MIDDELRURGSCHE COURANT. N°. 81, 140" Jaargang, 1897. Dinsdag 6 April. Middelburg 5 April. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k 8met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prfj per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.- Afzonderlijke nummers kosten 5 cent Thernometer. I Middelburg i April 8 u. vm. 42 gr., m. 12 u. I nu mm e r moeten des middags vóór- éém 48 gr., av. 4 u. 44 gr. F. Verw. tam. kr. N. wind. I Advertentiën voor het eerstvolgend ummer moeten dea midr"-ti— uur aan het bureau bezorgd i Advertentiën20 cent per regeL Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Eeclames 40 cent per regel Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bjj abonnement op voordeel: voorwaarden. Prospectussen daarvan sjjn aan het bureau te bekomen. Agenten. Te Vlisaingen P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. O. Boluit, firma wed. A. C. de Jonge. Brood en geea brood. •Tienduizenden onzer Nederlandfiche bur gers hebbes geen voordeel van belang door den lagen broodprjj", omdat zg »hun brood niet hebbes", juist tengevolge van de kwjjning van arbeid en industrie". Aldus geeft de Tijd opnieuw uitieg aan de bewering, herhaaldelijk reeds verkondigd door de voorstanders van sohaalrechten en bescher mende reohten. Wat is dit anders, vraagt het Ebl., dan een woordspeling in plaats van een ernstig argu ment? Dat velen >hun brood niet hebben" beteekent immers niet dat zjj geen brood eten Allen, ook de bedelaars, eten broed, en soms niet anders dan brood. En dat moest een rede» te meer sjjn om juist dat brood van den arme niet duurder te maken. Daarom is het ook zoo onbegrjjpeljjk, dat de Calvinistische par tg, die zich de armen zoozeer heet aan te trekken met een voorstel als de invoering van graan- reohten durft aankomen. Groen van Prizsterer daoht er anders over! De Savornin Lohman is zeker in dit opzioht Groen meer getrouw gebleven dan dr Kuyper. Ook de katholieke mannen, die intsrtjjd met Thorbecke en de liberale partjj hebben samengewerkt om de graanrechten en den aocjjns op het gemaal af te schaffen, hebben meer liefde voor den werkman en den arme getoond, dan de tegenwoordige leiders, die alleen oog hebben voor den landbouw. Nee», niet voor den landbouw zelf, niet voor de pachters en de kleine boeren, die ook voor veevoeder graan noodig hebbe», maar voorde grondeigenaren, de groote vooral, die met het leeuwendeel der premiëa en graanreohten zullen gaan strjjken. DE OPI tot aaneensluiting, mat het oog op de aan staande algemeene verkiezingen tot alle her- vormingsgezinden gerioht door een taohtigtal mannen van goeden naam uit verschillende oorden des lands, geen deel uitmakende van de Tweede Earner, ofaohoon daaronder personen voorkomen die hunne sporen hebben verdiend op politiek gebied, heeft aanspraak op waar deering zegt de Amh. Crt. •Dat daaronder geen Kamerleden voorkomen vermelden wjj met opzet, omdat wg bet goed keuren dat daardoor aan deze oproeping elk> persoonlijke beteekenis ontnomen wordt. Het zjjn hier geen politieke mannen, die geacht konden worden door vrees voor verlies van hun mandaat gedreven te zjjn; het zjjn leden van de liberale partjj, die,Jbeduoht voor de verschijnse len van den dag, voor de duchtige oorlogstoe rustingen van de katholieken en de nu reeds gebleken béreidwilligheid van de Standaard mannen om met die katholieken, evenals in 1888, arm in arm ter stembus te gaan, eene nederlaag voor de liberale beginselen in Juni 1897 vreeze», en allen, wien deze beginselen dierbaar zjjn, oproepen tot aansluiting, tot schouder aan schouder geschaard staan om di* onheil te voorkomen. Dit streven is lofwaardig, en we huldigen de onderteekenaars van het stuk daarvoor." Maar tooh beeft genoemd blad bedenking. Nasr de meening zjjner redactie maken deze predikers van den politieken vrede zich van het belang en de toekomst van de vrijzinnige beginselen in ons vaderland eene voorstelling, die van kleinmoedigheid niet is vrjj te pleiten, en zien zjj om een dadelgk gevaar een grooter Over het hoofd dat op een gegeven oogenblik ongetwijfeld tegenover de vrijzinnigen zal komen te staan, wanneer zjj zich niet laten leiden door politieke wjjBheid en voorzichtig heid. Het oogenblikkeljjk gevaar ligt in eene over winning van d8 vereenigde olerioale partgèn van hel weder herlevend monsterverbond va* 1888, bjj de Junivexkiezingen. Die vrees deelt de AmhCrt. niet. Het volk in 'talgemeen en de werkmansstand in 't bjjzonder is in ons land te verstandig om zioh te laten vangen door het zoet gefluit van al die zWarte vogelaars. En tooh, stel dat gebeurde wat in 1388 is gesohied. Wat dan nog? Het eenig resultaat van de olerf- oale overwinning van 1888 voor de natie iB ten slotte geweest de reactie van 1892, toen de kiezers aan het olericaal-- régime een einde maakten, en eene regeering koa optreden, die de oude liberale veerkraoht weder terugge vonden had, en haar bezigde om de lang verlangde maar door velen uit wanhoop óp- gegeven hervorming van het belastingstelsel tot stand te brengen, waarop de onderteeke naars van de oproeping tot aaneensluiting rich beroepen. Tjjdena de nederlaag van tot 1892 hebben de liberalen derhalve zich hersteld. Welke reden is er nu om aan te aemen, dat, indien Juni 1897 inderdaad eene herhaling van 1888 mocht aanbrengen, de gevolgen anders zullen zjjn Hoe het zjj, veel gerinser dan het gevaar van eene tjjdeljjke nederlaag, waarvan de Arnh. Ct. de zekerheid allerminst, alleen de mogelijkheid toegeeft is het gevaar van een aaneensmeden ter wille van dadeljjke, tjjdeljjke oogmerken, van elementen, die op den duur niet zouden kunnen big ven samen gaan. Eene partjj, samengesteld uit deelen met weinig samenhang, met weinig overeen stemming, niet eendrachtig noch homogeen ten opzichte van de beginselen en de uitvoe ring en toepassing van beginselen, is niet veel minder maohtelooa dan een monsterverbond van olerioalen, alleen door de negotie van anti- liberalisme verbonden. Het is veel beter voor <le verdeelde liberalen hnnne verdeeldheid, zoo dat mogeljjk is, te genezen bniten de offioieele politieke wereld, buiten den regeeringBkring dan inwendig verdeeld voor de buitenwereld de oomedie van eendraoht en samenwerking te vertoonen, terwjjl ze tooh door die wezen lijke verdeeldheid niet tot krachtig optreden in staat zjjn. Dit baart teleurstelling, dit zou bedrog zjjn, zelfbedrog en bedrog voor de natie. Maar, zeggen de achtenswaardige mannen, die het stuk hebben onderteekend, de verdeeld heid is zoo groot niet als ze schjjnt, zjj raakt de beginselen niet, het liberalisme is ruim genoeg om sohakeering te gedoogen, de voor- ziobtigen en vurigen kunnen opperbest, elkan der oorxigeerende, samenwerkenin de prac- tjjk zfln de verschillen zoo groot niet als ze in de theorie ljjken te zjjn. Indien dit zoo wat, vanwaar dan die ver bolgenheid tegen de Liberale Unie en haar bedrjjf? Waarom dan niet op eene andere wjjze dan geschiedde, geestverwanten tege moet getreden, die zioh binnen den kring der liberale beginselen bewogen V En wat de rnimte, die echakeering toelaat en het samen werken van voorzichtigen en vurigen (qualifi- catiëo, die het blad niet zonder protest over neemt) betreft, voor eene werkdadige, prac- titche doeleinden beoogende partjj is eenheid van handelen, dnideljjke overeenstemming omtrent doel en middelen een eerste ver- eisobtede voorzichtige" en de vorige, samen aangespannen, oompenseeren elkanders eigensohappen alleen ten nadeele van den goeden gang. Dit alles verdient overweging en nadenken. In den moeieljjken politieken toestand, waarin de liberale zaak in Nederland verkeert, is het noodig de oogfen vooruit te richten. Niet vragen naar de onmiddellijke toekomst en het belang van de liberale partjj van het oogenblik, alleen maar ondertoeken langs welken weg.de libe rale beginselen op vaste duurzame grondslagen in de verdere toekomst ons land kunnen be- heersohen. Is dit alleen mogeljjk doortjjdeljjk van rechtstreekschen invloed op 's lands zaken afstand te doen, dan gebieden de vaderlands liefde en de gehechtheid aan het beginsel ons; dit offer te brengen. Invoerrecht ep meel. Naar aanleiding van het door de Seder- landsche Vereeniging van meelfabrikanten aan de Tweede kamer gerichte adres, waarin wordt gewezen op den ondergang, dien de inlandsche meel-industrie te gemoet zou gaan, wanneer haar niet door de heffing van een invoerrecht op meel van f 1 per 100 kilogram bescherming wordt verleend tegen de buiten - landsche, speciaal Fransche, concurrentie, heelt de kamer van koophandel en fabrieken te Groningen een uitvoerig rapport uitgebracht. Daarin uit de kamer als hare meening, dat de door de Vereeniging van meelfabrikanten bjj gebrachte oogmerken den toets eener scherpe critiek niet kunnen doorstaan en dat de nadeelen, die de inlandsche meelindustrie van de door het Fransche gouvernement ge nomen maatregelen ondervindt, zeer over dreven sjjn voorgesteld. Tégen te spreken valt het echter niet, dat de fisoale maatrege len, in Frankrjjk ten gunBte der meel-indus- trie genomen, aan onze meelfabrikanten schade doen. Naar de meening der kamer mag dit evenwel er geenszins toe leiden om het verzoek van adressante tot heffing van een invoerrecht te ondersten*en, omdat de heffing van een invoerrecht van f 1 op 100 kilogram en bjj een consumtie van ruim 300 millioen kilogram een zeer zware belasting der ingezetenen zou opleveren, en het haar nog altjjd niet wjjs en niet rechtvaardig voorkomt, zulke zware offers van de bevol king te eisohen ten behoeve eeaer industrie, die zioh tjjdeljjk in moeilijkheden bevindt. De Kamer b'sloot, d:n oirrster vnn buiten- landsche zaken te verzoeken, pogingen !o willen aanwenden om van de Fransche regee- ring gedaan te krjjgen, dat zjj de restitutie van het bjj invoer van tarwe betaalde reoht zoodanig regele, dat daarin niet langer een uitvoerpremie op meel is begrepen en dat zjj ook bjj uitvoer van tarwe restitutie van in voerrecht verleent. Financlëele verwikkelingen. Het is gebleken, dat wjj goed deden met eenige reserve in acht te nemen tegenover het bericht van de Times, dat er na het overlijden van jhr Beelaerta van Bloklaid in Trans vaal fiaanoiëale moeilijkheden ontdekt sou den zjjn. Op grond van door hear ingewonnen inlich tingen kan ten minste de N, 22. Crt met stelligheid verklaren, dat er van zulke »finan- oiëele verwikkelingen" hier te lande hoege naamd niets bekend ie. _De heer Beelaerts heeft nooit voor de regeering der Zaid-Afri- kaansohe republiek het fizanciëel beheer ge voerd de instelling, welke met die regeering in rekening staat, is de te Pretoria geves tigde Nationale Bank. Aanleiding tot de door den beriohtgever bedoelde geruchten kan alleen gegeven zjjn door misverstand van eene aangelegenheid der Transvaalsohe Noorder Spoorwegmaatschappij (meer algemeen bekend als de Selati Spmij.) Bjj verschillende bankinstellingen te Londen lagen groote sommen, aan die spoorwegmaat schappij toebehoorende. Deze sommen, strek kende tot onderpand voor de garantie, welke de republiek heeft verstrekt voor obligatië», door de spoorwegmaatsohappjj uitgegeven, zgn bÖ die banken gedeponeerd op de namen van den president der Spmjj. en van mr Beelaerts, als trustees. Dadelgk nu na het overigden van den laatstgenoemde, heeft de overgebleven trustee getracht een deel van die gelden (ongeveer 300.000, liggend bjj Barclay Go. en bjj Lloyds) tot zioh te nemen. Hier tegen zgn onmiddelljjk uit naam van de Transvaalsohe regeering de heeren R. A. I. Snethlage (consul-generaal) en A. D. de Marei Oyens, (van de firma La.tcr.obère, Oyen» Co.), beide te Amsterdam, in verzet gekomen. Door hen werd bjj de Chancery Division van het High Court of Justice, te Londen, een ge- reohterljjk verbod aangevraagd om over de gelden te beschikken geljjk de president der spoorwegmaatschappij (trustee) wilde doen. Dea 24sten en 2tsten Maart is deze vordering voor den rechter in het hof (rechter North) behandeld; de beslissing werd verdaagd tot na Vrjjdag den 3den April. Hoe de uitspraak moge vallen, dat men hier in geenen deele te doen heeft met »fi«anciëele verwikkelingen," na het overljjden van jhr Beelaerts ontdekt, staat boven twjjfel. Benoemtnien ens. Bjj kon. besluit: zgn benoemd, om Nederland op het 5 Mei 1897 te Washington te openen internationale poBtcongrea te vertegenwoordigen, tot laten gedelegeerde de heer J.P. Ha velaar/direoteur- generasl der postergen en telegraphic, tot ,2 den gedelegeerde de heer C. van der Veen, inspecteur der postergen in algemeenen dienst, en om op dat congres de gezamenljjke Neder lands che koloniën te vertegenwoordigen d» heer J. J. Perk, referendaris bjj het dep. va» koloniën zgn benoemd bjj het pers. der mil. adm., bjj de magazijnmeesters, tot majoor-magazjjnm., hoofd van het centraal-magazjjn van militaire kleeding en uitrusting te Amsterdam, de kap.- kwartierm. D. J. Holsheimer, van het 7de reg. inf. bjj de kwartierm., tot kap.-kwartierm. bjj het 7de reg. inf., de eerste-luit.-kwartierm. J. G. de Joieelin de Jong, van het reg. gren. en jagers; tot eerste-luit.-kwartierm. bjj zgn tegenwoordig korps, de tweede-luit.-k war tier m. A. D. de Rooi, van het 2de reg.-inf. De gewone audiëntie van den minister van oorlog zal op a. Donderdag niet plaats hebben. De minister van binnealandsohe zaken brengt in de St.-Crt ter kenniB van belang hebbenden, dat in den loop der maanden Juni em Juli e. k. gelegenheid zal worden gegeven tot het afleggen der examens ter verkrjjging van een getuigschrift als apothekersbediende. Zjj zullen worden afgenomen te Groningen op 9 Juni e. k. en te Arnhem op 14 Juni e. k., en volgende dagen. Dr. KUYPER schrijft in De Stand, onder het opsohrift 1872-1897: •Liefde van broederen, trouw van vrienden, gehechtheid van geestverwanten en waardee ring van de zjjde der Nadorlandsohe dagblad pers, zgn mg op 1 April, den dag waarop De Standaard het vierde eener eeuw aohterzich krt:eg, met een mildheid ten deel gevallen, die de stoutste verwachtingen overtrof. •Het veelomvattende van mjjn dageljjksohe levenstaak maakt het mjj ondoenljjk, daarvoor elk toezender van telegram of brief, aan elke vereeniging en corporatie, aan elk orgaan der pers in dag- of weekblad, naar mjjn hart het willen zon, mjjn perzoonljjke dankbetui ging te doen toekomen. •Worde mg daarom toegestaan, door dit openljjk woord aan allen, in en buiten den antirevolutionairen kring, die een woord uit het hart aan mjjn jubileum ten beste gave», hiervoor rnjjn oprechten dank te bieden." ZONDAGSWET. De burgemeester van Haarlem heeft bjj breed gemotiveerd antwoord aan het bestuur der Haarlemsche Handelsvereniging medegedeeld dat hjj kan noch mag intrekken de publicatie, door hem in zake de Zondagswet uitgevaardigd. De burgemeester is derhalve van plan die te handhaven. In dit sohrjjven zegt de burgemeèster o. m. •Voor hen, die gewoon zgn op Zondag te verkoopen, zal zich ongetwjjfeld in den eersten tjjd eenig geldeljjk nadeel doen gevoelen, maar wanneer door niemand meer op Zondag wordt verkocht, zal de algemeene toepassing dat geldeljjk nadeel veel verminderen. Het publiek zal daarmede rekening houden en zjjne in- koopen op andere dagen doen. In het adres werd aangevoerd, dat door vol te houden aan den eitch tot sluiting der win kels Haarlem binnen korten tgd zal geworden ifja een doode stad, zonder handel, zonder vooruitzichten. Voor deze droevige voorspelling die, werd zjj bewaarheid, zeer zeker ik in de eerste plaats hoogeljjk zoude betreuren, koester ik niet de minste vrees. Geen oogenblik kan ik toegeven dat Haarlem door sluiting der winkels op Zondag zal worden een doode stad, zonder handel, zonder vooruitziohten. Ik veroorloof mg op Londen fe wjjzen. Mjjne bekendmaking van 17 Maart in het algemeen besohouwende, vestig ik er de aan dacht op, hoe vooral in de laatste jaren alge meen en van alle kanten wordt aangedrongen op Zondagsrust. Niemand zal dat ontkennen, weinigen zullen dat betreuren. Ik acht het verkoopen op Zondag door en kelen onbilljjk tegenover telen die niet ver koopen, onbilljjk ook tegenover hen die zouden wenschen niet te verkoopen, maar uit vrees voor klanten te verliezen het tooh doen. Uit al het vorenstaande zal wel bljjken dat ik mjjne proolamatie kan noch mag intrekken. Ten slotte zjj nog opgemerkt dat, aangezie* de tjjd, voor de openbare godsdienstoefeningen bestemd, onbepaald is, deze door mjj wordt geaoht te zjjn van des morgens negen tot twaalf uur." Voor zoover bekend zjjn er Zondag geen bekeuringen naar aanleiding der Zondagswet gesohied. Hamdel la rntl. Handel is ruil. Dit beteekent niet, dat in den handel goederen tegen goederen geruild worden, maar dat dit het eind-resultaat is. Neen, zeggen anderen, handel iB ruil goederen tegen geld en omgekeerd. Maar is dit dan niet hetzelfde Want niemand ne geld aan, om dit in natura te bewaren, n om daarmede te koopen wat men verlangt voor eigen gebruik, of wat men denkt mei voordeel te verkoopen. In Afrika wordt de handel gedreven door b.v. manufacturen te ruilen tegen ivoor. I* beschaafde landen gebeurt dit niet. Wanneer een kleermaker een tafel noodig heeft, en een timmerman een kleedingstuk, en alB die twee toevallig samenkomen, dan zullen zjj missohien elkander met gesloten beurzen betalen. Maar dit komt hoogst zelden voor. De zaak verandert eohter niet, als de timmerman de tafel een ander verkoopt, en met dit geld een kleedingstuk koopt. Evenmin maakt het ver- als de timmerman, te Amsterdam de tafel verkoopt aan iemand die woont in Groningen of in Emmerik. Het eenige onderscheid is dit, dat men, als koope en verkooper op dezelfde plaats wonen, elkander betaalt met geld, terwjjl, alz de kooper op een andere plaats woont, de verkooper een wissel op den kooper trekt. Die wissel wordt door een kassier gezonden aan sjja oorrespon dent ter plaatse waar de kooper woonten die correspondent zendt aan den kassier al» tegenwaarde wissels van verkoopers buitenaf op koopers, die wonen op ds plaats waar de kamér is gevestigd. Geheel hetzelfde gebeurt, als kooper en verkooper wonen in verschillende landen. Trouwens, het spreekt van zelf, dat het geen ondersoheid kan maken, of men verkoopt aan iemand die te Groningen woont, of aan iemand die over de grenzen woont. De politieke gren zen hebben in dit opzicht geen beteekeniB. Het derde blaadje van da Vereeniging Het vrije Ruilverkeer. Het eenige versohil is, dat er aan de grenzen van elk land aanteekening gehouden wordt van de goederen en muntspecie die i*- en uitgevoerd worden, terwjjl er binnenslands, b. v. te Groningen, geen cont'öle op is. Maar die statistiek, die aan de grenzen van elk land gehouden wordt van hetgeen in- en uitgevoerd wordt, heeft groot belang voor het onderwerp dat hier behandeld wordt. Wast als goederen naar buitenslands gezonden wor den, dan moeten deze op een of andere ma nier betaald worden. Gebeurde dit niet met goederen, dan zou dit met goud moeten ge beuren. Want buitenlandsoh bankpapier kan bier niet gebruikt worden, evecmin als ons bankpapier (tenzjj dan bjj wisselaars en in kleine bedragen) ia andere landen wordt aangenomen. Nu wordt er wel eens goud van het eene land naar het andere gezonden, maar het verechil tussohen hetgeen aan goud wordt in- en uit gevoerd is geril g, vergeleken met den in- en uitvoer van goederen. En vaak verloopen er «den, waarin geene goudzendingen, in de a of de andere richting, plaats vinden, t kan zich daarvan overtuigen door de weekstaten van de NederlandBche Baak te raadplegen. Zjj geven een vrjj getrouwe af beelding van de goudbeweging, want zjj, die groote hoeveelheden goud voor uitvoer noodig hebben, wenden zioh schier altjjd tot de Baak; en hebben er toevoeren plaats, bjj haar komen die gewoonljjk te recht. Eéa zaak is aan de grenzen niette conti d- ieeren, nameljjk hoeveel effeoten worden in- en uitgevoerd. Maar als het mogeljjk was, dat uitgezonden goederen aan onB land steeds betaald werden met effjeten, dan zou men moeten nannemen, dat de kooplui en fabri kanten allen renteniers werden. Er zou bovendien eene klimmende rentevordering op het buitenland ontstaan, die dan ten slotte tooh in goederen gekweten zcu moeten worden Wanneer men als bewezen mag aannemen, dat goederen, die wjj naar het baitonland zenden, betaald worden met goederen, die uit het buitenland komen, dan volgt daaruit, dat onze uitvoer zal verminderen als wjj, door inkomende reohten, goederen uit het buiten land afweren. Hoewel de kooplieden, die goederen uitvoe ren, niet altjjd dezelfde personen zgn a!8 zjj die goederen invoeren, staan hunne hande lingen tooh met elkander in'nauw verband. Ieder verbeeldt zich dat hg zelfstandig werkt, maar in werkeljjkheid is dit ander z. Wjj zullen traohten dit op te helderen. Indien gjj meer koopt dan verkoopt, ver mindert uw kasgeld, en gaat gjj daarmede voort dan zult gjj eerlang een of meer van de drie volgende zaken moeten doen: I. Uwe inkoopen staken of verminderen II. Uwe verkoopen vermeerderen. 1U. Geld opnemen. Doch bjj, die zjjne schulden gestadig wil laten aangroeien, komt eindelgk voor een ge sloten deur. Gjj hebt dus op den duur slechts keus tussohen I en II: minder koop, meet verkoop. Zoo gaat het ook tussohen de volken. Wan neer vele Nederlanders tezamen belangrjjk meer van het buitenland koopen, dan zg of andere Nederlanders aan het buitenland vet- koopen, zal het weldra treurig met de Neder- laidsche kassen gesteld zgn. Tjjdeljjk zuilen de banken door eredieten in de behoefte kunnen voorzien, doch ten slotte wordt het haar te machtig en slaan zjj de rente op of weigeren met credietverleening voort te gaand Dan moet aan den toestand wel een einde komen. Die koopgrage Nederlanders zullen nergens meer de middelen vinden om hunne buitenlandsohe vrienden te betalen; en wat de overigen betreft, hun zal door de schaatBohte op de geldmarkt zooveel rente worden gevraagd* dat zjj vaak de voorkeur zullen geven aan het verkoopen van een deel hunner goederen. Let nu op het volgexde. Hooge rente werkt altjjd drukkend op sommige prjjzen; en als de prjjzen dalen neemt de uitvoer toe, wordt het voordeel op den invoer minder. Men be speurt den samenhangovermaat van invoe ren kan niet big vend zgn. Doch overmaat van uitvoeren evenmin. In dien gjj meer verkoopt dan koopt, groeit uw kasgeld steeds aan, en dan ontstaat bjj u een toestand, dien gjj niet wensohtwant geld is een eigenaardig artikelieder wil het heb ben, maar niemand wil het houden. Doch ook bjj anderen ontstaat een ongewënschte toestand, want indien bjj u de verkoopen over matig waren, waren het bjj hen de inkoopen. Men brenge dit nu over op de handels betrek kingen met het buitenland. Nederlanders, zoo nemen wg aan, hebben een tgd lang meer uit- dan ingevoerd, zoodat de kassen hier te lande zeer verruimd zgn. Het gevolg daarvan is, dat oredieten worden afgelost en de ban ken met haar geld geen weg weten. Nu ver ingen de banken bare rentekoersen en lokkei}

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 1