MIDDELBURGSCHE COURANT. N°. 119, 140' Jaargang. 1897. Vrijdag 21 Mei. Middelburg 20 Mei. ELLENDE. MONSTERVERBOND. Dom courant verschijnt d a g e I tj k amet uitsondering van Zon- en Feestdagen; Pifs, per kwartaal, soowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franoo p.p^ 2.-aj Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. VhenoHetev. Middelburg 20 Mei 8 u. vm. 58 gr. m. 12 u. 69 gr., av. 4 o. 66 gr. F. Verw. zwakke N. wind. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten dea middags vóór éém uur aan het bureau besorgd zjjn. Advertenties: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bg abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zgn gratis aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Zieriksee: A. C. de Mooii, te Tholea: W. A. VAX NrBTTWENHtoZB». Als men eon klein staaltje wil leeren kennei van de ellende, die do oorlog teweegbrengt, dan moet men gaan naar de Wagenaarstraat 98 te Amsterdam. Daar vindt men zekeren Pietet Tolstxa, een iuselier, die Dinsdag met de Lawoe uit Indië terugkeerde. De jongen is 22 jaar oud en blind gesohotsn. Toen een redacteur van het Hbld hem be- zocht, sat Tolstra tegenover een nog krach- tigen man, die zich als de vader bekend maakte, als een mager, uitgeteerd jongeling, met blnek-bruine wangen, glazige, doffe oogen, die bjjaa schuil gingen aohter de dichtgevallen ledenhet hoofd steunende op den arm. Tevergeefs trachtte de redaoteur een gesprek met hem aan te knoopen, teneinde hem wat op te monteren. Slechts nu en dsn antwoordde bjj met een enkel woord op zgn vragen, om dan weder in doffe mg merg terug te zinken. De moeder liet een photographic zien, voorstellende een kiappen, stoeren jongen soldaat, met een paar open heldere kgkers, die moedig de wereld inzagen. »Wat een flinke vent was hg toen, hél" fluisterde zjj. >Ooh," mgnheer, »het is een ellende, pas aan het begin van het leven, en dan al blind!" Dat is nog maar een zeer klein staaltje van de gruwelen en den jammer, die een oorlog aanricht, maar toch is het al treurig genoeg Als iemand ziek is, wordt al gedaan om hem te genesen; als iemand een ongeluk treft, omringt men hem met de meeste zorgen komt een mensoh om, algemeen maakt het diepen indruk; een ramp als die te Parjjs schokt de gansohe wereld. Bjj oorlogen besohouwt men de zaken eenigszins anders. Dan is het of al die ellende, nl die gruwelen van zelf spreken. Men heelt wonden, zeker. Maar men plaatst xioh op een geheel ander standpunt. Men gaat nog al- tjjd voort met dien gruwel der menschen te verheerlijken, den oorlog te verheffsn, over dreven lofliederen te zingen op moed, dap perheid, militaire deugden en wat niet al meer. Wordt het tooh niet meer en meer tjjd de volkeren, de jeugd vooral te doordringen van het besef dat de oorlog een noodzakelijk kwaad is, hetwelk helaas 1 nog niet genoeg wordt be dwongen; dat veohten een mensch vernedert, tensjj dat gesohiedt uit zeer noodzakelijke tegenweer, en dat het honderd percent beter is voor zgn vaderland te leven en op het ge bied van wetenschap, kuist, het helen van maatschappelijke wonden lauweren te oogsten! Gelukkig echter dat in die richting de geesten xioh meer en meer bewegendat sleohts in den uitersten nood naar de wapenen wordt gegrepen. Maar tooh, nog te veel vorderen krijgstoerustingen van de moreele en flaantieele krachten van het volk. Op dat gebied kan niet genoeg worden aan gedrongen op verbetering bjj de volkeren, de regeeringen, de vorsten; kan ook bjj de jeugd niet voldoende het besef worden opgewekt en levendig gehouden dat de roeping der vol keren, van algemeen menscheljjk standpunt, is, niet elkaar te haten en te vernielen, maar op handelsgebied en in meer verheven zin elkaar de overwinning te betwisten. Daarom juiohen wjj zoozeer toe, wat keizer Wilhelm telkens en telkens weer jegens Frankrgk doetdoor taotvolle daden van vriendelijkheid en deelneming, door bewjjzen van waavdeering van groote mannen in de republiek te trachten het Fransohe volk voor zich te winnen, het zachter en billjjker vooral tegenover hem en de Duitsohe natie te stem men, de klove, die beide rjjken scheidt, te dempen. Als hjj op éen punt zich een tactvol man toont, dan is het wel in deze. In een waardeerend woord, door een Franichman over hem geschreven, naar aan leiding van xjjn betuiging van deelneming in zake de ramp te Parjjs, werd hg een vjj- £td van Frankrjjk genoemd. Dit geschiedde waarscbjjnljjk als tegenstelling met den csaar, die een vriend van Frankrjjk heet. Anders vinden wjj die qual fioatie niet gelukkig. Keizer Wilhelm tooh, die aan den oorlog van 1870—71 part nooh deel heeft gehad hjj was toen een jongen van elf jaar -8- kan tooh allerminst vijandschap jegens de Fran- 8ohen koesteren. Hjj heeft tegenover hen geen veete, en meermalen bewees hjj zjjne bewondering voor dit land, zjjn volk, ajjne kunst en zjjae literatuur. De hoofdpersonen uit den oorlog van 1870 71 zgn trouwens bgna allen verdwenen, wat eene verzoening tussohen beide landen des te gemakkelijker maakt. Zoo ook was een heugljjk versofajjnsel de ontvangst die het philharmonisch orkest uit Berljjn, onder leiding van Nikisob, te Parjjs te beurt vielde overwinning die dit daar behaalde. Dit zgn al te maal goede teekenen voor de toekomst, waarvoor het armzalig chauvinisme en de bekrompen ideeën van een deel van het plebs wel zullen moeten wjj ken. Maar tooh kan het zgn nut hebben voort durend het besef levendig te houden, dat wjj op dit gebied nog lang niet zgn waar wjj moeten wezendat er nog heel wat gedaan moet worden door de regeeringen tóor in deze het juiste standpunt is ingenomendat zjj nog een meer verhevener taak hebben te vervullen dan steeds voor militaire doelein den den volkeren nieuwe lasten op te leggen dat de weg der arbitrage meer en meer moet worden gevolgd. En bjj de volkeren zelven moet het besef doordringen, dat tegeiover een al te enghar tig begrip van vaderlandsliefde moet staan een Tnim begrip dat alle volkeren menschen zgn, niet geroepen elkaar te vernielen, maar wel te helpen en elkanders goede zjjden te waardeeren. Zoo alleen kunnen wjj langzaam maar zeker naderen tot het tjjdstip, waarop de oorlog uit een beschaafde maatschappij voor goed zal worden verbannen. Het lssndbomweomtté en beieher- meide rechten. Zooals in het vorig nommer in 't kort ge meld werd, heeft de commissie uit het Land bouw-comité betreffende beschermende rechten haar verslag over het al of niet heffen van invoerrechten op landbouwproducten uitge bracht. Haar besohoqwingen en besprekingen resu- meerende, vermeent een deel der commissie de volgende conclusie aan het oordeel van het comité te moeten onderwerpen I. »Het heffen van invoerreohten op granen zal den landbouw in het algemeen in geen gezonderen toestand brei gen", omdat a. zoodanige bescherming de energie van den landbouwer in het algemeen zal tegen houden en slechts aan een klein deel van dien stand kan ten goede komen b. het heffen van een invoerrecht op een en kel product (tarwe) hem niet voldoeide zal kunnen helpen en het bedrjjf van een bouw- boer in een verkeerde richting zal drjjven; c. het beginsel van bescherming tot meer dere besohermiig leidt en dientengevolge niet alleen de landbouw, maar ook andere takken van r jj verheid recht daarop kunnen doen gelden. d. het niet bewezen is, dat de toestanden in protectionistische landen beter zgn dan hier te lande. Een ander deel der commissie, in twee groepen gesplitst, zich niet kunnende veiee- nigen met vorenstaande conclusie, heeft ieder in een afzonderljjke nota van hun meening bljjk doen geven, welke beide nota's achter het rapport zgn toegevoegd. De in de tweede vergadering aanwezig zjjn- de leden kunnen xioh echter wel met de hier volgende, aan het comité te onderwerpen ooiclusiën vereenigen II. >Het is noodig, dat de regeering de Staatzzorg voor den landbouw uitbreidt; ge lijkstelling van den landbouw met andere be langen bevordertmiddelen van verkeer steunt; proefnemingen tot ontwikkeling van verschillende cultures, als din van vlas, van zaden enz., subsidieert; het landbouwonderwijs bevordertmeerdere proefstations oprichtxui- velooiBulenten en landbouwleeraren in meer beperkten kring, dan thans gesohiedt, aan stelt; het vervoer van vee, van landbouw- voortbrengselen en landbouwbenoodigdheden vergemakkeljjktde handelsrelatiën op land bouwgebied uitbreidt; knoeiergen van voedings middelen, allereerst door wjjxiging der boter- wet, tegengaat, enz." III. Afsohafflng van accjjnien op suiker, vleeiob, zout en andere belemmeringen voor binnenlandsohe producten tegenover die van bet buitenland is gewen echt. Zoolang dit niet kan geschieden, wordt het, noodig geacht, dat herziening der tarieven ge schiedt, omdat in sommige gevallen de Neder- landsohe produoenten aohterstaan bjj de bui tenlanders en een gelijkstelling als billjjk mag worden beschouwd. De leden dr G. W. Bruinsma, J. K. Rienks, J. J. van Weel, jhr A. Michiels van Kessenich, A. van Leeuwen kunnen zich niet vereenigen met de oonolusie I en hebben in een afzonder lijke nota hun afwjjkeade meeniig ontwik keld en goedgekeurd het voorstel van een hunner medeleden, luidende»Een invoerrecht op tarwe (en tarwemeel) is weoBoheljjk en wel in den vorm van een schaalreeht, waardoor de prjjs van een heotoliter tarwe wordt gebracht op een minimum bedrag van f 7.50." De heer J. Rinkes Borger, die eveneens niet met conclusie 1 meeging, zegt aan het slot van een door hem ingediende nota, dat er, met het oog op den treurigen toestand van den landbouwer, z. i. niets andere overbljjft dan te doen, wat andere Staten doen, nl. den landbouw kunstmatig beschermen. Wjj hebben ook van het «monsterverbond" tussohen Katholieken en anti-re volutionnairen gesproken, en kunnen ons du* aantrekken wat daarover dezer dagen in de pers geschreven is, zegt de Amh. Ct. Wie in die uitdrukking een groot woord zien zonder meer, praten zich zelf voorbjj. Het verbond van Rome en Dordt tot verdelging van de liberale partjj is geheel iets anders dan het eventueele steu nen van elkanders candidaten door bijvoor beeld de oud-liberalen en de vooruitBtreven- den, waar niet ieder een eigen oandidaat heeft gesteldwie de twee gevallen geljjk •telt, onüeracLüidt aiot ea licht dus verkeerd Voor. Het eigenaardige, monsteraohtige van het verbond tussohen katholieken en anti-revolu- tionnairen ligt d&arin, dat de beide partjjen ljjnreoht tegenover elkander staan in die levensopvatting, waarin zjj beweren samen te gaan. Beiden hebben den mond vol van «Christelgke regeering", maar als 'top de toepassing zou aankomen, zou de volstrekte onwaarheid van die leuze san den dag komen. Dan zou bljjken dat ze onder diezelfde uitdrukking heel wat anders verstaan, en ze zouden elkander met nog veel meer woede en haat aanvallen en verscheuren als ze nu de liberalen denken en hopen te doen. Het monsterachtige en zedelooxe van het verbond ligt in het opzetteljjk misverstand waarop het gebaseerd is. Tusaohem de oud- liberalen en de vooruitstrevende liberalen be staan geschillen, zeer zekermaar richting en doel zgn dezelfde, alleen over de middelen is men 't niet eens. Dit alles wordt in het andere stembusverbond gemist. Het eenige doel, waar omtrent overeenstemming bestaat ishet uit roeien van de liberale partjj, Dit is eohter maar een oogenblikkeljjk, tjjdeljjk oogmerk was dat bereikt, dan zouden de maskérs af geworpen en de voormalige bondgenooten handgemeen moeten worden, of wel werke loos blgven zitten. Van partgen, die zekere hoofdbeginselen met elkander gemeen hebben,, is vruchtbare samenwerking mogeljjk. Maar van heterogene partgen is geen samengaan, geen fusie deskbaar. Alleen oonfuaie is te wachten, wanneer die de handen izééaslaai. van een regeerings-oommissaris, wordt toege schreven aan de meaning van den gouverneur- generaal, dat de afval van Toeköe Djohai nooit zulk een omvangt jjk gevolg had kannes hebben, als die thans heeft, en voor on* volk veel ernstiger bad kunnen tjj*, indien Toekoe Djohan niet die plaats in de Atjehsohe politiek ware toegekend, die hg destjjds innam. Ten opzichte van den tegenwoordigen toe stand op Atjeh verklaart de minister nogmaals dat de thans gevolgde gedragsljjn, naar zjjne meening, wel het uitzicht opent, dat bjj bin nen een afsienbaar asntal jaren, zonder uit putting onzer flsnncieele en militaire krach ten, tot een bevredigend resultaat k«t voeren. Nu de verandering van gedragsljjn niet, geljjk in 1884, van de Reg. z -lve is uitgegaan, maar uit den drang der omstandigheden is geboren, heeft de Reg., xoodra.zjj daartoe door de ontvangst der voorstellen van de Indische regeering in staat wa«, aan de Staten-generaal uitvoerig en openhartig blootgelegd hoe de staat van zaken was en welke gedragalgn, ook h. i., nu verder moet worden gevolgd. De min. kan niet inzien, dat die handelwijze uit een constitutioneel oogpunt aan bedenking onderhevig zou zgn. Op de vraag welk strategisoh object en welk politiek doel de regeering met de tegenwoor dige gedragsljjn denkt te bereiken, antwoordt de min. met een verwjjsiig naar de in het vorig jaar als een stelsel van aotief optreden omschreven gedragsljjn. Of, en zoo ja welke maatregelen genomen zullen moeten worden tegen de zioh in bet Pedirsohe ophoudende hoofden van het verzet maakt in Indië nog een punt van over weging uit. Op 1 Jan. waren in Atjeh en onderhoorig- heden gelegerd 305 officieren en 7873 militai ren. Da minuter acht ook thans het Indische leger volkomen in staat om de in Atjeh te vol brengen taak te bljjven volhouden. De ongunstige berichten omtrent den ge zondheidstoestand in Atjeh worden in een offioieel rapport gelogenstraft. De werving hier te lande levert zeer gun stige resultaten op. De oorlogsuitgaven overschreden in Indië over 1896 de ramiig met bgna 4 millioen en de hoogere uitgaven in Indië over 1897 wor den op ruim 21/, millioen geschat. ATJ8 H. Bjj de Eerste kamer is ontvangen de memo rie van antwoord van den minister van koloniën op de beschouwingen over onze gedragsljjn in Atjeh naar aanleiding van den voorgeztelden aanleg van stoomtramwegen in Groot-Atjeb. Hjj bljjft er bjj dat de minister van koloniën de verantwoordelijkheid van alles wat inlidië gebeurt tegenover de kamer draagt, tevens ontkennende dat wat in Atjeh is gesohied in •trjjd zou zgn met de verzekeringen door hem aan de kamer gegeven en dat de tegenwoor dige gedragslijn niet uit den drang der om standigheden kan zgn voortgesproten. Hjj verzekert dat het de Gouverneur-generaal was die optrad voorde handhaving der beginselen van 1884, maar dat de tegenwoordige gedrags lijn is voortgesproten uit het verzoek van dei Gouverneur van Atjeh in 1895 tot betere be- vestigiig onzer posten in Groot Atjefa, maat- relen ten aanzien waarvan met den nieuw- benoemden legercommandant eene overeen stemming werd verkregen, berustende op het geen de Gouverneur van Atjeh zelf had voorgesteld. Dat de waardeering, die de vorige gouver neur van Atjeh gedurende zjjn bestuur on dervond, gevolgd kon worden door het zenden Bjj kon. besluit: is aan G. A. van den Berg, gewezen adjunct- directeur in de strafgevangenis te Utrecht, verleend een pensioen van f 884 'sjaarsj ia de eesste-luit. jhr F. A. G. Beel&ertsvan Blokland, van het 4de reg. inf. op pensioen gesteld, voor vjjf jaar en ad f 400 jaarsei is de kapitein M. J. Perk, van het4iereg. vesting-art., op pensioen gesteld ad f 1545 's jaars. DIT STAD EK PROVINCIE Zooals oize lezers weten stelden Woens dag in de gemeenteraadszitting van M i d d e 1- b u r g een viertal leden omtrent het plan van den gemeentebouwmeeiter betreffende de rio- leeriag voor het advies ia te winnen vaneen ingenieur. Dit amendement werd gesteld in banden <?aa burg. ea wetb. om advies. In verband daarmee heeft, naar wjj verne men, de commissie van fabrioage haar ontslag genomen.. Maakten wjj onlangs melding van een drietal gouden bruiloften hier ea elders, wjj dienen dit nu ook wel te doen van een derge lijke feest dat dezer dagen in het Gasthuis alhier plaats had. Daar gedsohten een tweetal verpleegden hun vjjftigjarig huwelijks feest» Al heeft het zeker ook zjjie schaduwzjjde om in een dergeljjke inriobtlng zulk een feest te vieren, aan belangstelling ontbrak bet dei oudjes niet en zg waren zeer tevreden en ge lukkig met het voorrecht, dat hun ten deel viel, en. met het feestje dat ter hunner eer was aai gericht. Tegen 1 Juni is benoemd tot postbode van Gortgen e op Wolfaartsdjjk: M. Barbier, schoenmakeren adststent-bestel- ler aan het postkantoor te Goes. In de Woensdsg te Col jjn splaat gehouden vergadering van ingelanden van den polder Oud-Noord-Beveland werd door den ontvanger-griffier rekening gedaan over den dierst 1896/7. De ontvangsten hebbel bedragen f 26959.87, de uitgaven f 24863 30, goed slot f 2096.57. De begrootiig dienst 1897/8 werd in ont vangst en uitgaaf vastgesteld op f 84494.94'. Tot lid van den djjkraad van den calami- teuzen Leendert Abrahamp olèer werd, wegens bedaiken van den heer N. Tazelaar, benoemd de heer P. Tazelaar te Coljjnsplaat. Daarna werd opgemaakt eene voordracht voor dijkgraaf, wegens periodieke aftreding, Deze bestaat uit de haeren E. Tazelaar (aftr.), P. O. W. Swemer en M, de Regt Jz., alten te Golgmplaat. Bjj kon. besluit is besoemd tot reohter ifl de arr. rechtbank te Z i e r i k z e e mr L. J. A. van Lidth de Jeude, thans subs.-gritfiar bjj de arr. rechtbank te Amsterdam. Woensdag had te S o h e r p e a i b s e een kind van ongeveer 2 jaar het ongeluk in een pot met kokend water te vallen, met het noodlottig gevolg, dat het den anderen dag overleed. In de Woensdag te St. Maartens dijk gehouden vergadering van ingelanden van het vijje waterschap St.. Maartensdijk werd de rekening over het afgeloopen dienst jaar vastgesteld en werden de begrootingen voor den dienst 1897/98 goedgekeurd. Het dgkgesohot per hectare werd voor de verschillende polders bepaald als volgtOude- land f 8,50, Middelland f 5,20, Noord f 11,70. Uiterst Nieuwland f 5 20, Ravensoord f5,10, Oroote- en Kleine Landekent f 3,50, Slobbe- coome f 14,50, Molen f 12 en Pluimpot i 3,50, Verder werd aangenomen een voorstel van het bestuur, regelende de pensioneetiig van den waterbouwkundigen ambtenaar. Ook werd besloten gadurende vier achter eenvolgende jaren, elk jaar 1000 meter lengte der bestaaide zand- of aardebaaen te vervan gen door grintwegen. Als vertegenwoordiger van den NoortZpolder j den djjkraad van het oal. waterschap Stavenisse werd herbenoemd de heer Jb. Hage I. Gzn. Een voorstel van den heer J. C. Q ïakkelaar om vanwege de overige polders subsidie te verleenen aan den polder Slabbecoorne werd aangehouden tot de volgende vergadering. Bjj de hervatting van da restauratie van het stadhuis te Sluis kwam de prachtig iigeriohte kelder voor den dag. Hierin werden ■teenen kogels gevonde», sommige ter grootte van een vuist, andere met eene middellijn van =fc twee decimeters. Bjj de ontgraving vond men verder onder een gebruikt wordend ge deelte van den kelder eenen regenbak ter diepte van ongeveer 2meter. Bljjkens het jaarverslag van den hoofd ingenieur, belaBt met het toezioht op den dienst voor het stoomwezen over 1896, waren op 31 December 1896 hier te lande in gebruik 9974 stoomketels, geplaatst in 4198 fabrieken, 487 watergemalen, 1576 zeeschepen en rivier booten, 1297 looomobielen, stoomkranen enz., en 297 tramlocomotieven. In de proviicie Z e e 1 a n d waren er 297 geplaatst in 98 fabrieken, 5 watergemalen, 50 eesohepen en rivierbooten, 32 looomobielen, Locomotieven enz. en 22 tramloeomotieven. VKRB1KZHGEI. In eene heden in het lokaal in de Nieuw* straat alhier gehouden, druk bezochte ver* gadering van de centrale anti-revolutionnaire kiesvereeniging ia het district Middelburg is de heet mr G. Luoasse, aftredend lid, met algemeens stemmen (230) door de 12 aan ge* sloten kiesvereenigiigen weder candidaat ge* steld voor het lidmaatiohsp der Tweede kamer» De heer A. S. Talma van Arnhem was niet tegenwoordig. - In het distriet Zierikxee is door de centrale anti-revolutionnaire kiesvereenigixg candidaat gesteld de heer mr Th. Heemskerk j en in het district Hontenisse door eene zelfde vereeniging jhr mr J. J, Pompe van Meerdervoort. Met het oog op de a. s. verkiezingen op 15 Juni zullen alle rjjkatelegraafkantoren ge opend zgn tot 10 uren 's avonds. Ook de diensturen der telefoonkantoren zullen, waar noodig, op dien dag worden uitgebreid. ONDERWIJS Bjj kon. bes1 uit is dr B. H. Steringa Kuyper, leer aar aan het gymnasium te Mid delburg, benoemd tot lid der commissie aan welke in 1897 wordt opgedragen het af- ■emen van het examen, bedoeld in art. 2 der wet tot regeling van het hooger onder wjj s. B$ beschikking van den minister van bimnealaidsche zaken is, met ingang van den dag waarop hjj zjjne functiën zal aanvaarden, benoemd tot assistent aan het rjjkslandbouw- P'oefstation te Wageningen dr H. G. L. van der Meuten te G o o wien met ingang van laatstbedoelden datum, eervol ontslag verleend is als assistent aam het rjjkslandbouwproef- itation te Goes. Tot onderwjjzer aan de O. L. school te Heinkenszand ia benoemd de heer C. Verhulst te 's Gravenpolder, met wien op de voordracht stonden de heeren Windhorst en Penning*.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 1