MIDDELBURGSCHE «tlJRANT.
N°. 91,
140' Jaargang.
1897.
Zaterdag
17 April.
Maatschappelijk belang.
Middelburg 16 April.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prljper kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Theraoaetor.
Middelburg 16 April 8 u. Tm. 44 gr., m. 12 u.
57 gr., av. 4 u. 55 gr. F. Verw. tam. kr. W. wind.
AdvertentiSn voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór éém
uur aan het bureau bezorgd ijja»
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 ceBt per regel
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
AdvertentiSn bjj abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zjjn gratia
aan het bureau te bekomen.
itreatea.
Te Ylissingen P. G. de Vby Mestdagh Zoo»,
te Goes: A. C. Boluit, firma wed. A. C. de Jonge.
llaandag a Tweeden Paasehdag,
venehijntgeen nomniervan omblad.
De Nederlandsche bond van dien naam
heeft, zooals in 't kort door ons is gemeld,
aan de Tweede kamer een verzoek gericht,
om de wet van 1876 tot regeling der coöpe
ratieve vereenigingen te wijzigen, omdat
deze „niet voldoet aan de billy ke verwach
tingen die men daarvan koesterde."
Volgens dat adres was het doel dier wet
„eenige regeling te treffen ten bate van hen
wier stoffelijke belangen van dien aard zijn,
dat zij te recht door middel van coöperatie
verbetering van hun maatschappelijken toe
stand trachten te verkrijgen."
Tegen deze bewering zal niemand eenig
bezwaar hebbenmaar wel dat in dit adres
op grond van een opmerking van den heer
Goeman Borgesius, die aan het tot stand
komen dier wet geen deel nam, omdat hij
in 1876 nog geen lid der Tweede kamer
was, en van den heer De Bruyn Kops, dat
coöperatie haar grond vindt in besparing,
wordt vastgeknoopt de apodictische bewering,
dat in coöperatie ligt besparing en verbe
tering van positie van mingegoedenzoodat
men op dien en andere gronden belemmering
der coöperatie wenscht, niet waar die voor en
door mingegoeden wordt uitgeoefend, maar wel
daar waar het geldt personen, die een zeker
fortuin, tractement of pensioen genieten.
In het adres wordt gewezen op de mis
bruiken, die, volgens het bestuur van den
Bond, zijn ingeslopen, zoodat het „ergerlijk
is voor den koopman, winkelier en nering
doende, om te zien dat hooggeplaatste amb
tenaren als winkelier optreden en zich als
directeur, óf als secretaris, óf als redacteur,
óf als commissaris groote tantièmes laten
uitbetalen, die samen geen gering bedrag
uitmaken."
Niet alleen hooggeplaatste ambtenaren,
maar ook gefortuneerde particulieren zijn
lid van de verbruiksvereeniging van Eigen
Hulp te 's-Gravenbage.
In 'tkort: de bekende en meermalen aan
gevoerde bezwaren worden herhaald en op
grond daarvan wordt verzocht om herziening
der wet, opdat, behalve het hier boven
genoemde, het verkoopen aan niet-leden van
coöperatieve vereenigingen worde verboden,
evenals het etaleeren door verbruiksvereeni-
gingen, terwijl hare winkels en magazijnen
het karakter van gesloten huizen zullen
moeten dragen.
Dit zyn" zoo wat de hoofdpunten van het
verzoek.
Verder wordt eene herziening verzocht in
dien geest, dat het aan particulieren gemak
kelijker worde gemaakt om een ledenlijst
van zulke vereenigingen te verkregeneen
verzoek dat gegrond is op de bekende
kwestie tusschen Maatschappelijk Belang en
de coöperatieve verbruiksvereeniging Eigen
hulp te 's Gravenhage, over het bekomen
van een afschrift van zulk een lijst; een
geschil waarin de rechtbank en het hof
uitspraak hebben moeten doen. De Bond
zag toen zyn verlangen bevredigd.
Nu zullen wy over deze kwestie niet veel
uit wyden, maar wy willen toch even er op
wyzen, dat wy dit verzoek van die zijde
meer eigenaardig dan t$ verdedigen vinden.
Indertijd is zooals over de geheele
wet heel wat te doen geweest over art. 11.
De regeering destyds was de heer
Van Lynden van SaDdenburg minister van
justitie had die bepaling omtrent het
inzage nemen van het register, bevattende
namen en woonplaatsen der leden, en het be
komen van een afschrift of uittreksel daar
van, voorgesteld zooals bet nu luidt. De
commissie van rapporteurs stelde voor, in
plaats van iederte lezen ieder lid-, zoodat de
pnbliciteit zou worden beperkt, doch dit werd
niet goedgekeurd.
De heer De Vries had hiertegen o. a.
bedenking, omdat daarmee een groote waar
borg zou vervallen voor hen „die met zulk
eene vereenïging willen handelen". Dezen
moesten in de aansprakelykheid der leden
een waarborg vinden.
Nu wil Maatschappelijk Belang zeker aller
minst zaken doen met Eigen Hulpuit zui
vere belangstelling komt zyn wensch om
het verkrygen van een ledenlijst te verge
makkelijken niet voort; er is eenvoudig
kwestie van zekere nieuwsgierigheid en lust
om de leden van Eigen Bulp te dwars-
boomen, o. a. bij verkiezingen. En of dit
nu een voldoende grond is, om aan het
verzoek van den bond te voldoen, dit is
kwestie, die wy niet zoo grif beves
tigend zouden beantwoorden. In elk geval
zou men, door daaraan te gemoet te komen,
verder gaan dan oorspronkelijk in de
bedoeling lag, ook van hen, die bezwaar
hadden om de publiciteit alleen tot de le
den te bepalen.
Er is heel wat te doen geweest over deze
wet, zeiden wy.
Het oorspronkelijk ontwerp had! tot titel
„Regeling der vennootschappen met veran
derlijk kapitaal."
Daartegen hadden vele leden, o. a. de
heeren Van Houten en Bredius, ernstige be
denking, omdat daardoor het primitieve doel
regelen van coöperatieve vereenigingen niet
werd bereikt. Het was dan ook laatstge
noemde, die het voorstel deed om art. 1 te
veranderen, daarin niet meer te spreken
van bovengenoemde vennootschappen maar
dit art. te doen luiden„De coöperatieve
vereeniging wordt geregeld door de over
eenkomsten der partijen, door de bepalingen
dezer wet, door het burgerlijk regt, en wan
neer zij zich eene handelsonderneming ten
doel stelt, ook door de byzondere wetten
van den koophandel."
Dit amendement werd met 39 tegen 26
jmmen aangenomen, en art. 1 vervolgens
zonder boofdelyke stemming goedgekeurd.
De heer Van Houten verklaarde zich toen
bevredigd; doch de behandeling van het
ontwerp werd daarop verdaagd om art. 2
in overeenstemming te brengen met dit ge-
art. 1. Eene nieuwe redactie, door
de regeering voorgesteld, kon geen goedkeu
ring vinden; maar eindeiyk na herhaalde
wyziging werd art. 2 vastgesteld zooals
het nu luidt„Onder coöperatieve vereeni
ging verstaat de wet vereenigingen van
personen, waarby de in- en uittreding van
leden is toegelaten, en die de bevordering
van de stoffelijke belangen der leden ten
doel hebben, als door middel van gemeen
schappelijke uitoefening van hunne nering
of ambacht, door aanschaffing van hunne
benoodigdheden of het hun verstrekken van
voorschotten of crediet."
Bij de behandeling van art. 1 nu heeft
de heer Van Houten er op gewezen dat
coöperatieve vereenigingen zyn vereenigin
gen, welke ten doel hebben, binnen de gren
zen van hare werkzaamheden, het behalen
van winst ten koste van hare leden te voor
komen.
Deze definitie zal ieder beamen, die het
doel van coöperatie beschouwt van het juiste
standpunt, en komt ook geheel overeen met
bovengenoemd art. 2.
En nu meenen wij dat de Bond 1
happelijk Belang te ver gaat in zijn eii
waar hy verzoekt de wet te veranderen in
dien geest dat alleen mingegoeden van zulk
coöperatie zouden kunnen profiteeren
en hen, die een zeker fortuin, tractement of
pensioen genieten, daarin te belemmeren.
Die Bond verlangt dat alleen coöpereeren
zal worden toegelaten voor personen met
bescheiden inkomsten en verdiensten.
Daargelaten de groote moeilykheid dat de
wetgever onmogeiyk kan bepalen de grens
ten aanzien van maatschappelykén welstand
van anderen om al of niet lid van coöpera
tieve vereenigingen te kunnen zijnen uit
maken wie „bescheiden" inkomsten heeft
en wie nietzou er alle kans bestaan dat
hij grove onbillijkheden beging wanneer hij
menschen, die van een pensioen moeten
leven, dat voor velen niet te hoog is, hin
derpalen in den weg legde, wanneer zy door
coöperatie voordeelig zich willen voorzien
van hunne dagelijksche behoeften.
Het bestuur van den Boud schijnt dit
bezwaar eenigszins te gevoelen en schryft
dan ook in zijn circulaire wel te begrypen
„dat niet by de wet aan particalieren kan
worden verboden om zich te vereenigen en
gezamentlijk hunne waren in te slaan, doch
dat het zeer zeker niet op den weg der wet
gevers ligt, om dergelijke vereenigingen,
waar die niet steun van mingegoeden, maar
al- of niet-geoorloofd winstbejag ten
doel hebben, en waar die, blijkens de erva
ring hoogst schadeiyk werken voor den
middenstand, die met bard werken zich een
bestaan tracht te verzekeren, door het ver-
leenen eener wettelijke sanctie te bevorderen."
De Bond ziet bier, dunkt ons, éenbelang-
rijk punt over het hoofdde verhouding
nl. van dergelyke coöperatieve vereenigingen
tegenover derden. De belangen van die derden
te waarborgen, is plicht van den wetgever,
die het vraagstuk der coöperatie witregelen;
en nit dat oogpunt kan hy onmogeUjk aan
het verzoek van den Bond voldoen.
Aan den anderen kant is het ons niet
recht duidelijk boe de wet, zonder aan wil
lekeur zich schuldig te maken, zou kunnen
ingrypen in byzondere toestanden, o. a. het
uitstallen van koopwaren, het winkelen In
gesloten huizen. Stel eens dat dit mogelyk
ware, dan nog houden wy ons overtuigd,
dat men allerlei middelen zal verzinnen om,
zooals met alle bepalingen bijna geschiedt,
te ontduiken. Men zal, stellen wij ons
voor, een zetbaas nemen die quasi voor zyn
eigen voordeel een winkel opent vlak naast
het gebouw eener coöperatieve verbruiks-ver-
eeniging.
Zooals nu het bestuur van Maatschappe
lijk Belang peinst over allerlei middelen om
Eigen Hulp te bestrijden, zoo zullen, wan
neer de wetgever bij dergelyke zaken te veel
wil ingrypen in bijzonderheden, de voorstan
ders der coöperatie ook wel middelen verzinnen
om zijne voorschriften krachteloos te maken.
Wy hebben vroeger reeds opgemerkt, dat
wij den stryd der winkeliers tegen Eigen
Hulp zeer goed kunneD begrypen, maarzon
het voldoen aan den wensch van Maat
schappelijk Belang niet in menig opzicht een
gevaariyk antecedent opleveren Zou men
daarna niet met evenveel recht van den wet
gever hulp kunnen vragen tegen concurren
tie onderling, die, meenen wij, vry wat
erger is dan die van Eigen Hulp?
En zou dan de wetgever weer niet verder
moeten gaan op een weg, die stellig niet
strekken zal tot het bevorderen van het maat-
schappelyk belang in het algemeen?
Ware er een afdoend middel te vinden,
om coöperatieven vereenigingen te beletten,
buiten hare leden, aan het publiek te ver-
het zou een stap knpnen zyn in
goede richting.
Maar dit middel doet het bestuur van
Maatschappelijk Belang niet aan de hand. Aan
de Tweede kamer laat het over eene wijziging
in de coöperatiewet te brengen in den geest
zooals het die aangeeft; het verzoekt de
kamer alleen daarbij „op de belangen van
den middenstand te letten".
Wij zouden dat bestunr, waaronder wij
niet een rechtsgeleerde aantreffen, dezen
raad willen gevenLaat het door een com
missie, bestaande uit mannen, die wetten
kunnen maken en die met de eischen der
praktijk bekend zijn, ter vervanging van
de huidige coöperatiewet een ontwerp
doen vervaardigen, waarin aan de bezwaren,
zooals die in het adres aan de kamer zijn
ontvouwd, wordt tegemoet gekomen.
Dan krygt het algemeen een stak onder
de oogen, dat het beoordeelen kan en toet
sen aan de eischen van het practisch leven-
Met belangstelling zouden wy de vrucht
van zulk een arbeid te gemoet zien. Want
benieuwen zou het ons of het wilde gelukken
de bestrijders van Eigen Hulpmet Maat
schappelijk Belang aan het hoofd, te bevredi
gen en aan hun wenschen, die zeer gemak
kelijk zijn neer te schryven, een vasten en
uitvoerbaren vorm te geven.
Tegen de uitvoering van ons idee is te
minder bezwaar, omdat het adres thans
toch geen doel meer kan treffen. De tegen
woordige Tweede kamer zal en kan weinig
notitie daarvan nemen en het ook wel ter
griffie deponeeren.
In 1876 werd de tegenwoordige wet alles
behalve volmaakt genoemd, maar door wyien
mr C. J. Fické aanbevolen by wyze van
proef.
Twintig jaren zijn er weer verloopen en
de wet is nog van kracht.
Trouwens, dat gebeurt meer met wetten.
Maar, hoe urgent eene wyziging ervan ook
den leden van Maatschappelijk Belang moge
voorkomen omdat die zou zyn in hnn
belang wij durven hun gerust voorspellen
dat er nog wel heel wat water naar de zee
zal stroomen vóór die tegenwoordige „proef-
wet" door de wetgevende macht onder han
den wordt genomen.
Antl-dleMtfervaailOKibond.
Wjj ontvingen bet veralag va* de algemeen'
vergadering der afd. 'a-Gravenbage va* die*
bo«d, gehouden de* 26* Maart 1.1.
Bjj dat verslag ia gevoegd ee* scbrjjve* va*
kolonel G. E. V. L. va* Zuyle*, waari* hy
opwekt tot vernieuwde algemeene aameawer-
ki*g ter bereiking van het voorgeatelde doel.
Uit het veralag zelf bljjkt, hoe »a de in
diening van het ontwerp-Berganaiua de bewe
ging ia ingeslapen en de belangstelling ver
flauwd.
»Een ieder" zegt de heer Van Znylen, >die
met oia samengaat, geve van belangstelling
blyk, niet alleen door zelf lid te worden, maar
ook door zyn vriend, zjjn buurman voor ons
te winnen. Is er op de plaats, waar hjj woont,
geen afdeeling, dan rchrjjve hy my een brief
kaart en hy ztl volledig worden ingelicht."
Benoemingen erna*
Bjj kon. besluit:
is dr R. H. Saltet, hoogleeraar te Amster
dam, voorzitter der Ned. Mij tot bevordering
der geneeskunst, benoemd tot vertegenwoor
diger van de Nederlandsche regeering op het
twaalfde internationaal oongres va* genees
kunde, dat in de maand Augustus 1897 te
Moseou zal gehouden worde*
is aan den bureel-ambtenaar van den rijks
waterstaat S. G. W. van der Straaten, wegens
zielsgebreken, eervol ontslag als zoodanig
verleend.
Hroond osmelst.
Uit het jaarlyksoh verslag betreffende dén
toestand van het kroondomein over 1896 bljjkt
a. dat voornamelijk in de rentambten
Gulemborg, Tiel, Werkendam en 't Leo de
landerjjen door het aanbrengen van kunst-
meststoffen zjjn verbeterd en dat ongeveer 8
H. A. bies- en rietland in den polder Kjjf broek,
onder Dussen, als bouwland sullen worden
gebezigd.
De zuivere opbrengsten van het kroon
domein waren iets hooger dan het voorgaande
jaar,- doordien de tienden eene hoogere bate
afwierpen, tengevolge van ruimer oogst en van
hooge prjjzea voor stroo ten behoeve va»
veevoeder.
Door de lage graanprysen wordt veel bouw
land tot weiland gebracht, hetgeen op de
éénjarige verpachtingen een nadeeligen invloed
uitoefende eveazeer als op de veeljarige ver
pachtingen deze laatste worden boveadie»
gedrukt door de vreeB van den landbouwer,
dat de prjjzea der beetwortelen naar omlaag
zullen gaan.
Door den onwil van verschillende landeige
naars zyn de pogingen mislukt om in de ge
meente Gendringen tot eene overeenkomst te
geraken in sake den afkoop van tienden.
Het totaal bedrag der in het rentambt 't
Loo verkochte houtmassa ia geljjk aan dat i»
het vorig jaar. In de overige rente ambten
brachten de houtverkoopingea ongeveer 15000
op.
In twee rentambten hadden ten vorigen jan
afkoope* van tiend plaat", *1. in T h o 1 s
en in Tiel, resp. voor f 2924 69 e* f 180.
Het kapitaal op het 21/, pot. Grootboek in-
gesohreven, bedroeg op 31 Deo. II. f 6.402.900.
Om dat te verkrygen hebben de beeren
AltoifiV, bljjkens eene annonce in dit nom-
mer, den prjja bjj inteekening zoodanig ge
steld, dat die voor niemand een beletsel zyn
tal om sioh deze kaart aan te sobaffan.
Zooals onsen lezers bekend kan zjjn,
treedt Zondag en Maandag een eigenaardig
tooneelgeselschap in den schouwburg alhier
op. flat noemt sioh de Lilliputters en geeft
een paar kluohten, die vooral voor de kinde
ren een zekere aantrekkelijkheid sullen hebben.
Het moet, naar wjj in een paar bladen lazen,
een aardig gezioht zyn het dwergvolkje op het
tooneel te zien met eohte groote men-cher-
manieren en met zeer veel vrjjheid en ge
makkelijkheid.
Vooral >Eene reis naar de planeet Mars
viel elders zeer in den smaak van 't publiek
en gaf veel stof tot vrooljjkheid.
Do heer Jos. van Lier brengt deze noviteit
herwaarts.
CUT STAD El* PROVINCIE
Bjj de firma J. C. W. Altorffer alhier
bestaat het voornemen om binnenkort ee»
plattegrond van Middelburg in den handel te
brengen.
Zjj voldoet daardoor zeker aan eene door
velen gevoelde behoefte, wjjl de laatst ver-
eohenen plattegrond van deze gemeente va»
1887 dagteekent, deze werd toen uitgegeven
door den heer A. W. den Doop terwjjl er in
de laatste tien jaren zeer belangrjjke ver
anderingen in onze stad voorkwamen.
De bewerking van deze kaart is aan be
kwame banden toevertrouwd en geschiedt
onder toezicht van de gemeente-fabrioage,
zoodat de zekerheid bestaat, dat zjj in alle
opzichten correct zal zjjn.
Behalve dat daarop de loop der wyken, en de
voornaamste gebouwen zullen worden aange
geven, zal die plattegrond een dnideljjk beeld
geven van het rioolstelsel, ook wat betreft
het nieuw geprojecteerde plan, zullen er op
voorkomen de perken op onze bolwerken ea
de begraafplaats in hare tegenwoordige ge
daante.
Waar de bewerking en uitgjve van zooda-
■igen plattegrond ene. zware fUanoieele offers
eisoht, ia een groot aantal inteekenaren noodig
om de kosten te dekken.
Onder voorzitterschap van den heer mr.
E. Fokker werd Donderdag avOsd, in een der
bovenzalen van de Concert- en Gehoorzaal
alhier, eene vergadering gehouden van de
afdeeling »Middelbu'g" der Vereeniging tot
bevordering van fabrieks- en handtcerksny-
verheid in Nederland.
Na mededeeliag van eenige ingekomen
stukken werd overgegaan tot de herziening
van het afdeelings-reglement, waaromtrent
door de daartoe benoemde commissie pread
vies was uitgebracht.
Het afdeelings-reglement werd artikelage-
wjjze behandeld e* na discussie vastgesteld.
Daarna kwamen ia behandeling de punten
van beschrijving voor de algemeene vergade
ring.
In de eerste plaats werd ter sprake ge
bracht de vraag, of ia het jaar 1900, bjj g -
tegenheid der te Parijs te houden internatio
nale tentoonstelling, op initiatief en kosten
der vereeniging Nederlandsche werkl'eden
zullen worden gezonden, ten einde dfae ieder
voor zich in zyn vak eenigen tgd te kunnen
bestudeeren.
Het afdeelivgsbestuur had zioh ter beant
woording hiervan de vraag gesteld, of de te
eenden werklui in de gelegenheid zulle» kun
nen gesteld worden om de tentoongestelde
voorwerpen niet alleen in de etalagekasten
maar ook van naby te zien, d. w. z. do
wyze waarop zy zyn vervaardigd, la bet
eerste geval zag het afdeelingsbestuur weinig,
in het tweede veel nut in de uitzending.
De afdeeling vereenigde zioh met algemeene
(8) stemmen met dit denkbeeld.
Vervolgens werden de overige punten be-
iproken.
De vraag of het niet op den weg ligt, zoo
van patroonsvereenigingen als van werklieden
verenigingen of van met dat doel afzonderlijk
gevormde oommissiSn, om zioh tot taak te
stellen: medewerking tot het doen naleven
van de arbeidswetgeving, werd toestemmend
beantwoord.
Een der leden dier afdeeling, die zich bereid
had verklaard het onder de punten van be-
sohrjjving opgenomen arbeidsoontraot te be
spreken, was door uitstedigheid daarin verhin
derd, waarop zonder inleiding dit punt be
discussieerd werd.
Uit het gesprokene bleek, dat bet meeren-
4eel der aanwezigen invoering van het arbeids
oontraot, zooals het oonoept was ingeriobt,
ongeweasoht en oanoodig achtte.
Vier leden verklaarden zioh in 't algemeen
tegen een arbeidsoontraot, drie er voor, terwjjl
-en lid buiten stemming bleef.
Eindelyk was aan de orde de benoeming
-an een afgevaardigde ter algemeene vergade
ring 1 Juli a. te Tiel te houden.
Bjj eerate stemming verkreeg niemand de
meerderheid. Er werden uitgebracht 3 stem
men op den heer C. Boudewynse, 2 op de
heeren C. A. Kouion en D. G. Kröber en 1
item op den heer A. Mes.
Bjj de tweede stemming verkreeg de heer
Boudewynse 4 stemmen ea de heeren Kouion
en Kiöber ieder 2.
Ook nu was geen meerderheid verkregen en
werd een tusschenstemming gehouden om uit
te maken wie van de heeren Kouion of Kröber
met den heer Boudewynse in herstemming
zou komen.
De heer Kiöber werd met 5 stemmen ala
zoodanig aangewezen; de heer Kouion ver
kreeg 3 stemmen.
Dsama werd de heer C. Boudewynse met
4 stemmen tot afgevaardigde benoemdde
heer Kröber verkreeg 2 stemmen en 1 briefje
waa blanco.
Tot plaatsvervangend afgevaardigde werd
benoemd de heer Kröber met 5 stemmende
heer Kouion verkreeg er 2 en de heer Auur 1
stem.
Men xie out nommet vz» 30 Des. 1896,