MIDDELBIRGSCHE COURANT.
N°. 20.
140° Jaargang.
1897.
Maandag
■I
25 Januari.
Art. 1 fler mm kieswet.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k 8met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p., 2
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent
Tb er mom eter.
Middelburg 23 Jan. 8 u. vm. 27 gr., m. 12 u.
29 gr., av. 4 n. 29 gr. F. Verw. aan <v. N. O. wind
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één
uur aan het bureau bezorgd zyn.
Advertentiën20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bg abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zyn gratiB
nan het bnreau te bekomen.
Agenten.
Te ZierikzeeA. C. de Mooij, te TholenW.
A. vab Nibuwknhuuzen.
Bij dew oonrant behoort een Bijvoegsel
Middelburg 23 Januari
Onderwijzers-traktementen en
schoolgelden te Middelburg.
Met belangstelling zullen zeker veler
kennis genomen hebben van het voorstel van
burgemeester en wethouders van onze stad
tot verhooging der onderwijzers-traktementen;
met belangstelling en zeker ook met waar
deering, omdat daardoor aan een gegronde
grief wordt te gemoet gekomen.
Wie met aandacht heeft gelezen het adres
der afdeeling „Middelburg" van den Bond
wan Nederlandsche onderwijzers dt. 20 Juli,
indertijd uitvoerig in ons blad opgenomen,
zal moeten instemmen met de verklaring
van het dagelijksch bestuur en de plaatselijke
commissie van toezicht op de scholen voor
lager onderwijs, dat de door adressanten ge
vraagde verhoogingen van jaarwedden der
gewone onderwijzers (onderwijzeressen), aan
de scholen A, B, C, D, E, H en I verbonden,
alleszins gerechtvaardigd is.
Op dit punt en ook omtrent de thans voor
gestelde regeling heerscht tnsschen beide
colleges volkomen eenstemmigheid.
Bij die regeling wordt door burg. en weth,
aangegeven een verhooging van sommige
traktementen.
De vaste jaarwedden der onderwijzers en
onderwijzeressen zullen worden
Voor hen, die geen hoofdakte hebben, en
nog niet 20 jaar oud zijn, f 500; boven 20
jaren, doch beneden 23-jarigen leeftijd 550,
boven 23, ben. 26 600; boven 26, ben.
29 650; boven 29, ben. 32 700; en
boven 32, ben. 35 750; boven 35-jarigeD
leeftijd 800.
Voor de 20 onderwijzers (onderwijzeressen)
die van school G niet medegerekend
die, in het bezit van de hoofdakte, hiermede
het langst onafgebroken aan het lager onder
wijs der gemeente zijn verbondenboven
23 jaar, doch beneden 26-jarigen leeftijd
650; boven 26, ben. 29 700; boven
29, ben. 32 800; boven 32, ben. 35 f 900
en boven 35 jarigen leeftyd f 1000.
De verhooging der jaarwedden zouden
ingaan den 1 Januari of den 1 Juli, nadal
de gestelde voorwaarde is vervuld.
Verder stellen burg. en weth. voor de
onderwijzeres met den rang van hoofdonder
wijzeres en bevoegdheid tot het geven van
onderwijs in de Fransche taal aan school D:
eene jaarwedde volgens art. 6 te geven, doch
niet minder dan 850.
Wij begroeten dit voorstel met temeer in
genomenheid, omdat wij daarin zien een stap
in goede richting, die, wanneer de raad zich
daarmee vereenigt, wat wij van harte
hopen, gevolgd zal worden door een
tweededie der verhoogiDg «van de trakte
menten der hoofden van scholen, welke
tegenwoordig naar ons gevoelen niet in ver
houding staan tot de inspanning, die het
den titularissen kost om het zoover te bren
gen. Vergelijken wij bv. deze salarissen
in Middelburg met die in Vlissingen, dan
meenen wij dat de vergelijking in het na
deel van de hoofdstad der provincie uitvalt.
In Vlissingen toch hebben de hoofden dei
lagere scholen, evenals hier behalve vrije
woning, 1400 en 1800terwijl zij hiei
slechts 1200, f 1400 en f 1500 genieten.
Wij willen daarom hopen, dat ook Ben
in aal, en niet al te laat, op dit punt eene
nadere regeling worde voorgedragen.
Bepalen wij ons thans echter .tot het aan
hangige voorstel.
Zijn dus burgemeester en wethouders ei
de commissie van toezicht het eensten op
zichte van de verhooging der tractementen
niet eenstemmig zijn zij van gevoelen over
de middelen om de uitgaven te dekken, die
het gevolg zullen zyn van die vermeerdering
van salaris.
Burgemeester en wethouders willen dje
vinden door een verhoóging van het school-
Het ongunstig advies der flnancieèle
commissie over dit voorstel vinden onze le-
iV* in het hijvoegsel. Bed.
eeld de commissie van toezicht zon eene
evenredige schoolgeldheffing, te regelen
naar de inkomsten-belastiDg, verkieselijker
achfen.
Hetzelfde idee is door ons al dikwijls
aangegevenen wij meenen dat daarvoor
meer valt te zeggen, nu in Goes zulk
e heffing, waarvan wij vroeger nadere
by zonderheden meedeelden, zeer goed werkt
i geen aanleiding geeft tot klachten.
Burgemeester en wethouders gevoelen voor
dat idee niet veel sympathie. Daar het bij
die schoolgeldheffiDg gedeeltelijk geldt eene
vergoeding voor bewezen diensteD, komt
huns inziens znlk een beginsel van propor
tionaliteit niet te pas, behoudens enkele uit
zonderingen voor kinderen van on- en min
vermogende ouders, zoo die kinderen door
aanleg in hooge mate uitmunten, gelijk
thans reeds in art. 4 der vigeerende ver
ordening III is bepaald.
Mocht evenwel de gemeenteraad een an
der gevoelen in deze zijn toegedaan, dan
geven burg. en weth. in overweging toch
dat beginsel niet in verband te brengen met
de inkomstenbelasting, aan welker toepas
sing wegens gemis aan de hiervoor zoo noo-
dige gegevens reeds genoeg gebreken kleven,
om die nog tot andere heffingen uit te strek
ken. Veeleer zouden zij het dan geraden
achten de heffing van schoolgeld te harer
tijd in verband te brengen ongeveer met het
beginsel van degressie, neergelegd in het
eerste lid van art, 6 der wet van 16 April
1896 (Stbl. no. 72) tot regeling der perso-
neele belasting en alzoo als maatstaf van
heffing te doen dienen de huurwaarde van
de woningen der ouders of voogden in ver
band met het aantal eigene of aangehuwde
schoolgaande kind»*»»,
pupillen, die met de ouders of voogden éen
perceel bewonen.
Naar onze meening valt ook voor zulk
een maatstaf voor eene proportioneele heffing
veel te zeggen, al is on zes inziens de hoofde-
lyke omslag een betere. Dat daaraan gebreken
kleven valt te betreurenmaar een zuiverder
afspiegeling van de draagkracht der inge
zetenen is zij toch dan de huurwaarde van
woningen, omdat die van zooveel omstan
digheden afhankelijk is en menigeen, om
maar iets te noemen, door bijzondere redenen
wel eens gedrongen wordt een grooter huis
bewonen dan hem past of zich met een
kleiner te behelpen dan hem eigenlijk aan
genaam is.
Voor ons biyft echter de groote vraag of
het niet de taak der gansche gemeenschap
is om de lasten voor bet onderwijs zooveel
mogelijk te dragen en of het daarom niet
gewenscht zou zijn om de meerdere uitgaven
van voorloopig 4700, voortvloeiende uit de
nu voorgestelde traktementsvermeerdering, te
vinden door verhooging van den hoofde-
iijken omslag in zijn geheel.
Het beginsel, door burg. en weth. gehul
digd, dat schoolgeld als vergoeding voor
in diensten mag beschouwd worden,
vatte men toch niet te eng op. Er heerscht
in de laatste jaren toch al een zonderlinge
en onpractische manie om ons onderwys te
bekijken van het eng standpunt der dub
beltjes, met voorbijzien van het gezonde idee
dat al wat aan de ontwikkeling der jeugd
ten koste wordt gelegd, aan de gemeenschap
ruimschoots rente opbrengt. Waren
groote rijken algemeen daarvan meer door
drongen, zy zouden vry wat meer besteden
aan dat onderwijs dan aan oorlogsmaterieel.
Nu dient men, wat gemeenten betreft,
wel eenigszins rekening te houden met de
algemeene draagkracht der ingezetenen, maar
burg. en weth. van Middelburg gaan, mee
nen wy, in deze met hun voorstel tot ver
hooging van schoolgeld te ver. Zij noemen
zulk eene verhooging voor de 'scholen A
C, thans 3 bedragende, met 60 cents
billijkedoch zij vergeten dat dit toch in
elk geval eene vermeerdering met 20 per
cent is, ergo niet zulk eene kleinigheid
voor ouders, die toch waariyk ook niet zoo
veel te missen hebben.
Ook hunne redeneering ten opzichte der
verhooging van het schoolgeld voor de scho
len D en E gaat niet op. Zij verdedigen
die door de bemerking dat de kindereD, die
daar gaan, van dezelfde klasse zyn als die,
wélke school G bezoeken. Dit is op dit
oogenblik wel waar, maar dat ia ook tfeer
niet het jniste standpnnt voor hen die liefde
gevoelen voor het onderwys. Zy moeten
vragenmoeten wy niet meewerken om dat
onderricht juist onder het bereik te bren
gen van meer, van andere kinderen?
Al zoo dikwerf is er oyer geklaagd dat
die scholen veel beter bezocht konden worden
en al is een schrede in de goede richting
gezet door een uitzonderingsbepaling voor
kinderen van goeden aanleg, men zij voor
zichtig met een vermeerdering, die weer een
stap achterwaarts zou ziju. Men denke niet
te licht over eene verhooging met gemiddeld
25 of f 15en men verlieze niet uit
het oog, welk schrikbarend verschil er dan
bestaat tusschen scholen, waar men /3.60
betaalt, en die waar 50 schoolgeld wordt
geheven. Tusschen die beide is er een ruimte,
die veel te groot is. Zal daarin later
niet moeten voorzien worden, wil men niet
te veel ouders van de gelegenheid berooven
om hun kinderen een goede opvoeding te
geven
Dan zal er, dunkt ons, iets moeten ge
beuren waartegen burg. en weth. nu nog
opzien, niet omdat zij zeiven die niet
wenschen, maar omdat zij meenen dat de
«"aad huiverig is voor hoogere uitgaven.
Wij bedoeleneen reorganisatie van ons
lager onderwijs.
Voor eene proportioneele schoolgeldüeffing
of eene vermindering van schoolgeld in het
algemeen deinst men terug, omdat daaruit
allicht vermeerdering van leerlingen voor de
scholen D, E en G zou voortvloeien; en
vooral bij school E een geheele verandering
zou moeten plaats hebben.
Laat ons het maar rond en open zeggen
er is met ons lager onderwys zoo lang ge-
ouliiKli Oil gOplOUltf, Oil lit11/ aivlduu, J U1ÖW Uil
overdreven zuinigheid, doortastend gehandeld
dat de Nemesis eindelijk ons achterhaalt.
Eens moest er een oogenblik komen, waarin
men vastraakteterwijl, had men eerder
flink gehandeld, men nu niet voor nog grootere
uitgaven of slechte maatregelen zou staan.
Want thans wordt al wat men doet broddel
werk.
Maar waar ook wij, juist door de zoo lang
gevolgde slechte taktiek, geen kans zien om
thans zonder enorme kosten te geraken uit
het lastig labyrinth, waarin wy gekomen zijn,
meenen wij gevoeglijk ook uit nood een
tnsschenvoorstel te mogen doen, een dat
wel niet onze volle sympathie heeft, maar
dienst kan doen als het minst slechte, waar
het allerslechte ons voorkomt het voorstel
van burg. en weth. om, door verhooging
van schoolgeld, de lessen aan de scholen D
en E weer verder te brengen buiten het
bereik van hen, die wij daarvan zoo gaarne
zagen profiteeren.
Dat men op de scholen D en E het schoolgeld
late, zooals het nu is, maar voor die scholen
en voor school G ten behoeve van een zeker
aantal leerlingen by den thans bestaanden een
minderen prijs stelle, b.v. voor school D
f 15, school E f 20 en school G f 0. Wij
hebben dus het oog op eene uitbreiding dér
gunstige uitzonderingsbepaling, die nnreedi
bestaat, en wij zonden ook wenschen, dat
aan burg. en weth., in overleg met de hoofden
der respectieve scholen, werd opgedragen te
beoordeelen, of ouders in de termen vallen
van zulk eene gunstige bepaling voor hunne
kinderen gebrnik te maken.
•Op school D gaan thans 50 kinderen
in 6 klassen telde nu iedere klasse 20 leer
lingen, dan konden er minstens 60 bij, die
men tegen f 15 kon laten schoolgaanwat
een meerdere opbrengst zou geven van 900.
In school E, waar nu circa 100 leerlingen
zijn, terwijl zy ruimte biedt voor 125, zou
eene vermeerdering van 25 leerlingen k f 20
>n hoogere opbrengst van f 500 geven.
In school G zijn nu 54 leerlingendaar
zouden zeker ook wel minstens 40 plaatsen
zijn die men tegen 40 kon doen bezetten,
wat een opbrengst zou geven van 1600.
In het geheel zou dus de vermeerdering
kunnen bedragen f 3000.
Wij meenen dat bij zulk een maatregel
het aantal leerlingen stellig wel zooveel
stijgen zou als wij aannemen; en een groot
deel der kosten van de nu voorgestelde
traktementsverhooging zon gevonden zijn;
meer zelfs dan dé opbrengst der nu door
bnrg. en weth. ge wenschte schoolgeld-ver*
hooging zon wezen.
De door ons aangegeven weg heeft dit
voordat die algemeene verhooging, welke
o. i. zeer ongnnstig werken moet, niet noo-
dig zon wezendat men woekert met de
rnimte, die men thans beeft op de bestaande
scholen; en dat men, wat by proportioneele
schoolgeldheffing allicht te wachten zon zyn,
niet bevreesd behoeft te zyn voor znlk eene
vermeerdering van leerlingen dat groote
onkosten voor verbetering, en uitbreiding
van lokalen en personeel daaruit zouden
voortvloeien.
Wy herhalenons voorstel is slechts een
noodvoorstel.
Wy verkiezen eene proportioneele scbool-
geldheffing, volgens den hoofdelyken omslag,
met een matige opklimming in de lagere en
eene flinke stijging in de hoogere klassen.
In Goes bedraagt dat schoolgeld, over
tien klassen verdeeld, naar de tweede tot
en met de tiende klasse van' den hoofdely
ken omslag, van f 10 tot f 100; telkens
opklimmende met f 10terwijl voor de
hoogere burgerschool geraamd wordt een
som van f 25 tot f 70; voor leerlingen van
buiten f 60 'sjaars.
Misschien dat die beffing tot grondslag
dienen kan voor een regeling in onze ge
meente.
In elk geval hopen wy dat de raad zyne
goedkeuring zal hechten aan de voorgestelde
traktementsverhooging, maar een anderen
weg zal vinden om de daaruit voortvloeiende
hoogere kosten te bestrijden.
Van geachte zijde maakt men ons opmerk-
meegedeeld in ons nommer van Donder
dag 1.1., niet jnist is. Raadpleging van de
over art. 7 gewisselde stukken heeft ons tot
de overtuiging gebracht dat het artikel 7
inderdaad anders moet worden uitgelegd dan
wy aanvanke'ijk meenden.
Op de vraag van onzen lezer „of een
burgemeester op de lijst van kiezers voor
gemeenteraad ambtshalve ingezetenen moet
brengenwanneer zij een zekere som aan ge
meentelasten betalen en daarnevens in een der
gevallen van de art. 15 van de nieuwe kies
wet verkeeren", moet het antwoord luiden
dat voor de bevoegdheid tot het kiezen van
leden van den gemeenteraad wel degelijk
dezelfde regelen gelden als die, welke inde
artt. 15 voor de bevoegdheid tot het kiezen
van leden van de Tweede kamer der Staten
Generaal zijn gesteld, met dien verstande
echter, dat men bovendien ingezeten der
gemeente moet zyn, en dat zy, die niet vallen
onder art. la, niet kunnen volstaan met te
voldoen aan een der vereischten van art.l6,maar
bovendien over het volle laatst verloopen dienst
jaar in de gemeente moeten zyn aangeslagen
in een plaatselijke directe belasting tot ten
minste het bedrag, voor de gemeente of het
gedeelte der gemeente, waar zij wonen, ver
meld in de tweede kolom der snb art. 16 lo,
bedoelde tabel, en hnn aanslag in die be
lasting op den lsten Maart ten volle moe
ten hebben voldaan.
Dat zij, die niet voldoen aan art. la, nn
ook niet ambtshalve op de lijst geplaatst
kannen worden, is een natuurlijk gevolg
van het bovenstaande.
Twyfelachtig alleen komt ons nog altyd
voor of by, die niet voldoet aan art. la
doch zich aangeeft krachtens art. 16, bij
die aangifte ook moet vermelden, dat hij is
aangeslagen in de plaatselyke directe be-
asting.
De artt. 11 tot 19 der kieswet handelen
over de lyst, dus ook over het kiesrecht
voor de gemeente, en bepalen wat moet
worden gevraagd of overgelegd krachtent
art. 2 of krachtens art. 16. Van over
legging van stokken voor plaatselyke directe
belasting (art. la) is nergens sprakena
tnnriyk evenmin in de modellen als in de
wet. De kiezer voor den gemeenteraad zal
dus veilig doen het model op eigen houtj
aan te vallen, wil hij ook voor den gemeen
teraad in aanmerking komen.
DIT STAD EN PROVINCIE
Naar wy vernemen, E$n' heden eenige in
gezetenen alhier door de politie bekeurd
wegen» het bjj gladheid niet strooien vanwoh
of zand voor bunne woning. Wjj achten het in
verband daarmede niet ondienstig de bewo
ner» dezer gemeente te herinneren aan enkele
artt. der politie-verordening.
Art. 46 verbiedt by vriezend weder aan 'de
straatzijde eene stoep of een buis te schuren
of glazen te wasichen.
Art. 47 gebiedt bjj gladheid onmiddellijk
asoh of zaad te strooien en zoo noodig dit te
herhalen des namiddags tussohèn 4 en 5 uur
en 's morgens 'órr half neger.
Art. 48 verbiedt sneeuw of jj9 van het klin
kerpad of de straat te verwjjderen, zoader be
vel van den burgemeester.
Art. 52 bepaalt dat, als de straat met sneeuw
bedekt is, de trekdier en van sohelklinketde bel
len voorzien moeten zyn.
Wy huiveren er bjj na voor, om de aan
dacht onzer Middelburgsohe lezers te vestigen
op tooneelvoorstellingen, muziekuitvoeringen,
bijeenkomsten met een staatkundige, weten-
chappelyke of sociale bedoeling, waat we
erkennen en ondervinden het zeiven de
markt wordt van een en ander overvoerd.
Zelfs de meest hardnekkige vergaderaars en
bezoekers van openbare vermakelijkheden gaan
het byltje er zoo langzamerhand bjj neerleggen.
Het wordt onder de hand een kwestie van
een loterjj, om voor een of andere byeenkomst
een gesohikten vrjjen avond te vinden.
En toch willen wjj den vereenigden too-
neelisten te Amsterdam, onder leiding van
den heer Jo». van Lier, niet teleurstellen door na
te laten wat zy ons vroegen, nl. om onze lezers
opmerkzaam te maken op de voorstelling, die
zy Woensdag 27 dezer in den sohouwburg
alhier geven zullen.
Dan wordt opgevoerd het goed bekende, op
Zeeuwsohen bodem spelend, oorspronkelijk
tooneelspel van Rosier Faassen Anne Mie,
waarin mevr. Ellenberger de hoofdrol vervul
len zal.
- Door de afdeeling Middelburg van den Al-
gemver»cr» j ypoyru/ eiiuurlu,
ia aan Ged. Staten van Zeeland een adres ge
zonden, waarin zy te kennen geeft:
•dat bjj de laatstgehouden aanbesteding
voor levering van benoodigd drukwerk enz.
voor een prjjs is ingeschreven, die naar haar
bescheiden meezing allertreurigst laag is te
noemen
dat het haar als vakvereeniging is gebleken,
dat die lage insohryving alleen het gevolg is
van de exploitatie van zeer jeugdige arbeids
krachten, voor weinig loon werkende
dat het gevolg daarvan is, dat patroons, die
een billyk loon toekennen, de dupe worden
van zulke ongezonde toestanden
dat zy het daarom haren plicht acht
daarop te wyzen, teneinde zoo mogelyk te
voorkomen, dat aan zulke ïnschry vers de leve
ring gegund worde;
dat zy dan ook vertrouwt, dat Uw College
wel zal willen medewerken tot verbetering
van de dikwerf treurige toestanden, die het
gevolg zyn van het verderfelyke systeem, dat
thans by inBchryvingen gevolgd wordt".
Redenen, waarom adressanten het College
beleefd verzoekt by volgende aanbestedingen
daaraan zynè aandacht te brillen schenken.
Het adres was, namens de afdeeling voor
noemd, geteekend door A. Fraanje, voorzitter,
en C. van der Weel, secretaris.
- De heer P. Polvliet, directeur van het
postkantoor te Middelburg, ontving de
zer dagen een zeldzaam bewys van waardee
ring. Na zyn vertrek uit de gemeente Helder*
vormde tioh aldaar eene commissie uit de
marine, om den afgetreden directeur de sym
pathie der marine te betuigen. Deze heeft)
zich than» van haar taak gekweten en den
heer P. Polvliet een souvenir aangeboden,
bestaande uit een bronzen beeld van Drouet»
op voetstuk. Dit geschenk was vergezeld van
een allegorische opdracht, vervaardigd door
den heer Labout te Helder en een zeer vleiend
schryven van de commissie.
Aan de nationale tentoonstelling van
Nyverheid en Kunst, dezen zomer te Dord
recht te houden, wordt ook verbonden eene
nationale tentoonstelling van oude nyverheid
en kunst, met het doel door gcede inzendin
gen uit geheel het vaderland een zoo volledig
mogelyk beeld te geven van wat kunst en
handwerk in vroeger eeuwen in Nederland
vermochten en van wat uit den vreemde werd
ingevoerd, om te voldoen aan den ku&Btzm van
het voorgeslacht.
Ten einde van vele streken het belangrijkste
by een te kunnen brengen, wendde het comité
zioh tot verschillende personen van naam op
dit gebied om provinciale snb-comm ssiën te
vormen en is daarin goed geslaagd.
Voor Zeeland iB eene sub-commissie ge
vormd, bestaande uit de heeren mr W. Polman
Kruseman, H. Tak en J. A. Frederiks te
Middelburg, mr P. J. C. Henntqnin te Aar-,
denbnrg, mr J. C. van Deiase te Huist, Ch'
Vermeys en jhr Röell te Zieriksee<