MIDDELRURGSCHE COURANT.
N°. 267.
139e Jaargang.
1896
Woensdag
11 November.
Met een slotwoord
Des© courant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zo*- en Feestdagen,
Prfjs, per kwartaal, aoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco p-m 2.—^
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent
Vk«(HOactr
Middelburg 10 Nov. 8 u. via 38
49 gr., »v. 4 u. 46 gz. F. "Verw. tam. kr.
gr.. m. 12 u. I
kr.Z.W.wind. I
Advertentië* voos het eer*tvolgea4
nummer moeten de* middag* vóór
uor aan het bureau bezorgd zyn.
Adverteutiëa20 cent per regel. Geboorte- dood- en alle andere familieberichten en
Dankbetuigingen van 17 rogels 1.50; elke regel meer 20 cent, Reclames 40 cent per regel(
Groote letters naar de plaats die zij innemen.
Advertentiën bjj abonnement op voordeelige
▼oorwaarden. Prospectussen daarvan zgn gratis
aan het bureau te bekomen.
Aieatoa.
Te 's Gravenhage de Gebr. Belinfante te
Amsterdam: A. de La Mar Azn.
Bij deze oonrant behoort een Bijvoegsel-
De klasse-onderwijzers.
In de onlange door de kiesvereeniging
Eendracht maakt macht tc Middelburg ge
houden vergadering is o. a. een pleidooi
geleverd in het belang van den klasse
onderwijzer in het bijzonder, van den on
derwijzer in het algemeen.
Bij die gelegenheid werd er op gewezen
dat "wij hier te doen hebben met een leger
van 12.000 personeneen niet gering te
schatten macht dus, die zeker, dunkt ons,
bij de aanstaande uitbreiding van het kies
recht ook haar invloed zal doen gevoelen.
Hoevelen hunner toch zullen, zij 't niet om
andere redenen, dan toch zeker wel volgens
al. 4o van art. 1 der nieuwe kieswet een
recht verkrijgen, tot heden hun nog niet
toegekend.
Daarop heeft men in die vergadering nog
niet genoeg het licht doen vallenmeenen
wy. Men had dan nog meer kracht kun
nen geven aan het veïlangen, om in het pro
gram der Liberale Unie eene zinsnede te
wydeu aan de wenschelijkbeid eener ver
betering der positie van den onderwijzer.
Wij hebben er al meermalen op gewezen,
hoe in de laatste jaren de belangstelling
in den onderwijzersstand geheel op den ach
tergrond is gedrongen door andere vraag
stukken en door het ijveren voor de belan
gen der arbeidende klasse, op zichzelve een
verdienstelijk werk, maar dat allicht in een
zijdigheid ontaardt.
Er zijn toch ook nog andere klassen der
maatschappij, waaronder die van den on
derwijzer, wier lot verbetering behoeft.
Met het einde van den schoolstryd is als
't ware de vroegere opgewektheid voor het
openbaar onderwijs en de waardeering van
den onderwijzersstand in 't algemeen ver
minderd. Beknibbelende gemeenteraden
trachten op allerlei wijze op dat onderwijs
te bezuinigen; en, kortzichtig als zij zijn,
rekenen zij slechts met de naaste toekomst
en d an alleen met de dubbeltjeszoo zelfs
dat vaak het bezit van vele akten voor menig
onderwijzer eene negatieve aanbeveling is.
Als nl. de gemeenteraad eene verhooging
van salaris toestaat voor de eene of andere
akte, wordt er bij de vervulling van een
vacature wel eens juist gezocht naar een
die weinig bijakten bezit, met andere woorden
gevraagd „of het een dure is".
Het gevolg daarvan is dat het peil van
den onderwijzersstand daaltdat er meer
en meer ontevredenheid heerscht onder de
onderwijzers en dat deze terugwerkt op den
arbeid dien zij moeten verrichten, dienten
gevolge op het onderwijs, dat zij geven, en
verder op de jeugd en de volksopvoeding.
Of hunne grieven alle gegrond zijnol
ook daarbij niet wordt overdreven, zullen
wij niet beoordeelendit zy den mannen
van het vak overgelaten en woTde in de
vakbladen besproken.
Wij stippen slechts enkele bezwaren aan.
Op de voornaamste grief: schrale bezoldi
ging en de mindere waardeering wezen wij
hierboven reeds. De andere betreffende
verhouding tusscben het hoofd en den klasse
onderwijzer de geringe kans om hoofd te
worden de groote nitgaven, in evenredigheid
met de traktementen, die een onderwijzer
zich moet getroosten bij het doen van examen
en bij het solliciteeren.
Bijverdiensten tegenwoordig door akten
te verkrijgen, valt niet gemakkelijk.
Wij erkennen dat al die grieven hare
natuurlijke oorzaken hebben gevolg als zij
zijn van de omstandigheden, geboren uit
toestanden, waaraan de wetgever niet altijd
schuld beeft.
Maar toch ook van hoogex hand kon meer
gedaan worden in het belang van den on
derwijzersstand. Men herinnert zich nog
het schimpend woord, nog al in onze Tweede
kamer gesproken, dat de onderwijzers heele
heeren-^ zijn, wat een burgemeester op de
"Veluwe aanleiding gaf om zelfs te spreken
van „heeren van den kouden grond." Der
gelijke uitingen kan men laten voor hetgeen
ze zijn. Maar het zich verheffen, het zich
mijnheer-toonen is voor den onderwijzer in
zekeren zin noodig om zijne prestige te
jaandhaven. Hu kan hij, vooral wanneer by
getrouwd is, alles behalve als een mynheer
levenen van onafhankelijk-zijn tegenover
menig bekrompen gemeentebestuur of auto
riteit is allerminst sprake.
En hier komen wij weer als van zelf op
de hoofdgrief: de slechte bezoldiging van
den onderwijzer.
De -overtuiging, eèng uitgesproken door
den Zwitseraehen Schuldirector Egli op de
jaarvergadering der afdeeling Luzern van
de Zwitsersche onder wyzers-vereenigingdat
het geen louter persoonlijk belang is om te
streven naar grooter salaris, en daardoor
naar grooter onaf hankelijkheid, maar dat
daardoor de kwaliteit der onderwijzers en
het onderwijs beter wordt, is nog niet ge
noeg doorgedrongen.
Als men de bezoldiging der onderwijzers
eens vergelijkt met die in het buitenland,
dan hebben wij alles behalve reden om te
roemen. Men leze daarover eens het boekje:
De positie van de onderwijzers in Nederland
en in 't buitenland door J. TT. Gerhard.
Eene enkele aanhaling daaruit veroorloove
men ons
„In 1893 bedroeg in ons land het totaal
bedrag der jaarwedden van 3004 hoofden
van scholen f 2,998.675.91 d. i. 998
gemiddeld, van 9018 onderwijzeressen)
6,467.662.93, d i. 717 gemiddeld.
In Hamburg alleen hadden in 1895: 590
(d. i. ruim 32 pet.) leerkrachten bij 't lager
onderwijs een inkomen van meer dan/1500.
Vindt men 1500 een te weelderig
inkomen voor 'n onderwijzers-familie Goed,
laat ze leven van 1200't zijn immers
maar schoolmeestersWat krijgt men dan
Van 9018 onderwijzers 405
3004 hoofden 1088
tot verhooging van het minimum der sala
rissen, o. a. dat van vier honderd op vijf
honderd of zeven honderd gulden, daar is,
naar onze meening, wel degelijk een belang
rijke kwestie betrokken die, ook uit alge
meen oogpunt, meer de aandacht verdient
dan haar op de vergadering^van Eendracht
maakt macht te beurt viel.
Of dit op de algemeene vergadering der
Liberale Unie zal gebeuren
Het zou zeker wel van politiek beleid
getuigen,' wanneer men dit punt niet gehee1
over het hoofd zag.
totaal van 12022 personen 1493 12.42 p'et.
In Hamburg alleen van 18201eer-
krachten: 899, 49 pet.
En in Hamburg kunnen daarenboven alle
onderwijzers (onderwijzeressen niet) het
maksimam van 2160 bereiken l"
En zoo is het ook overal elders bijna
beter dan in Nederland.
Zelfs aan een rijksleerschool, verbonden
aan eene rijkskweekschool, in ons land
inrichtingen waar de onderwijzers overigens
goed betaald worden kan een onderwijzer
het in het gunstigste geval brengen tot
ƒ1400; maar dan moet hij 12 jaren dienst
hebben na het verwerven der hoofdakte en
in het bezit zijn van speciale akten voor
Franseh, teekenen, wiskunde en land- ol
tuinbouw.
Met al die feiten voor oogen vragen wij
is er niet reden om bij politieke bewegingen,
zooals in 1897 er eene voor de deur staat, te
verwaehten dat ook van de zijde der onder
wijzers stemmen zullen opgaan om hunne
belangen daarbij op den voorgrond te stellen.
En ligt het dan niet op den weg van eene
politieke partij als de liberale, die altijd zich
voor het onderwijs op de bres stelde, om
daaraan hare aandacht te schenken?
De positie van den onderwijzer is nauw
verbonden aan het onderwijs en dat onder
wijs aan de Volksopvoeding.
Daarom meenen wij dat in het gedeelte
van het Hervormingsprogram, dat daarover
handelt, een woord gewijd kan worden aan
de verbetering der positie van den onder
wijzer.
Al is bet waar dat op zulk een program
niet alle belangen van verschillende klassen
in de maatschappij kunnen genoemd worden
i staat hier voor een uitgebreiden kring
van personen, die op onze maatschappij een
grooten invloed uitoefenen.
En waar eene verandering ten goede kan
gebracht worden, o. a. door eene herziening
van art. 26 der wet op bet Lager onderwijs
Dit artikel bepaalt dat aan eiken onderwijzer een
vaste jaarwedde vrordt toegelegd. Die jaarwedde be
draagt in geen geval minder dan f 700 voor het hoofd
der school, niet minder dan f 600 voor de onderwijl
met rang van hoofdonderwijzer, die volgens art. 24
moeten aanwezig zijn in scholen met meer dan vier
onderwijzers, en niet minder dan f 400 voor eiken
anderen onderwijzer.
Gedeputeerde Staten geboord, kan, voor elke pro
vincie, bepaald worden waar en tot welk bedrag het
minimum van jaarwedde voor de verschillende onder
wijzers aan da onderscheidene klassen van scholen
hooger zijn. zal dan. hierboven bepaald.
Het hoofd der school geniet bovendien vrije woning,
zoo mogelijk met eenen tuin of kan die niet ver
sohaft worden, een billjjke vergoeding voor huishuur.
wij van de Nieuwe Rotterdamsche
courant voor ditmaal afscheid te knnnen
nemen. Wij achten dit zelfs noodig, willen
wij onze lezers niet vervelen, zonder de hoofd
zaak in het geschil tusschen haar en ons
een stap verder te brengen.
Want de bespreking van die hoofdzaak
ontwijkt het Rotterdamsche blad stelselmatig.
Of zij eene zuivering van den huidigen
politieken toestand met ons gewenscht acht
of zij het niet beter vindt dat er eene con
servatieve partij in het leven worde geroepen
en dat allen, die vooruitstrevend liberaal zijn,
zich scharen onder de Liberale Unie; of zij
het met ons afkeurt verzoening te prediken
en tegelijkertijd tweedracht en persoonlijken
haat te zaaien, over dit alles in hare
polemiek geen letter.
Wel gebruikt de N. R. Crt een zee van
woorden om haar houding te verdedigen 1
En wist zij in haar eersten aanval te ver
zekeren dat wij „boos, o1 zoo boos" waren,
niettegenstaande wy nog steeds in het door
ons geschrevene te vergeefs zoeken naar
sporen van eene boosheid, die trouwens ook
bij ons niet bestond haar stuk draagt
thans alle bewijzen van eene spijtigheid die
ons verbaast.
Wij deelen daaruit mee, dat zij het woord
voorloopig wegliet, omdat zij de geheele cor
respondentie uit het Utr. Dagblad reeds
vroeger op eene andere plaats in hare kolom
men had opgenomen.
Maar is dit een excuus
Waar men eene bewering bestrijdt of een
meening uit, kan men vooral niet te duide
lijk zijnen is eene herhaling van een enkel
gewichtig woord, waar het juist op aankomt
noodzakelijk.
Aan de „voorloopigheid", toegekend aan
de beslissing van Burgerplichtkan zy niet
veel waarde hechten, zoolang het niet vast
staat, dat die vereeniging zich na de reorga
nisatie weêr bij de Unie zal aansluiten.
Maar eilieve, zouden wij willen vragen,
had dit juist voor het Rotterdamsche blad
niet een reden moeten geweest zijn, om over
dat besluit van Burgerplicht niet zooveel
ophef te maken als zij deed
Wij hebben dus onze bewering aan het
adres der N. R, Crt volstrekt niet in te
trekken, zooals zy schijnt verwacht te heb
ben, maar houden vol dat zij, mededeelende
dat Burgerplicht zich had afgescheiden, ter
wijl die kiesvereeniging in deze slechts eene
voorloopige beslissing nam, eene onwaarheid
schreef.
Over de houding van de Liberale Unie
inzake het kiesrechtvraagstuk, wil het blad
onze bedoeling maar niet begrijpen. Had bet
daarom niet eerlijker gedaan onze bewering
onder de oogen van zijn lezers te breugen
Maar ook op dit punt heeft de N. R. Crt
zoo hare eigenaardige manieren.
Ons dunkt echter, de lezers hadden dan
een geheel ander, een veel beter inzicht in
onze bedoeling gekregen dan nu.
Het gebruik van de woorden „Takkiaan"
en „Anti-Takkiaan" verdedigt de Nieuwe
Rotterdamsche Courant met eene aan
haling uit een circulaire van het bestuur der
Liberale Unie, dt. 19 Maart 1894, waarin
gezegd werd„dat alleen die candidaten
mogen worden gesteld, die met volle over
tuiging aan de finale kiesrechtuitbreiding
verlangen mede te werken in den zin, waarin
de regeering haar voorgesteld en de minister
Tak van Poortvliet haar met kracht ver
dedigd heeft."
Deze aanhaling en de daaruit door haar
gemaakte conclusie Kenmerken weer de ge
heele taktiek der N. R. Ct. Zij beweert
dat, waar in par. 1 van het Hervormings-
prograra naar bet standpunt der Unie van
1894 wordt verwezen er wordt daarin
nota bene nog wat anders gezegd, nl. dat
uitbreiding van het kiesrecht wordt verlangd
in overeenstemming met wat in 1891 en 1894
door haar [de Uniebeleden werd zy recht
heeft het debat in 1896 weer op persoonlijk
terrein ever tc brengen. Over het verzwijgen
door haar van het jaar 1891 zullen wij maar
niets zeggenanders beweert zy weer dat
wij haar belasteren door verkeerde gevolg
trekkingen te maken. Maar als het gewoonte
moet worden om alle oud-ministers, wieT
houding tijdens hunne regeering op zulk
eene wjjze werd geprezena, ls de Unie in
1894 deed, bloot te stellen aan een bejege
ning als de heer Tak van Poortvliet van de
zijde der N. R. Ct. ondervindt; en als dan
een dergelijke taktiek op zulk eene wyze
wordt verdedigd, dan wordt er in het poli
tiek debat een element gebracht, dat wij
blijven betreuren en waarvan wy het Rot
terdamsche orgaan de vinding niet benijden.
Op die wyze toch staat elk oud-minister zijn
gansche leven bloot aan persoonlijke aan
vallen of om voortdurend zyn naam als stryd-
leuze gebruikt te zien
De Nieuwe Rotterdamsche Courant wil, zegt
zij nog eens, van de voorstellen der Unie
niets weten, omdat, schijnbaar conciliant ten
aanzien van het kiesrecht, daarbij in wer
kelijkheid van conciliatie geen sprake is.
Nn, de Unie zal zich daarover weinig
bekommeren. De sympathie van de N. Rott.
Crt. heeft zij al lang verbeurd. En ons is wat
het I7«ie-bestuur deed oneindig aangenamêr
dan eene verzoenende houding van de N-
Rott. Crt., die toch altijd neerkomt op be
strijding van al wat het bestuur der Liberale
Unie wil. Die politiek kennen wy nu al
sedert eenige jaren van a tot z.
En hiermee basta.
Middelburg 10 November.
Volgens De, Vaderlander, orgaan van ds
Bronsveld, zyn in de vorige week, op een ver
gadering, waarop nagenoeg alle provinciën van
onB land vertegenwoordigd waren, de hoofd
beginselen vastgesteld voor een nieuwe poli
tieke vereeniging, Zy zullen weldra worden
voorgelegd aan een talrjjker vergadering,
waarin de Btatuten ter tafel gebracht en, naar
men hoopt, gearresteerd zuilen worden.
De vereeniging wil niet kerkelyk zyn in
roomschen zin, maar zal wel tegenover het
streven der ultramontanen, om het gezag te
brengen in handen der bisschoppen, een pro-
testantsch karakter dragen, en niet voorbjj
zien, dat de kracht van het protestantisme in
ons vaderland voor een goed deel schuilt in
de oude, historische volkskerk.
De vereeniging wil, dat op elk gebied van
het openbaar en volksleven in Nederland en
zyn koloniën God als de hoogste macht zal
geëerd en de christelijke beginselen van liefde
en gerechtigheid gehuldigd zullen worden met
woorden en met daden.
Door de arr.-rechtbank te 's-Hertogenboscb
is, ter vervulling van de vacature van kan
tonrechter te Eindhoven, opgemaakt de na
volgende alphabetische lyst van aanbeveling
mr D. H. van den Acker, advocaat en districts
schoolopziener te Eindhoven mr W. H.J.Th,
van Basten Batenburg, ambtenaar van het
O. M. bjj de kantongerechten te Oss, Hensden,
Waalwijk en Oirechot, te 's-Hertogenboscb, en
mr G. J. van Heyst, kantonrechter te Drnte».
As. Vrijdag verleent de minister van marine
geen audiëntie.
De heer P. C. Damon, bjj koninkljjk besluit
benoemd tot consul te Brugge, is in die hoe
danigheid door de Belgiaohe regeering erkend
UIT STAD EN PROVINCIE
Dinsdag aanstaande, 17 dezer, zal de heer
Willem van Zuylen in den schouwburg al
hier weder een voordrachten-avond geven.
Meer nog dan gewoonlijk zal dit trekken,
wanneer men weet dat bet programma van den
begaafden spreker geheel nieuw is en elk
nommer in costuum en karakter zal te hooren
en te zien gegeven worden.
Dit zy voorloopig voldoende om de bewon
deraars van Van Zuylen's talent dien avond
vry te doen houden.
- Door den minister van oorlog zyn be
noemd tot militaire leden van den militieraad
in Zeeland de majoor prov, adj. in Zeeland,
Van Ouden dyk Pie terse, lid en als plaatsver
vanger de kapitein Opstelten van het 3e
regiment infanterie.
Vrjjdag a. 's middags te twee uren houdt
de gemeenteraad van Vlissingen eene
openbare zitting. Daarin is aan de orde de
benoeming van eene onderwijzeres aan school
O en van een lid in de commissie van toe
zicht op het lager onderwys.
Voorts zullen behandeld worden voorstellen
van burg. en weth.: tot onderh. verkoop van.
gemeentegrondtot 6Je wijziging der ge
meente-begrooting voor 1896tot wjjziging
tarief voor den verkoop van duinzandtot
onderh. verhuring van gemeente-e-gendommen
tot aanstelling van een tydelyke kweekelinge
in de nuttige handwerken aan school B; en
tot het verleenen van vergunning tot het
maken van een liebtrooster voor perceel M M 87.
De voordracht voor hoofd van school 1
te Ierseke bestaat uit de heeren J. Tacoma
te Koevorden, A. Schuur te Sliedrecht, J. Colm-
jon te Zutfen en D. Rietveld de Hondt te
Goxinohem.
Allen zijn in het bezit van akten voor
Franseh, Engelsch en Duitsch.
Bjj den brand te Heinkenszand, waar
van wy in ons vorig nommer melding maakten,
zjja een vjjftal klampen stroo, gerst, haver en
koren vernield. De oorzaak is onbekend en
alles is verzekerd by de Zierikzeesche brand-
waarborgmaatschappij.
De gemeente R e n e s s e kreeg Maandag
morgen even vóór negen uur een bezoek van
een span paarden met een molenwagen, doch
zonder voerman. In gestrekten draf ging het
over het dorp den weg naar de duinen in.
Den wagenmaker, die ze nageioopen was, ge
lukte het ie ^aan een driesprong dichtbjj de
duinen te grypen. De dieren waren even
voorbjj Haamstede op den hol gegaan en had
den zonder ongelukken eon uur gaans afgelegd.
Zaterdag in den vroegen morgen smokkel
den in de buurt van Koewacht eenige perso
nen c. a. 20 balen tabak België binnen. Even
over de grenzen beletten Belgische douanen
hen verder te gaan. De smokkelaars lieten
hunne vracht in den steek en kozen het
bazepad; de tabak werd in beslag genomen.
Alleen P. S. van Koewacht viel den ambte
naren in handen, nadat er eerst een scher
mutseling had plaats gehad, wa&rbjj S. gewond
werd; deze werd naar Dendermonde getrans
porteerd.
Aan het dezer dagen te Utrecht gehou»
den examen voor surnumerair bjj de staats
spoor heeft o. a, voldaan de heer J. A. FremouW
te Gioede.
RECHTSZAKEN.
Arrondissements rechtbank te Middelburg.
Heden (Dinsdag) zjjn veroordeeld wegens i
het door schuld een ander zoodanig lieha-
melijk letsel doen bekomen, waaruit tijdelijk6
ziekte is ontstaan: Ch. M., 28 j., dienstknecht»
Groede, tot 6 d. hechtenis
Strooperij: Th. J. de 8., 14 j., koewachter,
Zuiddorpe, tot 3 d. gev. straf;
diefstalS. M. d. P., 18 j., dienstbode, des-
tjjds te lJzendyke, thans in België, tot 4 m.,
en Th. J. d. S., voornoemd, C. d. S., 12 j., en
G. N., 12 j., beiden zonder beroep, allen Zuid
dorpe, de le tot 7 d. en de 2e en 3e ieder
tot 3 d. gev. straf; en
mishandelingC. K., 18 j., landbouwers
knecht, N.- en St. Joosland, tot 14 d. gev.straf
vrijgesprokenL. V., 20 j., arbeider, Axel,
en P. D., 36j.,lo3 werkman, Rotterdam, beiden
beklaagd van dietBtal.
De vraag, of beslag mag worden gelegd
op gelden, ingelegd in de rijkspostspaarbank,
werd door het openbaar ministerie bjj den
faoogen raad, by conclusie van advocaat-gene
raal mr Gregory, bevestigend beantwoord, in
overeenstemming met de uitspraken van recht
bank en hof te 's Hertogenbosch.
De vraag, waarop het hier aankomt, moest
beoordeeld worden naar art. 1 der wet van
24 Jan. 1815, en volgens dat wetsartikel be
hoorde, zoo oordeelde de advocaat-generaal, de
rijkspostspaarbank niet tot de algemeene lands-
administratie, op wolkar gelden h9t beslag
verboden is. Als kantoren, tot die administratie
behoorende, moesten z. i. alleen worden aan
gemerkt kantoren van departementen van
algemeen bestuur, maar niet van takken van
dienst, onder de departementen resorteerende,
zooals de rijkspostspaarbank. Uitspraak 11 De-
oember.