MIDBELBIRGSCHE C<MR4\T.
N°. 63,
140° Jaargang.
1897.
Dinsdag
16 Maart.
Middelburg 15 Maart.
Deze courant verschijnt d a g e 1 Ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Pry per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p^ 2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Middelburg 15 Maart 8 u. vm. 46 gr,, m. 12*u.
50 gr., av. 4 u. 49 gr. F. Verw. tam, kr,0.w.,ged.foëvr.
Advertentiëa voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór éém
uur aan het bureau bezorgd spa.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50 j elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bg abonnement op voordeelige Agenten.
voorwaarden. Prospectussen daarvan spa gratis I Te 's Gravenhagede Gbbk. Bblinfante te
aan het bureau te bekomen, 1 Amsterdam: A. de La Mak Azn.
De Ongevallenverzekering.
v.
„Fr moge overdrijving zijn in de be
wering, dat de moderne werkman veelal
weinig van een slaaf verschiltwaar is
het zekerdat de vrijheid van contrac
teeren veelal neerkomt op de vrijheid
om al of niet te sterven."
Mr P. W. A. COET VAN DEE LlNDEN.
Richting en beleid der liberale partij.
bl. 88.
Twee oeconomische waarheden Verdeeling.
Regen van gouden tientjes. Het inkomen der
maatschappij. Vraag en aanbod. Leer
der verbintenissen. Vrije burgers in een
vrijen staat. „Oude" economie.
Regeeringsuitspraak.
Wetenschap is het geheel van onze ken
nis omtrent het oorzakelijk verband der
dingen. Dat uitgebreide, dat onmetelyk ge
bied, verdeelt men, bijvoorbeeld, in:
natuurwetenschap, wier taak het
het causaal verband tusscheu de verschijn
selen in de natuur te verklaren
oeconomie, wier sympathieke werkkring
bestaat in de verklaring van het oorzakelijk
verband der verschijnselen op het gebied
der volkswelvaart.
Mogen de natuurkunde en de medische
wetenschap in de laatste helft dezer eeuw
op groote triomfen bogen, in vele gevalleD
ten koste van vroegere „waarheden", in niet
mindere mate is dit het geval met de weten
schap der algemeene welvaart.
Een zegen, die niet genoegzaam kan wor
den gewaardeerdimmers, „de politiek wacht
hare volmaking van de vorderingen der
staatswetenschap."
Politiek, opgevat behoeft 'tweltewor
den gezegd.? in den zin van staatswerk-
zaamheid om de maatschappij steeds te leiden,
te ordeien, te richten naar het doel: de
heerschappij der rechtvaardigheid, de ver
wijdering van alle uit troebele bron wellende
ongelijkheid in de voorwaarde voor den strijd
om het bestaan!
Onder de staathuishoudkundige stellingen
nu, waarvan het causaal verband het voort
gezette, scherpzinnig, onbevooroordeeld cri-
tisch onderzoek glansrijk heeft doorstaan
niet alleen, maar wier reine waarheid nog
dnideiyker is gebleken, behooren deze: le
Arbeid is de bron van allen rijkdom2e De
volkswelvaart is afhankelijk van de grootte
van het volksinkomen en van de wijze waarop
dat inkomen wordt verdeeld. VerdeeldAch,
hoe weinigen nog verstaan dat woord. Voor
vele» is verdeelen het tooverwoord, het spook,
dat schrik en ontsteltenis wekt. En, opmerke-
lyke tegenstrijdigheid, zij zijn 't vooral die
schrikken en ontstellen die by de verdeeling
de grootste porties kunnen bemachtigen.
Welke zijn die porties? De waarneming
van het practisch leven leert het ods ar
beidsloon, ondernemerswinst, pacht en interest.
En waarin bestaat bet maaischappeiyk
inkomen, dat aldus wordt verdeeld Niet in
geld; niet in goud of zilver, al is, van in
dividueel standpunt gezien, nog veel waars
in hetgeen Columbus voor .zijn tijd zei„dasz
das Geld das vortrejflichste aller Binge sei
das sein Besitzer Alles auf dieser Welt an-
fangen k'ónne, ja seibst die Seelen dem Paradiese
zuführen. Neen, duizendmaal neen! Al
vielen de gouden tientjes, de Louis d'or, de
doppelkronen, de sovereigns, de imperialen
als Maartsche buien over het gebeele aardrijk
neder, de algemeene welvaart zon niet ver
meerderd zijn; wel zouden de prijzen, in het al
gemeen, enorm verhoogd worden met de daaruit
voortvloeiende verstoring der maatschappe
lijke verhoudinge». Eigenaardigallen willen
gaarne geld bemachtigen; geen van allen
wil het honden, zelfs niet degeen die pot.
Deze geeft het, als zoovele bons voor het
verkrygen van arbeidsmateriaal, aan handel
en ny verheidde anderen verteren het, ge
bruiken het om ovër een portie van den
algemeenen rykdom te beschikken. Waaruit
biykt derhalve het maatschappelijk inkomen
te bestaan? Het antwoord vloeit nu van de
lippenuit voeding, kleeding, dekking, wo
ning, meubelen, boeken enz., in het kort:
uit al die velerlei goederen die onmisbaar
ij Piot. mr J. de Louter'" inaugureele rede.
iljn voor het leven, die het zoo geriefelijk,
zoo aangenaam kunnen maken en die door
arbeid, natuurkracht (geen product van
menscbenhand), gesteund door arbeidsmate
riaal, telkens en telkens weer opnieuw, ter
beschikking der menschheid moeten gesteld
worden om denzeltden levensstandaard te
bandhaven.
Het is zoo goed, zoo noodig, om goed
te worden, bij die twee economi-
grondstellingen ietwat uitvoerige toe
lichting te geven. Hoe meer men toch de
waarheid: de arbeid is de bron van alle
welvaart, in zich heeft opgenomen, haar naar
alle zijden verdedigen kan, hoe invloedryker
in weldadigen zin zy op de levensbeschou
wing vooral der bevoorrechten werken zal
Voor ijdeltuitery, bekrompen hoogmoed, zon
der moed om waarlijk hoog te staan, zal zij
behoeden. Als maatstaf tot waardeering on
zer medemenschen wyst zy op werkzaamheid
in het belang van het algemeen, op de ge
lederen die zich dagelyks om de vanen van
den arbeid, in zyn velerlei schakeering, groe-
peeren.
Waardoor wordt nu de verdeeling van
het maatschappelijk inkomen beheerscht
Men meende vroeger vry algemeen, en velen
meenen nog, dat men volstaan kan met
het arbeidsloon hangt af van vraag naar
en aanbod van arbeid;
de nijverheidswinst hangt af van vraag
naar en aanbod van ondernemers;
de pacht hangt af van vraag naar
aanbod van land;
de interest hangt af van vraag naar en
aanbod van kapitaal;
de prys der goederen hangt af van vraag
naar en aanbod van goederen;
Maar waarvan vraagt het critisch on
der zoek hangen nu de omvang en de
kracht van vraag en aanbod af? Deze zyn
toch op hare beurt slechts gevolgenHoe
wordt derhalve op vraag en aanbod op de
grootte der bovengenoemde porties geïnflu
enceerd door de wettelyke voorschriften om
trent: a. het eigendomsrecht; 1. de verbin
tenissen c. het erfrecht.
Het onderwerp van deze opstellen de on
gevallenverzekering vraagt speciaal naar
den invloed der burgerrechteiyke bepalin
gen omtrent de verbintenissen.
Voor de rechtsgeldigheid der overeenkom-
3D vordert de wet (art. 1356 B. W.) de
voldoening aan vier voorwaarden, waarvan
de eerste bedoeltde vrije toestemming der
contracteerende partijen. Die vrije toestem
ming wordt geacht niet gegeven te zijn in
dien ze verkregen werd door geweld, bedrog
of dwaling. Uitmuntend wetsvoorschrift.
Van werkeiyk vrye toestemming toch zal
eerst sprake zijn, indien beide partijen met
evenveel kracht, klem, weerstandsvermogen
hare eigen belangen hebben kunnen voor
staan, bepleiten, verdedigen.
Onder geweld nu, dat de vrye toestemming
vernietigt, verstaat de wet „een zoodanig dat
op een redelijk mensch indruk kan maken
en dat hem of zijn echtgenoot of een zyner
bloedverwanten in de opgaande en neder
dalende linie, of het vermogen van hem of
een dier personen, aan een aanmefkelyk
dadelijk nadeel zon blootstellen." Volgens
de gebruikelijke interpretatie wordt bedoeld
daadwerkelijk geweld, zoo iets van geweld
met pistool, bajonet of sabel. Is dit niet
bet geval geweest, dan is zoo leerden en
leeren nog vele wetuitleggers, zóo conclu
deert de gewone rechtspraktyk de vrye
toestemming gegeven. Deze conclusie is vaö
het hoogste gewicht voor de verdeeling van
het maatschappelijk inkomen, voor de volks
welvaart in het algemeen, voor de koop
kracht der arbeidersbevolking, voor haar
aanbod en voor haar vraag.
Volgens deze gevolgtrekking toch heeft de
arbeider juist ontvangen wat hem toekomt,
indien de werkgever hem zijn, in vrije
overeenkomst bedongen loon heeft uitbetaald,
Al wat hij bovendien zou willen vorderen,
is in strijd met het recht. De werkman is
een in vrijheid contracteerend rechtspersoon
die, evenals de werkgever, zijn toestemming
voor de overeenkomst geeft of onthoudt en
gelijkelyk door den staat beschermd wordt
om de nakoming der aangegane verbintenissen
te vorderen. Van verzekering van staatswege
tegen de geldeiyke nadeelen van ongelukken,
van ziekte, van ouderdom mag rechtens geen
sprake zyn. De staat zou dan de eene
partij bevoorrechten ten koste van de andere.
Meent de werkman rechtmatig aanspraak té
kunnen mak*» op vergoeding voor de risico's
van den arbeid, hij vordere de opneming van
eene bstrekkelyke bepaling in de arbeids
overeenkomst en weigere by gebreke
daarvan zyne toestemming. Vindt hij de
voorstellen van de andere partij omtrent den
dagelijk8chen arbeidsduur, de oplegging van
boeten, de bestemming der boetegelden, de
voorwaarden voor ontslag, de inrichting der
werkplaats met het oog op de zedelykheid
de gezondheid niet voldoende, hij onf-
houde zijn toestemming. Niemand kan een
ander dwingen iets te doen. We zijn vrije
mannen in een vryen, onafhankeiyken, soe
vereinen staat.
Zongen we niet in onze jeugd met van
geestdrift stralende oogen en gloeiende
wangen
Wij leven vrij, wij leven blij
Op Neerland's dierbren grond
Ontworsteld aan de slavernij,
Zijn wij door eendracht groot en vrij,"
enz.
Wat kan men nog meer verlangen? Ik
herhaal, de wet beschermt werkman en
werkgever geiykelijk ten opzichte van de
naleving der overeenkomst of van de op
lossing daarvan in vergoeding van kosten,
schaden en interessen. Wie meer vordert
overschrijdt de grens van zyn recht, een
grens die hij zelf heeft getrokken in volle
vryheid.
Wie inbreuk wil maken op deze con-
tractvrijheid, die ondermynt den rechts
staat, die wil de nooit genoeg te waar-
deeren vryheid vervang*n door dwang; en
dat voor ons, Nederlanders, wier voorvaders
68 jaren (80 min 12 jaar van het bestand)
lang, goed en bloed hebben veil gehad voor
de vryheid.
De contractvrijheid, dat erfstuk der va
deren, die het op hun beurt hebben geërfd
van de Romeinen en wie wisten beter
dan zy het recht in de wet te belichamen?
behoort verdedigd te worden tegen de aan
vallen, van verdachte zijde daartegen ge
daan!
Zoo sprak men slechts eenige jaren geleden
nog vrij algemeen in de toongevende kringen.
Wie er op wees dat die vryheid aan de zyde
van den arbeider slechts fictie was en der
halve alle zekerheid ontbrak dat de werkman
ontving wat hem toekwam, dieja, die
was ziekeiyk gevoelig, overprikkeld, misschien
besmet met de sociale ziekte dezer eeuw-
Al is het aantal der geloovigen in de wer
king van vraag en aanbod als eene goede
regulatrice in het oeconomisch leven; al is
het aantal van hen, die nog steeds geloovig
preken van de werkelyke vryheid van den
werkman als contracteerende party ter an
dere zyde, in de allerlaatste jaren zeer sterk
aan het slinken al zijn er vele kenteekenen.
die wijzen op het naderend einde van het
overgangstijdsperk der oeconomie; al „iser
reden om te hopen en te verwachten, dat
de beoefenaars der Staathuishoudkunde zicb
binnen niet te langen tijd (op dat terreiD)
zullen ontmoeten en het (daar) omtrent de
hoofdtrekken hunner wetenschap eens zullen
worden" niettemin liet de Groningsche
boogleeraar mr. W. A. Reiger in zyn prae-
advies, in 1895 uitgebracht op verzoek der
Verceniging voor de Staathuishoudkunde en
statistiek, nog drukken de volgende tegen
verstand en hart indruischende zinnen:
Hg (de iaduatrieel) heeft fop de regeling
der loonen geen andere» maatatat da» dien
de werking va» vraag e» aanbod aangeeft'
«Melden zich vele arbeiders, die vóór de te
verrichte» werksaamhede» geschikt spa, op
voor hem gunstige voorwaarden aan, al wa?
het tegen ee» loon, scbpnbaar benede» de
markt, da» doet hg niets ongeoorloofds, «iets
immoreels, door op die gunstige voorwaarden
in te gaas«Onjuist komt mg alzoo
de meening voor, dat onder het strove» om
misbruiken, te keere», begrepen kunne» wor
den pogingen om de alleenheersohappjj der
wet va» vraag en aanbod op hét gebied der
loo»abepaling te temperen".
Ge ziet 't, lezer, hier is nog een man aan
het woord, die te midden der pijnlijke er
varingen van de in vele gevallen onnoodige
harde werking van vraag en aanbod den
3) Trof. mr, Trenb's intree-rede?
arbeider meent te mogen toevoegenhet
recht moet zijn loop hebbengy hebt in
vryheid gecontracteerd mondeling of schrifte-
lijk en aan de bepalingen van de overeen
komst heeft de werkgever immers als eeD
getronw contractant voldaan. Ge hebt dus
geen reden tot klagen.
Goddank, dat het aantal van zulke mannen,
wier combinatievermogen op, voor een groot
aantal geleerden onbegrijpelijke wyze schijnt
te werken, sterk afneemt, dat zy beginnen
nit te sterven, dat hun invloed schier dage
lyks vermindert. Zy, wier hersengymnastiek,
voorgelicht door de feiten, de contractsvry-
heid van den arbeider, in 't algemeen, ala
een fictie aanwyst, zy noemen de deducties,
daarop gebonwd, nietoude oeconomie, wèl
geen oeconomie; dwalingen, door het voort-
schrydend, critisch onbevooroordeeld weten-
ichappelljk onderzoek afgezworen. Hierbij
denk ik aan de woorden, waarmede de
Utrechtsche hoogleeraar mr Greven zijne
intreerede, getiteldOude en nieuwe economie,
eindigde„economische vraagstukken, ze zijn
er vele; gronden tot eene economische party-
verdeeling zyn er niet."
Bemoedigend voor veratand en hart waren
dan ook de forsche aanvallen, die èn mr J.
A. Levy èn mr Trenb, by de disenssiën
over de praeadviezen, deden op de leer,
die de adviseur in naam der wetenschap
meende te mogen verkondigen. Wat prof.
Reiger leeraarde, scheen mr Levy een stem
nit het graf, zelfs nit een reeds lang gele
den gedolven en gesloten graf.
De mannen van de doctrinaire begrippen
bleven zich des ondanks krachtig weren.
Al ziet het meerendeel den val banner ves
ting naby zij zal nog lang worden verde
digd vooral door mannen die, bniten de
wetenschap staande, gevoelen hoe groot de
invloed van die overgave zon kunnen zyn
op het oeconomische leven. Is het daarom
te verwonderen dat de belangstellende in de
wetenschap, die boven alle politieke partijen
behoort te staan als de onschendbare koning,
het hart van vreugde klopt als by in een
regeeringsstuk, onderteekeDd door drie mi
nisters, o. m. leest„Doch bovendien
ga men eens na wat er in het practische
leven waar is van deze vryheid van con
tracteeren, d. w. z. of werkelijk beide par-
wel zoo vry zyn. Aan de zyde
der werkgevers bestaat die vryheid tot
zekere hoogte wel, maar aan den kant der
werklieden veelal niet." (1) Klinken deze
(in meer gereserveejrden vorm) gegoten
woorden niet als die van den tegenwoordi-
gen verdiensteiyken raad-adviseur aan het
departement van justitie, aaa het hoofd van
dit opstel aangehaald Aan deze gewich
tige regeerings-uitspraak omtrent een zoo
belangrijk oeconomisch-bnrgerrechtelijk on
derwerp, worde nog een slotartikel gewijd.
Amsterdam. D. STIGTER.
Hat blad va» dr Bronsveld, De Vaderlander,
gevoelt da» ook weinig sympathie «oor de
gebeele aati-revolutioaaaire party en wil 2elf
niet* weten va» eene aansluiting bij de fraotie-
Lohma». Eigen weg bewandelen moet het doel
*pn van de» Christelijk Historischen Kiezers-
bond.
Het blad verklaart voorts aa» liberalen als
v. wjjlea mr Riyaards van den Ham de
voorkeur te geven boven maaien als b.v. de
geslagen oaadidaat te Hilversum, baron Van
der Boroh van Verwolde, en betoogt dat, als
allen, die zicb op den grondslag van den Chr.
Hist Kiezersbond vereemgen knonen, zicb
werkelgk aaneensloten, de georganiseerde anti
revolutionaire partp weldra ee» minderheid
zou blpken.
Wp kunnen niet weder tot de anti-revo-
lutioanaire partp behooren" zegt dr. Brons
veld. «Dr. Kuyper zou moetea sterven, wil zp
veranderen. Want, dat heeft Groen naar waar
heid gezegd, hp is «leider jure suo" door zjjne
boven allen uitstekende talenten. Wie echter,
aiet slechts uit een oppervlakkig opstel van
Frans Netsoher, maar twintig jaar lang uit
Standaard e» Heraut zp» systeem en karakter
bestudeerde, kan niet meer bewonderen en
volgen en wp willen ook niet ten slotte too'a
bjj de anti-rev. partp aohteraan komen sukkelen
in een Jan Pieizier met hinkende paarden."
Wp verwijzen onze lezers naar ee» bericht
uit Araemuide» in de rubriek Uit stad
en provincie.
Twee bekemtealMen.
Volgens De Nederlander, orgaan va» jhr
mr A. F. de Savomia Lohmaa, heeft de com
missie va» advies bespeurd dat tal va» per
sonen, die zioh onder de warme a»ti-revolution
nairea rangsebikke», zelfs onder de pverige
aanhangers van dr Kuyper, eigenlpk aimmer
het a»ti-revolution»air program van beginselen
hebben ingezien, en «iet weten waar dit ver-
krpgbaar is. Zjj heeft daarom ee» uitgave
va» dat program bezorgdhet va» eene korte
toelichting op enkele artikelen voorzien, e»
ee» zeer groot aantal exemplaren gratis be
schikbaar gesteld. De lede» va» de commissi»
va» advies hebbea zioh bereid verklaard, aar
elke tot he» gerichte aanvrage te voldoe».
Door die mededeelingen wordt dus beves
tigd, dat tal va» zioh nosmende anti-^volu-
tion»aire» eigenlpk aiet weten wat er omgaat.
Trouwens, dit is uit oaze omgeving genoeg
bekend.
Daardoor zpn vele» zulke gemakkelQke in
strumenten voor politiseerende domizé», die
bun ambt misbruikenj en speouleerende «broe
ders" die ten bate van eige» voordeel den
boerea zaad ia de oogen strooien. Zp boude»
eenvoudig ee» praatje over het «gelooi" en
over «Gods woord", ea de eenvoudige zielen
zegge» er ja e» Urne» op, zonder iets meer
te weten of te vragen.
Het slulte» ven collecten.
Naar aanleiding van het door ons getohre-
vene ten opzichte van deze zaak, zendt m' a
ons een kon. besluit van den 27 Januari 1897,
rakende hetzelfde onderwerp.
Dat kon. b3sluit luidt als volgt:
«Beschikkende op het beroep, ingesteld door
het bestuur der Vereeniging tot bevordering
voor kleeding aan minvermogende kinderen
van olie religiën, gevestigd te Amsterdam,
tegen bet besluit van barg. en weth. van
Zwolle van 9 September 1896, no 2004, hou
dende bezwaren tegen het boude» eener col
lecte tan bi hoeve va» genoemde vereeniging
in hunne gemeente
Geboord enz.
Overwegende, dat namens het bestuur der
Vereeniging tol bevordering voorkleeding van
minvermogende kinderen van alle religiën
gevestigd te Amsterdam, door den seoretariB
d. van 7 Sept. 1896 aan burg. en weth.
van Zwolle is kennis gegeven, dat den 14en
Sept. d. a. v. ten behoeve van die Vereeniging
eene oolleote zou worden gehouden in de ge
meente Zwolle
dat burg. en weth. van Zwolle bp besluit
van 9 Sept. 1896 no. 2004, aan het bestuur
der Vereeniging hebben te kennen gegeven
dat tegen het houden van de collecte bp hen
bezwaren bestonden en dat> wanneer zp niet
temin werd gehouden, burg. en weth. gebruik
zouden maken van de bp bet 3e lid van art*
13 der wet tot regelisg van het armbestuur
verleende bevoegdheid ea de inzameling zou
den stuiten
dat het bestuur, van oordeel dat deze ken
nisgeving als eene stuiting der voorgenomen
inzameling is te beschouwen, waarmede bet
zieb bezwaard acht, onze beslissing bei ft in
geroepen, aanvoerende, dat, aangezien bet be
sluit van burg. en weth. geen enkele» grond
nhoudt, beafcrjjdisg uit den aard der <a»k
aiet mogelpk is, en voorte, dat doel, strekking
aard der door hem bestuurde vereeniging
even zoovele gronden opleveren, welke eene
collecte als door hem bedoeld rechtvaardigen,
weshalve appellant verzoekt, voor zooveel noo-
dig met vernietiging van het besluit van burg,
en weth., hem alsnog vergunning te verlee-
aen, in de gemeente Zwolle eene collecte te
houden ten behoeve van meergenoemde ver
eeniging
dat burg. en woth. van Zwolle nader als
grond van bun besluit hebben medegedeeld
behalve hunne onbekendheid met de vereeni
ging en haar bestuur, dat zjj in begin-
»el hebben aangenomen, het houden van
collecten in hunne gemeente door elders
gevestigde vereenigingea te weren, wpl door
te Zwolle bestaande instellingen van welda
digheid zooveel liefdegaven van de ingezetenen
worden gevraagd ten bate van behoeftige» in
eigen kring, dat nu reeds in ruime mate door
hen tot ondersteuning van armen wordt bp-
gedragen
Overwegende, dat, blpkens art. 13 der wet
tot regeling van het armbestuur, de wetgever
in het algemeen het houden van openbare in
zamelingen van gelden tan behoeve van in
stellingen van weldadigheid, walke aan de bp
de wet gestelde eisohan voldoen, sleohts
afhanke'pk heift gesteld van eene vooraf
gaande kennisgeving aan het gemeentebestuur
en mitsdien met inachtneming daarvan heeft
vrijgelaten» behoudens den aldaar vermeld***