Meltajsie Coral FEUILLETON. DE SCHULDIGE. BIJVOEGSEL VAK DB TA* Maandag 11 Januari 1897, no. 8. Middelburg 9 Januari. Unitariër zet zjjne redeneeringen over de Liberale Unie en haar program voort. Zou hg niet beter en meer liberaal handelen, zoo hg, evenals anderen, zjjne aanvallen deed met open visier? Wjj zouden dan tevens kunnen zien uit wel ken hoek de wind waait. Het lag voor de hand dat de kieswet, met hare omslachtige en ingewikkelde bepalingen, tot allerlei kwesties aanleiding zou geven. Maar de volgende is al bjjzonder eigenaardig. Een plattelands-burgemeester legt een harer bepalingen zoo uit, dat de »vrjje kost", die bjj de ZoonkiezerB in aanmerking komt, alleen mag worden medegerekend als de kost ge durende alle dagen der week wordt genoten. Niet dus als de arbeider des Zondags met vrouw on kinderen in eigen woning zjjn maal tg den gebruikt. Terecht wordt daartegen geprotesteerd en beweerd, dat het loon immers enkel over de werkdagen uitgekeerd wordt. De minister, die ons de wet met hare fraaie bepalingen schonk, zal zgne bedoeling zeker wel nader ontvouwen, en wg willen hopen - waken tegen allerlei bekrompen opvattingen! V W EGDE H1MEB. Gemeente-fi n nnclën» Aan het afdeelin geverslag der Kamer om trent het wetsontwerp te dezer zake is nog het volgende ontleend Ten opzichte van de finanoieele gevolgen voor het rgk werd betoogd dat, met het voor gestelde systeem van uitbeering, de gemeenten niet genoegzaam zullen worden gebaat; ter wijl ten opzichte van de financieele gevolgen voor de gemeenten door vele leden werd uit eengezet, dat de in de staten opgenomen cjjfers van uitkeering den indruk geven dat met den financieelen toestand der gemeenten weinig rekening is gehoudendat de regeling voor- deelig zal wezen voor de groote steden, maar dat de plattelandsgemeenten niet zullen wor den gebaat. Vele leden bonden zich niet vereenigen met het gefixeerde 4/5 van de opbrengst van het personeel als minimum van uitkeering, boewei aan den anderen kant verscheidene gemeenten meer zullen krggen dan zg nu behoeven. Andere leden meenden dat de handhaving der bedoelde uitkeeringen als een noodzakelijk tegenwicht is te beschouwen tegenover de feiten, welke aan de voorgestelde;regeling ten grondslag liggen. Dat die regeling niet doeltreffend is bewees het feit dat, ook na de toepassing daarvan, vele gemeenten nog als noodlgdend zullen moeten worden besohouwd en alzoo buiten gewone uitkeeringen zullen moeten genieten. Tegenover het beginsel der regeeringsvoor- dracht werden van onderscheidene kanten versohillende andere stelselB aanbevolen. Yan onderscheidene zgden werd betoogd, dat aan herziening van de wetteljjke regeling der plaatselijke belastingen niet minder be hoefte bestaat dan aan die van de financieele verhouding tusschen het rgk en de gemeenten, doch ook hieromtrent waren de meeningen verdeeld en was men van oordeel dat geene voldoende verruiming van het plaatselijk be lastingstelsel was voorgedragen, waar tegen over anderen het stelsel van verruiming op zich zelf bedenkelijk achtten. Yele leden hadden bedenking tegen den maatregel om den gemeenten verlof te geven tot heffing van 20 buitengewone opcenten op het gebouwd en ongebouwd, welke bezwaren evenwel door anderen niet werden erkend. B O M i X Uit het Fransch, naar FRANQOIS COPPÉE. I. Het regent vaak in Calvados, en gewoonlgk wgzen de torens der sohoone kerken in Caen met hunne steenen toppen slechts naar een grjjzen hemel, waarlangs de westenwind de wolken heenjaagt. Maar Chrétien Lesouyer, de zoon van den ouden heer Lescuyer, raads heer bjj het Hof, had tot zgn twee en twin tigste jaar zulk een vervelend leven geleid, dat hg niet eens genoten had van de zeldzame zonnige buien van het Normandisch klimaat, zoodat het voor dien ongelukkigen jongeling van den dag zjjner geboorte af scheen ge stortregend te hebben. Het huis, waarin hg de twijfelachtige wel daad van het levenslicht ontvangen had, dagteekende uit den tjjd van zgn overgrootvader, en was omstreeks het einde der regeering van Lodewjjk XV gebouwd. Het was wel het somberste onder al de sombere huizen in de rue des Carmes, die uitsluitend bewoond werd door oude families, meestal verlaten ww en voortdurend een toonbeeld van saai- Over de heffing van straatgeld waren de gevoelens verdeeld. Ten opzichte van de voorgestelde heffing van rechten en loonen scheen het meerendeel der leden de overtuiging te zgn toegedaan dat bg den bestaanden twjjfel omtrent de be- teekenis van art. 238 der gemeentewet, dien aangaande eene wettelgke interpretatie noodig is, opdat de thans in vele gemeenten op dit punt bestaande onzekerheid voor goed worde opgeheven. Omtrent de gevorderde goedkeuring van Gedep. Staten van de tarieven voor het gebruik of genot van gemeente-inrichtingen, niet vallende onder art. 238 gemeentewet, wa ren de opiniën verdeeld. Verscheidene leden konden zich met het wegvallen der thans uit art. 247 gemeente wet voortvloeiende beperking der heffing van opcenten op het personeel niet vereenigen. De regeling van de heffing der opcenten op 't personeel op zichzelf vond bg velen in stemming. Tegen het heffen van gemeentelijke hoofde- ljjke omslagen werden verschillende bezwaren geopperddoch vele leden meenden dat de hoofdelijke omslagen niet gemist kunnen wor den, indien de uitkeeringen uit 's rjjks kas niet tot een zeer hoog bedrag zouden worden op gevoerd. Omtrent de vraag in hoeverre bjj gemeente lijke hoofdelijke omslagen het stelsel van progressie moet worden toegepast, waren de gevoelens zeer verdeeld. Konden vele leden zich met het voorstel der regeering niet veree nigen, het vond bjj vele anderen warme in stemming. Omtrent den aanslag van uitwonenden (forensen) werden tegen het voorstel der regee- ring versohillende bedenkingen ingebracht. Verscheidene leden wenschten aan de ge meenten bevoegdheid te geven tot het heffen van plaatselijke bedrijfsbelastingen, doch vele anderen deinsden terug voor de praotisohe moeilijkheden. Omtrent de al- of niet heffing van debiet- rechten waren de meeningen verdeeld, maar eenige leden achten het wenscheljjk eene bjjzondere belasting te heffen ter voorziening in de kosten van de gemeentelijke brandweer, welke belastingen op de verzekering-maat- schappjjen hehooren te drukken. Ten Blotte werd: lo door eenige leden aan gedrongen op herziening van de artt. 271 en 272 gemeentewet (ontduiking en fraude bg de heffing van hoofdeljjke omslagen); 2o de wenacheljjkheid betoogd van eene wijziging van art. 265 gemeentewet (stelsel van reclame); 3o regeling gewenscht van het door de ge meenten aan het rgk te betalen perceptie- loon voor de inning van opcenten op rijksbe lasting. EERSTE HAMER. IStaaVslbegvootfimv 1893. Algemeene beschouwingen. Bljjkens het afdeelingsverslag der Kamer over de Staatsbegrooting voor 1897 brachten onderscheidene leden der regeering hulde voor de wjjze van afwerking harer taak. Men meende, dat de regeering aan de kies wet een volledige werking behoort te ver zekere® m. a. w. een hernieuwing der Eerste kamer behoort mogeljjk te maken door voor te stellen een wijziging der Provinciale wet, die tot ontbinding der Provinciale Staten moet leiden. De inhuldiging van H. M. de koningin behoort te geschieden door eene vertegenwoordiging, die voor het geheel op de nieuwe kieswet berust. Deze meening werd anderzjjds niet gedeeld. Overigens meende men vrjj algemeen op dit oogenblik niet in uitvoerige staatkundige beschouwingen te moeten treden, o. a. omdat deze aan den vooravond van de eerste verkie zing volgens de nieuwe kieswet tot geen praktische uitkomsten kunnen leiden. Men sprak den wensch uit, dat het kabinet o. a. nog de instelling der kamers van arbeid en de regelingvan de administratieve|reohtspraak zou ter hand nemen. Bg de bespreking van den financieelen toe stand, dien men, hoewel niet ongunstig, tooh niet zóo gunstig oordeelde als de Regeering hem voorstelt, werd gewezen op de waarschijn lijkheid, dat in de naaste toekomst de zooge naamde sociale wetgeving zware eiaohen aan de schatkist zal stellen en waren er leden die heid opleverde. In het hartje van de honds dagen hebben de straatsteenen er zwarte randen van de vochtigheid de muren doen u rillen. Men ademt hier met volle teugen verveling en verkoudheid in. En toch krioelt aan een der uiteinden, in de vrooljjke rue St. Jean, op marktdagen een menigte boeren en boerinnen met witte mutsen en blauwe kielen; en aan het andere einde heeft men de levendigheid van de haven, waar de Scandinavische zeelieden, met hunne blonde baarden en roode flanellen hemden, met veel gedruisch de dennenhouten planken lossen, die zulk een aangenamen geur verspreiden. Maar daarvan wil de rue des Carmes niets weten. Zg veracht dit werk van het volk, de ruwe drukte, dat gemeene lawaai. Zjj houdt de meeste luiken voor hare vensters gesloten en hare huizen, met een vrg deftig aanzien, doch menigen spleet in de muren vertoonende, doen denken aan het uiterlgk van een trotsch, doch verarmd man, vol statigheidjen neerslachtigheid. In dit opzicht gaf het huis van den heer LeBcuyer [niets toe aan zgne burenvan het buitenleven gescheiden door een zeer hoogen muur, als een gevangenis, met een groote inrjjpoort, die echter nooit openging, was het alleen toegankelijk voor bezoekers door een klein deurtje, aangebracht in een der deuren van de groote poort, dat, op zich zelf al zwaar en plomp, ook slechts knarsend en halfver- wege openging. Wanneer gjj dien ongast- de aangevraagde uitgaven voor de verdediging niet gerechtvaardigd aohtten. De belangen van den landbouw werden in alle afdeelingen besproken, allereerst de nood zakelijkheid eener concentratie van de regee- ringszorg voor de belangen van den landbouw aan een departement van algemeen bestuur, welke noodzakelijkheid in eene af deeling erkend werd, hoewel versohil van gevoelen bestond over de wjjze waarop die concentratie tot stand zoude moeten worden gebracht. Wensohte men eenerzjjds een afzonderlijk ministerie van landbouw, anderzjjds werd aanbevolen open bare werken af te scheiden van het ministerie van waterstaat en er den landbouw aan toe te voegen. In een andere afdeeling behield men zioh, nu de zaak thans bjj het landbouw- comité aanbangig is, een gevoelen over de wjjze, waarop het beoogde doel 't best kan worden bereikt, voor. Dat de regeering allesbehalve welwillend jegens den landbouw gezind was, weid meer bepaaldeljjk afgeleid uit de wetsvoorstellen van den minister van financiën betreffende o. a. verhooging van het recht van overgang op aan niet-ingezetenen toebehoorende onroe rende goederen en de bjj de regeling van de financiën tusschen rgk en gemeente toegela ten verhooging der opcenten op de giondbe- lasting. Leden, behoorende tot de anti-proteotionis- ten, erkenden dat de strjjd om aan den vrij handel vast te houden moeiljjk werd en dat alleen de vrees voor algemeens protectie nog terughoudt, om op invoerrecht van tarwe en rogge aan te dringen. Voorts werd opgemerkt, dat de positie van eigengeërfde landbouwers meer en meer on houdbaar wordt; ter verbetering werd aanbe volen vooreerst betere wettelgke regeling van het pachtcontract en het stellen van een m8ximum percentage, dat als gemeentelasting zou mogen geheven worden. Onderscheidene leden kwamen er tegen op, dat men den landbouw jin 't algemeen als absoluut ongunstig voorstelt en waarschuwden tegen generaliseeren. Als een fout van de agrariërs noemde men, dat. zg 't veel doen voorkomen, alsof zjj een afgezonderd deel vormen van de maatschappij, vergetende dat alle maatschappelijke belangen onderling samenhangen en dat er over de ganscbe wereld malaise bestaat. De noodzakelijkheid werd betoogd om ons tarief te zuiveren van een aantal inconse quenties, waardoor het protectie schept ten behoeve van buitenlandschen handel en nij verheid. Men verwachtte dat Nederland niet de laatste mogendheid zou zgn, om mede te gaan; wanneer een internationale conferentie ter zake van het bimetallisms wordt voorbereid. Met nadruk werd gewezen op het belang dat het landbouwproefstation de gelegenheid aanbiede tot het onderzoek van boter. Ten slotte werd besproken het begrootings- rccht dor Staten-Gaueraa), naar aanleiding van hetgeen in de Tweede Kamer is voorge vallen met de begrootingspoaten betrekkelijk het Ethnographisch Museum. Men merkte op dat de minister van binnenlandsche zaken dat begrootingsrecht miskend had. De bedenkingen tegen 's ministers beginsel en beleid in deze bleven niet zonder tegen spraak. Kunst en Letteren. De ondernemende firma Gebr. E. en M. Cohen, uitgevers te Arnhem en Njjmegen, heeft thans weer tot een uitgave besloten, die zeker wel veler belangstelling wekken zal. Zjj zond ons de eerste aflevering van een boek, getiteld Oranje en Nederland, door Huf van Buren bewerkt naar Andriessen's Oranje- Nassau. Daarin zullen worden beschreven het leven en de daden van de vorsten en het volk van Nederland tot na de kroning en inhul diging van onze koningin. Het werk zal in 30 afleveringen 25 cent compleet zgn en door 20 kunstplaten worden versierd. De eerste aflevering maakt een uitstekenden indruk. Zjj is op goed papier gedrukt en de platen zgn waarljjk artistiek. Het geheel ge tuigt van smaak en van een onbekrompen streven om een standaardwerk te leveren. Onze koninginnen gaven reeds door hare vrjjen drempel overschreden hadt, bevondt gjj u op een kleine, sombere binnenplaats, aan twee zgden begrensd door rechthoekige gebouwen, met vervallen gevels, en door den muur van het woonhuis, begroeid met dichten, donkeren klimop. Men kan zioh niets afzichtelijker voorstellen dan deze binnenplaats. In een hoek bevond zioh een oude put, met een katrol, die er uitzag alsof zg vergiftigd was. Gebeeldhouwde koppen boven de ramen schenen gezichten tegen u te trekken, als tegen een indringer, en de tre den van de stoep, met uitgesleten, losgeraakte steenen, zeiden zoo duidelgk mogeljjk»Gjj egt hier niet welkom I Maar in huis was het nog erger. Alles ge tuigde van kleinsteedsche gierigheid en eigen gerechtige laatdunkendheidzoodra men het voorhuis betrad, viel u een ijskoude mantel op den sobouders. Een chronische longontste king waaide dreigend in de eetkamer rond, waar de heer Lesouyer vjjf of zes maal in het jaar zgne collega's ten eten had, want daar hjj weduwnaar was kon hg geen dames ontvan gen. Het eten werd in de keuken warm op gedaan, maar onmiddellijk koud door dejjzi- gen atmosfeer in de zaal en de koude ge sprekken van den gastheer; en in het salon, waar van achter de deur de koude koorts op u loerde, wierpen de portretten der voorvader lijke Lesouyers, sedert meer dan een eeuw raadsheer bg het hof en zeer streng voorge- inteekening bljjk van hare belangstelling in en waardeering van deze uitgave. Sherard houdt vol, dat hjj de mededee- lingen van Ibsen naar waarheid heeft weer gegeven. Hjj beweert dat hjj Ibsen meer dan eens, en niet ter loops, heeft gesproken. In het Grand Hotel had hjj herhaaldelijk een langdurig gesprek met den auteur. Verschillende Berichten. Billijkheidshalve dienen wg, waar onlangs door ons onaangename ervaringen werden medegedeeld, opgedaan door hen, die portretten opzonden aan de Socièté artistique de por traits te Parjjs, ook te vermelden dat, bljjkens een bericht in het N. v. d. D., versohillende personen hoogst voldaan waren over het ge leverde werk en zelfs nabestellingen deden- De redactie van dat blad heeft de origineele van die brieven ter inzage gehad. Naar men nader meldt, gaat het plan, om bjj de verkiezingen de belangen van den landbouw speciaal op den voorgrond te stel len, uit van de heeren Bultman, Bauduin en Sickesz. De stad Rotterdam en in het bgzonder de Rotterdamsohe diergaarde leed Vrjjdag een groot verlies door het plotseling overigden van den heer A. A. van Bemmelen, sedert 30 jaar directeur van de diergaarde. Hg volgde den eersten direoteur en oprichter, den welbeken den dierentemmer Henri Martin, op. Met deze had hg gemeen buitengewone liefde voor de wilde dieren en voor bloemen. Geheel in de richting, door Martin aangegeven, werd de diergaarde onder den heer Van Bemmelen uit gebreid en verfraaid. Op het gebied van zoölogie had de heer Van Bemmelen zioh een goeden naam weten te maken. De overledene was 3 Nov. 1830 te Almeloo geboren en was, vóór hg te Rotterdam den 15 Jan. 1867 zgn gewichtige betrekking aan vaardde, conservator aan het museum van natuurljjke historie te Leiden. De laatste werkstaking der bootwerkers te Rotterdam heeft, volgens offioieele opgave, aan de Maasstad gekost f 37.000 tot handha ving der orde. De indireote sohade, door de gemeente geleden, laat zich niet onder cgfers brengen. De bevolking van die gemeente is in 1896 vermeerderd met 9767 inwoners, wier getal thans 276.337 bedraagt, waarvan 131.365 man nelijke en 144.972 vrouwelijke. De Rotterdamsohe politie houdt een razia onder bierhuishouders, die zonder ver gunning sterken drank tappen. Tal van processen verbaal zgn reeds opgemaakt. Nu twee bierhuishouders te dezer zake tot hechtenis zgn veroordeeld, is het aantal plaat sen, waar zonder vergunning getapt werd, volgens de N. B. Ct. met meer dan de helft verminderd. De schrik schjjnt er in te zitten. In verband met den, door ons gemelden Open brief, te Haarlem rondgevent betreffende het overig den van den heer D. W. Kievitsop Meerenberg, meldt de heer J. J. Kievits in de Opr. Haarl. Crt dat hg, ware hg omtrent de uitgifte van zulk een brief geraadpleegd, hjj die stellig zou hebben ontraden, omdat door beambten uit het Gesticht omtrent het overigden geïnformeerd, hjj daarvan overtuigd is en dus opgraving als lijkenschennis zoude besohouwen. De kiesvereeniging te Utrecht, waarvan melding is gemaakt, was bjjna opgericht, grootendeels door leden der Herv. kerk, die niet met dr Bronsveld konden samengaan, benevens uit enkele Chr. gereformeerden. De hervormden hebben echter nu ingezien, dat het plioht was geen verbrokkeling, maar een dracht te bevorderen, en stelden voor de kies vereeniging op te heffen, en met den Chr. hist, kiezersbond samen te werken. Bjjna alle aanwezigen sloten zich bjj den Bond aan. Op 1 Januari waren er bjj de Ned. herv. kerk 331 predikantsplaatsen, die vacant waren of in het begin van dit jaar vacant zullen worden, alsin Gelderland 28, Zuid-Holland 55, Noord-Holland 32, Zeeland 44, Utrecht 13, Friesland 59,0 vergeel 16, Groningen 38, Noord- Brabant 25, Limburg 7 en Drente 14. Jhr W. V. K. Baud, kommandant der Haagsohe sohutterjj, is door de rechtbank te Zwolle gehoord, waarna het O. M. bjj zgn steld in toga's en pruiken, terstond een door dringenden blik op u, uit hunne ovale zwarte ljjsten, alsof zjj onmiddellijk tot het requisi toir overgingen en op het eerste gezicht vroegen: »Besohuldigde, uw naam, en uw voornaam?" Indien gjj echter bevoorrecht genoeg waart om tot de tweede verdieping, in de studeer kamer van den heer Lescuyer, door te dringen, brrr, daar was de kilheid nog erger. Niets dan boekenkasten, met gebonden boeken over rechtspleging van af de in folio's over mid- deleeuwsche gebruiksrechten, in hunne ver schoten banden, tot aan het eindelooze bulletin der wetten in zwart chagrjjo, met roode vakken. Deze massa boekdoelen, die berg van rechtsgeleerdheid en rechtsgedingen, herinnerden u terstond er aan, welke uiteen- loopende dingen recht en duidelgk zgn, en hoeveel bjjkans nuttelooze moeite de menschen zich, van het ontstaan der maatschappij af, getroost hebben, om door geschreven regels te strjjden tegen den Barbaarschen grondslag hunner natuur. Gjj zoudt daar gaan bedenken dat die oude, afgesleten boekwerken, waarin verouderde straffen en afgeschafte folteringen beschreven worden, welbezien niet heel veel onrechtvaardiger en dommer waren dan de nieuwe wetboeken, die, voor een geschil over eenige stuivers, den armen beklaagde over laden met eeu stortvloed van onkosten en een zee van gezegeld papier, zoodat hg de straff-n met den atok van de OoBtersohe cadi's begint eisoh tegen den uitgever der Kamper Courant bleef volharden. De heer Baud voerde aan, dat voor den schutter Duyvenstein de tgd was gekomen, om bjj de reserve te worden geplaatst, zoodat van laf uit den weg gaan zjjnerzjjds geen sprake kon wezen. Een koopman uit Bergen op Zoom, die te Gastel van de stoomtram sprong, is door dat voertuig overreden en zoodanig gewond dat men voor zgn leven vreest. Bjj het laden van een wagen had iemand te Gorinchem bet ongeluk er aohterover af te vallen. Ofschoon bjj nog in Btaat was naar huis te loopen, waren de gevolgen van dien aard, dat bjj weldra buiten kennis raakte en den volgenden dag reeds overleed. Te Haarlem is door twee recheroheurs een fuselier der koloniale reserve uit Njjmegen aangehouden, die sedert Ootober zgn korps verlaten had. Uit Haulerwjjk is een 53-jarige vrouw naar de gevangenis overgebracht, in verband met den dood van het kind van haar onge huwde dochter. Te Zomeren is een inbreker op heeter- daad betrapt. Toen de bewoners van een boerenhoeve 's nachts van een partjjlje thuis kwamen, vonden zjj een man bezig kasten en laden na te snuffelen. Hjj werd gevat en in verzekerde bewaring gesteld. Bg een sohaatsenwedstrgd te Zwolle heeft Marten Kingma den eersten prjjs van f 100 be haald. Hjj reed daarbjj op Noorsohe sohaatsen zoodat van klauwen weinig Bprake kon zgn. Te Roermond zgn op het stations-empla cement vjjf wissels omgetrokken gevonden, waardoor rangeerende treinen zouden hebben kunnen ontsporen. De Bohako der mariniers zal door een helmhoed vervangen worden. De burgemeesters rondom Osoh en in het Land van Ravestein ontvingen voor eenigen tgd eene aAnschrgving van den inspecteur der belastingen om hem in te lichten en antwoord te geven op een 20-tal vra gen, als: Zgn de paBtoor en kapelaan of kape laans rgk? Staan zg daarvoor bekend? Gaan zg veel uit? Maken zjj ook buitenlandsche reizen? Ontvangen zg veel bezoek? Maken zjj vele verteringen Houden zjj paard en rjjtuig Is hun inkomen aanzienlijk Krggen zg veel van de mensohen in geld in natura enz. enz. IIEIIWJAARIHAARTJGI. Daar ligt, zoo schrgft H. E. van Renkum in Bet Centrum, o. a. een stapel nieuwjaarskaar tjes op mgn lessenaar. Wie ze telt, telt mgne bloedverwanten, vrienden en bekenden I Hoe zeer wordt ik bemind en geacht 11! Eu dan nog de verloren of vergeten kaartjes 11 Ik dank allen toezenders, maar zend geen enkel kaartje terug. Dat heb ik voorgoed af- gesohaft. Vrees ik dan niet de volgende jaren geen nieuwjaarskaartjes te ontvangen Vree zen Integendeel, ik hoop het. Ben ik der halve gevoelloos voor een nieuwjaarsgroet? Voor zulk een kilkoifflen groet als modeartikel ja. Een modeartikel Zeer zeker. De meeste dier kaartjes zeggen »Ik heb uw kaartje ont vangen," of »ik verwacht uw kaartje ook, hoor 1" Kaartjes afschaffen bg gelegenheid van nieuwjaarsdag, welk een zonderling denk- bleedl" zegt iemand. Met uw verlof, ik ben zoo vrg dat denkbeeld gezond te aohten. >Maar iedereen zendt op dien tgd kaartjes." Juist, en daarom wil ik er af zgn. »Dat is ook een reden!" Ik heb er nog meer. »Het nieuwjaar- wenschen dus afschaffen Volstrekt niet. Ik doe zóó: Wie mg het naast in den bloede be staat, ontvangt een briefje of briefkaart. Vrienden, die ik in den loop van Januari te spreken krjjg, druk ik wat sterker de hand, en bekenden mjjn hemel! ik ken wel duizend mensohen! »Gjj maakt het u zeerge- makkeljjkNiet waar En anderen ook, wat dunk u Verbeeld u eens, dat allen zoo deden als ik. De postbeambten kunnen dan op *t nieuwjaar feest op hun gemak eten en op tgd naar bed gaan, als zg dat willen". Om niemand te vergeten geeft hjj ten slotte te kennen, dat hjj de kaartjes wil vervangen door advertenties in eenige bladen. Een dynnmletbom of helsehe machine* In een onzer plattelandsgemeenten kwa men tegen het schemerduister drie personen, te betreurenen al hadt gjj honderdmaal geljjk, al ware uw zaak zoo helder als de dag, dan zoudt gjj beginnen te beven voor dien stapel paperassen, van te voren overtuigd, dat men, als men maar even zoekt, daarin honderd redenen voor óen kan vinden, om u in het ongeljjk te stellen, en dat met eenig geduld, niets gemakkeljjker is dan er de gegevens tot uw ondergang, tot uw sohande in te vinden. In dit studeervertrek, te midden van al die gedrukte bewijsstukken van de machteloosheid der menschen om het eens te worden over de eenvoudigste zaken, hield de heer Lesouyer zich gewoonljjk op, gezeten voor zgn schrgftafel een vrg mooi meubel uit de achttiende eeuw, versierd met gedre ven koper beslag voor een grooten staj stukken. Die nauwgezette, eerljjke, jjverigt doch bekrompen magistraat, met een dor hart, versuft door zgn ambt en van lieverlede ontaard in een machine ter over weging, had in het jaar 1866, toen dit verhaal begon, zgn vjjftigste jaar bereikt hjj was vroom, kerkscb, bjj den zegelbe waarder bekend als verwoed clericaal en zelfs verdaoht van legitimisme. De heer Les cuyer was gedurende zgn lange loopbaan slechts langzaam opgeklommen in rang en het roode lintje van het Legioen van Eer versierde niet eens zgn afgesleten jas, met kale naden, die hg over zgne magere gestalte dichtknoopte n volgens de spaarzame gewoonte der klein-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1897 | | pagina 5