MIDÖELRURGSCHE COURANT.
N°. 308.
139' Jaargang.
1896
Woensdag
30 December.
Daw courant verschijnt d a g I y k amee titasoadering vu Zom- 9a Feestdag»;
ifrjj», per kwartaal, loowel voor Middelburg als voor alle plaataem ia Nederlud frueo Mh 2.=St
Afzonderlijke nummers koste® cent»
Middelburg 29 Dec. 8 u. Tm. 44 gr., m. 12 u.
47 gr,, ar. 4 n, 45 gr. F, Yerw. W. wind.
Advertenties voor bet eeratvolgeii
nummer moeten dei middags röar Ma
uur aan het bureau bezorgd i|n.
AdvsrtentiSn20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten ei
Dankbetuigingen vu 17 regels 1.50; elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per regelt
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
AdvertentaSn bfj abonnement op voordeelige
voorwaarden. Prospectussen daarvan zjj* gratia
aan het bureau te bekomen.
Aff
ITe Ylissingen P. G. de Vet Mestdagh Zoo*,
te Goes; A. O. Boiuii, firma wed. A. C. de Jonge.
Middelburg 29 December.
De Rulkerwet fa de Tweede kamer.
Het in de Tweede kamer o»ev dp
suikerwet gevoerd debat kan niet anders
zegt de Arnhemsche Courant dan een on-
gunstigen indruk maken op den voorstander
van handelsvrijheid, die tevens tegenstander
van ondersteuning der industrie uit de staats
kas is. Om twee redenen in de eerste plaats
omdat deze wet en in dit opzicht is het
ontwerp niet geamendeerd rechtstreeks en
onbewimpeld zoogenaamde open premiën, zjj
het al aan zeker maximum gebonden, ver
leent. In de tweede plaats om het driest op
treden van het protectionisme, dat zich in al
zijne inhaligheid bonnen deed, en, al werden
zjjne hooge eischen niet ten volle toegewezen,
in de kamer toch eene bereidwillige meer
derheid vond om meer te krjjgen dan de re
geering oorspronkelijk den armen suiker
fabrikanten uit de schatkist had toegedacht,
en hetgeen wel zeer te betreuren is
den minister van financiën, anders zoo
schroomvallig om een deel der inkomsten van
de schatkist op te offeren ten bate van het
wezenlijk algemeen belang, maar al te bereid
vond om zjjn oorspronkelijk bod met meer
dan tien percent te verhoogen, en voor goed
(voor zoover deze wet inderdaad eene blijvende
regeling in het leven mooht roepen) f 200.000
per jaar meer dan hg noodig en wensoheljjk
achtte aan de auikerfabribanten cadeau te doen.
Voor een gedeelte waren de tegenstanders
der protectie wel verplicht in een zuren appel
te bijten een afstemmen van het wetsontwerp
had, ook na de aanneming van het amende
ment-Van Karnebeek-Hennequin alleen eenïgp
dootrinaire beteekenis gehad, daar inderdaad
de winsten van de suikerindustrie ten kostp
van den Staat daardoor grooter waren ge
worden. Dan toch was de bestaande invorde
ring van den suiker-accjjns, op den grond
slag van de dichtheid van het sap, gehand haafd
en met de verbeteringen in de bewerking, die nu
reeds de offioieele berekeningen zeer ver vooruit
zjjn, zouden de winsten steeds zjjn toegenomen
en de dividenden van 10, 15 en 20 percent,
tegenwoordig, dank aan de baBtaaude wet, aan de
aandeelhouders betaald, nog aanmerkelgk ge
Btegen.
Alles ten koBte van den staat, dceh zonde;
eenig voordeel voor de verbruikers van suiker,
daar de fabrieken eenvoudig de belasting var
de steeds vermeerderende overponden te eigen
bate zouden heffen. Het wetsvoorstel van den
minister Sprenger van Ejjk was dus zonde;
twjjfel voordeelig voor de schatkist; zelfs ns
de aanneming van de hoogere premiën dan de
minister ze had voorgedragen, is het voordeel
nog aan hare zjjde. Welk cjjfer er ook bepaald
is, aan de protectie ten behoeve van de
suikerfahricage is thans een grenB gesteld, er
dat de vorm van de protectie is gewjjzigd is
.dien zin, dat er nu open en wetens uit de
eohatkist premiën gegeven zullen worden, het
geen wel de meest cynische denkbare vorm va»
prolectie is, kan voor den tegenstander van dai
stelsel te verkiezen zjjn boven het heimelijke»
zoo te zeggen langs slinksche wegen te»
koste van de schatkist leven, dat onder de
thans nog heerechende suikerwet plaats
greep. In zooverre kunnen de vrjjhan-
delsmannen zich dus, zoo al niet tevreden
over, dan toch tot zekere hoogte ver
zoend achten met de suikerwet, dip, al werp*
zjj alle maskers af om in zjjne volle beteeke
nis het protectionisme ta huldigen, tenminste
de benadeeling van de schatkist binnen zekere
grenzen houdt, en voorkomt dat vroeg of laat
het aandeel van de suikerfabrikanten zulk eene
vermeerdering ondergaat, dat er van de twaalf
millioen, welke de consumenten aan accjjns
betalen, maar nauweljjks zooveel in de schat
kist vloeit, dat de Staat er de kosten van con-
tröle en invordering mede betalen kan. Hel
argument, dat men nu en dan nog al hoog
heeft laten klinken, al zou de wetgever door
het verleenen van douceurs aan de suikerin
dustrie tegeljjk «iets voor den landbouw doen",
en dus de beschuldiging te schande maken da*
hét landbouwbelang door de Regeering en de
Volksvertegenwoordiging niet behoorljjk
hartigd wordt, zal daarentegen wel niet veel
stemmen aan de wet bezorgd hebben. Door
de heeren De Boer, Rutgers van Rozenburg en
Mees is dit voorwendsel geheel ter zjjde ge
schoven, terwijl het betoog van den Minister
van Financiè'a dat de regeling der materie
van de open premiën, zooals die in de wet
voorkomt, niet misse* kan aan den landbouw
een deel van dit Rjjksgeld te verzekeren, ten
dezen zoo weinig klemmend was, dat men zou
kunnen aannemen dat Zjjne Exellentie zelf
daar niets van gelooft.
Ongelukkig echter is Nederland, gelijk pp
met de andere landen, die dezelfde noodlottige
suikerhccjjapolitiek in practjjb brengen, tot
het big ven volgen van den slechten weg ver
plicht. AI had de keuze niet gestaan tnsschen
de beslaande wet, die de winsten der suiker
producten ten koste der schatkist steeds opdrjjtt,
en het wetsontwerp dat een msximum stelt,
al had de Khmer voor een beginselkwestie
gestaan en het in bare macht gehad aan deze
protectie een einde te maken en ook voor de
suikerindustrie de voor alle andere bedrjjven
geldende beginselen van toepassing te ver
klaren, dha nog zouden de omstandigheden
de voorkeur aan bet instandhouden van de
protectie hebben doen geven. De ganscbe
industrie leunt daarop en is daarop ingericht,
landbouw dankt daaraan en dit is het
eenige indirecte voordeel dat hg uit de suiker-
wetgeving trekt, dat althans ésn cultuur,
waarvoor vele gronden in ons land geschikt
zgn, nog loonend is (zoolang de suikerfabri-
kanten daarvoor goede prgzen betalen en de
onderlinge concurrentie der landbouwers zelf
de markt niet bederft). Trekt de Staat zgne
hand weg en sluit hg da schatkist, zoowel
kapitaal als arbeid zouden een geducht débacle
beleven, voor het gansche land een groote
ramp, waarvan de nawerking in alle kringen
zou worden gevoeld.
De freetraders meerderheid in de tegen
woordige Tweede kamer heeft daatom ver
standig gedaan, met het wetsontwerp te steu
nen, en zelfs geen pogingen te doen om de
door de regeering voorgestelde premiën lager
te doan stellen. Dat sg met het voorstel-Van
der Kan niet medegingen, om de grens voor
de premiën te stellen op drie millioen, dus
bevend en voor goed het dubbele van hetgeen
aan de suikerfabrikantea voldoende scheen
to8n de minister Pierson een cgfer van ander-;
half millioen genoemd had, is evenzeer na-
tuurlgk. Minder valt het te prgzen dat er onder
hen waren die medegingen met het aangeno-
amendement van de heeren Van Karne-
beek en Henntqaia, door den minister zooals
het heet «welwillend bejegend," waarbg aan
de heeren fabrikanten gedurende het over
gangstijdperk en later blgvead twee ton per
jaar meer zou worden toegediend als het wets
ontwerp inhield.
Door het nadrukkelgk en vermetel optreden
van de pleitbezorgers in de suikerindustrie zal
zeer zeker die medewerking wel niet ver
kregen zgn. Dit was veeleer berekend om
elke toenadering oamogelgk te maken. In
zooverre is de behandeling van de suikerwet
in de Tweede Kamer belangrgk en leerzaam
geweest. Men theeft er uit kunnen zien,
waartoe het eenmaal geprikkeld eigenbelang
in staat is, en in zoover kan de aandachtige
lezing van de zittingsverslagen van 21 en 22
December, echte «donkere dagen voor
Kerstmis" uit een economisch standpunt,
die wg sterk aasbevelen, slechts dienen om
een afschrik voor het protectionisme te geven.
Het is niet noodig den lezer aandachtig te
maken op de nu eens listige, dan weder
intimideerende argumenten waarmede de be
langen van deze industrie door hare advocaten
werden bepleitbg de minste kennis Tan
zaken vallen die iedereen ia het oog. Iedereen
zag het hellend vlak voor zich, waarop de
Kamer afgleed naar den afgrond van het
protectionisme; gelukkig nog maar dat men
op een zeker moment is blijven staan.
Het amendement van den heer Bourn an ver
dient waardeering om de bedoeling, namelgk de
door den voorsteller beoogde geleidelgke ver
mindering van den suikeraccgns zelf. Maar dp
gekozen vorm, de jaatlgksche bepaling van
het bedrag van den accges, maakte het niet
aannemelgk. Yeel wat door den minister
er tegen aangevoerd werd, bezat weinig over
tuigende kracht, maar enkele zgrer argu
menten gingen toch wel op. Het telken jar'
voorkomen van een suikeraccgnsdebat, waarbg
telkens beraadslagingen te verwachten waren
van denzelfden onverbwikkelgben aaid als de
bam6r thans aan te hooren heeft gehnd.
is verre van gewensebt; het gevaar van
geheel verlies van de opbrengst van den
accgns, wanneer er geen overeenstemming
tusschen de beide kamers kon worden ver
kregen, is niet te ontkennen, evenmin als d*-
onzekerheid omtrent de te heffen belasting, die
voor handel, fabrieksngverheid en landbouw
in dit geval zeer ongewenscht is. Had de heer
Bouman terstond lagere cgfers dan de wet
inhield voorgesteld, veel van onze bezwaren
tegen zgn amendement zouden vervallen zgn
Wg maken er hem echter geen verwgt van
di t hg h-;t niet gedaan heeft, want bg eene
zoo ingewikkelde als desuiker-indastrie is een
voorBtel tot regeling alleen van de regeering
te verwachten. Dat dit van den tëgenwoordi-
gen minister van financiën niet iB tegemoet
te zien, geeft een kamerlid nog geen reden
om te doen wat der regeering, en alleen der
regeering is.
De slotsom ?an het tweedaagsoh debat is
dus geweesl, dat de suikerfabrikanten uit de
schatkist voor goed en doorloopend tweemaal
honderdduizend gulden 's jaars meer zullen
ontvangen dan de minister oorspronkelgk had
voorgesteld. Geen onaangenaam Kerstgeschenk
voorzeker; men kan er hun als motto de be
kende woorden van Ruy Bias tot de Spaansche
ministers bg geven
Bon appétit, Messieurs
en wat verder volgt. Nu! zg hebben in dit
debat ?<5)r de Kerstdagen wel getoond, dat
het hun niet aan appetgt ontbreekt.
HET SUIKER WET JE.
Zooals in het grootste deel der oplaag van
ons vorig nommer nog is gemeld, werd Maan
dag door de Eerste kamer de noodwet,
regelende den suikeraccgns voor 1897, met 27
tegen 21 stemmen aangenomen. Deze
noodwet niet te verwarren met de nieuwe
regeling, waarvan hierboven sprake ia.
De aanneming geschiedde duB met iets
grooter meerderheid dan aanvankelgk verwacht
waswat, volgens Het Vad., te danken waB
aan de voortreffelijke, even handige alskraoh-
tigo verdediging van den minister.
Tegen het ontwerp stemden de twee Lim-
burgsche afgevaardigden Regout en Magnée
de beer Pgls was, evenals de heer Engel-
berte, die voor Gelderland zit, afwezig
de zes Noord-Brabanteche, de vgf Geldersche,
de twee Utrechtsche afgevaardigden, van de
Zeeuwsche de heer Godin de Beaufort, van de
Groningsche de heer Welt en verder de heeren
Sickesz, Kist, Breebaait en Bultman. Alzoo
stemden voor alle overige liberalen benevens
de heer Yan Asch van Wgck.
Behalve een paar leden, die zich tot repliek
verplicht zagen, waren in de heeren Bultman
en Reekers meuwe Btrgders in 't debat geko
men, maar moeilgk zal, volgens bovengenoemd
blad, kunnen beweerd worden, dat zjj bg zon
der gelukkig waren in hun argumentatie.
Als de heer Reekers ten slotte vroeg aan de
fabrikanten voor dit eene jaartje nog hu»
buitengewone bate te gunnen, omdat het er
daarna minder goed voor hen zou gaan uit
zien, pleitte hg meewarigheids-argumenten,
die op de hoeders Tan 't algemeen belang
weinig indruk konden maken, maar dan deed
hjj tevens de vraag rjjzen, wat te denken van
de betoogen, dat het er met de industrie thans
reeds zoo ongelukkig uitzag. Aan den heer
Sassen, die thans weder dat liedje zong, kon
de minister een allermerkwaardigst rekwest
voorhouden van den fabrikant, op wien hjj
zich kan beroepen, een rekwest, dat een aardig
winstje ook met deze wet voorcjjferde en een
fraai lioht liet opgaan over de bewering, dat
het voordeelig zou zgn geweest boven sap-
aanslag werken in entrepót te kiezen nl.
voor de slechte bieten.
De heer Bultman, die natuurljjk in bespre»
kingen en overleggingen, aan de indiening der
suikerwetten voorafgaande, zjjn belangrgk aan
deel heeft, vatte zgn beschuldigingen samen
in de bewering, dat de minister de goede
trouw tegenover de fabrikanten geschonden
heeft. Ter staving moesten dienst doen een
telegram, door hem op grond van besprekin
gen met den minister, voor de indiening der
definitieve suikerwet gezonde», en een com
muniqué in 'de N. R. Ct., verklarende, dat voor
de campagne 96/97 de aeegnswinst op het ge
middelde zou gehandhaafd worden. Het viel
den minister niet moeilgk aan te toonen, dat
inderdaad dit standpunt nog steeds is inge
nomen, want dat de winst, die zal worden
behaald, van het gemiddelde der beste jaren
niets afwjjkt, terwjjl hjj overigens terecht van
zich wierp de voorstelling, als zou bg, als
regeering, een overeenkomst met de fabrikan
ten aangaan. Zoo de heer Bultman is teleur
gesteld, ecbjjnt dit in de eerste plaats aan
onjuiste opvattingen zijner zjjde te wgten.En
zoo bg poogde te betwisten, dat reeds op 18
Febr. door de fabrikanten van de f 1 was
afgezien, waarmede zg bg verandering in de
wetgeving hun koopprjjzen mochten verlagen,
dan kon de minister hem tegemoetvoeren, dat
bet ontbreken dier mededeeling in de notu
len dier vergadering, het onbetwistbare feit
niet onjuist maakt.
Het verwgt der terugwerkende kracht is
ten Blotte door den heer Van Lier op juridi
sche gronden niet ongelukkig weerlegd.
Gelukkig hebben de leden der Eerste kamer
getoond, dat het algemeen belang bg hen toch
hooger staat dan de bijzondere belangen, ook
daar waar met de merkwaardigste en onge
twijfeld soms zelfs de oprechtst gemeende
drogredenen pogingen worden gedaan om het
voor te stellen, alsof de hoogste beginselen
van rechtvaardigheid en goede trouw het die
nen dier bjjzondere belangen eisohen.
Een arbeidscontract.
Onder de dezer dagen verzonden punten
van besohrjjving voor de 46a algemeene ver
gadering, in Juli te houden door de Vereent'
ging tot bevordering van Fdbriéks- en Rand
werksnijverheid in Nederland, voorzitter
de heer mr E. Fokker en secretaris de heer
Aut. van Gg* komen twee belangrjjfcvj
punten voor, nam.een arbeidsoooatraot en
een voorstel,van een der leden van het hoofdbe
stuur, om in 1898 op initiatief en kosten der
Vereeniging Nederlandsche werklieden te
zenden naar de Parjjsohe tentoonstelling.
Het verblgf te Parjjs zou aoht dagen dure».
Voor elk onderdeel van de verschillende
groepen der tentoonstelling zouden hoogstenp
2 personen in aanmerking kuonen komen
terwjjl elke afdeeling het recht zou hebben
personen aan het Hoofdbestuur op te geven
onder verband, dat deze personen aan een
vootafgaand onderzoek omtrent hunne be
kwaamheden zich moeten onderwerpen, en
minstens gedurende de laatste vjjf jaren bjj
een lid der Vereenigieg werkzaam moeten zgn
Volgens het voorstel zouden deze werklie
den bjj hun bezoek aan die tentoonstelling
worden vergezeld door eene commissie,
staande uit de meest bekende vakmannen,
daartoe door het hooflbestuur uit te noodigen,
ten einde hen met raad en daad bjj te staan.
Alle onkosten, batrekking hebbende op bo
venstaand doel ten bate der werklieden, wor
den door de Vereeniging gedragen terwjjl elke
aldeeling daartoe in de kas van het hoofdbe
stuur bjjdraagt een bedrage van hoogstens
/"100,voor eiken werkman, die namens hare
afdeeling zal aangewezen worden.
Alvorens dit of een gewjjzigd voorstel aan
algemeene vergadering te doen, acht het
hoofdbestuur het wenscheljjk te'onderzoeken,
welk onthaal het daarin vervat denkbeeld bg
de afdeeling vindt. Na kennisneming der in te
zenden antwoorden zal het hoofdbestuur nader
overwegen of het aan de afdeelingen tjjdig
tot nadere bespreking een voorstel voor de
algemeene vergadering zal doen toekomen.
Wat het arbeids-contract betreft,het
daarvoor opgemaakte concept luidt, behoudens
enkele wijzigingen van ondergeschikt belang
in verband met bjjzondere omstandigheden,
als volgt:
De firma Fabriekante, gevestigd
te eenerzjjda
en de mede-ondergeteekende
wonende te ander
zijds, zgn overeengekomen als volgt
De ondergeteekende ter andere zjjde, in deze
overeenkomst aangeduid met den naam «mede
contractant", stelt onder de hier na te noemen
voorwaarden zgn arbeidskracht ter beschikking
van de ondergeteekende ter eenre zjjde, in
deze overeenkomst aangeduid met den naam
«de firma." De firma aanvaardt de beschikking
over die arbeidskracht onder de hierna te
noemen voorwaarden.
Arbeidstijd.
A r t. 1. Dageljjks, behalve op de Zon
dagen, op de beide Kerstdagen, den 2en Paascb-
dag en den 2en Pinksterdag, wordt gewerkt,
met inbegrip der rusttgden
Van 1 April tot 30 September uur;
Van 1 October tot 31 Maart uur.
Op den Zaterdag is de arbeidstjjd V/3 uur
korter.
Art. 2. Voor den 2en Paaschdag, den 2en
Pinksterdag, den 2en Kerstdag en ook voor
den len Kerstdag, zoo die niet op een Zon
dag valt, werdt het gewone uurloon uitbe
taald, als ware gearbeid. Valt dus een dier
dagen op een Zaterdag, dan wordt loon uit
betaald voor uur of voor uur, naar ge
lang die dag valt in het winter- of in het
zomer werkseizoen.
Art. 3. Als overwerk wordt beschouwd
de arbeid tuBschen en 's avonds. Is door
den mede-contrsctant, wegens welke reden
ook, op een of meer dagen in zekere week
minder aren; en op een of meer andere dagen
in die zelfde week meer uren gewerkt dan
voor dien dag of die dagen als normaal is te
besehouweB, zoo woïdt overwerk betaald sleobts
voor die uren waarmede het normaal getal
uren voor die week wordt overtroffen.
Art. 4. Overwerk kan door den medecon-
traotant niet geweigerd worden, indien dit
moet verricht worden om voor zieken in te
springenmeer dan het gewone uurloon be
hoeft de firma voor overwerk uit die oorzaak
niet te betalen. Overwerk kan overigens door
den medecontrac*ant geweigerd worden. Het
-ordt door de firma betaald met 1/4 meer dan
het gewone uurloon.
Naohtarbeid tusschen ure 's avonds en
ure 's morgenB, alsmede Zondagsarbeid kunnen
altgd geweigerd worden en moeten altjjdmet
de helft meer dan het gewone uurloon be
taald worden.
A r t 5. De arbeid vangt aan van 1 April
tot 30 September te ure en van 1 October
tot 31 Maart te unr, en eindigt des avonds
te uur, en op Zaterdag te 5.30 unr.
De rusttjjden fijjn; van 1 April tot 30 Sep
tember tusschen uur en uur, tusschen
uur en uur, en tasschen uur en
uurvan 1 October tot 31 Maart tasschen
nar en uur, en tasschen uur en
uur.
Het aantal ure», begin en einde, en de
rusttgden worden als een aienwe regel sleoht*
in gemeen overleg* gewjjzigd.
Art. 6. Wenscht de medeontraotanf, ook
in geval van ziekte, een of meer dagen of een
gedeelte van een dag vrjj van werk te zgn,
zoo geeft hg daarvan, onvoorziene omstandig
heden voorbehouden, 24 uren vooruit kennis
aan de firma; uurloon voor dien tjjd wordt
niet uitgekeerd.
Wenscht de firma een of meer dagen of een
gedeelte van d«n dag de werkplaats te
sluiten, zoo geeft zjj, onvoorziene omstandig
heden voorbehouden, daarvan 24 uren voor
uit kennis aan den mede-contractant; bjj sluiting
gedurende een deel van den dag wordt het
zelfde loon uitbetaald, als ware op al de ge
wone uren van dien dag gearbeid bg sluiting
gedurende een vollen dag wordt het gewone
uurloon van dien dag uitbetaald.
Arbeidsloon.
Art. 7. Het gewoon uur!om bedraagt
centen.
Art. 8. Het wordt in Nederlandsche munt
uitbetaald, op de werkplaat*, eiken Zaterdag
of laats'en werkdag der week v<5<5 - zes uur.
Art. 9. Inhouding van of korting op het
loon ten behoeve van derden zonder gelegd be
slag is niet geoorloofd; inhouding van of korting
op het loon ten behoeve van de firma zelve
tot verhaal van schade of van boete is alleen
geoorloofd, indien omtrent verplichting tot be
taling en ten aanzien van het bedrag geen
verschil bestaat en in geen geval tot booger
bedrag dan 1]6 van h t verdiend loon. Is
voorschot op loon uitbetaald, zoo kan de fi^roa
het geheele voorschot verrekenen op den eerst-
komenden betaaldag.
Art. 10. De fiima sluit ten behoeve van
den medecontractant eene verzekering tot
geldeljjke uitkeering bg ongevallen, door den
arbeid ontstaan, reohtgevenden op een som
van f 1000 bg een ongeluk met doodeljjken
afloop en op daarmede in verhouding gebrachte
uitkeering bg levenslange en bg tgdelgke, ge
heele of gedeeltelijke onbekwaamheid tot
werken tengevolge van een ongelukde
Srma is gerechtigd de helft der premie van
hc-t verdiend uurloon af te houden en verplicht
het eventueel door baar van de verzekering-
maatschappij ontvangen bedrag zonder korting
uit te keeren aan den medecontraotant of zgn
ree1 tverkrjjgenden.-
Art. 11. De firma sluit op hare kosten te*
behoeve van den medecontractant een verze
kering tot uitkeering van 2/3 van het gewoon
uurloon over 10 weken voor het geval va*
verhindering van arbeid door of tengevolge
van ziekte; de medecontractant verplichtzich«
aan de firma naar waarheid opgave te doe*
van hetgeen hg wegens eigen ziekengeld, onder
welke benaming ook, van andere fondsen
vereenigingen of verzekerintrmaatBchappjjett
mocht ontvangen. De door de firma aan de*
medecontractant uit ts betalen uitkeering ka*
worden verminderd met het uit anderen hoofd*
door den medecontraotant te ontvangen zie3
ken geld.
Art. 12. De firma verzekert op hare kosten#
ten behoeve van den medecontraotant, diens
in de werkplaats aanwezig gereedschap tege*
brandgevaar vcor een som van f
Art. 13. Behalve het gewone of het buiten
gewone uurloon wordt door de firma, uit hef
door haar ten behoeve van haar medearbeider*
in het bedrijf van de jaarljjks behaalde Winst
afgezonderde een vijfde deel, aan den mede
contractant uitgekeerd, zooveel als portiën
van dat vjjfde deel zullen bedragenhet geheel
aantal portiëa is afhankeljjk van het getal
werkliedenieder volwassen werkman zal 3
of meer portiën ontvangen ter beoordeeling
van de firms, ieder zoogenaamd halfwas 2
portiën, iedere jongen een 1/2 portie.
Art, 14. Bjj ontslag tusschentjjds wordt voor
elke week in het kalenderjaar, gedurende
welke de overeenkomst heeft geloopen, 1/52
van het winstaandeel over het geheele jaar
berekend.
Art. 15. Op*het bedrag van dat winstaandeel
kan door de fi-ma worden gekort al wat zjj
wegens voorsohot, schade of boete van de*
mede-oontractaat mooht te vorderen hebben,
mits de schuld en haar bedrag niet betwist zjj.
Ar 1.16. Als winst wordt aangemerkt hetgeen
de balans over het tjjd vak 1 Januari tot 31
December als zoodanig zal aanwjjzen.
Art. 17. De mede-contraotantverklaart ala
balans te aanvaarden het als zoodanig door
de heeren goedgekeurd en gewaarme-kË
stuk. Het als winstaandeel door d* firma ver
schuldigde wordt vóór 1 April d. a.v, uitgekeerd*
Duur en ontbinding der overeenkomt^