MIDDELBIRGSCHE C01RWT.
N°. 36,
140° Jaargang.
1897.
Vrijdag
12 Februari.
Het TooneeL
arr stad en provincie-
Deze coarant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2.—.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer. I Advertentiën voor het eerstvolgend
Middelburg 11 Febr. 8 u. vm. 40 gr., m. 12 u. I nummer moeten des middags vóór lx~
44 gr., av. 4 u. 42 gr. F. Verw. «wakke wind.
uur aan het bureau bezorgd zgn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1-7 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats die zjj innemen.
Advertentiën bg abonnement op voordeelige
▼oerwaarden. Prospectussen daarvan zgn gratis
aan het bnrean te bekomen.
igeates.
Te TerneuzenM. de Jonge te Rotterdam
Ni/gh van Ditmar.
Nog slechts vier dagen
ichelden ons morgen (Vrijdag) van
den IS Februari, den dan. waarop
de termijn voor de aanvrage van
het kiesrecht en daarmee de gele
genheid om nog dit jaar op de kie
zerslijst te worden geplaatst, voor
(goed wordt gesloten.
Op elk gemeentehuis zijn formu
lieren voor aanvrage om kiezer te
worden kosteloos verkrijgbaar.
Middelburg 11 Februari.
Een waar woord.
Waarlgk, het zondenregister der anti-revo-
lutionnaire* is heel wat grooter dan dat der
liberalen, «egt het Sbid.
In 1852 stemde Groen van Prinsterer met
de geheele rechterzijde tegen de belasting
plannen van den liberalen minister Yan Bosse,
die het belegd kapitaal wilde belasten en de
accjjnzen op brandstoffen en vleesch afschaffen.
In 1855 stemde Elout van Soeterwonde met
zjjn geestverwanten tegen de afschaffing van
den broodacojjns.
In 1863 stemde Groen met «Rn meeste aan
hangers tegen de afschaffing van den aoojjnB
op brandstoffen, door den liberalen minister
Betz voorgedragen.
In 1865 stemden alle antir. kamerleden tegen
het voorstel van denzelfden minister tot op
heffing der plaatselijke accjjnzen.
In 1872 stemden alle antirevolutionnairen
tegen de voorstellen van den liberalen minis
ter Bluasé tot invoering eener rjjks inkomsten
belasting, met afschaffing van het patentrecht
en van de accjjnzen op ceep en rundvleesch.
In 1881 bestreden de antirevolutionnairen
het voorstel van den liberalen minister Vis
nering tot invoering eener effsotenbelaating-
In 1884 stemden 17 anti-revolutionnairen
tegen de ink.belasting van den minister Grobbée.
In 1871 stemden alle antirev. tegen het
ontwerp van den liberalen minister Jolles, om
den werklieden vrjjheid van vereeniging te
verschaffen.
In 1886 stemden alle anti-revolutionnairen
tegen het vorstel om in de grondwet te be
palen, dat aan bjjzondere scholen subsidie uit
de rijkskas kon worden verleend. En drie jaai
later stelde hun eigen kabinet hetzelfde voor
Tegen de invoering der nieuwe personeele
belasting Btemden in Maart 1896 dr. Kuype»
met nog 8 leden zgner partg.
Zoo hebben sedert 1848 vooral de antirevo
lutionairen die altjjd zoo hoog hebben op
gegeven van hun liefde voor den >minderen
man 1" telkens medegeholpen o. a. om maat
regelen, door liberale ministers ter ontheffing
van de onvermogenden voorgedragen, te ver
adelen.
Aan die stelselmatige oppositie—waardoor,
zooals De Nederlander erkent, >ons goed
volk maar al te veel heeft geleden"— is het
dan ook in niet geringe mate te wjjten, dat
zoovele noodige en nuttige hervormingen zjjo
mislukt of veel te laat tot stand gekomen.
Bjj den aanstaanden verkiezingsstrijd mag
die gesohiedenis der laatste halve eeuw nie'
Terwjjl in ons land een scheiding tussche*
echtgenooten, wanneer een hunner in eer
krankzinnigengesticht vertoeft, niet mogelgk
is, zoodat de ander meet waohten totdat de
dood van den ongelukkige een einde maakt
aan zulk een onnatuurljjken toestand, ging in
sommige deelen van Duitschland tot kort
geleden het scheiden op dien grond zeer ge
makkelijk. De formaliteiten, die daarbjj plaats
hadden, waren uiterst eenvoudigin een oogen-
blik waren zjj afgeloopen en was de scheiding
uitgesproken.
Vóór of na de scheiding werd de persoon,
die in een gesticht vertoefde, geheel onkuc-
dig gelaten van wat er had plaats gehad.
Kunnen wjj Paul Lindau gelooven, dan ging
alles zoo spoedig en zoo eenvoudig in zjju
werk, zelfs bjj de tussohenkomst der rechtbank,
dat de belanghebbende, die wilde hertrouwen
er zelf verbaasd over Btosd.
Het is hier natuurljjk de plaats niet om
een vergelijkende beschouwing te leveren over
beide stelsels, over de voorkeur die een hun
ner verdient. Het zeer gemakkelgk scheiden
heeft, dit meenen wjj eohter wel even te mo
gen opmerken, zjjn even bedenkelgke bezwa
ren, als er groote schaduwzijden verbonden
zjjn aan bet te moeiljjk maken van een
|cheiding in gevallen, als hierboven genoemd,
worden vergeten. Zjj leert de natie, dat de
liberale partjj steeds naar hervormingen heeft
gestreefd, maar dat zjj daarin telkens door de
antirevolutionnairen is gedwarsboomd.
Open brief aan mr. Wan den Blezen,
lid van de Eente Hamer der
Itaten-Generaal.
Breda, 10 Februari 1897.
Edelgrootaohtbare Heer!
In uw maiden-speech in de zitting der
Eerste Kamer van 19 Januari 11. hebt gjj o. a.
gezegd, dat gjj de vrjjmetselarjj ook beschouwt
als een der grootste rampen van de maatsohappjj
en dat die verderfelijke seote den ChriBteljjken
godsdienst belaagt en naar omstandigheden
ieder gevestigd gezag.
Ik kan u al dadeljjk de verzekering geven,
dat die woorden door de vrjj metsel aren van
ons vaderland met een minachtend schouder
ophalen zjjn gelezen, omdat zjj teneenenmale
onwaarheid behelzen. Ik heb dat aanvankelijk
ook gedaanmaar ik heb toch later gemeend,
mjj er niet bjj te mogen neerleggen, omdat,
indien er niet op die onware taal werd ge
wezen, het groote publiek ze eenvoudig, op
gezag van het orakel dat sprak, als waar zou
aannemen.
Gjj hebt u geheel onthouden, de bewjjzen
aan te voeren, waarop uwe beweringen ge
grond zjjn. Het heeft mg en alle weldenken-
den daarom bevreemd, dat niemand in de
Eerste kamer tegen uwe ongemotiveerde uit
latingen over de vrgmetselarg is opgekomen
tenzg uwe medeleden van die kamer het
der moeite niet waard hebben geacht.
Zoudt gg inderdaad kunnen bewgzen, dat
in Nederland (gg epraakt immers over de toe
standen in ons land) de vrgmetselarg een?
van de grootste rampen voor de maatschappg is?
Zoudt gg inderdaad met feiten kunnen sta
ven, dat de vrgmetselarg in Nederland eene
verderfelgke secte is, die den christelgken
godsdienst belaagt en soms ieder gevestigd
gezag ondermgnt?
Gg wgst op de laatstelgk geopenbaarde
brieven van Douwes Dekkermaar die recht
vaardigen de volkomen overtuiging, dat de
befaamde schrgver nooit een waar vrgmetse-
laar was en nooit tot de orde moest zgn toe
gelaten geworden, evenmin als de ontmaskerde
Léon Taxil en meer anderen.
Ik wil wel onderstellen, dat gg te goeder trouw
de meeaing verkeert, de waarheid te heb
ben gesproken. Maar dan kent gg inderdaad
niet het doel van onze orde, evenmin de zede-
leer, die zg haren ingewgden voorschrgft. En
dit zou mg ten hoogste verbazen, omdat het
wezen en de bedoelingen van de orde reeds
van haar ontstaan af door de vrgmetselaren
zei ven onbeschroomd in woord en geschrift
zgn verkondigd, en zg, die daarmede onbe
kend zgn, dit alleen te wgten hebben aan
gemis aan lust tot lezen en onderzoeken. De
inrichting der orde is sedert lange tgden
kend aan allen, die bet weten willen; zelfs
hare wetten, voort ehriften en periodieke bladen
zgn buiten den kring van hare ingewgden
niet verborgen gebleven.
Die bekendheid is voor de orde geenszins
onvoordeelig, integendeel zelfs bevorderlgk voor
baten bloei. Het is zelfs te betreuren, dat die
bekendheid niet meer algemeen bg het publiek
is doorgedrongenwant door eene meer uit
gebreide bekendheid zouden alle lasterlgke,
die, hoe treurig ook, een der partgen vaak
doemen tot een onnatuurlgk leven, waarbg
fatsoen en de publieke opinie ook nog al
een hartig woordje hebben te zeggen en hun
invloed doen gelden.
Het is trouwenB geen gemakkelgke, maar
wel een zeer teere kwestie, waarbg, behalve
het koele verstand, het gevoel z;oh doet gel
den en al moge veel waars zgn gelegen in
woorden, die Paul Lindtn Elite in den
mond legt: >Schgndooden van geest moet
men niet begraven vóór de geest geheel ge-
bluecht is"; aan den anderen kant legt toob
de oneatuurlgkheid, waartoe een ander wordt
gedwongen, zeker wel heel wat gewicht in
de eohaal, waartegen vaak de liefde, eenmaal
gekoesterd, niet gansch en al kan opwegen.
Het in sommige deelen van Duitschland
voorheen geldende Bteltel is nu in zoover ge-
wgzigd, dat echtscheiding kan gevraagd worden
wanneer een der echtgenooten sedert drie
jaren tgdens haar huwelgk krankzinnig is en
die ziekte zulk een graad heeft bereikt, dat
de geestelgke gemeenschap tusschen de echt
genooten onmogeljjk is en elk uitzicht op
herstel van die gemeenschap is uitgesloten.
Die wjjziging dateert van verleden jaar.
Of Paul Lindau nu zjjn stem heeft willen
verheffen tegen die nieuwe regeling, de mis
bruiken heeft willen geeselen, voort
spruitende nit een vroegere regeling, of wel
een pleidooi heeft willen leveren tegen eoht-
leugenaohtige, onzinnige verhalen en verdicht
selen van de tegenstanders der orde voor iederen
weidenkenden en onbevooroordeelden mensch
belaoheljjk zgn en stilzwijgend gelogenstraft
worden.
U is toch zeker het groote fiasoo bekend, dat
het antima 9 mnieke congres te Traite in het
vorige jaar heeft gemaakt Men wilde toob
ook daar de onzinnigste «aken over de vrg
metselarg bewgzen, en dit heeft de orde meer
goed dan kwaad gedaan.
Wilt gjj weten omdat gjj er willens of
wetens onkundig van zjjt wilt g|j weten
wat het doel der orde van vrgmetselaren ia,
en wat een goed vrijmetselaar moet zgn 1
Welnu, het zjj in het kort gezegdhet doel
der orde is, om zooveel mogeljjk eene veelzij
dige en harmonisohe ontwikkeling van den
mensch te bevorderen en de verbroedering
onder de menschen te vermeerderenan wie
een goed vrijmetselaar genoemd wil worden,
die moet zgn goed zoon, goed eohtgenoot,
goed vader, trouw vriend, ordelijk staatsbur
ger, leidende een waardig, zedeljjk leven,
steeds werkzaam aan zelfkennis en eigen ver
betering als het eerste middel om iets te kan
nen doen tot de verbetering van ijjne even-
menechen, die hg moet liefhebben als zich
«elven.
Gjj ziet dus, dat die deugden gewone deug
den zgn, die ook in de wereld buiten de loges
bjj ieder reohtgeaard mensch worden aange
troffen.
Werp mjj nu niet tegen, dat de leden de
orde niet alle die deugden betraohten. Gjj
weet immers zoo goed als ik, dat onder het
beste graan kaf gevonden wordt.
j moogt wel zeggen, dat de vrjj metselaar
gewetensvrijheid verlaagtniet gelooft op gezag
aan zaken, die tegen het eenvondige, gezonde
verstand indruischen elk dogmatisch geloof
als mensoheawsrk beschouwt, maar niettemin
iederen godsdienst eerbiedigt. Dat alles is
waar, omdat de vrijmetselaar zelfstandig denkt
en gelooft, verdraagzaam ia en den waren
godsdienst zoekt in zgn hart, waar toch de
liefde voor den evennaaste de grondslag
van iederen godsdienst zetelt.
Zoudt gjj nu denken, dat een genootschap,
waarin zulke hoedanigheden van hart en
karakter worden aangekweekt en betracht, een
ramp voor ons vaderland kan zgn en eene
verderfelgke secte, die den godsdienst belaagt
en ieder gevestigd gezag ondermgnt
Hoe is het dan, vraag ik u, mogeljjk ge
weest, dat aan het hoofd der Nederlandsche
vrgmetselaren hebben kunnen staan de prinsen
Frederik en Alexander der Nederlanden en
de meest achtenswaardige en begaafde vader
landers 1 Hoe is het dan mogeljjk geweeBt,
dat tot de hoogste dignitarissen en leden der
Orde hebben behoord keizer Wilhelm I, Frede
rik de Groote, keizer Frederik III, de groote
Washington, Benjamin Franklin, Göthe, Les
sing, Findel en zooveel ander«*groote mannen,
veel om hier op te sommen? (Hebt gjj
Lessing's Nathan der Weise wel eeis met
vracht gelezen en de reoente werken van
Ernest Gillon?)
Al wat ik u bjj dezen schrjjf, kan ik u laten
lezen in de geschriften van de meest bekwame
en betrouwbare vrgmetselaren.
Zoudt gjj, ten slotte, kunnen denken dat ik,
die hier ter Btede toch zeker vrjj bekend ben,
in staat zou kunnen zgn, aan het hoofd te
scheiding op dezen grond, wjj weten het niet.
Maar ia elk geval heeft hjj iels dergeljjks
beoogd met zgn tooneelspel Die Erite,Woens
dagavond in onzen schouwburg door de Neder-
landtche Tooneefoereen&in^directie-Chrispijn
gegeven.
Wjj gelooven dat door deze mededee-
ling voor menig toeschouwer een geheel an
der licht zal opgaan over De eerste vrouw,
dat velen vreemd zal zjjn voorgekomen. He:
is een tendenz-stuk, dat voor de Berljjners
zeker zeer belangrjjk geweest «al zgn, maar
bg ons, Nederlanders, met dezelfde belang
stelling kan wekken.
En toch, succes had het stuk, dat verleden
jaar voor het eerst is gegeven, ook hier!
Dit dankt het, naar onze meening, vooral
aan de keurige tooneeltjes in de twee laatste
bedrjjven en het heerljjk spel van de hoofd
personen of liever van alle medewerkenden.
Paul Lindau brengt ons dan in een gezin
van een hooggeplaatst ambtenaar, wiens vrouw
tot de ongelukkigen behoort, wier geest is
beneveld en die sedert jaren in een gestioht
vertoeft. H» leeft nu met een zuster van
haar, die een zorgzame tante voor «jjn kind
is, een zonnestraal in huis. Zjjne schoonmoe
der, die eerst eveneens bjj hem inwoonde,
heeft op zjja verlangen het huis verlaten, om
dat zjj, zooals vele schoonmama's, zichzelve
beschouwde als de eenige, die reohten had. op
baar kleindochter, en daarvan du ook misbruik
staan van eene der werkplaatsen van die ver
derfelgke secte van vrjjmetselaien
Ik zal het hierbjj laten.
Hoogachtend heb ik de eer te «jjn,
De gepens. generaal-majoor
J. H. H. DOMMERS,
Voorzitter der Loge Het Vrij Geweten,
te Breda.
(Overgenomen uit de N. B. Ct).
Overmntlge arbeid la bakhery<n.
Door den heer Pyttersen is, zooals in ons
vorig nommer in 't kort is gemeld, bjj de
eede kamer een voorstel van wet inge
diend, houdende bepalingen tot het tegengaan
van overmatigen arbeid in brood-, beschuit-,
koek- en banketbakkergen en broodfabrieken.
Hjj stelt voor in die inrichtingen te verbie
den dat personen beneden 14 jaar arbeid ver
richten.
Voorts te verbieden, dat de arbeid op werk
dagen vroeger aanvaage dan 6 uur voormid
dags, behalve des Maandags, als waaneer de
aanvang om 3 uur 's ochtends veroorloofd sou
ga. Wegens reparaties kan de burgemeester
een vroeger aanvangsuur bepalen. De nacht
arbeid wordt alzoo afgeschaft.
Zondagsarbeid wordt verboden en wel tue-
sohen Zaterdags middernacht en Maandag
oohtend 3 uur.
De maximum-arbeidstjjd wordt voorgesteld
voor personen beneden 18 jaar op 10 uur, op
Maandag 14 uur, en voor personen boven 18
op 12 uur, des Maaidags 18 uur. Daaronder
is begrepen het loopwerk buiten werkplaats
of fabriek. Onder dezen arbeidstjjd tjja begre
pen de rust- en sohaftjjden, gezamenljjk niet
minder dan 2 uur per werkdag. Yoor hen
die den rustdag niet op Zondag vieren, gelden
de bepalingen voor den voorafgaanden dag
zoodat steeds eenmaal 's weeks de arbeid moet
worden gestaakt gedurende 27 uur.
In bepaalde gevallen, hoogstens tweemaal
jaars en voor ten hoogste 2 maal de eerste
5 werkdagen, kan de burgemeester den wetk-
'id met 2 uur verlengen.
De heer Pyttersen beveelt «jjn voorstel aan
als noodig wegens den toestand van het bak-
kersbedrjjf, en bjj acht de kamer volkomen
bevoegd dit gewiohtig onderwerp van sociale
wetgeving alsnog te behandelen. De afdoe
ning door deze kamer «al een bevredigenden
invloed uitoefenen.
Wetteljjke regeling is ook noodig in bet
belang van bet publiek, daar zuivere bereiding
van brood alleen mogeljjk is als de bakker get
zindeljjk gehouden worden en de gezellen tjjd
vinden om aan de reiniging van bun lichaam
voldoende zorg te besteden.
zoodat voortaan de materie van het water
staatsbestuur bjj minstens 8 verschillende wet
ten zal zjjn geregeld. Eóa algemeene wet
kwam het weascheljjkst voor; maar moohten
daartegen overwegende bezwaren bestaan, dan
zouden in dit ontwerp moeten worden opge
nomen de bepalingen der wet van 9 Oct. 1841,
voor zooveel noodig herzien, en de aangekon
digde regeling ter verzekering der uitvoering
van waterstaatswerken van algemeen nut bjj
botsing met provinciaal-, gemeente- en water-
sohapsverordeningen.
Verscheidene andere leden meenden, dat van
twee onderwerpen de tusschenkomst der wet
gevers wel dringender noodig is, nl. het be
heer en het onderhoud^ der wegen, en wjjzi
ging en aanvulling van de macht der hooge
en andere heemraadiohappen, djjk- en polder
besturen.
Voorts betwjjfelden zjj, of het nu voorge
stelde ontwerp vruchtdragend «al wezen
veeleer zagen zg er eene bron van onzeker
heid en nieuwe moeiljjbheden in. Een duide-
Ijjke aanwgsing van de aansluiting aan het
bestaande ontbreekt en het ontwerp bevat
slechtB eene verzameling van bepalingen, on
derling weinig verband houdende en geen
afgerond geheel vormende. Aanneming van
dit ontwerp kan geen vooruitgang «jjn en
deze leden meenden dat het beste was het
ontwerp voorloopig te laten rusten.
Ook ontmoetten bjj Bommige leden ernstig
bezwaar de nieuwe bepalingen in art 21, 27
36, die de autonomie der waterschappen,
veenscbappen en veenpolders in niet geringe
mate beperken of opheffen.
Eenige leden betwjjfelden óf het wel wen-
aoheljjk is, in dit ontwerp de gemeenten te
betrekken.
Voorts werd er nog op gewezen, dat meer
dere artikelen aanleiding kunnen geven tot
moeilijkheden tusschen de autoriteiten onder
ling of tusschen hea en partioulieren.
Men vroeg of de Gedep. staten der verschil
lende gewesten over het ontwerp zgn gehoord,
en «oo niet, of het niet wemscheljjk ware dit
alsnog te doen.
Eindeljjk weasohte men voor de duidelijk
heid indeeling in paragrafen met opschriften
aan het hoofd.
Waierttaatibeiiuur.
Het voorloopig verslag is versohenen over
het ontwerp, houdende algemeene regels om
trent het waterstaatsbestuur.
De indiening vond vrjj algemeen instemming,
eenige leden verklaarden zich hun oordeel te
moeten voorbehouden, ook omdat zg eerst
kennis willen nemen van het advies der staats
commissie van 1892.
De leden, die aan het debat deelnamen,
keurden het algemeen goed, dat de regeering
gestreefd heeft naar aansluiting aan het be
staande. Toch rezen verschillende gewichtige
bedenkingen, ten eerste dat dit ontwerp
wederom slechts eene partiëele regeling bevat.
maakte om de kleine «ooveel mogeljjk te be
derven.
Vreedzaam en kalm leeft Malneckzich
wjjdende aan zgn arbeid, zich verheugende in
de zorg en toewjjding, aan zgn kind en «go
gezin besteed door zjjne schoonzuster Franziska.
Daar komt op eens die almachtige, onbe
kende, kwaadsprekende men zich met zgn
gezin bemoeien.
In de eerste plaats zgn het natuurljjk de
babbelende en uit alles ven jjn zuigende men
schen die het hoogste woord voerendan
volgen de aanvoerders van een paar politieke
part gen, die Maineck willen treffen, en daarbg
voegt zioh grootmama, die, nog altgd boos
dat zg haar invloed verloor, zich tot ech
maakt van al dat kwaadspreken.
Als regeeringsambtenaar zou Malneck een
wetsontwerp moeten verdedigen, waarvan de
hoofdstrekking is het bevorderen van de «ede-
lgkheid.
En zou bg dat moeten doen, bg die met een
lieve, jeugdige soboontuster alleen woont!
Een uitstekend middel om hem en met hem
het ontwerp te bestrgdea. De praatjes der
menigte kannen beerlgk dienst doen als
machine de guerre tegen hem.
Van regeeringezgde wordt bg hem aange
drongen, om af te zien van de verdediging
van het ontwerp I
En zie, door al die praatjes, al dat geïutri-
geer wordt Malneck soozeer op een dwaalspoor
De officier van justitie te Middel
burg verzoekt de aanhouding en overbren
ging in het huis van bewaring alhier van
Pieter Okkee, 22 jaar, koopman in loten,
geboren en wonende te Goes, rondreizende
in Zmd-Beveland. Hg wordt verdacht van
onzedelgkheid.
Is er onder de a. s. kiezers te V1 i s-
s i n g e n na de lesingen van mr Smeenge en
dr Schaepman wat meer belangstelling geko
men om zieh als kiezer aan te geven, het
aantal, dat zioh heeft aangegeven,is nog gering.
Van de 1400 personen, die zich als kiezer
kunnen aangeven, meldden zich tot en met
Woensdag Bleohts 84 aan.
Men sohrgft ons uitArnemuideni
Woensdag middag vereenigde ziob, op nit'
noodiging van den bnrgemeester én de*
secretaris onzer gemeente, op bet gemeente'
huis het grootste deel van de mannelgke lede*
der visschersbevolkiig.
gebracht, dat hg beBlnit toe te geven Zgne
zuster Franziska moet zgn kuis verlaten j hoe
smarteljjk hem dat ook zal vallen ter wille
van zgn kind, dat haar trouwe zorg zal moete*
verliezen.
Maar zie, daar openbaart zich voor hem e*
Franziska iets, waarop beide vroeger nog niet
bedacht zgn geweest. Terwgl zg voorheen
kalm hun weg gingen, elk zgn plicht doende;
ziob eenvoudig verheugende in elkaar's bgzgn,
heeft de praatzieke men bewerkt dat bg hen
thans een nieuw gezichtspunt zioh opent. Ja,
Franz'ska is mooi, is lief, is goed, is eene
trouwe moeder voor de kleine Marie... Zg
en Maineck zien elkaar in de oogen; en zg
besluiten dat zg bg elkaar zullen blgven.
De dootoren hebben het gezegdde eerste
vroow van Maineck is ongeneeslgkhg zal
scheiding vragen. Franziska zal zgn tweede
vrouw worden.
Vier jaren zgn voorbg gegaanhet tweede
huwelgk is voor Maineck een gelukkige vet'
bindtenis. Af arte, zgn dochter, is opgegroeid
tot een lieftallig meisje en krggt een huwe*
lgksaantoek van een flinken jongen, die in
Amerika carrière heeft gemaakt en zelfs zgn
aanzoek in telegramstgl doet.
Doch daar komt als een donderslag bg on'
bewolkten hemel de tgding dat de eerste
vrouw, buiten alle verwaohtiag der doktoren,
geheel hersteld is en weer terug ke^re*.