouden bruiloften hier ea elders, wjj
dienen dit nu ook wel te doen van een derge
lijke feest dat dezer dagen in het Gasthuis
alhier plaats had. Daar gedsohten een
tweetal verpleegden hun vjjftigjarig huwelijks
feest»
Al heeft het zeker ook zjjie schaduwzjjde
om in een dergeljjke inriobtlng zulk een feest
te vieren, aan belangstelling ontbrak bet dei
oudjes niet en zg waren zeer tevreden en ge
lukkig met het voorrecht, dat hun ten deel
viel, en. met het feestje dat ter hunner eer
was aai gericht.
Tegen 1 Juni is benoemd tot postbode
van Gortgen e op Wolfaartsdjjk:
M. Barbier, schoenmakeren adststent-bestel-
ler aan het postkantoor te Goes.
In de Woensdsg te Col jjn splaat
gehouden vergadering van ingelanden van
den polder Oud-Noord-Beveland werd door
den ontvanger-griffier rekening gedaan over
den dierst 1896/7. De ontvangsten hebbel
bedragen f 26959.87, de uitgaven f 24863 30,
goed slot f 2096.57.
De begrootiig dienst 1897/8 werd in ont
vangst en uitgaaf vastgesteld op f 84494.94'.
Tot lid van den djjkraad van den calami-
teuzen Leendert Abrahamp olèer werd, wegens
bedaiken van den heer N. Tazelaar, benoemd
de heer P. Tazelaar te Coljjnsplaat.
Daarna werd opgemaakt eene voordracht
voor dijkgraaf, wegens periodieke aftreding,
Deze bestaat uit de haeren E. Tazelaar (aftr.),
P. O. W. Swemer en M, de Regt Jz., alten te
Golgmplaat.
Bjj kon. besluit is besoemd tot reohter
ifl de arr. rechtbank te Z i e r i k z e e mr L.
J. A. van Lidth de Jeude, thans subs.-gritfiar
bjj de arr. rechtbank te Amsterdam.
Woensdag had te S o h e r p e a i b s e een
kind van ongeveer 2 jaar het ongeluk in een
pot met kokend water te vallen, met het
noodlottig gevolg, dat het den anderen dag
overleed.
In de Woensdag te St. Maartens
dijk gehouden vergadering van ingelanden
van het vijje waterschap St.. Maartensdijk
werd de rekening over het afgeloopen dienst
jaar vastgesteld en werden de begrootingen
voor den dienst 1897/98 goedgekeurd.
Het dgkgesohot per hectare werd voor de
verschillende polders bepaald als volgtOude-
land f 8,50, Middelland f 5,20, Noord f 11,70.
Uiterst Nieuwland f 5 20, Ravensoord f5,10,
Oroote- en Kleine Landekent f 3,50, Slobbe-
coome f 14,50, Molen f 12 en Pluimpot i 3,50,
Verder werd aangenomen een voorstel van
het bestuur, regelende de pensioneetiig van
den waterbouwkundigen ambtenaar.
Ook werd besloten gadurende vier achter
eenvolgende jaren, elk jaar 1000 meter lengte
der bestaaide zand- of aardebaaen te vervan
gen door grintwegen.
Als vertegenwoordiger van den NoortZpolder
j den djjkraad van het oal. waterschap
Stavenisse werd herbenoemd de heer Jb.
Hage I. Gzn.
Een voorstel van den heer J. C. Q ïakkelaar
om vanwege de overige polders subsidie te
verleenen aan den polder Slabbecoorne werd
aangehouden tot de volgende vergadering.
Bjj de hervatting van da restauratie van
het stadhuis te Sluis kwam de prachtig
iigeriohte kelder voor den dag. Hierin werden
■teenen kogels gevonde», sommige ter grootte
van een vuist, andere met eene middellijn van
=fc twee decimeters. Bjj de ontgraving vond
men verder onder een gebruikt wordend ge
deelte van den kelder eenen regenbak ter
diepte van ongeveer 2meter.
Bljjkens het jaarverslag van den hoofd
ingenieur, belaBt met het toezioht op den
dienst voor het stoomwezen over 1896, waren
op 31 December 1896 hier te lande in gebruik
9974 stoomketels, geplaatst in 4198 fabrieken,
487 watergemalen, 1576 zeeschepen en rivier
booten, 1297 looomobielen, stoomkranen enz.,
en 297 tramlocomotieven.
In de proviicie Z e e 1 a n d waren er 297
geplaatst in 98 fabrieken, 5 watergemalen, 50
eesohepen en rivierbooten, 32 looomobielen,
Locomotieven enz. en 22 tramloeomotieven.
VKRB1KZHGEI.
In eene heden in het lokaal in de Nieuw*
straat alhier gehouden, druk bezochte ver*
gadering van de centrale anti-revolutionnaire
kiesvereeniging ia het district Middelburg
is de heet mr G. Luoasse, aftredend lid, met
algemeens stemmen (230) door de 12 aan ge*
sloten kiesvereenigiigen weder candidaat ge*
steld voor het lidmaatiohsp der Tweede kamer»
De heer A. S. Talma van Arnhem was niet
tegenwoordig.
- In het distriet Zierikxee is door de
centrale anti-revolutionnaire kiesvereenigixg
candidaat gesteld de heer mr Th. Heemskerk j
en in het district Hontenisse door eene
zelfde vereeniging jhr mr J. J, Pompe van
Meerdervoort.
Met het oog op de a. s. verkiezingen op
15 Juni zullen alle rjjkatelegraafkantoren ge
opend zgn tot 10 uren 's avonds. Ook de
diensturen der telefoonkantoren zullen, waar
noodig, op dien dag worden uitgebreid.
ONDERWIJS
Bjj kon. bes1 uit is dr B. H. Steringa
Kuyper, leer aar aan het gymnasium te Mid
delburg, benoemd tot lid der commissie
aan welke in 1897 wordt opgedragen het af-
■emen van het examen, bedoeld in art. 2 der
wet tot regeling van het hooger onder wjj s.
B$ beschikking van den minister van
bimnealaidsche zaken is, met ingang van den
dag waarop hjj zjjne functiën zal aanvaarden,
benoemd tot assistent aan het rjjkslandbouw-
P'oefstation te Wageningen dr H. G. L. van
der Meuten te G o o wien met ingang van
laatstbedoelden datum, eervol ontslag verleend
is als assistent aam het rjjkslandbouwproef-
itation te Goes.
Tot onderwjjzer aan de O. L. school te
Heinkenszand ia benoemd de heer C.
Verhulst te 's Gravenpolder, met wien op de
voordracht stonden de heeren Windhorst en
Penning*.