MIDDELBURGSCHE COURANT.
N°. 7.
140' Jaargang.
1897.
Zaterdag
9 Januari.
Kanaal Ternenzen—Sent
Deze cotirant verschijnt d a g e 1 ij k emet uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p.p.,/2.-
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermometer.
Middelburg 8 Jan. 8 u. vm. 88 gr., m. 12 u.
40 gr., av. 4u. 33 gr. F. Verw. aenw. O. wind.
Advertentiën voor het eerstvolgend
nummer moeten des middags vóór één
uur aan het bureau bezorgd zjjn.
Advertentiën: 20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel.
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bp abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zjjn gratis
aan het bureau te bekomen.
Agenten.
Te ZierikzeeA. C. de Mooi/, te Tholen
A. van Ndsuwenhuijzen.
w.
Middelburg 8 Januari
Zoowel nit de stnkken als uit hetgeen is
gezegd bij de behandeling in de Tweede
kamer van de met België te sluiten overeen
komst blijkt de meeniDg, dat het nienw te
graven kanaaldeel met grootere sluizen voor
Terneuzen voordeelig zou zjjn.
Bewijzen voor die meening heeft men niet,
en er mag dan ook nog wel eens op worden
gewezen dat gezegd voordeel zeer proble
matisch is. Er zijn er dan ook, en dat zijn
meuBchen, die bekend zgn met Terneuzen
en met scheepvaart en handel, die daarvan
nadeel verwachten.
Indertijd is wel door het gemeentebestuur
van Terneuzen aangedrongen op vergrooting
van de bestaande sluis en op verdieping van
bet kanaalmaar dit is geheel ietB anders
dan het graven van een geheel nieuw kanaal-
deel en het maken van nieuwe grootere
sluizen op eenigen afstand van de plaats,
zooals wordt voorgesteld.
Men meent dat ook Terneuzen van dit
grootere kanaal en die grootere sluizen zal
profiteeren, doch, zooals gezegd, dit is juist
de vraag.
Het nieuw te graven kanaaldeel zal uit
monden in het oude kanaal een heel eind
voorbij de thans bestaande los- en ladings
plaatsen. Booten voor Terneuzen, gebruik
makende van het nienwe kanaal, zullen dan
achteruit naar de losplaats moeten komen,
hetgeen vooral voor booten van grooter
kaliber veel bezwaren kan hebben. En nu
neme men het geval, dat twee of drie booten
die manoeuvre moeten maken en dat er eens
wat drukke vaart op het kanaal is van bin
nenschepen 1
Bovendien is bet onbetwistbaar, dat hoe
verder men vooral groote booten het land
in kan krijgen, hoe voordeeliger. Met klei
nere booten is dit minder winstgevend.
Trouwens de groote uitgave voor het
nieuwe kanaal getroost België zich juist om
die reden.
De vraag is nnzal men, nn men znlke
groote booten tot Gent kan krijgen, Terneu
zen niet links laten liggen
Zal de buitenlandsche scheepvaart op
Terneuzen, welke in de laatste jaren tocb
al niet is toegenomen, niet gaan verminde
ren, doordat men Gent de concurrentie zoo
veel gemakkelijker maakt?
Vreemd is het, dat men van wege hel
Ministerie van Waterstaat niet eens de
moeite heeft genomen, om vooraf debetrok
ken gemeentebesturen te hooren.
Waar een werk wordt gemaakt op
Nederlandsch grondgebied uitsluitend in het
belang van den Belgischen handel (de zoo
genaamde voordeelen voor Terneuzen c.a.
zyn toch slechts bijzaken en worden alleen
als argument gebruikt), daar zou men toch
hebben mogen verwachten, dat in de eerste
plaats aan do betrokken gemeenten en pol
ders om advies zon zijn gevraagd.
Maar aan het Ministerie van Waterstaat
schijnt men alleen op de adviezen van amb
tenaren aftegaan.
Als een voordeel wordt ook vermeld, dat
hij art 6 der overeenkomst is bedongen op
heffing van het jaagpad aan de oostzijde
van het kanaal, waardoor, zoo wordt gezegd,
gelegenheid zal ontstaan tot den aanleg van
steen- en houthavens te Ternenzen.
Zij, die dit hebben gezegd of geschreven,
zgn zeker niet best op de hoogte van den
toestand en zij hebben zeker nooit dat oos
telijke jaagpad gezien.
Dat pad bestaat slechts in naam en bet
is zeker als jaagpad geheel onbruikbaar door
de groote hoeveelheden hout, steen,
enz., welke jaar in jaar nit bij dat
werden opgestapeld en opgetast.
En wat het maken van steen- en hout
havens betreft men moet eens op het
terrein gaan zien!
Ook dit voordeel is al bijzonder proble
matisch.
Het bezwaar van den landbouw, dat de
verhooging van het kanaalpeil de landerijen
meer last van water zal bezorgen, is wel
4oor deskundigen weersproken, maar er zgn
anderen, die dit bezwaar volstrekt niet
opgeheven achten en die in peilverhooging
gevaar voor de aan weerszijden van het
kanaal gelegen landerijen blijven zien.
„Voldoende opgelost," zooals de regeering
meent, is dat bezwaar volstrekt niet. Trou
wens, ook een niet-deskandige kan zien, dat
in dergelijke gevallen meer een persoonlijke
meening, dan een vaststaande waarheid
wordt verkondigd. Dit is ook het geval roet
de weerlegging van het bezwaar tegen de
drie bruggen over de drie op zeer korten
afstand van elkander loopende kanaalarmen
te Sas van Gent.
Autoriteitsgeloof is vooral in
zaken een heel zwak geloof.
Het is bekend dat men het in Nederland
heel wat spoediger den buitenlanders dan
den inwoners naar den zin maakt.
Tegenover België mocht men daarmede
toch eindelijk wel eens breken.
De nu en dan willekeurige slniting der
Belgische grens voor het Hollandsch vee,
zoogenaamd om tegen besmetting van eigen
itapel te waken, doch in werkelijkheid
ter wille der Belgische grondeigenaars en
boeren, heeft vooral in Zeenwsch-Vlaanderen
groote schade berokkend. En nu moge het
waar zijn dat België op dat gebied in den
laatsten tijd wat ronder en eerlijker is
geworden de vrees is gewettigd, dat,
wanneer eenmaal de kanaalgeschiedenis op
beenen staat, dezelfde van zeer weinig wel
willendheid getuigende ministrieële besluiten
te verwachten zgn.
In hoever men bij de aanhangige over
eenkomst waarborgen had kunnen eischen
tegen bedoelde willekeurige maatregelen is
niet gemakkelijk te zeggen.
Maar dat er waarborgen zouden zgn, d.
w. z. verbintenissen, waarvan de nakoming
kan worden gevorderd, buiten de overeen
komst om is moeilijk aan te nemen, zelfs]
het zg met allen eerbied gezegd, al zegt
een minister dit van de hooge plaats welke
hij inneemt.
Bij de behandeling in de Tweede Kamer
zgn twee Zeeuwsche afgevaardigden tegen
de overeenkomst opgekomen. Het is jammer
dat dit door hen niet met meer kracht is
geschied, ja men bad verwacht dat zg althans
tegen zonden hebben gestemd; omdat zij
zich toch zeker wel geheel op de hoogte
hebben gesteld (bijv. ook door opname in
loco) en zg zich zeker wel niet hebben ver
laten op mededeelingen van een enkel belang
hebbende of van waterstaatsambtenaren, die
trouwens alleen over het werk zelf kunnen
en hebben te oordeelen en niets te maken
hebben met plaatselijke belangen.
Terneuzen, 7 Januari 1897.
Bjj kon. besluit
is benoemd tot substituut-griffier bjj de
arr.-rechtbank te Rotterdam mr P. Pol vliet,
advocaat en procureur te 's Gravenhage, tevens
beëedigd klerk ter griffie van de arr.-recht-
bank aldaar;
ia benoemd tot kantonrechter-pl&atBvervaager
in het kanton Zuidbroek, H. Gaaikema, bur
gemeester te Nootdbroek
zgn benoemd tot opzichter van den rijks
waterstaat éde kl., J. Heesterman, en bevor
derd: tot opzichter lste kl., C. Clausiag,
thans 2de kl.; tot opziohter 2de kl., P. de
Rovde, thans 3 ie kl.tot opzichter 3de kl.,
P. Schotel, thans éde kl.
Door de arr.-reobtbank te Haarlem, is ter
vervulling van de vacature van kantonrechter
te Purmerend, opgemaakt de navolgende
alpbabetische ljjat van aanbeveling mr K. W.
Brevet, advocaat en procureur te Middelburg,
jhr mr W. H. Hoen ff c, griffier bjj het kanton
gerecht te Zierikzee, en mr B. J. Rasch,
substituut-griffier bjj gemelde rechtbank.
3ze aanbeveling is Donderdag avond aan
een deel onzer lezers in de stad medegedeeld.
In het, door ons aan een ander blad ont
leend, bericht over de werkzaamheden van dit
ministerie en de Tweede Earner, voorkomende
in ons vorig nommer, zgn nog, behalve
daarin door ons reeds geschrapte, een paar on
juistheden bljjven staan, die verbetering eischen.
De daarin genoemde bedrgtsbelasting was
niet van dit kabinet, maar van den minister
Pieraon en de faillissementewet van den oud
minister Smidt; onder dit ministerie kwam
alleen tot stand de wet tot invoering van
laatstgenoemde wet, doch die was reeds lang
door den heer Smidt voorbereid.
Dat de afschaffing van den verpliohten eed
voor de leden van de Provinciale Staten en
gemeenteraden aan den heer Gerritsen
danken is, maghierbjj tevens wel eens herinnerd
worden.
Naar het oordeel van den minister van
justitie behooren onder vliegende blaadjes
(pornographische stukken, waarvan de verzen
ding verboden is), ook nog te worden verstaan
boekjes van dien aard van ten hoogste 100
bladzjjden en zelfs meer omvangrjjbe, indien
zjj van klein formaat zgn. De ambtenaren
der posterijen zgn in dien geest geïnstrueerd
Een aangename bezigheid voor de post
ambtenaren om die boekjes eens door te lezen,
teneinde na te gaan of zjj vallen onder de
termen van het verbod.
Als die rambtenaren maar niet te veel in
hunne bezigheden worden belemmerd of be
dorven door zulke gedwongen lectuur.
De vraag in hoever hierbjj al of niet gevaar
voor willekeur bestaat, nu de postambtenaren
in deze moeten beslissen, behandelde* wjj reeds
vroeger.
A T J E H.
Volgens een nader telegram uit Batavia is
het in ons vorig nommer vermelde gerucht
ade het vertrek van een reservebataljon
van Weltevreden naar Atjeh onjuist.
Naar luid van een heden aan het Hdbl. ge
zonden telegram bestaat er thans weer uit
zicht op eene expeditie naar Pedir.
Bg het dep. van koloniën is ontvangen het
volgende, van 7 dezer gedagteekende, telegram
van den gouverneur-generaal van N.-l., be
treffende de krijgsverrichtingen in Atjeh
Heavelstelling achter kampong Gentoet
bleek verlaten. Toekoe Oemar uitgeweken
naar het bovenland van Daya. Colonne bljjft
voorloopig in Lohong patrouilleeren."
Dit telegram is nog in het grootste gedeelte
van de oplaag van ons vorig nommer opge
nomen.
TWEEDE HAJHEB.
Clemeente-flannetën.
Het omvangrjjke afdeelingsverslag der ka
mer omtrent het wetsontwerp tot re
geling der finantieele verhou
ding tussohen het rjjk en de ge-
nt;e en herziening van alge-
ne regelen ten aanzien d
plaatselijke belastingen, is, zooals
n 't kort is gemeld, verschenen.
Van verschillende zgden werd der regee
ring lof gebracht om de indiening daarvan,
welke bezwaren men ook tegen de voorge
stelde regeling mocht hebben. Een volkomen
bevredigende oplossing oordeelde men niet
vinden, zoodat men over bezwaren zal moe
ten heenstappen, wil men omtrent deze ge
wichtige aangelegenheid tot overeenstemming
geraken. De urgentie van herziening der ge
meente-finanoiën mocht toch als vaststaande
worden beschouwd. Hiertegenover werd aan
gevoerd, dat de toestand tooh niet van dien
aard is om mede te gaan met elk voorstel
van herziening.
Vele leden hadden bezwaar tegen de sa
menvoeging van bepalingen omtrent de fioan-
cieele verhouding tussohen rjjk en gemeenten
en omtrent de plaatseljjke belastingen in ée»
ontwerp, wegens het daardoor ontstaand di-
lemna om öf aan het wetsontwerp hun stem te
onthouden öf wel te berusten in de door hen
niet gewilde regeling van een der beide on-
derdeelen. Splitsing der beide ontwerpen
werd daarom wenscheljjk geacht, doch door
anderen bestreden. Ook tegen den vorm van
het wetsontwerp werd door sommige leden
bedenking geopperd, omdat men meende dat
opneming der gecompliceerde bepalingen om
trent de uitkeeringen san de gemeente on-
noodig is en het eenvoudiger ware te bepalen
dat jaarljjks aan elke gemeente per inwoner
zou worden uitgekeerd het bedrag, op eene
bjj de wet te voegen tabel vermeld. AnderB-
jjds vond men de opneming van regels van
berekening aanbevelenswaard, in het belang
der stabiliteit.
Een aantal leden was in beginsel tegen de
voorgestelde regeling. Het thans voorgestelde
stelsel van bljjvende subsidiëa achtte men in
strgd met het beginsel der gemeenteljjke au.
tonomie iets anders ware het geven van res
titutie voor de ten behoeve van het rjjk ver.
richte diensten.
Verscheidene leden geven boven uitkeerin
gen de voorkeur aan overneming der verschil
lende takken van dienst door den Btaat, b.v.
politie, sohutterjj, instellingen van hooger- en
middelbaar onderwjjs en, volgens eenigen,
ook lager onderwjjs; armenzorg zou in
die gedachte big ven bg de gemeentebestu
ren. Men zag niet in, waarom deze maatre
gelen van centralisatie, vermeerdering van
uitgaven met zioh zouden brengen. Er bestond
echter weinig kans voor dat denkbeeld de
medewerking der regeering te krjjgen, maar
volledige vergoeding voor de door de gemeen
ten in het belang des rijks gedane uitgaven
was intusschen met het standpunt der regee
ring geenszins in strgd.
Verder werd betoogd, dat de voorgestelde
regeling geen rekening houdt met de draag
kracht der gemeente. Deze zullen naar rege
len, die op willekeurige feiten berusten, ver
goedingen ontvangen, niet geëvenredigd aan
behoefte der g-meente aan rjjkshnlpge
meenten, die zonder bezwaar in eigen uitga
ven kannen voorzien, zullen des niettemin
eene uitkeering ontvangen, andere veel meer
-Jan noodig is en nog andere weder minder
dan zjj behoeven.
Anderzjjds beschouwde men de voorgestelde
regeling niet als een eigenljjk subsidiestelsel,
ontkende men dat de autonomie der gemeen
ten geschaad zou worden door vergoedingen,
bestreed men de overneming van thans door
de gemeente behartigde rijksbelangen, en
achtte men het niet wel mogeljjk om, nu een
maal de gemeenten krachtens de wetten van
1865 en 1885 belsngrjjke uitkeeringen genie
ten, van de toekenning van uitkeering at te
zien.
De toelichting van de regeling der uitkee
ringen naar het zielental achtte men onvol
doende, men meende dat, behalve de bevolking,
ook de uitgestrektheid der gemeente als maat
staf diende in aanmerking te komen. Er werd
op gewezen, dat de aanneming van het bevol
kingscijfer als factor voor het bedrag der
'jjksuitkeering zeer nadeelig is voor kleinere
stedeljjke gemeenten. Men had dus in be
ginsel bezwaar tegen de uitkeering per hoofd
en nog meer tegen de toepassing van bet
beginsel, waardoor eene bevoorrechting plaats
zal vinden van de groote boven de kleine
gemeenten, die nog meer versterkt worden door
de regeling der vergoedingen, wegens gemis
van inkomsten uit verbruiksbelastingen, waar
door een premie wordt gesteld op de >belang-
rjjkheid" eener gemeente.
Die bevoorrechting werd temeer afgekeurd,
daar in die gemeenten Amsterdam uitge
zonderd over te zwaren druk der gemeente
lasten niet wordt geklaagd.
De uitkeeringen wegens gemis aan accg as-
inkomsten vonden bjj vele leden instemming.
Tegen de toepassing vaa het beginsel razen
zeer vele bezwaren. Waarom alleen in rekening
gebracht wat aan persoonijjke directe belas
tingen woidt opgebracht Men aohtte het ook
onbilljjk, dat het bedrag afhankeljjk zal zjja
van de som, tegenwoordig aan direoce persoon
ijjke belasting opgebracht. Overigens werd
gewezen op tal van onjuist heden in de bereke
ningen.
De bjjdrage in de kosten van armenzorg,
die de regeering wil verleenen, waren volgens
sommigen in strgd met het eigen stelsel der
regeering, en volgens velen in strgd met de
beginselen der armenwet. Zjj levert bezwaar
op met betrekking tot gemeenten, b. v. in
Friesland, die op te ruimen voet bedeelen en
zjj zal ook hoogst onbilljjk werken tegenover
andere gemeenten.
Verscheidene dezer bedenkingen bleven niet
onweersproken en sommigen wensohten het
verleenen van bjjdragen facultatief te stellen,
zoodat alleen in geval van buitengewone om
standigheden subsidie zou worden verleend.
Het voorstel om de uitkeeringen aan de
gemeenten op een onveranderljjk bedrag per
inwoner te stellen, ontmoette bjj vele leden
bezwaar. De voorgestelde fixeering zal ook
zeer nadeelig kunnen zgn voor gemeenten,
wier bevolking afneemt en in dit opzicht zal
zjj juist in tegengestelden zin werken als de
fixeering van 1885, terwjjl ook de voorgestelde
fixeering verkeerd zou werken ten aanzien van
de bg dragen in de kosten van armenzorg, waar
de plaatseljjke omstandigheden binnen een
kort tjjdsverloop groote veranderingen kunnen
ondergaan. Ook vreesde men, dat de fixeering
als bjjdrage nadeelig werken zou op de be
reidvaardigheid van particulieren om tot de
aitgaven van het armwezen bjj te dragen, daar
zjj zullen rekenen op de gelden, die de ge
meen te uit 's rjjks kas voortdurend zullen
toevloeien.
Anderen meenden daarentegen, dat de voor
gestelde fixeering in bet stelsel der regeering
OMvermjjdeljjk is.
Sommigen wenschten aan de wet een tjjde-
ljjk karakter te zien gegeven, opdat het bedrag
der uitkeeringen na een zeker aantal jaren,
in verband met de gewjjzigde omstandigheden
nader zou kunnen worden vastgesteld. Anderen
aohtten de voorgestelde "fixeering aannemelijk,
mits daaraan bepalingen werden verbonden
welke als prikkel tot een zuiniger beheer der
gemeentehuishouding konden werken.
Hierbjj moet gelet worden op de verruiming
van het belastinggebied, in verband waarmede
bepaald zou kunnen worden dat de uitkee-
ringen wegens gemis san acejjns-inkomsten en
wegens hooge kosten van het arm wezen» jaar-
ljjkö met 1 of 2 pot. zondea dalen.
(Slot volgt).
Het voorstel Bahlmann tot wjjziging der
eohutterjjwet vond natuurljjk in de Kamer een
zeer slecht onthaal. Volgens het voorloopig
erslag drong men bg het afdeelingsonderzoek
op terugneming van het voorstel aan, nu een
nadere regeling der gemeente-financiëa door
de regeering iB voorgesteld. Sommigen achten
afschaffing der scbutterjjen beter dan een her
vorming. De billjjkheid van een schadeloos
stelling aan de schutters werd eenerzjjds er
kend, anderzjjds meende men dat de kwestie
van schadeloosstelling wegens militaire lasten
wachten moest tot een wetteljjke regeling der
levende strjjdkraohten.
UIT STAD EN PROVINCIE-
In den afgeloopen nacht overleed hier ter
t e d ena een korte ongesteldheid, hoewel
zgn gezondheidstoestand in de laatste jaren
veel te wenBchen overliet, jhr mr Johan Fran
cois Schuurbeque Boejje, sedert 30 Juni 1896
rechter in de arrondissements-rechtbank te
Middelburg.
De overledene werd den 22 Augustus 1841
te Middelburg geboren en promoveerde den
27 Oct. 1868 te Utrecht.
Van 1 Januari 1870 tot Mei van dat jaar
was hjj als advocaat te Amsterdam en na dien.
tjjd tot 17 Juni 1874 als advocaat te Breda
werkzaam.
Den 17 Juni 1874 werd jhr mr Boejje
benoemd tot griffier bjj het kantonge
recht te Vlissingen, welk ambt hjj 15 Mei
1877 verwisselde met dat van ambtenaar van
het openbaar ministerie bjj het kantongerecht
te Middelburg.
Den 13 Maart 1886 trad de overledene op
als snbstitunt-officier van justitie bjj de arron
dissements-rechtbank te Middelburg, terwjjl
hjj den 30 Juni 1896 tot rechter in dat ooi
lege benoemd werd.
Bjj den aanvang van de zitting der rechtbank,
kamer van strafzaken, van heden ochtend werd
door den vioe-preBident, den heer mr J. van
der Lek de Cieicq, een woord van hulde ge
bracht aan de nagedaohtenis van den over
ledene. Daarbjj herinnerde spreker aan het
geen door hem kort geleden bjj de installatie
van jhr mr J. F. Schuurbeque Boefje is
gezegd en betuigde hjj zgn leedwezen, dat
hoop, die hjj toen uitsprak, dat de heer
Boejje nog langen tjjd als lid der rechtbank
zitting hebben zou, niet ie verwezenljjkt.
De substituut-officier van justitie, de heet
I. Z. Mazel, sloot zioh bg die hulde en die
leedbetuiging aan.
De overledene maakte ook sedert 1880 deel
uit van het bestuur der godshuizen.
Het muziekgezelschap Om Genoegen te
VliBsingen bracht Donderdag avond den
commissaris van politie, den heer N. de Graaft)
naar aanleiding van diens dertigjarig jubileum,
eene serenade met fakkellicht, die veel men-
scben op de been bracht.
Tengevolge van het besluit van de wet
gevende macht in België, waarbjj voortaan
het wedden enz. is verboden, znllen zich bin
nenkort te Vlissingen twee Engelsohe
kantoren van bookmakers uit Ostende vestigen.
Twee huizen zgn daartoe dezer dagen aan
gekocht. Er zullen dan te Vlissingen met de
twee aanwezige, vier bookmakerskantoren zgn,
die gezamenlgk een 50-tal klerken ia dienrt
hebben.
[Behalve de 11.821.280 kilogram strikef-
bieten, die in het afgeloopen Beizoen op de
haven van Bruinisse geladen werden,zgn
aan de beide buitenveren van den polder nog
2.251.500 kilogram en derhalve te zamen
14.072.780 kilogram verscheept cf ruim vjjf
millioen kilo's meer dan het hoogste cjjfer, dat
vroeger daar ooit bereikt werd. Voor bet
vervoer van al die bieten waren noodig 115
scheepsladingen, vertegenwoordigende een
laadvermogen van 12915 tonnen of MJ.
De ontsmettingskosten der besmetteljjke
vlekziekte onder de varkens in die gemeente
hebben in 1896 bedragen f 110.10, welk cjjfer
die hoogte ook nimmer te voren bereikte.
Uit Stavenisse schrgft men ons:
Ook hier bestaat sinds eenige jaren een
zoogenaamd ziekenfonds, dat ten doel heeft
aan arme en behoeftige zieken, op raad van
den geneeskundige, versterkende middelen te
verschaffen. Het fioantiëel beheer daarover it
in handen van bet diaconie-armbestuur. Naar
wjj vernemen is de belangstelling in genoemd
fonds bjj de ingezetenen zoo teer gedaald, dat
men zelfs hoort spreken van een opheffen van
het fonds. Het is evenwel te hopen, dat van
invloedrjjke zjjde pogingen worden in het
werk gesteld om dit te voorkomen. Want wat
zal het gevolg van die opheffing zgn?
Aan particulieren zal dan voedsel of