Hieing scie Courant
Het TooneeL
-«
BIJVOEGSEL
VA* Dl
Maandag 22 Februari 1897, no. 44.
Middelburg 20 Februari.
lag. Den heer Bouwmeester prees hg zeer,
maar op een paar anderen had h| heel wat
I af te dingen. De heer Erfmann maakte van
zgn rol niets en van den proloog, door mevrouw
Van Bossum gezegd, kwam niet veel tereoht.
Tweeërlei meening duB.
En willen wg nu een onpartijdige in deze
als soheidsreohter uitspraak laten doen, dan
roepen wg de Arnhemsche Courant tot getuige,
die beweerde dat het blgspel uitstekend ge
speeld werd.
Yersohil van opinie, maar die uitlokt om
zelf eens te gaan zien, en, wat ia elk geval
belangrijk is, kennis te maken met een oor-
ipronkeljjk stuk van Frederik van Eeden.
Het poortje of De duivel in Kruimelburg.
Wjj kannen niet nalaten nog eens te wijzen
op de voorstelling van dit oorspronkelijk big
spel, die Donderdag in den schouwburg ti
Middelburg zal plaats hebben. Wg doen
dit om tweeërlei redenen, eerstens om de be
langstelling daarvoor op te wekken, en in de
tweede plaats om nog eens te wgzen op het
merkwaardig en meermalen besproken ver
schil van gevoelen, dat op kunstgebied bestaat.
Terwjjl de Rotterdamsohe bladen alle met
lof van de uitvoering van het stuk gewaagden
was een Amsterdamsoh orgaan daarmee min
der ingenomen.
Het is door ons al meermalen opgemerkt
als in Botterdam een Amsterdamsoh gezel
sohap, bv. Het Nederlandsch Tooneel, speelt
wordt et door de critiek heel wat op de op
voering afgedongen en omgekeerdgeeft een
Botterdamsch tooneelgezalsohap een voorstel
ling te Amsterdam, dan is het maar zelden
wanneer daarover met lof wordt gesohreven.
In groote plaatsen kan men ook klein zgn
Na ook weer ten opziohte van Het Poortje
van Van Eeden.
Het Zondagsblad, te Botterdam versohgnend
schreef
»Nu ik over Het Poortje nadenk, heb ik
sleohts éen verlangen, het nog eens te zien.
Welk een geestige, kostelijke satire. floeVan
Eeden de kleine mensobjes om hem heen op
zjjn hand zet om ze aan het publiek te ver-
toonen en dan, medelijden met hen krijgende
ze niet aan het knjjpen gaat, maar ze voor
ziohtig weer op den grond zet, heel voorzichtig
op hun beenen. Een ander zou misaohien uit
lust om te geeselen, uit lust om alledaagsch-
heid te brandmerken met het gloeiend jjter
der satire, den poveren burgemeester tot het
einde toe in het maskerade-pakje van bekrom
penheid hebben laten loopen. Niet zeo Van
Eeden. Eerst heeft hg zich kostelijk vermaakt
in eigen spel van fantasie. Den Duivel, die
uit verveling zich eens bazig wil gaan bende»
met Van Krenten1*, Maalman'a enz., plaatst
hg binnen het rustige Kruimelenburg en niets
doet hg er dan een poortje verfraaien, zoo
alsof een kunstenaar er aan gewerkt had. En
dat poortje wordt dan de rustverdrgver.
Het Poortje ware niet zulk een verkwik
king geweest, indien het ook niet goed ge
speeld was. Er werd goed gezegd, met inzicht
en met juistheid; zg waren allen in hun rol.
Een beetje meer leven had hier en daar in
den aohtergrond gekund. Maar anders valt
er sleohts te prgzen; vooral mevrouw Van
Bossum—Stutterheim voor haar beschaafde en
goed begrepen voordracht; Erfmann voor zgn
goede grime; hg was de losse, zich vrg be
wegende schilder uit Het Poortje, Holkes was
uitnemend in zgn opgeblazen bekrompenheid
de heer Van der Does heeft een bg zonder
vermakelijk type geleverd, overal, ook in het
stille spel, uitstekend volgehouden; mevrouw
Mulder Boelof sen, die de kunst schgnt te ver
staan, zich ter wille van het geheel, in een
klein rolletje toch artiste te toonen, was
alleraardigst als mevrouw Kakelberg, terwgl
de heer Mulder als Kakelberg ook alleraardigst
typeerde.
En daartegenover beweerde Giovanni, de
tooneeloritious van het Handelsblad, die het
stuk zeer prees omdat het zoo frisoh is, de
vorm zoo luchtig en aardig, de dialoog zoo
geestig, dat de opvoering wel wat te wenschen
liet, daar er iets dilettanterigs over het geheel
FRANS SCHUBERT.
Géboren 31 Jan1791—Gestorven 19 Nov. 1828.
II.
Gelukkiger dan in zgne liefde voor Carolina
Esterhazy was Sohubert in de vriendschap.
Van alle zgden werd deze hem betoonden
die bewgzen van waardeering van zgn talent
en zgn persoon deden hem weldadig aan. Een
breede kring van jonge mannen uit de ver
schillende deelen der maatschappij omgaf den
jongen kunstenaar.
Onder hen noemen wg de schilders Kupel-
wieser en Maurits von Schwind; den dichter
Magrhoferden beeldhouwer Dietrichden
hof kapelmeester Franz Lachnervrgheer Von
Feuchterslebenden Oostenrgkschen veldmaar
schalk Mayrhofer, en den in ons vorig opstel
reeds genoemden zanger Vogl.
Dit zeer gemengde gezelschap gevoelde zoo
dnideljjk dat het alleen Schubert was, die hen
onderling vriendsohappeljjk verbond, dat
hunne geregelde bijeenkomsten den naam van
j-Sohubertiaden" gaven. Deze bgeenkomsten
hadden niet sleohts tot doel om met elkaar
te drinken en vxoolgk te zgn, maar in hoofd
zaak om gemeensohappelgk te genieten van
nieuwe schetsen, ontwerpen en gedichten van
Men zie voor het eerste gedeelte ons
nommer van Maandag 15 Februari.
LANDBOUW.
Vrijdag kwamen te T h o 1 e n een groot
aantal bietenteelers uit het eiland bjjeen om
van gedaohten te wisselen over de bepalingen
van het contract, door suikerfabrikanten voor
1897 vastgesteld.
Besloten werd op dit contraot geen bieten te
teelen en eene overeenkomst aan te gaan,
zooals die door de landbouwers in het district
Oostburg is gesloten.
Dadeljjk traden 72 landbouwers tot de7e
vereeniging toe, terwjjl Dinsdag a. nog eene
bijeenkomst te St Maartensdijk zal worden
gehouden, alwaar dan nog gelegenheid zal be
staan deze overeenkomst te onderteekenen.
Men schrjjft ons uit Noord-Brabant:
Het contracteeren van bietwortelen is nog
niet aangevangen, doch er heersoht ook onder
de landbouwers in onze provinoie, evenals in
andere streken van ons land, groote ontevre
denheid over de voorwaarden van het nieuwe
contract, die zoodanig in het nadeel der boe
ren zgn, dat dezen onmogelijk hiermede ge
noegen kunnen nemen. Al mooht de bie-
tenprjjs ten slotte zelf nog al medevallen,
dan tooh zullen de nieuwe oondities de mees-
ste landbouwers van contracteeren afsohrikken.
Op verschillende bgeenkomsten in deze
provinoie is dan ook al tegen dit oontract
geprotesteerd en gaven vele landbouwers te
kennen, in plaats van bieten, haver te teelen.
Naar men verneemt, zal binnen eenige dagen
door den Bond van Neder landsche, suikerfa
brikanten wederom eene vergadering worden
gehouden, en zal dan eindeljjk de bietenprjjs
wel definitief worden vastgesteld.
Men zie Laatste berichten.
De minister van binnenlandsohe zaken
heeft ingetrokken zjjne beschikking van 18
Jan., waarbjj het houden van markten, open
bare verkoopingen, tentoonstellingen en andere
vereenigingen van herkauwende dieren en
varkens verboden is in de gemeente Roosendaal
en Nispen.
Proefvelden In Zeeland*
Het reeds meermalen genoemd verslag van
de uitkomsten, op de door het rjjk gesubsi
dieerde proefvelden in onze provinoie, meldt
het volgende omtrent:
Proefveld no 13 op lichten zavelgrond,
Proefnemer was de heer G. A. Vorsterman
van Oyen te Aardenburg.
Doel der proefnemingEen oultuurproef met
aar dappel-vari teiten.
Verbouwd werden de volgende variëteiten
Juli; Groninger jammenFrieBohe jammen
vroege jammenNobleFortune Tuinparel
Eigenheimer en Zomerroode.
Het land was in 't vorig najaar bemeBt met
kaïniet (800 KG. per HA.) en dit voorjaar met
superphoBphaat (600 KG. per HA.) in de poot-
gaten.
De aardappelen werden op 14—16 April
gepoot op afstanden van 80—32 oM., met uit
zondering van de jammen, waarvan het poot-
goed te laat ontvangen werd en die eerst op
en 2 Mei konden gepoot worden.
De eerste aardappelen vertoonden zioh op den
2en Mei, de jammen veel later. De helft der
aardappels werd 2maal besproeid, op 27 Juni
en 13 Juli met bouillie-bordelaise.
De aardappelen groeiden gunstig met uit-
ondering der jammen.
Door het late poten kwamen deze onder
voor hen ongunstige weersomstandigheden
boven, en bleven den geheelen zomer Bchraal,
ln de eerste helft van September werden de
aardappelen gerooid en gaven de volgende
uitkomst
De opbrengst van de versohillende variëtei
ten, zoowel als het zetmeel gehalte, loopt dus
nog al uiteen. De jammen zouden, wanneer
op tjjd gepoot waren, zeker Looger op
brengst gegeven hebben; daaromtrent mag
geen conolusie getrokken worden. Wat den
smaak der variëteiten betreft, vermeldt de
proefnemer, dat Juli flauw van smaak was,
de variëteiten Fortuna, Tuinparel en Zomer
roode waren zeer goedde andere variëteiten
waren goed van smaak.
De proefnemer beslnit zgn rapport met de
volgende conolusie, waarmede de keer Kake-
beeke zioh geheel vereenigt:
a. De soorten verschillen zeer veel in waarde,
naar gelang de hoeveelheid zetmeel.
b. De Fortuna, Tuinparel, Eigenheimer en
Zomerroode verdienen aanbeveling wegens hun
hoog zetmeelgehaltede laatste ook omdat
zjj bjjna ziektevrjj is. De Juli verdient geen
aanbeveling en de Noble is los en sohiet spoedig.
Met de vier bovengenoemde variëteiten zullen
het volgend jaar nadere proeven genomen
worden.
medeleden uit den kring, maar vooral van de
jongBte oomposities van den onuitputtelgken
Schubert.
Sohubert's roem bleef gedurende zgn leven
over het algemeen zoozeer beperkt tot den
kring van personen, die met hem in persoon-
ljjke betrekking stonden, dat men daardoor
het bjjna ongeloofelgke feit kan verklaren, hoe
de toenmalige uitgevers meermalen weigerden
oomposities van hem uit te geven, die thans
beroemd zgn. De bekende uitgeversfirma De
gebroeders Schott zond hem zjjne Inpromptu's,
de muziekhandelaar Probst eenige aangeboden
liederen als >niet belangrgk" genoeg terag.
Dit zal dan ook wel de oorzaak zgn dat
de bekende liederen als Erlkönig en Gretchen
am Spinnrad, welke dateeren uit het jaar
1815, eerst 1821 in druk verschenen.
Een brief aan zgn ouders, gedateerd Stejjer
i Juli 1825, volge hier. De lezer verneemt
daaruit tevens iets omtrent Sohubert's meening
over uitgevers en pianisten.
>Zeer waarde ouders, maakt u niet onge
rust; mjjne gezondheid is uitmuntend.
»Ik ben van Stejjer vertrokken om naar
Gmünde met zjjne heerljjke omstreken te gaan.
De mensohen zgn er aller hartelijkst voor mg
wg maken veel muziek; mjjne liederen op
The lady of the lake van Walter Scott
vallen algemeen. Ik beb het Ave Maria ge»
a a
1
<9 «9
2 O
!SS
2. B*
-Ü-l
O BI (O -i o w 1
CO -9 OO -9 O
3 CD O C
»3 A M C
cn co an c
O O O C
g
co -J o
o o o o
st
is-
5
F <5
I 1 |s
zitten, verjagen, door in opgeworpen gangen,
zekere afstanden van elkaar verwjjderd,
vodden te leggen, die men bevochtigd heeft
deze of gene stinkende olie (stinkende,
dierljjke olie uit de drogistwinkels). Weldra
men bespeuren, dat de mollen zich ver
wjjderd hebben en naar elders zgn gegaan.
Ook sohgnt men hier en daar met succes ge
bruik te hebben gemaakt van koppen van
vissohen en vischafval, die, in staat van rotting
overgegaan, een onaangenamen reuk verspreidt.
Om aan te toonen het nat van mollen als
verdelgers van ineeotenlarven wees het blad
erop hoe men te Dirmingen en Bersohweiler
(Bgn-Pruisen) dat nnt met sohade heeft leeren
kennen.
De overheid ia die plaatsen loofde siads
eenige jaren een premie van 10 pf. nit voor
iederen gedooden mol. De dorpsjeugd ging
gverig op jaoht en ten slotte had zg de on-
dergrondsohe gravers bgna geheel uitgeroeid.
Het duurde evenwel niet lang of de land
bouwers begonnen het nadeel daarvan te on
dervinden. De vroeger zoo welige weilanden,
die altgd een rgken hooioogst hadden opge
leverd, werden dor en sohraal vernield door
vele wormen onder den grond. Nu neemt
men maatregelen tot bescherming van de
vroeger zoo miskende weldoeners.
A -1 t
W pl OO M CS M
S" f
De Dollenplaag.
Bg de dwaze vooroordeelen, dis op dit punt
nog altgd big ven heersahen, is het zeker wel
eenB goed nogmaals te wgzen op het onver-
aniwoordeigk handelen van gveraars voor het
dooden van mollen. In het Nederlandsch
Landbouwweekblad lazen wg dezer dagen
hierover het volgende
Jaarlgks, als onze tuinen met groote zorg
netjes in orde gemaakt zgn en wg de gevolgen
van onzen arbeid tegemoet zien, vertoont
zich, naar bekend is, bgna regelmatig een
niet geliefde gast, de mol, die de goed afge
werkte bedden doorwoelt, en lange rillen in
de fraaiste bloemperken maakt. Even regel
matig vindt men dan in vak-en andere bladen
gevraagd, hoe men dezen lastigen gast het
best verdrgffc en er worden dan tal van ant
woorden gegeven, meestal ten doel hebbende
het nuttige dier te vernietigen. En men weet
toch inderdaad maar al te goed, hoe verkeerd
men handelt door een mol te vangen en te
doodenis dit diertje in een tuin een spel
breker, op andere plaatsen (weiden, braak
liggende gronden enz.) is het in de hoogste
mate nuttig, daar het niet sleohts den grond
van talrgk ongedierte bevrjjdt, maar ook op
zeer te waardeeren manier tot losmaking des
bodems bjjdraagt. Gelukt het au, den hin
derlijken bezoeker van onze tninen, waar hg
tegen onzen zin stoornis verwekt, te verjagen,
dan is er kans dat hg zioh begeeft naar elders,
waar hg nuttig arbeiden kan, en wg doen dan
een tweeledig goed werk, oneindig beter dan
door de mollen te vangen en te dooden.
Hoogst gemakkelgk nu kan men deze dieren,
die een buitengewoon Bcherp reukorgaan be
zongen, dat iedereen aangreep door zgn gods
dienstig karakter. Ik zoek nooit opzettelgk
het gevoel te werken. Maakt mgn werk van
zelf dien indruk, dan is het emdat ik zelf door
mgn gevoel werd meêgesleept. Mgns inziens
is dit het ware en alleen het natuurlgke
waar. Ik zou mgne liederen van Walter Scott
wel willen uitgevende naam van dien be
roemden schrgver zou de nieuwsgierigheid
misschien prikkelen; de bgvoeging van een
Engelsohen tekst zou mg ook in Engeland be
kend kunnen maken. Maar is er eerlgkheid
van muziekuitgevers te waohten Zgn de
kunstenaars niet de Blavea dier ellendige
kooplui
Wat gg mg over Suleika sohrgft, doet mg
genoegen. Ik ben big dat die melodie goed
uitgevallen is. Gg weet evenwel dat ik geen
afschuw van critiek heb. Ik luister er altgd
naar, om te zien of er niet nog iets voor mg
te leeren valt.
»In Opper-Oostenrgk vind ik mgne liederen
overal verspreidte Kremsmünster heb ik mgne
nieuwe sonate voor quatre-mains met een
Hinken pianiBt nit die plaats gespeeld. Som
mige mensohen beweerden dat de toetsen onder
mgn spel klonken als zaohte menschelgke
stemmen; wat zou ik gelukkig zgn als dat
waar wasIk kan dat vervloekte gebombardeer
van sommige pianisten niet uitstaan; het zegt
niets, nooh tot het oor nooh tot het hart.
En zoo zgn er meer, die in Pauwels, met wat
routine en ontdaan van zgn, helaas, al ta
groote bescheidenheid, den zanger zien, dien
zg noodig hebben.
Knnst en Letteren.
Op een oonoert, Woensdag 11. in den
TiwK-sohouwburg te Botterdam gegeven,
behaalde mevrouw Amanda Stokvis-Eberle,
concertzangeres te Breda, o. m. veel succes
met het Frülüingslied van onzen stadgenoot
Jan Morks.
Had ongesteldheid daarin geene verandering
gebracht, dan zou, volgens aanwgzing van het
tekstboekje, mevrouw C. onze bekende
en begaafde sopraan, ook juist dienzelfden
avond hetzelfde lied van den heer Morks op
het oonoert van Oefening en Uitspanning ten
gehoore gebraoht hebben.
Die eigenaardige toevalligheid mocht, om
meer dan een reden jammer genoeg, niet
plaats hebben»
Het Boheemsohe kwartet komt na 23
Februari in ons land nog eenige oonoerten
geven.
De feestavond in een der Amsterdam-
sche schouwburgen, waarbg prof. dr Jan ten
Brink een praatje zon houden overRatio
nale luim, en nationale kluohten" is uitstekend
geslaagd. Op prettige, huiseljjke manier kweet
onze hooggeleerde zioh van zgn taak.
Het Volksliederenboek van het Nut is
bgna uitverkoohtwel een teeken, dat deze
uitgave in den smaak is gevallen.
Het jongste nommer van Het Tooneel,
no. 10, bevat: Uit de Amstelstad.Pavidus,uit
de Maasstad. Dixi, Uit de Zennestad. Ons
soufileurshokje (de regisseur I.) De provinoie,
Bloemenhulde. Uitgeknipt. J. E. Banok, be
noeming van leeraren aan de TooneelBohool.
Schouwburg-personeel. Uit versohillende tgd-
sohriften over tooneel.
In langen tgd hoorde men nieti van
Pauwels, den sympathieken zanger der Ned.
Opera, die thans te Brussel woont, en Brussel
hoorde ook niets van hem, en ziet eens
klaps is hg er eenigermate de man geworden.
Woensdag werd hg geroepen, batrekkeijjk on
voorbereid, na slechts eene repetitie in het
Thédtre de la Monnaie in Aida op te treden,
dus in het Fransch. 't Was merkbaar, dat hg
onder den indruk was van deze onverwaohte
taak, maar overigens heeft hg 't er beBt afge
bracht. De oritiek is zeer gunstig voor hem,
en iedereen spreekt al van een engagement
voor het volgend jaar, hetgeen alleen nog maar
afhangt van de voorwaarden.
Een bekende van het N. v. d. D., juist dezer
dagen te Brussel vertoevende, ontmoette Pan
wels en hoorde van deze, dat hg den vorigen
avond in de Monnaie gezongen had. Met hem
opwandelende kwam hg voorbg de Monnaie
en zag daar tot zgne verbazing, dat een veer
tiental mannen, bezig met het inladen van
déoors, plotseling daarmee ophielden, op eene
rjj gingen staan en den zanger een allerliefste
ovatie braohten. Een eind verder sprak een
onbekend heer hem aan en wenschte hem ge
luk met zgn suooes, waarbg hg &1b merkwaar
digheid voegde, dat niet alleen »le paradis,"
maar ook de abonnés van loge en stalles hem
met groote hartelgkheid toegejuicht hadden,
Nadat ik nog eenige dagen naar Steger terug
gegaan ben, denk ik Gastein en Salzburg nog
te bezoeken. Het is ondragelijk heet, maar
niettemin veel genot op reis, wjjl ik
een praohtig land door leer kennen."
In 1815 heeft Sohubert ook nog naar
betrekking van leeraar aan een muziekschool
te Laibach gesolliciteerd, waartoe hg een aan
beveling van Salirie ontving. Sohubert kreeg
ook deze betrekking niet, en later bleek het
dat de, om zgn haat tegen Mozart beruohte
Salirie ook nog aan een ander mededinger een
aanbeveling had verstrekt, en dat deze den
post verwierf.
Een lichtstraal in Sohubert's leven was
komst van een vermogend jong man, Franz von
Schober genaamd, die te Weenen aan de Uni
versiteit zgne Btudiën kwam voortzetten. Hg
was een warm vereerder van Schubert's liede
ren, waarmede hg reeds op versohillende plaat
sen had kennis gemaakt. En dat hg,
meester dier liederen, ook een warm hart toe
droeg, bewjjst wel Von Sohober's uitnoodiging
om bg hem te komen inwonen. Sohubert
voldeed hieraan gaarne, doch door de komst
van Sohober's broeder duurde dit te samen
wonen Bleohts een half jaar. De vriendsohap
tussohen hen bleef echter onveranderd.
Voor Mozart en Beethoven koesterde
Sohubert een groote vereering. Als een
wjja daarvan en geringschatting van zich
De kwestie Diedins»
De heer Bredius heeft zioh, naar aanleiding
in eene onjniBte mededeeling in een der
Amsterdamsohe bladen, gedrongen gevoeld
eens te meedeelen waarom hg het Mauritshuis
verlaat. Hg doet dit in de N. B. Cfrt., waarin
hg schrgft»lk begin met op den voorgrond
te plaatsen, dat de hoofdreden van mgn heen
gaan niet is eenpersonenkweBtie.
Ik ga niet heen omdat de heer Waller be
noemd is in plaats van den heer Fritz Mar-.
mgn kandidaat, (niet een gunsteling'
ant ik had dien heer vóór er
westie w&b van een va ca t ure in
et MauritBhuis nooit ontmoet),
maar ik ga heen omdat de heer Waller, m. i.
volstrekt niet geBohikter voor het onderdixee-
teursohap dan de te voren op versoek van den
minister door mg voorgestelde oandidaat, be
noemd werd, geheel zonder dat ik over die
benoeming geraadpleegd was, gc eel zon
der mgne voorkennis. 1m is eeneb.-
handeling, die ik mg niet behoef te laten weg
gevallen. En dat ik te voren wist, dat de
heer Waller niet kundiger was dan mgn kan
didaat, blgkt voldoende uit een sohrgven van
den kunstkenner Franken te Vesinet, 's hoe
ren Waller's proteotor, die hem dringend bg
den minister aanbeval voor een plaatsje aan
rgks Prentenkabinet. De heer Franken segt
mg daarin onbewimpeld, dat de heer
Waller geen kennis van oade
ohildergen bezit en zgnz in-
im ongesohikt is voor onder-
irecteur van het Mauritshuis.
Daarbg komt het volgende. In een gesprek
met den minister over een te benoemen
onder-direotenr, zeide ik tot Z.Exo.»Hebt u
Boms iemand bg zonder op het oogt" Waarop
minister antwoordde»Neen stelt u u.
iemand voor, dien u geschikt acht, en d*
zal die natuurlgk wel benoemd worden."
Is het een wonder, dat ik na deze woorden
ten minste mooht verwaohten door eenig be
richt op de hoogte geBteld te worden van den
indruk, dien een bezoek van den heer Marons
op den minister maakte, althans alB die in
druk zoo ongunstig was, dat de minister be
zwaar maakte mgn' kandidaat voor te dragen
Dat dit niet het geval was, bemerkte ik aan
den heer Marous, die, na een belaohelgk
streng examen bg den heer De Stuers onder
gaan te hebben, zeer ingenomen was met de
welwillende ontvangst bg den minister, die,
'ndaohtig mg geschreven te hebben, dat
oor de betrekking geen gevormd
unstkenner vereisoht werd, dit
examen niet begreep en de vragen deed:
>U wenscht later geen hoofddireotear te
worden?"
Antwoord»Neea".
»U wensoht den direoteur voornamelgk bg
de administratieve bezigheden een helper te
zgn?" Antwoord; »Natuurlgk."
>En u hebt er lust in u met gver op de
studie der kunstgeschiedenis toe te leggen f"
Antwoord»Dit zal mgn grootite ambitie zgn,
want de kunst is mgn lust en liefde."
Na een in dezen geest gehouden gesprek
verliet de heer Marous den minister, onder den
indruk dat deze hem zou voordragen, ondanks
het ongunstige verloop van zgn examen bg
den heer De Stuers, een examen dat, voor zoo
ver ik weet, niet in dien vorm aan den heer
Waller werd opgelegd, want deze is benoemd
geheel buiten den heer De Stuers om.
Ik verneem niets. In dien tgd blgkt het
dat de heer Waller niet kan geplaatst worden
aan 'srgks prentenkabinet, omdat de direoteur
hem daartoe alsnog ongesohikt acht.
Nu verandert de minister van gedaohten.
En om een dergelgk refuuz van mg te voor
komen, wordt nu eenvoudig de heer Waller,
(volgens zgn vriend Franken, ie
mand die het goed beoordeelen
kan, ongesohikt voor onderdirec
teur van het Mauritzhuis) zonder
sollioitatie, op een particuliere uitnoodiging
van den heer Van Houten, tot 'sheeren Wal
ler's eigen verbazing in éóas benoemd.
Voorloopig acht ik deze mededeelingen vol
doende. Kan iemand het mg thans nog euvel
zelve geldt wel zgne verzuohting >Wie kan
er na een Beethoven nog iets scheppen 1"
Verwondering mag het opwekken dat tus-
sohen Sohubert en Beethoven, die ongeveer 20
jaren lang in dezelfde stad wooide, geen
vriendschapsband gesloten werd. De uiteea-
loopende karakters en overdreven bescheiden
heid van Sohubert zgn daarvan zeker de hoofd
oorzaak.
Eenmaal waagde Sohubert een poging dien
aangaande. In 1822 droeg hg namenlgk zgn
tiende werk, variatiën over een Fransoh lied,
aan Beethoven op.
Beethoven ontdekte in het werk een kleine
harmonische fout, en na dien tgd dorst Sohu
bert geen pogingen meer aanwenden om met
Beethoven in nadere oonneotie te treden.
De karakters van Mozart en Sohubert kwa
men ongetwgteld meer met elkaar overeen
dan die van laatstgenoemde en Beethove:
en had Mozart in dien tgd nog geleefd,
het zon ons niet verwonderd hebben wanneer
tussohen hen een innige vriendschapsband
ware ontstaan.
Beethoven heeft eohter later Schnbert's groot
talent erkend, en nam zelfs op zgn ziekbed
(Beethoven Btierf een jaar vóór Sohubert) nog
inzage van zgne composities.
*In dem Schubert wohnt ein güttllche
Funké" was eenmaal de uitroep van dei e-
ken Beethoven; wel Mn erkenrug dut /an