Meltajsie Coral
FEUILLETON.
DE SCHULDIGE.
BIJVOEGSEL
VAK DB
TA*
Maandag 11 Januari 1897, no. 8.
Middelburg 9 Januari.
Unitariër zet zjjne redeneeringen over de
Liberale Unie en haar program voort.
Zou hg niet beter en meer liberaal handelen,
zoo hg, evenals anderen, zjjne aanvallen deed
met open visier?
Wjj zouden dan tevens kunnen zien uit wel
ken hoek de wind waait.
Het lag voor de hand dat de kieswet, met
hare omslachtige en ingewikkelde bepalingen,
tot allerlei kwesties aanleiding zou geven.
Maar de volgende is al bjjzonder eigenaardig.
Een plattelands-burgemeester legt een harer
bepalingen zoo uit, dat de »vrjje kost", die bjj
de ZoonkiezerB in aanmerking komt, alleen
mag worden medegerekend als de kost ge
durende alle dagen der week wordt genoten.
Niet dus als de arbeider des Zondags met
vrouw on kinderen in eigen woning zjjn
maal tg den gebruikt.
Terecht wordt daartegen geprotesteerd en
beweerd, dat het loon immers enkel over de
werkdagen uitgekeerd wordt.
De minister, die ons de wet met hare
fraaie bepalingen schonk, zal zgne bedoeling
zeker wel nader ontvouwen, en wg willen
hopen - waken tegen allerlei bekrompen
opvattingen!
V W EGDE H1MEB.
Gemeente-fi n nnclën»
Aan het afdeelin geverslag der Kamer om
trent het wetsontwerp te dezer zake is nog
het volgende ontleend
Ten opzichte van de finanoieele gevolgen
voor het rgk werd betoogd dat, met het voor
gestelde systeem van uitbeering, de gemeenten
niet genoegzaam zullen worden gebaat; ter
wijl ten opzichte van de financieele gevolgen
voor de gemeenten door vele leden werd uit
eengezet, dat de in de staten opgenomen cjjfers
van uitkeering den indruk geven dat met den
financieelen toestand der gemeenten weinig
rekening is gehoudendat de regeling voor-
deelig zal wezen voor de groote steden, maar
dat de plattelandsgemeenten niet zullen wor
den gebaat.
Vele leden bonden zich niet vereenigen met
het gefixeerde 4/5 van de opbrengst van het
personeel als minimum van uitkeering, boewei
aan den anderen kant verscheidene gemeenten
meer zullen krggen dan zg nu behoeven.
Andere leden meenden dat de handhaving der
bedoelde uitkeeringen als een noodzakelijk
tegenwicht is te beschouwen tegenover de
feiten, welke aan de voorgestelde;regeling ten
grondslag liggen.
Dat die regeling niet doeltreffend is bewees
het feit dat, ook na de toepassing daarvan,
vele gemeenten nog als noodlgdend zullen
moeten worden besohouwd en alzoo buiten
gewone uitkeeringen zullen moeten genieten.
Tegenover het beginsel der regeeringsvoor-
dracht werden van onderscheidene kanten
versohillende andere stelselB aanbevolen.
Yan onderscheidene zgden werd betoogd, dat
aan herziening van de wetteljjke regeling
der plaatselijke belastingen niet minder be
hoefte bestaat dan aan die van de financieele
verhouding tusschen het rgk en de gemeenten,
doch ook hieromtrent waren de meeningen
verdeeld en was men van oordeel dat geene
voldoende verruiming van het plaatselijk be
lastingstelsel was voorgedragen, waar tegen
over anderen het stelsel van verruiming op
zich zelf bedenkelijk achtten.
Yele leden hadden bedenking tegen den
maatregel om den gemeenten verlof te geven
tot heffing van 20 buitengewone opcenten op
het gebouwd en ongebouwd, welke bezwaren
evenwel door anderen niet werden erkend.
B O M i X
Uit het Fransch, naar
FRANQOIS COPPÉE.
I.
Het regent vaak in Calvados, en gewoonlgk
wgzen de torens der sohoone kerken in Caen
met hunne steenen toppen slechts naar een
grjjzen hemel, waarlangs de westenwind de
wolken heenjaagt. Maar Chrétien Lesouyer,
de zoon van den ouden heer Lescuyer, raads
heer bjj het Hof, had tot zgn twee en twin
tigste jaar zulk een vervelend leven geleid,
dat hg niet eens genoten had van de zeldzame
zonnige buien van het Normandisch klimaat,
zoodat het voor dien ongelukkigen jongeling
van den dag zjjner geboorte af scheen ge
stortregend te hebben.
Het huis, waarin hg de twijfelachtige wel
daad van het levenslicht ontvangen had,
dagteekende uit den tjjd van zgn overgrootvader,
en was omstreeks het einde der regeering van
Lodewjjk XV gebouwd. Het was wel het
somberste onder al de sombere huizen in de
rue des Carmes, die uitsluitend bewoond
werd door oude families, meestal verlaten
ww en voortdurend een toonbeeld van saai-
Over de heffing van straatgeld waren de
gevoelens verdeeld.
Ten opzichte van de voorgestelde heffing
van rechten en loonen scheen het meerendeel
der leden de overtuiging te zgn toegedaan
dat bg den bestaanden twjjfel omtrent de be-
teekenis van art. 238 der gemeentewet, dien
aangaande eene wettelgke interpretatie noodig
is, opdat de thans in vele gemeenten op dit
punt bestaande onzekerheid voor goed worde
opgeheven.
Omtrent de gevorderde goedkeuring van
Gedep. Staten van de tarieven voor het gebruik
of genot van gemeente-inrichtingen, niet
vallende onder art. 238 gemeentewet, wa
ren de opiniën verdeeld.
Verscheidene leden konden zich met het
wegvallen der thans uit art. 247 gemeente
wet voortvloeiende beperking der heffing van
opcenten op het personeel niet vereenigen.
De regeling van de heffing der opcenten
op 't personeel op zichzelf vond bg velen in
stemming.
Tegen het heffen van gemeentelijke hoofde-
ljjke omslagen werden verschillende bezwaren
geopperddoch vele leden meenden dat de
hoofdelijke omslagen niet gemist kunnen wor
den, indien de uitkeeringen uit 's rjjks kas niet
tot een zeer hoog bedrag zouden worden op
gevoerd.
Omtrent de vraag in hoeverre bjj gemeente
lijke hoofdelijke omslagen het stelsel van
progressie moet worden toegepast, waren de
gevoelens zeer verdeeld. Konden vele leden
zich met het voorstel der regeering niet veree
nigen, het vond bjj vele anderen warme in
stemming.
Omtrent den aanslag van uitwonenden
(forensen) werden tegen het voorstel der regee-
ring versohillende bedenkingen ingebracht.
Verscheidene leden wenschten aan de ge
meenten bevoegdheid te geven tot het heffen
van plaatselijke bedrijfsbelastingen, doch vele
anderen deinsden terug voor de praotisohe
moeilijkheden.
Omtrent de al- of niet heffing van debiet-
rechten waren de meeningen verdeeld, maar
eenige leden achten het wenscheljjk eene
bjjzondere belasting te heffen ter voorziening
in de kosten van de gemeentelijke brandweer,
welke belastingen op de verzekering-maat-
schappjjen hehooren te drukken.
Ten Blotte werd: lo door eenige leden aan
gedrongen op herziening van de artt. 271 en
272 gemeentewet (ontduiking en fraude bg
de heffing van hoofdeljjke omslagen); 2o de
wenacheljjkheid betoogd van eene wijziging
van art. 265 gemeentewet (stelsel van reclame);
3o regeling gewenscht van het door de ge
meenten aan het rgk te betalen perceptie-
loon voor de inning van opcenten op rijksbe
lasting.
EERSTE HAMER.
IStaaVslbegvootfimv 1893.
Algemeene beschouwingen.
Bljjkens het afdeelingsverslag der Kamer
over de Staatsbegrooting voor 1897 brachten
onderscheidene leden der regeering hulde voor
de wjjze van afwerking harer taak.
Men meende, dat de regeering aan de kies
wet een volledige werking behoort te ver zekere®
m. a. w. een hernieuwing der Eerste kamer
behoort mogeljjk te maken door voor te stellen
een wijziging der Provinciale wet, die tot
ontbinding der Provinciale Staten moet leiden.
De inhuldiging van H. M. de koningin behoort
te geschieden door eene vertegenwoordiging,
die voor het geheel op de nieuwe kieswet berust.
Deze meening werd anderzjjds niet gedeeld.
Overigens meende men vrjj algemeen op
dit oogenblik niet in uitvoerige staatkundige
beschouwingen te moeten treden, o. a. omdat
deze aan den vooravond van de eerste verkie
zing volgens de nieuwe kieswet tot geen
praktische uitkomsten kunnen leiden.
Men sprak den wensch uit, dat het kabinet
o. a. nog de instelling der kamers van arbeid
en de regelingvan de administratieve|reohtspraak
zou ter hand nemen.
Bg de bespreking van den financieelen toe
stand, dien men, hoewel niet ongunstig, tooh
niet zóo gunstig oordeelde als de Regeering
hem voorstelt, werd gewezen op de waarschijn
lijkheid, dat in de naaste toekomst de zooge
naamde sociale wetgeving zware eiaohen aan
de schatkist zal stellen en waren er leden die
heid opleverde. In het hartje van de honds
dagen hebben de straatsteenen er zwarte
randen van de vochtigheid de muren doen
u rillen. Men ademt hier met volle teugen
verveling en verkoudheid in. En toch krioelt
aan een der uiteinden, in de vrooljjke rue
St. Jean, op marktdagen een menigte boeren
en boerinnen met witte mutsen en blauwe
kielen; en aan het andere einde heeft men
de levendigheid van de haven, waar de
Scandinavische zeelieden, met hunne blonde
baarden en roode flanellen hemden, met veel
gedruisch de dennenhouten planken lossen, die
zulk een aangenamen geur verspreiden. Maar
daarvan wil de rue des Carmes niets weten.
Zg veracht dit werk van het volk, de ruwe
drukte, dat gemeene lawaai. Zjj houdt de
meeste luiken voor hare vensters gesloten en
hare huizen, met een vrg deftig aanzien, doch
menigen spleet in de muren vertoonende, doen
denken aan het uiterlgk van een trotsch, doch
verarmd man, vol statigheidjen neerslachtigheid.
In dit opzicht gaf het huis van den heer
LeBcuyer [niets toe aan zgne burenvan het
buitenleven gescheiden door een zeer hoogen
muur, als een gevangenis, met een groote
inrjjpoort, die echter nooit openging, was het
alleen toegankelijk voor bezoekers door een
klein deurtje, aangebracht in een der deuren
van de groote poort, dat, op zich zelf al zwaar
en plomp, ook slechts knarsend en halfver-
wege openging. Wanneer gjj dien ongast-
de aangevraagde uitgaven voor de verdediging
niet gerechtvaardigd aohtten.
De belangen van den landbouw werden in
alle afdeelingen besproken, allereerst de nood
zakelijkheid eener concentratie van de regee-
ringszorg voor de belangen van den landbouw
aan een departement van algemeen bestuur,
welke noodzakelijkheid in eene af deeling erkend
werd, hoewel versohil van gevoelen bestond
over de wjjze waarop die concentratie tot stand
zoude moeten worden gebracht. Wensohte
men eenerzjjds een afzonderlijk ministerie van
landbouw, anderzjjds werd aanbevolen open
bare werken af te scheiden van het ministerie
van waterstaat en er den landbouw aan toe
te voegen. In een andere afdeeling behield
men zioh, nu de zaak thans bjj het landbouw-
comité aanbangig is, een gevoelen over de
wjjze, waarop het beoogde doel 't best kan
worden bereikt, voor.
Dat de regeering allesbehalve welwillend
jegens den landbouw gezind was, weid meer
bepaaldeljjk afgeleid uit de wetsvoorstellen
van den minister van financiën betreffende
o. a. verhooging van het recht van overgang
op aan niet-ingezetenen toebehoorende onroe
rende goederen en de bjj de regeling van de
financiën tusschen rgk en gemeente toegela
ten verhooging der opcenten op de giondbe-
lasting.
Leden, behoorende tot de anti-proteotionis-
ten, erkenden dat de strjjd om aan den vrij
handel vast te houden moeiljjk werd en dat
alleen de vrees voor algemeens protectie nog
terughoudt, om op invoerrecht van tarwe en
rogge aan te dringen.
Voorts werd opgemerkt, dat de positie van
eigengeërfde landbouwers meer en meer on
houdbaar wordt; ter verbetering werd aanbe
volen vooreerst betere wettelgke regeling van
het pachtcontract en het stellen van een
m8ximum percentage, dat als gemeentelasting
zou mogen geheven worden.
Onderscheidene leden kwamen er tegen op,
dat men den landbouw jin 't algemeen als
absoluut ongunstig voorstelt en waarschuwden
tegen generaliseeren.
Als een fout van de agrariërs noemde men,
dat. zg 't veel doen voorkomen, alsof zjj een
afgezonderd deel vormen van de maatschappij,
vergetende dat alle maatschappelijke belangen
onderling samenhangen en dat er over de
ganscbe wereld malaise bestaat.
De noodzakelijkheid werd betoogd om ons
tarief te zuiveren van een aantal inconse
quenties, waardoor het protectie schept ten
behoeve van buitenlandschen handel en nij
verheid.
Men verwachtte dat Nederland niet de
laatste mogendheid zou zgn, om mede te gaan;
wanneer een internationale conferentie ter
zake van het bimetallisms wordt voorbereid.
Met nadruk werd gewezen op het belang
dat het landbouwproefstation de gelegenheid
aanbiede tot het onderzoek van boter.
Ten slotte werd besproken het begrootings-
rccht dor Staten-Gaueraa), naar aanleiding
van hetgeen in de Tweede Kamer is voorge
vallen met de begrootingspoaten betrekkelijk
het Ethnographisch Museum. Men merkte op
dat de minister van binnenlandsche zaken dat
begrootingsrecht miskend had.
De bedenkingen tegen 's ministers beginsel
en beleid in deze bleven niet zonder tegen
spraak.
Kunst en Letteren.
De ondernemende firma Gebr. E. en M.
Cohen, uitgevers te Arnhem en Njjmegen,
heeft thans weer tot een uitgave besloten, die
zeker wel veler belangstelling wekken zal. Zjj
zond ons de eerste aflevering van een boek,
getiteld Oranje en Nederland, door Huf
van Buren bewerkt naar Andriessen's Oranje-
Nassau. Daarin zullen worden beschreven het
leven en de daden van de vorsten en het volk
van Nederland tot na de kroning en inhul
diging van onze koningin.
Het werk zal in 30 afleveringen 25 cent
compleet zgn en door 20 kunstplaten worden
versierd.
De eerste aflevering maakt een uitstekenden
indruk. Zjj is op goed papier gedrukt en de
platen zgn waarljjk artistiek. Het geheel ge
tuigt van smaak en van een onbekrompen
streven om een standaardwerk te leveren.
Onze koninginnen gaven reeds door hare
vrjjen drempel overschreden hadt, bevondt
gjj u op een kleine, sombere binnenplaats,
aan twee zgden begrensd door rechthoekige
gebouwen, met vervallen gevels, en door den
muur van het woonhuis, begroeid met dichten,
donkeren klimop.
Men kan zioh niets afzichtelijker voorstellen
dan deze binnenplaats. In een hoek bevond zioh
een oude put, met een katrol, die er uitzag
alsof zg vergiftigd was. Gebeeldhouwde koppen
boven de ramen schenen gezichten tegen u te
trekken, als tegen een indringer, en de tre
den van de stoep, met uitgesleten, losgeraakte
steenen, zeiden zoo duidelgk mogeljjk»Gjj
egt hier niet welkom I
Maar in huis was het nog erger. Alles ge
tuigde van kleinsteedsche gierigheid en eigen
gerechtige laatdunkendheidzoodra men het
voorhuis betrad, viel u een ijskoude mantel
op den sobouders. Een chronische longontste
king waaide dreigend in de eetkamer rond,
waar de heer Lesouyer vjjf of zes maal in het
jaar zgne collega's ten eten had, want daar hjj
weduwnaar was kon hg geen dames ontvan
gen. Het eten werd in de keuken warm op
gedaan, maar onmiddellijk koud door dejjzi-
gen atmosfeer in de zaal en de koude ge
sprekken van den gastheer; en in het salon,
waar van achter de deur de koude koorts op
u loerde, wierpen de portretten der voorvader
lijke Lesouyers, sedert meer dan een eeuw
raadsheer bg het hof en zeer streng voorge-
inteekening bljjk van hare belangstelling in
en waardeering van deze uitgave.
Sherard houdt vol, dat hjj de mededee-
lingen van Ibsen naar waarheid heeft weer
gegeven. Hjj beweert dat hjj Ibsen meer dan
eens, en niet ter loops, heeft gesproken. In
het Grand Hotel had hjj herhaaldelijk een
langdurig gesprek met den auteur.
Verschillende Berichten.
Billijkheidshalve dienen wg, waar onlangs
door ons onaangename ervaringen werden
medegedeeld, opgedaan door hen, die portretten
opzonden aan de Socièté artistique de por
traits te Parjjs, ook te vermelden dat, bljjkens
een bericht in het N. v. d. D., versohillende
personen hoogst voldaan waren over het ge
leverde werk en zelfs nabestellingen deden-
De redactie van dat blad heeft de origineele
van die brieven ter inzage gehad.
Naar men nader meldt, gaat het plan,
om bjj de verkiezingen de belangen van den
landbouw speciaal op den voorgrond te stel
len, uit van de heeren Bultman, Bauduin en
Sickesz.
De stad Rotterdam en in het bgzonder
de Rotterdamsohe diergaarde leed Vrjjdag een
groot verlies door het plotseling overigden van
den heer A. A. van Bemmelen, sedert 30 jaar
directeur van de diergaarde. Hg volgde den
eersten direoteur en oprichter, den welbeken
den dierentemmer Henri Martin, op. Met deze
had hg gemeen buitengewone liefde voor de
wilde dieren en voor bloemen. Geheel in de
richting, door Martin aangegeven, werd de
diergaarde onder den heer Van Bemmelen uit
gebreid en verfraaid. Op het gebied van
zoölogie had de heer Van Bemmelen zioh een
goeden naam weten te maken.
De overledene was 3 Nov. 1830 te Almeloo
geboren en was, vóór hg te Rotterdam den
15 Jan. 1867 zgn gewichtige betrekking aan
vaardde, conservator aan het museum van
natuurljjke historie te Leiden.
De laatste werkstaking der bootwerkers
te Rotterdam heeft, volgens offioieele opgave,
aan de Maasstad gekost f 37.000 tot handha
ving der orde. De indireote sohade, door de
gemeente geleden, laat zich niet onder cgfers
brengen.
De bevolking van die gemeente is in 1896
vermeerderd met 9767 inwoners, wier getal
thans 276.337 bedraagt, waarvan 131.365 man
nelijke en 144.972 vrouwelijke.
De Rotterdamsohe politie houdt een
razia onder bierhuishouders, die zonder ver
gunning sterken drank tappen. Tal van
processen verbaal zgn reeds opgemaakt.
Nu twee bierhuishouders te dezer zake tot
hechtenis zgn veroordeeld, is het aantal plaat
sen, waar zonder vergunning getapt werd,
volgens de N. B. Ct. met meer dan de helft
verminderd.
De schrik schjjnt er in te zitten.
In verband met den, door ons gemelden
Open brief, te Haarlem rondgevent betreffende
het overig den van den heer D. W. Kievitsop
Meerenberg, meldt de heer J. J. Kievits in de
Opr. Haarl. Crt dat hg, ware hg omtrent
de uitgifte van zulk een brief geraadpleegd,
hjj die stellig zou hebben ontraden, omdat
door beambten uit het Gesticht omtrent het
overigden geïnformeerd, hjj daarvan overtuigd
is en dus opgraving als lijkenschennis zoude
besohouwen.
De kiesvereeniging te Utrecht, waarvan
melding is gemaakt, was bjjna opgericht,
grootendeels door leden der Herv. kerk, die
niet met dr Bronsveld konden samengaan,
benevens uit enkele Chr. gereformeerden. De
hervormden hebben echter nu ingezien, dat
het plioht was geen verbrokkeling, maar een
dracht te bevorderen, en stelden voor de kies
vereeniging op te heffen, en met den Chr.
hist, kiezersbond samen te werken. Bjjna alle
aanwezigen sloten zich bjj den Bond aan.
Op 1 Januari waren er bjj de Ned. herv.
kerk 331 predikantsplaatsen, die vacant waren
of in het begin van dit jaar vacant zullen
worden, alsin Gelderland 28, Zuid-Holland
55, Noord-Holland 32, Zeeland 44, Utrecht 13,
Friesland 59,0 vergeel 16, Groningen 38, Noord-
Brabant 25, Limburg 7 en Drente 14.
Jhr W. V. K. Baud, kommandant der
Haagsohe sohutterjj, is door de rechtbank te
Zwolle gehoord, waarna het O. M. bjj zgn
steld in toga's en pruiken, terstond een door
dringenden blik op u, uit hunne ovale zwarte
ljjsten, alsof zjj onmiddellijk tot het requisi
toir overgingen en op het eerste gezicht vroegen:
»Besohuldigde, uw naam, en uw voornaam?"
Indien gjj echter bevoorrecht genoeg waart
om tot de tweede verdieping, in de studeer
kamer van den heer Lescuyer, door te dringen,
brrr, daar was de kilheid nog erger. Niets
dan boekenkasten, met gebonden boeken over
rechtspleging van af de in folio's over mid-
deleeuwsche gebruiksrechten, in hunne ver
schoten banden, tot aan het eindelooze
bulletin der wetten in zwart chagrjjo, met
roode vakken. Deze massa boekdoelen, die
berg van rechtsgeleerdheid en rechtsgedingen,
herinnerden u terstond er aan, welke uiteen-
loopende dingen recht en duidelgk zgn, en
hoeveel bjjkans nuttelooze moeite de menschen
zich, van het ontstaan der maatschappij af,
getroost hebben, om door geschreven regels te
strjjden tegen den Barbaarschen grondslag
hunner natuur. Gjj zoudt daar gaan bedenken
dat die oude, afgesleten boekwerken, waarin
verouderde straffen en afgeschafte folteringen
beschreven worden, welbezien niet heel veel
onrechtvaardiger en dommer waren dan de
nieuwe wetboeken, die, voor een geschil over
eenige stuivers, den armen beklaagde over
laden met eeu stortvloed van onkosten en een
zee van gezegeld papier, zoodat hg de straff-n
met den atok van de OoBtersohe cadi's begint
eisoh tegen den uitgever der Kamper Courant
bleef volharden. De heer Baud voerde aan,
dat voor den schutter Duyvenstein de tgd
was gekomen, om bjj de reserve te worden
geplaatst, zoodat van laf uit den weg gaan
zjjnerzjjds geen sprake kon wezen.
Een koopman uit Bergen op Zoom, die
te Gastel van de stoomtram sprong, is door
dat voertuig overreden en zoodanig gewond
dat men voor zgn leven vreest.
Bjj het laden van een wagen had iemand
te Gorinchem bet ongeluk er aohterover af
te vallen. Ofschoon bjj nog in Btaat was naar
huis te loopen, waren de gevolgen van dien
aard, dat bjj weldra buiten kennis raakte en
den volgenden dag reeds overleed.
Te Haarlem is door twee recheroheurs
een fuselier der koloniale reserve uit Njjmegen
aangehouden, die sedert Ootober zgn korps
verlaten had.
Uit Haulerwjjk is een 53-jarige vrouw
naar de gevangenis overgebracht, in verband
met den dood van het kind van haar onge
huwde dochter.
Te Zomeren is een inbreker op heeter-
daad betrapt. Toen de bewoners van een
boerenhoeve 's nachts van een partjjlje thuis
kwamen, vonden zjj een man bezig kasten en
laden na te snuffelen. Hjj werd gevat en in
verzekerde bewaring gesteld.
Bg een sohaatsenwedstrgd te Zwolle heeft
Marten Kingma den eersten prjjs van f 100 be
haald. Hjj reed daarbjj op Noorsohe sohaatsen
zoodat van klauwen weinig Bprake kon zgn.
Te Roermond zgn op het stations-empla
cement vjjf wissels omgetrokken gevonden,
waardoor rangeerende treinen zouden hebben
kunnen ontsporen.
De Bohako der mariniers zal door een
helmhoed vervangen worden.
De burgemeesters rondom Osoh en in
het Land van Ravestein ontvingen voor
eenigen tgd eene aAnschrgving van den
inspecteur der belastingen om hem in te
lichten en antwoord te geven op een 20-tal vra
gen, als: Zgn de paBtoor en kapelaan of kape
laans rgk? Staan zg daarvoor bekend? Gaan
zg veel uit? Maken zjj ook buitenlandsche
reizen? Ontvangen zg veel bezoek? Maken
zjj vele verteringen Houden zjj paard en
rjjtuig Is hun inkomen aanzienlijk Krggen
zg veel van de mensohen in geld in natura
enz. enz.
IIEIIWJAARIHAARTJGI.
Daar ligt, zoo schrgft H. E. van Renkum in
Bet Centrum, o. a. een stapel nieuwjaarskaar
tjes op mgn lessenaar. Wie ze telt, telt mgne
bloedverwanten, vrienden en bekenden I Hoe
zeer wordt ik bemind en geacht 11! Eu dan
nog de verloren of vergeten kaartjes 11 Ik
dank allen toezenders, maar zend geen
enkel kaartje terug. Dat heb ik voorgoed af-
gesohaft. Vrees ik dan niet de volgende jaren
geen nieuwjaarskaartjes te ontvangen Vree
zen Integendeel, ik hoop het. Ben ik der
halve gevoelloos voor een nieuwjaarsgroet?
Voor zulk een kilkoifflen groet als modeartikel
ja. Een modeartikel Zeer zeker. De meeste
dier kaartjes zeggen »Ik heb uw kaartje ont
vangen," of »ik verwacht uw kaartje ook,
hoor 1" Kaartjes afschaffen bg gelegenheid
van nieuwjaarsdag, welk een zonderling denk-
bleedl" zegt iemand. Met uw verlof, ik ben
zoo vrg dat denkbeeld gezond te aohten. >Maar
iedereen zendt op dien tgd kaartjes." Juist,
en daarom wil ik er af zgn. »Dat is ook een
reden!" Ik heb er nog meer. »Het nieuwjaar-
wenschen dus afschaffen Volstrekt niet. Ik
doe zóó: Wie mg het naast in den bloede be
staat, ontvangt een briefje of briefkaart.
Vrienden, die ik in den loop van Januari te
spreken krjjg, druk ik wat sterker de hand,
en bekenden mjjn hemel! ik ken wel
duizend mensohen! »Gjj maakt het u zeerge-
makkeljjkNiet waar En anderen ook, wat
dunk u Verbeeld u eens, dat allen zoo deden
als ik. De postbeambten kunnen dan op *t
nieuwjaar feest op hun gemak eten en op tgd
naar bed gaan, als zg dat willen".
Om niemand te vergeten geeft hjj ten slotte
te kennen, dat hjj de kaartjes wil vervangen
door advertenties in eenige bladen.
Een dynnmletbom of helsehe
machine*
In een onzer plattelandsgemeenten kwa
men tegen het schemerduister drie personen,
te betreurenen al hadt gjj honderdmaal
geljjk, al ware uw zaak zoo helder als de
dag, dan zoudt gjj beginnen te beven voor
dien stapel paperassen, van te voren overtuigd,
dat men, als men maar even zoekt, daarin
honderd redenen voor óen kan vinden, om u
in het ongeljjk te stellen, en dat met eenig
geduld, niets gemakkeljjker is dan er de
gegevens tot uw ondergang, tot uw sohande in
te vinden. In dit studeervertrek, te midden
van al die gedrukte bewijsstukken van de
machteloosheid der menschen om het eens te
worden over de eenvoudigste zaken, hield de
heer Lesouyer zich gewoonljjk op, gezeten
voor zgn schrgftafel een vrg mooi meubel
uit de achttiende eeuw, versierd met gedre
ven koper beslag voor een grooten staj
stukken. Die nauwgezette, eerljjke, jjverigt
doch bekrompen magistraat, met een dor
hart, versuft door zgn ambt en van
lieverlede ontaard in een machine ter over
weging, had in het jaar 1866, toen dit
verhaal begon, zgn vjjftigste jaar bereikt
hjj was vroom, kerkscb, bjj den zegelbe
waarder bekend als verwoed clericaal en
zelfs verdaoht van legitimisme. De heer Les
cuyer was gedurende zgn lange loopbaan slechts
langzaam opgeklommen in rang en het roode
lintje van het Legioen van Eer versierde niet
eens zgn afgesleten jas, met kale naden, die
hg over zgne magere gestalte dichtknoopte
n volgens de spaarzame gewoonte der klein-